Beleidskader Sociaal Domein 2021 Omdat het gewoon kan

Geldend van 03-12-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2020

Intitulé

Beleidskader Sociaal Domein 2021 Omdat het gewoon kan

Het Verhaal..

.. van de inwoners

‘Ik wil lekker chillen na school hier in de buurt’. ( Amin , 11 jaar)

‘Mijn buurvrouw zegt dat ik er misschien sneller bovenop kom als ik wat meer leuke dingen ga doen voor mezelf. En dat mijn zoontje dan een paar uurtjes naar de peuteropvang gaat waar hij lekker kan spelen met andere kindjes. Dat zou wel fijn zijn ja, voor ons allebei.’ (Maaike, 25 jaar met Nigel, 3 jaar)

‘Het lukt niet meer om alles in huis zelf te doen. Echt, ik wil wel, maar ik ben zo moe en met mijn versleten rug en knieën hou ik het niet meer vol.’ (Els, 78 jaar)

‘Ik wil ook op mezelf wonen. Maar ik durf het niet en mijn ouders zeggen dat ik dan misschien naar een speciale woonvoorziening moet in Leiden. Ik mag toch ook wel gewoon een fijne plek? En kan dat dan niet in Alphen?’ (Mandy, 27 jaar)

‘Was er maar één plek in mijn dorp waar ik alle informatie kan vinden, gewoon iets leuks kan doen of hulp kan vragen’. (Kees, 82 jaar)

..van de professionals

‘Als ik dan zo’n verhaal hoor weet ik dat er nu echt iets moet gebeuren anders gaat het mis. Dan wil ik er direct op af!’ ( Amir , hulpverlener, 44 jaar)

‘En dan zetten we met elkaar hier in de wijk de schouders eronder zodat we al die gasten hun ding kunnen laten doen en het een geweldig feest wordt’. (Sam, sportcoach, 32 jaar)

Ik begrijp wel dat hij geen hulpverlener meer wil zien. Er is al te veel gebeurd. Misschien kan ik als maatje er wel gewoon voor hem zijn. (Bob, ervaringsdeskundige, 52 jaar)

‘Fijn hoor dat andere hulpverleners ook in dit pand zitten zodat ik even snel kan overleggen met ze als ik twijfel’. (Amy, 27 jaar)

..en van de Gemeente

‘We willen voor alle inwoners een beter leven met een positieve gezondheid. Dat gaan we met elkaar doen: inwoners, organisaties en Gemeente zonder dat de kosten voor onze inwoners stijgen.’ (Han de Jager)

‘We gaan als Gemeente meer het ritme van de samenleving volgen in de wijken en dorpen, omdat dat de plek is waar mensen leven en wonen.’ (Gert Jan Schotanus)

afbeelding binnen de regeling

Inhoudsopgave

Het Verhaal 2

Inhoudsopgave 4

1. Inleiding 5

2. Leidende principes 8

3. Thema’s 11

4. De bundels per 2021 13

5. Partnerschap in de wijk 17

6. Financiën 20

7. En verder 21

Bijlage I Maatschappelijke vraagstukken 22

Bijlage II Participatie 24

Bijlage III Geleerde lessen 26

Bijlage IV Overzicht van oud naar nieuw 29

1. Inleiding

Aanleiding

Meerdere opdrachten en subsidies binnen het Sociaal Domein die we als Gemeente hebben gegeven eindigen per januari 2021. Daarnaast krijgen we er taken bij. Dit betekent dat de Gemeente (nieuwe) uitvoerders zoekt. Dit document is daarvoor het kader. Het is tot stand gekomen op basis van de dialoog met partners en inwoners, eerder vastgestelde kaders en geleerde lessen.

Vasthouden, verbeteren en vernieuwen

‘Alphen aan den Rijn is op de goede weg met de subsidiering en contractering in het sociale domein’. Dat constateerden we bij de tussenevaluatie in 2017 van de nieuwe aanpak die we starten in 2015 met de drie decentralisaties: Jeugdwet, Wmo en Participatiewet. De talenten en mogelijkheden van de inwoner staan centraal, het aanbod sluit hier op aan. De professional krijgt de ruimte om te doen wat nodig is, zowel bij preventieve activiteiten als bij meer individuele ondersteuning.

Ook nu, in 2019, zijn dit de sterke punten die genoemd worden in gesprekken met inwoners en samenwerkingspartners. Deze lijn houden we daarom vast bij het maken van nieuwe afspraken per 2021.

Zijn we dan tevreden? Valt er niets meer te verbeteren? Zeker wel! Ook daarover hoorden we veel in de voorbereiding van dit beleidskader. Daarom zijn de lijnen net als bij het coalitieakkoord:

• het goede behouden,

• verbeteren waar mogelijk,

• vernieuwen indien nodig.

De verbetering en vernieuwing richten zich op:

 - De inzet op preventie versterken, onder meer door de verbinding met welzijnsactiviteiten

 - Meer werken vanuit de wijk of het dorp, zodat inwoners in de eigen omgeving actief kunnen zijn, ondersteuning kunnen regelen en samenwerkingspartners elkaar daar kunnen vinden

 - Meer ruimte voor ideeën en initiatieven van inwoners, de kracht van de samenleving

 - Werken vanuit de bedoeling: waar gaat het echt om voor de inwoner

 - Samenhang tussen lichte hulp en intensieve begeleiding zodat steeds de ondersteuning beschikbaar is die nodig is

 - Regelen van noodzakelijke hulp als een inwoner de grip op het leven verliest en zelf geen actie (meer) onderneemt

 - Meer flexibiliteit in de vraag die we stellen zodat goed ingespeeld kan worden op ontwikkelingen

 - Langdurig partnerschap en daarmee rust en zekerheid voor inwoners en uitvoerders.

De dorpen en wijken in Alphen aan den Rijn kennen veel actieve en betrokken inwoners en een stevig verenigingsleven. Daarmee hebben we een stevige sociale basis om met plezier te leven in deze gemeente. Veel inwoners en partners weten wat nodig is en ondernemen actie. Daar kan en wil de Gemeente zich bescheiden opstellen. Wat de gemeente financiert binnen het Sociaal Domein is hierop aanvullend en ondersteunend.

Vandaar dat we dit beleidskader de titel meegeven ‘Omdat het gewoon kan’.

En dat ‘gewoon’ ziet er zo uit:

afbeelding binnen de regeling

Bereik en afbakening

Dit beleidskader heeft betrekking op taken die vallen onder de Wmo, de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet publieke gezondheid (Wpg).

De uitvoering door Go! voor Jeugd, het Serviceplein, Rijnvicus, en het merendeel van de taken van de Regionale Dienst Openbare Gezondheid Hollands Midden valt hier buiten, deze afspraken lopen door. Wel is samenwerking met deze partners onmisbaar om het beste resultaat te behalen.

Hoewel dit beleidskader zich beperkt tot de nieuwe afspraken die gemaakt moeten worden binnen het sociale domein staan deze natuurlijk niet los van andere maatschappelijke- en politieke ontwikkelingen op aanpalende beleidsterreinen.

In de uitwerking wordt deze samenhang benoemd en verankerd. In de weergave hieronder is de samenhang weergegeven. In bijlage IV vindt u een compleet overzicht.

In de weergave hiernaast is de samenhang weergegeven. In bijlage IV vindt u een compleet overzicht.

afbeelding binnen de regeling

Vervolg

Dit beleidskader werken we in het najaar uit met belanghebbenden: inwoners en partners. Dit zijn zowel de partners die geïnteresseerd zijn in de uitvoering als de partners waarmee samenwerking in de uitvoering onmisbaar is. Op basis van deze informatie schrijven we de diverse opdrachten waarop ingeschreven kan worden voor een subsidie dan wel een contract. Ook deze vorm werken we verder uit, inclusief de duur van de overeenkomsten of subsidieverleningen.

Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk beschrijven we de principes die onze leidraad zijn in het sociale domein. Daarna gaan we in op vier centrale thema’s in de samenleving die in alle bundels terug komen. Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van de inhoud verdeeld in zes bundels. Over de rol van de Gemeente bij deze bundels en de gebiedsgerichte aanpak schrijven we in hoofdstuk 5. Het zesde hoofdstuk benoemd de financiën en we sluiten af met de vervolgstappen: hoe we van dit beleidskader komen tot uitvoering.

De verantwoording hebben we opgenomen in de bijlagen. Daarin leest u over de maatschappelijke ontwikkelingen (bijlage I), het gevolgde participatieproces bij de totstandkoming van dit beleidskader (bijlage II) en de geleerde lessen (bijlage III). Tot slot treft u een overzicht aan waarin de nieuwe aanpak naast de huidige aanpak is gezet (bijlage IV).

2. Leidende principes

Als Gemeente voelen we ons mede verantwoordelijk voor het welbevinden van alle inwoners. Dit schrijven we ook in de missie van het Coalitieakkoord ‘Groene stad met lef, met krachtige buurten en dorpen’:

‘Voor alle inwoners een beter leven (geluk, welbevinden) met (positieve) gezondheid en duurzaamheid als basis voor een sociaal en ruimtelijk beleid, te bereiken via krachtige buurten en dorpen’.

Het coalitieakkoord geeft aan dat de manier waarop het sociaal domein nu is ingericht, goed aansluit bij de randvoorwaarden die ook in de komende collegeperiode van belang blijven. In dit beleidskader geeft de Gemeente nader invulling aan deze randvoorwaarden, mede op basis van gesprekken met inwoners en partners, geleerde lessen en de context van de veranderende wereld om ons heen.

Deze randvoorwaarden, verder leidende principes genoemd, zijn het kompas voor de nieuwe afspraken binnen het sociale domein. We vragen onze opdrachtnemers/subsidieontvangers het gezamenlijk belang in deze principes te herkennen en daarnaar te handelen.

Leidende principes

1. Het start bij de inwoner

2. Slim maatwerk

3. Sociale basisinfrastructuur preventieve activiteiten

4. Dichtbij toegankelijk, laagdrempelig

5. Samen zorgen voor samenhangende zorg

6. Ruimte voor de professional

7. Flexibel op de inhoud, lage administratieve lasten

8. De Gemeente in meerdere rollen

9. Blijven leren

1. Het start bij de inwoner

De Gemeente is er voor haar inwoners. Dat betekent dat de inwoner centraal staat in uitvoering en planvorming. We zien dat het belangrijk is dat de inwoner zeggenschap heeft over de persoonlijke situatie en de eigen woon- en leefomgeving. Dat is de start van (aanvullende) activiteiten en ondersteuning die de Gemeente organiseert, waarbij de inwoner (mede) bepaalt hoe dit vorm wordt gegeven, zodat dit past bij de eigen situatie. Eerste uitgangspunt blijft de zelfredzaamheid van de inwoner en de samenredzaamheid, wat kan de inwoner met behulp van andere inwoners? Bij wat zij of hij zelf kan, is geen bemoeienis van de Gemeente nodig. Waar inwoners met elkaar plannen maken of met ideeën komen, sluit de Gemeente op verzoek aan en denkt en werkt mee, zonder het over te nemen.

2. Slim maatwerk

Elke inwoner en elke situatie is anders, dat betekent dat de Gemeente geen standaard oplossingen biedt. We zoeken samen met de inwoner naar de beste oplossing die past bij de situatie van die inwoner. Door gebruik te maken van ervaringen van eerder en elders, hoeven we niet altijd het wiel opnieuw uit te vinden.

3. Sociale basisinfrastructuur en preventieve activiteiten

Onder sociale basisinfrastructuur verstaan we al het aanbod in het sociale domein dat voor alle inwoners bedoeld is en door alle inwoners gebruikt wordt. Het gaat om basisvoorzieningen en niet om individuele hulpverlening. Denk bijvoorbeeld aan het onderwijs, sportvoorzieningen, theater, kinderopvang, enzovoort. De Gemeente maakt onderdeel uit van deze infrastructuur en streeft naar voldoende, goede en toegankelijke voorzieningen voor alle inwoners.

Hoe beter deze infrastructuur is ingericht, hoe minder preventieve activiteiten noodzakelijk zijn. Daarnaast wordt hier gesignaleerd wanneer wel preventieve acties nodig zijn. Preventieve activiteiten kunnen georganiseerd worden binnen de sociale infrastructuur, met behulp daarvan of daar boven op. De verbinding moet in ieder geval gelegd worden. De Gemeente weet dat zij door het creëren en ondersteunen van goede basisvoorzieningen en de inzet van preventieve activiteiten kan voorkomen dat kleine problemen groot worden en pech leidt tot ellende.

4. Dichtbij, toegankelijk, laagdrempelig

We zetten in op één centrale plek per gebied waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten en activiteiten kunnen organiseren. Waar de inwoner zo nodig een vrijwilliger, ervaringsdeskundige of professional vindt en professionals elkaar vinden. Van waaruit de professional op zoek kan naar die inwoner, waarmee het niet goed gaat en die zelf de weg naar zorg of ondersteuning niet vindt. Niet alles is in elk gebied te organiseren: denk aan een theaterzaal of specialistische zorg. Informatie hierover is wel te vinden in elk gebied. En anders zeker digitaal: wat is er te doen, waar kan ik terecht, hoe regel ik dit?

5. Samen zorgen voor samenhangende zorg

De Gemeente ziet het belang van samenhangende zorg. Hier draait het om een gezamenlijke aanpak vanuit verschillende organisaties -waaronder ook de Gemeente zelf- die een gedeelde verantwoordelijkheid voelen en een gezamenlijk belang delen om zo goed mogelijke zorg en/of ondersteuning te bieden aan inwoners die dat nodig hebben. Daarnaast gaat het erover om verder te kijken dan het vraagstuk dat de aanleiding is voor een hulpvraag. Een ondersteuningsvraag van een ouder voor een kind kan bijvoorbeeld ook wijzen op een ondersteuningsbehoefte van de ouder zelf.

6. Ruimte voor de professional

Ruimte voor de professional in de uitvoering blijft ons uitgangspunt. De professional kan vanuit eigen expertise, in samenspraak met de inwoner(s), inschatten wat op welk moment het beste ingezet kan worden. Wat past bij een vraagstuk in de wijk, het initiatief van een groep inwoners, de hulpvraag van een gezin, jongere of oudere?

7. Flexibele op de inhoud, lage administratieve kosten

Aan het organisatorische ‘hoe’ -hoe voert de organisatie die inhoud uit- stellen we voorwaarden: hoe wordt de dienstverlening georganiseerd en de kwaliteit geborgd, hoe wordt flexibiliteit behouden en het optreden van risico’s voorkomen? Dit doen we zonder hoge administratieve lasten en dus kosten. De cijfers zijn belangrijk, maar het verhaal achter de cijfers belangrijker.

8. De Gemeente in meerdere rollen

We zijn ons bewust van de verschillende rollen die we als Gemeente hebben. De situatie bepaalt, wanneer welke rol van belang is.

1. We hebben wettelijke taken uit te voeren

2. We voelen ons verantwoordelijk voor de samenhang in ondersteuning die gegeven wordt, zowel door de partners die wij financieren, als door andere uitvoerders die niet door ons gefinancierd worden (denk aan de zorg/ondersteuning vanuit de Wet langdurige zorg of het onderwijs)

3. We vervullen een rol in de verbinding tussen de diverse uitvoerders

4. We creëren ruimte en mogelijkheden voor nieuwe initiatieven van inwoners op basis van de waarde die ze toevoegen aan de samenleving.

9. Blijven leren

We zijn er nog niet. We behouden het goede, verbeteren wat beter kan en moet en vernieuwen waar mogelijk en zinvol en waar nieuwe ontwikkelingen ons die kansen bieden. Dit verlangen we van onze samenwerkingspartners en eisen we van onszelf.

3. Thema’s

In onze lokale samenleving zien we veel positieve ontwikkelingen. De werkloosheid is laag en mensen voelen zich over het algemeen veilig. Het aantal inwoners groeit, we kennen een bloeiend verenigingsleven, er wordt gesport en we zien allerlei nieuwe initiatieven en (zelf-) organisaties. Kijkend naar de samenleving en pratend met inwoners en samenwerkingspartners zien we een aantal thema’s herhaaldelijk terugkomen die bovendien breder spelen dan in één enkele bundel. Deze thema’s staan centraal in de verschillende bundels. Deze thema’s kunnen wijzigen gedurende de looptijd van de afspraken met uitvoerders door nieuwe signalen, ontwikkelingen en feiten. Dit kan grote langer durende thema’s betreffen maar ook kleinschalige urgente actualiteiten. Dit vraagt flexibiliteit om hierop te kunnen acteren.

afbeelding binnen de regeling

Grip op het leven

De behoefte aan grip op het eigen leven en in regie blijven is misschien wel de grootste behoefte van iedereen om geluk te ervaren. Er kunnen momenten in het leven zijn dat je ervaart dat je deze grip verliest. Dit kan te maken hebben met allerhande zaken. Denk aan

- schulden en armoede en de schaamte daarvoor

- psychische problemen en verslavingsproblematiek

- (complexe) echtscheidingen

- een beperkt verstandelijk vermogen

Grip verliezen geeft de ervaring en het gevoel, niet (meer) mee te kunnen komen in de samenleving. Vaak is niet duidelijk wat oorzaak en gevolg is: geen grip meer door schulden, of schulden door het gevoel dat je geen grip meer hebt? Het gevoel dat je geen grip meer hebt op je leven kan leiden tot afhaken, je doet niet meer mee in de samenleving en keert je af. Het kan ook juist leiden tot een afzetten tegen die samenleving met bijvoorbeeld overlast gevend gedrag of radicalisering. Uit de gesprekken met inwoners en partners blijkt dat dit bij alle leeftijden speelt/kan spelen.

Gezonde leefstijl

Een lang en gezond leven vraagt om een leven lang investeren in gezondheid. En dat betekent plezier in het leven hebben met allerhande activiteiten, bewegen en sport, gezonde voeding, geen of matig gebruik van genotmiddelen en een gezonde leefomgeving. Dit is van belang op elke leeftijd.

Eenzaamheid

Het ervaren van eenzaamheid zet de gezondheid onder druk en het algemene gevoel van welbevinden. Bij eenzaamheid wordt vaak gedacht aan senioren die familie en vrienden verliezen. Dit is zeker een zorg, maar eenzaamheid komt voor bij alle leeftijden. Ook jongeren benoemen vaak dat zij zich eenzaam voelen. Bestrijden of verminderen van eenzaamheid is dan ook een belangrijk thema binnen de nieuwe bundels.

Ouder worden

Het aantal 75-plussers in Alphen aan den Rijn zal in ruim 20 jaar tijd meer dan verdubbelen van 7,1 procent in 2017 naar 15,4 procent in 2040. Daar komt bovenop dat ouderen een langere levensverwachting hebben, dus langer oud zijn. De samenleving verandert: er zullen meer ouderen zijn dan jongeren, zowel absoluut als relatief.

Dementie

Het aantal inwoners met dementie zal in onze gemeente de komende 20 jaar verdubbelen, van 1.700 in 2020 naar 3.400 in 2040. Dit vraagt veel van de mantelzorgers en de thuiszorg. Gecombineerd met het rijksbeleid dat ouderen langer zelfstandig moeten blijven wonen heeft de Gemeente een belangrijke verantwoordelijkheid in de ondersteuning van ouderen en hun sociale omgeving. We zetten dan ook in op goede opvang en ondersteuning voor zowel de demente inwoner als de mantelzorger, zo nodig door gebruik te maken van nieuwe technologische oplossingen. Immers ook de professionele zorg staat onder druk door krapte op de arbeidsmarkt.

4. De bundels per 2021

Eind 2020 eindigen een groot aantal subsidies en contracten. Per 2021 maken we als Gemeente nieuwe afspraken met uitvoerende organisaties, zodat de sociale voorzieningen op orde zijn en blijven, er voldoende leuke dingen te doen zijn in Alphen aan den Rijn en de benodigde hulp voor handen is.

We zijn in gesprek gegaan met inwoners, uitvoerders en samenwerkingspartners (bijlage II). Daarnaast hebben we de afgelopen jaren ervaring opgedaan en geleerd, zodat we kunnen verbeteren. De belangrijkste les is dat we op de goede weg zijn, maar we zijn er nog niet. In bijlage III leest u meer over de geleerde lessen.

Op basis van deze gesprekken en lessen komen we tot zes samengestelde bundels die nauw met elkaar samenhangen. Leidraad hiervoor is geweest:

Is de inhoud van de bundel herkenbaar voor de inwoner?

Dus: een logische indeling die je kunt onthouden. Voor huishoudelijke hulp ga je tenslotte niet naar het theater en bij het uitleenpunt voor een scootmobiel regel je niet de peuteropvang.

Is de bundel uitvoerbaar voor de aanbieder?

Denk aan taken die samenhang vertonen en die in elkaars verlengde liggen zoals bijvoorbeeld een vergelijkbare methodiek of expertise, vergelijkbare kwaliteitskaders en cao’s.

Is de bundel betaalbaar voor de gemeente?

Daarbij kijken we naar mogelijke transformatieopbrengsten binnen een bundel en tussen bundels en transparante financieringsconstructies met meerjarige duidelijkheid.

Hoewel we spreken over zes te onderscheiden bundels, blijft voorop staan dat we het sociale domein als één geheel zien. Voor de inwoner willen we integrale dienstverlening, gebaseerd op de leidende principes.

In dit hoofdstuk beschrijven we de inhoud van de zes bundels. Om de herkenbaarheid, uitvoerbaarheid en betaalbaarheid te realiseren is meer nodig dan een onderscheid in bundels. Hiermee bedoelen we sturing, heldere opdrachten/subsidie-uitvragen, de juiste financieringsvorm en duur van de nieuwe afspraken per 2021. In het volgende hoofdstuk gaan we in op de sturing en verbinding tussen de bundels. In bijlage IV vindt u een overzicht welke huidige subsidie of contract in welke bundel terug te vinden is.

Relatie met cultuur en sport

Momenteel zijn de culturele voorzieningen Bibliotheek Rijn en Venen, Parkvilla en Castellum onderdeel van een subsidietender. Met deze aanpak is cultuur als middel in het kader van preventie voorop komen te staan, terwijl zij ook een eigen taak kennen, als culturele voorzieningen voor alle inwoners. Om deze reden vindt u de culturele voorzieningen nu terug binnen de cultuurvisie en de uitwerking daarvan. Vanzelfsprekend is er een nauwe relatie tussen de cultuurvisie en dit beleidskader. Die relatie is er ook met de sportvisie en het lokale sportakkoord. Sport is immers van grote betekenis als het gaat om preventie.

De zes bundels die

samen één geheel vormen

afbeelding binnen de regeling

Bundel 1: Preventie

Even gezellig koffiedrinken met buurtgenoten in het wijkgebouw, samen tuinieren in het park of sporten met leeftijdsgenoten. Dit soort welzijnsactiviteiten maakt onderdeel uit van deze bundel, gecombineerd met preventieve activiteiten om te voorkomen dat inwoners de grip op hun leven verliezen, eenzaam worden of een ongezonde leefstijl krijgen. Door samenvoeging van deze activiteiten ontstaat een preventief (welzijns-) aanbod in de wijken en dorpen dat niet gebonden is aan leeftijd of doelgroep.

De preventieve activiteiten richten zich niet alleen op het voorkomen van zorg of het hebben van een ongezonde leefstijl, maar ook op het voorkomen van escalatie in het kader van veiligheid, armoede, dakloosheid en/of voortijdig schoolverlaten. Het gaat om een breed scala aan activiteiten waaronder vrijwilligersondersteuning, ondersteuning van inwonersinitiatieven, buurtbemiddeling, activering in het kader van de Participatiewet, opvoeden en opgroeien, jeugd- en jongerenwerk, sport en bewegen en cultuurbeleving.

De preventieve activiteiten sluiten aan bij de vraag. Dit betekent dat professionals signaleren wat de al dan niet uitgesproken behoefte is en in samenspraak een passende activiteit ontwikkelen. Met een bundeling van diverse preventieve activiteiten stimuleren we samenhang en samenwerking. Op deze wijze kan een vernieuwende werkwijze ontwikkeld worden die slimmer en voordeliger is. We spreken dan over een horizontale transformatieopbrengst.

Aandacht voor kinderen en jongeren is een belangrijke vraag binnen deze bundel. Voor een stabiele en brede ontwikkeling van kinderen en jongeren is een breed aanbod van preventieve- en welzijnsactiviteiten gewenst. Van belang is ook om ouders en andere volwassenen die met kinderen contact hebben of werken bewust te maken van wat speelt bij het opgroeien en in de ontwikkeling. Hierbij is samenwerking met de andere partners in het jeugddomein onmisbaar. Het gaat dan nadrukkelijk om de scholen, allerhande verenigingen, de jeugdgezondheidszorg en de jeugdhulp, ondergebracht bij Go! voor Jeugd.

Bundel 2: Ondersteuning

In deze bundel zit hulp, ondersteuning en zorg waaraan inwoners behoefte hebben of waar zij een beroep op doen in het kader van de Wmo. De huishoudelijke hulp en de hulpmiddelen zijn aparte bundels.

Deze bundel ondersteuning strekt zich uit van informatie – en advies, ook over aanpalende zaken als de Zvw en de Wlz -wie kan mij ondersteunen bij mijn hulpvraag?- tot zorg die dag en nacht beschikbaar is bij ernstige psychische problematiek. Van enkele gesprekken en dan lukt het weer zelfstandig tot langdurige wekelijkse hulp bij allerhande praktische zaken. Van actieve hulp aan een inwoner die klem zit maar niet om hulp vraagt tot het halfjaarlijkse telefoontje: ‘hoe gaat het nu?’. Ondersteuning kan ook bestaan uit het organiseren van een daginvulling als betaald werk (nog) geen optie (meer) is. Binnen deze bundel zit ook een deel van de selectieve preventie, waar het gaat om advies en voorlichting gericht op verslaving en psychische aandoeningen of het ondersteunen van mantelzorgers.

Door bundeling van deze verschillende vormen van ondersteuning in één pakket kan maatwerk geboden worden: lichte hulp wanneer mogelijk en zwaardere zorg wanneer nodig. De uitvoerder krijgt hierin veel professionele ruimte. Op deze manier kan een verticale transformatieopbrengst gerealiseerd worden: door slim inzetten van de juiste en voldoende hulp kan de uitvoerder de kosten beperken zonder de hulpvrager tekort te doen.

Bundel 3: Voorschoolse educatie

De Gemeente heeft de wettelijke taak om Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) te organiseren. Hiervoor ontvangen wij geoormerkte GOAB (gemeentelijk onderwijsachterstanden beleid) middelen vanuit het Rijk. Voorschoolse educatie (VE) is onderdeel van de VVE en bedoeld voor peuters van 2,5-4 jaar met (een risico op) een onderwijsachterstand. In de meeste gevallen gaat het om achterstanden in de taalontwikkeling. Door voorschoolse educatie verbeteren de startcondities van peuters bij hun entree in het basisonderwijs.

Het is onze ambitie alle kinderen met risico op een achterstand die een beroep kunnen doen op een VE-plek te bereiken en deze plek in de eigen omgeving te organiseren. Dit kan betekenen dat ook in de kleine kernen VE-plekken gerealiseerd worden. We zetten in op het bevorderen van de kwaliteit van voorschoolse educatie, ook in relatie tot de doorgaande leerlijn tussen kinderopvang en onderwijs. Daarnaast willen we de gemengde groepen, bestaande uit doelgroep peuters en niet doelgroep peuters, behouden dan wel realiseren.

Vanwege de specifieke inhoud, voorwaarden en financiering van de voorschoolse educatie, voegen we VE niet samen met andere bundels.

Bundel 4: Inburgering

Per 2021 regelt de Gemeente de organisatie en financiering van de inburgering van nieuwkomers. Dit zijn de verplichte taallessen, inburgeringslessen gericht op kennis van de Nederlandse maatschappij en taalschakeltrajecten gericht op vervolgonderwijs. Over de voorwaarden is de VNG namens de gemeenten nog in overleg met het Rijk. De begeleiding van nieuwkomers op andere vlakken past in de bundel Preventie (bundel 1).

Vanwege de specifieke inhoud, voorwaarden en financiering van inburgering blijft deze bundel afgebakend tot deze inhoud.

Bundel 5: Huishoudelijke hulp

Met deze bundel zorgt de Gemeente voor de juiste ondersteuning om het huis schoon en leefbaar te houden voor inwoners die daar hulp bij nodig hebben. Wettelijk kader is de Wmo. De huishoudelijke hulp komt wekelijks op hetzelfde adres, weet wat er speelt en wanneer meer of andere hulp nodig is omdat het niet goed meer gaat en signaleert en verwijst of draagt over.

Omdat huishoudelijke hulp een eigenstandige taak is die niet goed te combineren is met- of te vervangen door andere activiteiten maken we een aparte bundel van deze taak.

In tegenstelling tot enkele jaren geleden lijkt er geen concurrentie tussen aanbieders om de cliënten te zijn, maar om het personeel. De krapte op de arbeidsmarkt maakt het lastig om aan de vraag te kunnen voldoen. Om slimmer te kunnen werken kan het praktischer zijn een beperkt aantal aanbieders te contracteren, mogelijk per gebied. Hierdoor kan de aanbieder met een grotere schaalgrootte, de hulp geconcentreerd inzetten met weinig reistijd verlies.

Bundel 6: Hulpmiddelen

Bij Wmo-hulpmiddelen gaat het in hoofdzaak om het leveren en verhuren van hulpmiddelen voor vervoer, inclusief allerhande rolstoelen. Het gaat dus niet zoals bij de andere bundels om diensten, maar om producten. Voor de levering van dit complete pakket zijn slechts enkele aanbieders beschikbaar, dit is een aparte markt. Daarom kiezen we voor een aparte bundel.

5. Partnerschap in de wijk

Door de participatietrajecten en geleerde lessen weten we dat er meer georganiseerd moet worden met betrekking tot:

• inbreng van inwoners en organisaties (‘right to challenge’)

• de verschillen in thema’s per wijk

• samenwerking tussen organisaties

• flexibiliteit binnen het stelsel

• samenhang in het stelsel

We pakken dit op door de uitvoering meer gebiedsgericht te organiseren en door als Gemeente bewuster alle verschillende rollen in te vullen. Met deze invulling ontstaat meer verbinding tussen de bundels en komt de integraliteit goed tot zijn recht.

Rollen

We onderscheiden vier rollen van de Gemeente. Onderstaand plaatje brengt deze vier rollen in beeld. Bij elke vorm van partnerschap hoort een bepaalde rol. Deze rol kan wisselen in de tijd of naar gelang de opgave.

afbeelding binnen de regeling

Rechtmatige Gemeente

De Gemeente heeft een aantal wettelijke verplichtingen. Voor inwoners is er geen keus waar zij terecht kunnen. Het is dan ook van groot belang dat we deze taken rechtmatig, dus juist en zorgvuldig uitvoeren. De taak van de gemeenten is om in gelijke situaties gelijk te handelen. Het gaat hier bijvoorbeeld om het verstrekken van een uitkering voor levensonderhoud in het kader van de Participatiewet.

Presterende Gemeente

Voor de uitvoering van diverse bundels en activiteiten in het sociale domein is de Gemeente opdrachtgever/subsidieverlener en partner. De Gemeente zorgt er voor dat de wettelijke taken belegd zijn en de inwoners hulp en ondersteuning krijgen waar nodig. Hiervoor worden contracten gesloten en subsidies verstrekt: de Gemeente stuurt. Voorbeelden hiervan zijn de huidige contracten met Go! voor Jeugd en Tom in de buurt en de subsidietenders Boost en Alphen beweegt. Hierbij hebben we oog voor de expertise van zowel grote als kleine organisaties.

Netwerkende Gemeente

‘Wees zichtbaarder en help ons elkaar beter te vinden en samen de uitvoering en afstemming beter te organiseren’ is een terugkerende vraag van uitvoerders. We zien dat door te geringe samenwerking en afstemming ketens en netwerken voor de inwoners niet goed werken. Het zo gewenste integrale aanbod dat makkelijk toegankelijk is, is nog te ver weg. De netwerkende Gemeente kiest hierin positie in het belang van de inwoner en is zich bewust van de veranderende samenleving waarin een hiërarchisch sturende overheid steeds minder past. Het gaat om samenwerking vanuit een gezamenlijk belang. Een idee om deze rol beter in te vullen is de wijktafel, zie op de volgende bladzijde.

Participerende Gemeente

Als Gemeente willen we een steeds meer bescheiden rol nemen en ruimte bieden aan inwonersinitiatieven en het zogeheten ‘right to challenge’. We reiken daarbij desgewenst een helpende hand: de Gemeente neemt deel. Met het hieronder genoemde innovatiebudget gaan we hier voor ruimte creëren.

In de wijk

In de uitvoering komt het er voor de inwoners op aan. Zowel inwoners als uitvoerders vragen de Gemeente nadrukkelijker om haar rol te pakken in de wijken en kernen waar het om de uitvoering gaat. En met de ‘wijken en kernen’ doelen we op een gebied dat inwoners ervaren als een logisch samenhangend en afgebakend deel van de gemeente.

afbeelding binnen de regeling

De afgelopen jaren zijn we ons als Gemeente steeds meer gaan richten op de wijken, dorpen en kernen. Zo werken we met dorps- en wijkplannen die zijn opgesteld met de inwoners. Elk dorp en elke wijk hebben eigen gebiedsadviseurs en omgevingsvakmannen waar iedereen terecht kan met vragen en ideeën. De nieuwe afspraken die we met uitvoerders maken sluiten aan bij deze ontwikkeling. Met de volgende ideeën versterken we deze ontwikkeling.

Idee 1: Samen op één locatie

Zowel uitvoerders als stakeholders hebben de nadrukkelijke wens elkaar op één punt in het dorp of de wijk te kunnen vinden. Een plek waar gewerkt kan worden, waar afspraken met elkaar en met inwoners gemaakt kunnen worden en waar ruimte is voor overleg. Niet in elke dorp of wijk is nu een dergelijke vanzelfsprekende locatie beschikbaar. We gaan hierover verder in gesprek en onderzoeken hoe we dit met de partners kunnen realiseren. Leidraad is hierbij: wat is voor inwoners logisch om op 1 plek te organiseren. Een gespecialiseerde woonvoorziening of een backoffice is bijvoorbeeld minder logisch om in elke wijk te willen organiseren.

Idee 2: Wijknetwerk

Samenwerking in de wijk is van belang rond brede vraagstukken. Dit is een voorwaarde om tot een goede preventieve inzet en aanpak te komen. In sommige wijken en dorpen is al een actief netwerk dat onder verschillende benamingen functioneert. Waar dit nog ontbreekt, zal de Gemeente een actieve rol pakken. Hoe deze rol er uitziet en hoe deze past binnen de huidige inzet in de verschillende gebieden werken we verder uit. Centraal staat de verbinding tussen de nieuwe uitvoerders en tussen partners die actief zijn rond sport, cultuur, onderwijs, zorg en op het terrein van veiligheid zoals de politie.

Idee 3: Wijktafel

Hulp en ondersteuning moeten dichtbij en makkelijk gevonden en geboden kunnen worden. Dit vraagt de inwoner en dit hebben we overgenomen in onze leidende principes. We constateren dat een aantal inwoners niet een concrete hulpvraag heeft, maar dat er wel iets aan de hand is waar zij of hij zelf niet makkelijk uitkomt. Dan is het soms nodig dat een ervaringsdeskundige of hulpverlener die inwoner actief opzoekt. Dat vraagt om signaleren, signalen bespreken met elkaar, toetsen en afspreken wie er op af gaat. In een aantal dorpen en wijken gebeurt dit al, maar er zijn nog lacunes. Daar is een actieve rol nodig -door een uitvoerder of de Gemeente- in de organisatie en ondersteuning van deze wijktafel.

Idee 4: Innovatiebudget

Om nieuwe oplossingen en ideeën tot uitvoer te brengen is een uitvoeringsbudget vaak een voorwaarde. Dit is een verantwoordelijkheid van zowel de uitvoerende organisaties als de Gemeente. Om hiervoor voorwaarden te scheppen reserveren we een later te bepalen percentage van het budget, dat beschikbaar is voor de bundels. De helft van dit percentage kan in de bundels opgenomen worden en gelabeld voor innovatie. De andere helft kan gereserveerd worden bij de Gemeente en bijvoorbeeld via het wijknetwerk ingezet worden. Zo ontstaat ook ruimte voor cofinanciering van de Gemeente.

6. Financiën

Op verschillende manieren proberen we de uitvoering in het sociale domein goed te regelen en daarbij de kosten beperkt te houden. Dit komt als eerste naar voren in de leidende principes waarbij we kiezen voor een solide sociale infrastructuur met een stevige inzet op preventie, ruimte voor de professional en lage administratieve lasten. Vervolgens kiezen we voor een slimme en logische samenstelling van taken met een bijpassende financieringsvorm. Binnen de bundels zijn mogelijkheden voor transformatieopbrengsten: door slim te transformeren kunnen kosten beperkt blijven of verlaagd worden. Het uitgangspunt is, dat de uitvoering binnen de bestaande budgetten kan blijven zonder in te boeten op kwaliteit in de uitvoering voor de inwoners.

De kosten van de nieuwe afspraken worden gedekt uit de beschikbare budgetten zoals opgenomen in programma 4 van de gemeentelijke programmabegroting. Hiervoor is ruim 20 miljoen euro beschikbaar (cijfer 2019). Voor de nieuwe taken maatschappelijke zorg en inburgering komt extra geld.

7. En verder

Na advisering op dit beleidskader door de adviesraden en vaststelling door de gemeenteraad worden de zes bundels verder uitgewerkt. Hierbij wordt verbinding gehouden met de (uitwerking van) de cultuurvisie, de sportvisie en het sportakkoord. Voor deze uitwerking gaan we weer in dialoog met belanghebbenden zoals inwoners, adviesraden, vrijwilligersorganisaties, huidige en nieuwe aanbieders en andere professionele organisaties zoals huisartsen en scholen. Begin 2020 vragen we inschrijvingen op de diverse bundels, hetzij via een subsidie hetzij via een inkooptraject. In de periode april - juli 2020 hopen we duidelijk te hebben wie onze nieuwe partners zijn per 2021.

Gezien recente regelgeving en jurisprudentie moet onze Algemene subsidieverordening (Asv) aangepast worden, zodat het college de mogelijkheid heeft subsidieregelingen te creëren. Deze aanpassing vindt plaats in het najaar 2019.

Planning

Wie

Wat

Over

Wanneer

Adviesraden

Advisering

Beleidskader

Oktober 2019

Gemeenteraad

Vaststellen

Beleidskader

November 2019

Belanghebbenden

  • 1.

    Meedenken

  • 2.

    Adviseren

Uitwerking bundels

Najaar 2019

Gemeente

Publicatie

Inschrijving bundels

1e kwartaal 2020

Gemeente

Besluit

De zes bundels door middel van gunning of subsidieverlening

2e kwartaal 2020

Uitvoerders

Voorbereiding

Uitvoering bundels

2e, 3e en 4e kwartaal 2020

Uitvoerders

Start

Uitvoering bundels

Januari 2021

Ondertekening

Vastgesteld door de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn op 21 november 2019,

De griffier, de voorzitter.

Bijlage I Maatschappelijke vraagstukken

Maatschappelijke vraagstukken komen voort uit:

• signalen van uitvoerders, samenwerkingspartners en inwoners die betrekking hebben op de situatie in de gemeente

• maatschappelijke ontwikkelingen die breed -bijvoorbeeld landelijk- aan de orde zijn

• data: feiten en cijfers.

afbeelding binnen de regeling

Hieronder geven we de meest relevante signalen, ontwikkelingen en data voor de bundels die nu actueel zijn en waar dit beleidskader zich minimaal op richt.

Signalen

• Toename jongeren zonder startkwalificatie en voortijdig schoolverlaten op jongere leeftijd

• Jeugdcriminaliteit op jongere leeftijd

• Problematiseren van gedrag van kinderen/jongeren door de ouders

• Hoog aantal (complexe) echtscheidingen

• Toename diagnostisering psychiatrische aandoeningen (waaronder burn-out)

• Toename van mensen die tijdelijk of langdurig de grip op hun leven verliezen

• Toenemende complexe schuldenproblematiek en schaamte hierover

• Toename problemen huisvesting (meer vervuilde woningen, huisuitzettingen)

• Toename dakloosheid (spookjongeren: jongeren die niet geregistreerd zijn in BRP, gezinnen die onvoorbereid naar Nederland komen/terugkeren, economische dakloosheid)

• Toename interrelationeel geweld

• Toename eenzaamheid

• Toename (jonge) mantelzorgers

• Onrealistische verwachtingen van inzet van professionals, claimgedrag

Maatschappelijke ontwikkelingen

• Toenemende individualisering, polarisering en populisme

• Intergenerationele armoede

• Meer inwonersinitiatieven en zelforganisatie op allerlei gebieden

• Wijziging van de Wlz: inwoners met een langdurige psychische problematiek kunnen per 2021 een beroep doen op Wlz zorg

• Extramuralisering, mensen blijven langer thuis wonen met groter risico op onder meer eenzaamheid en overbelasting van de mantelzorg

• Jongeren en jongvolwassenen ervaren veel (maatschappelijke) druk c.q. een minder hoopvol toekomstperspectief

• Onvoldoende gekwalificeerd personeel door krapte op de arbeidsmarkt en onvoldoende nieuw potentieel (minder jongeren)

• Ontwikkelingen rondom de pensioenen: verhogen pensioenleeftijd, onzekerheid over hoogte pensioenen

• Toename zelfstandigen met onzekere inkomenssituatie

• Tekort aan betaalbare woningen

• Toenemend beroep op eigen verantwoordelijkheid (inclusief mantelzorgers, vrijwilligers)

• Afname banen op MBO niveau 1 en 2 waardoor toetreding tot de arbeidsmarkt voor sommigen onbereikbaar wordt

• Digitalisering

• Gemeentelijke tekorten sociaal domein

• Recentralisatie: Rijk stuurt op gedecentraliseerde taken

Data

• Bevolkingsgroei

• Meer alleenwonenden en éénoudergezinnen

• Toename vergrijzing

• Toename van gebruik Jeugdhulp

• Relatief hoog aantal inwoners met obesitas

• Toename gebruik genotmiddelen onder jongeren (actueel: lachgas)

• Toename chronische ziekten

• Dalende vaccinatiegraad

Bijlage II Participatie

In de voorbereiding op dit beleidskader is op verschillende manieren gesproken met en informatie opgehaald bij de diverse belanghebbenden. Hieronder de belangrijkste opbrengsten. Volledige verslagen van bijeenkomsten in het kader van dit proces zijn te vinden op www.alphenaandenrijn.nl/sociaaldomein2021.

Inwoners

Er zijn verschillende participatietrajecten geweest met inwoners die niet specifiek gericht zijn op de te maken afspraken per 2021, maar hiervoor wel relevante informatie hebben opgeleverd. Denk hierbij aan:

• reguliere cliënttevredenheidsonderzoeken

• het participatietraject dorps- en buurthuizen

• behoeftenonderzoek bezoekers en medewerkers CJG

• onderzoek binnen het project Open deuren en het

• onderzoek van de Universiteit van Utrecht naar de ambulantisering van Beschermd wonen

In het kader van de voorbereiding op de nieuw te maken afspraken zijn twee grote onderzoeken uitgezet:

• Onderzoek naar ervaringen en behoefte aan begeleiding, dag invulling, mantelzorgondersteuning en welzijn (Onderzoeksbureau Doelen Innovatie Studio)

• Onderzoek naar ervaringen en behoefte aan beschermd wonen, begeleid wonen en maatschappelijke opvang (Onderzoeksbureau EEVVAA)

De resultaten hiervan zijn vooral van belang voor de uitwerking van de bundels.

De kernpunten die we meekregen van inwoners en andere belanghebbenden zijn:

• Inwoners willen elkaar ontmoeten in de wijk in een laagdrempelige voorziening

• Een vaste, stabiele contactpersoon met een open en niet oordelende houding

• Een vaste neutrale plek in de wijk waar je met al je vragen terecht kan

• Een vaste plek waar je terecht kan met signalen

• Hulp snel beschikbaar en bereikbaar

• Mogelijkheid om zelf een hulpverlener en aanbieder te kiezen

• Kleinschalige opvang dicht bij huis

• Spreek gewone, begrijpelijke taal

• Zelf inzicht houden op het (hulpverlenings-)proces

• De huisarts is altijd bereikbaar, hier ga je vaak als eerste heen

• Meer mogelijkheden voor dag invulling gewenst

Adviesraden

De Inwonersadviesraad en de Cliëntadviesraad zijn geïnformeerd over dit traject. Enkele leden van de adviesraden hebben de marktverkenningen en andere bijeenkomsten bijgewoond. Dit beleidskader wordt voor een formeel advies voorgelegd aan beide raden.

Samenwerkingspartners en aanbieders

Met samenwerkingspartners en aanbieders is gesproken in diverse bijeenkomsten.

• Aanbieders en samenwerkingspartners samen: 27 mei en 13 juni 2019

• Marktverkenning aanbieders welzijn en zorg: 29 mei en 19 juni 2019

• Gesprek gecontracteerde aanbieders huishoudelijke hulp: 19 juni 2019

• Bijeenkomst samenwerkingspartners: 13 juni 2019

• Bijeenkomst vrijwilligersorganisaties en ouderenbonden: 25 juni 2019

Uit de gesprekken met huidige en potentiele aanbieders haalden we de volgende kernpunten:

• Ruimte voor specialisatie en diversiteit binnen de opdrachten

• Huishoudelijke hulp meer verbinden met zorg en meer clusteren per wijk

• Expertise naar de voorkant: aanvraagproces moet stevig staan

• Zoveel mogelijk indicatievrij werken

• Indicatieverstrekking mag niet vertragend werken bij het leveren van hulp

• Continuïteit in de hulpverlening/hulpverlener

• Maak behapbare en geen te grote bundels: te brede bundel geeft te weinig focus en lastige samenwerking binnen samenwerkingsverband

• Doorgaande lijn preventie/welzijn/zorg en mogelijkheden voor op- en afschaling van hulp

• Er is veel aanbod, maar partijen weten elkaar niet te vinden

• Zorg er voor dat partijen elkaar ook fysiek ontmoeten

• Partners weten elkaar moeilijk te vinden door de wijze waarop de verschillende opdrachten/subsidies de afgelopen jaren zijn uitgezet

• Er is veel aandacht geweest voor preventie bij risicogroepen en te weinig aandacht voor de basisactiviteiten van vooral de culturele voorzieningen

• Samenwerking van organisaties is nodig, ook met het onderwijs en vrijwilligersorganisaties

• Gezamenlijke huisvesting: fysiek bij elkaar helpt om elkaar te vinden bij de samenwerking. Partijen moeten elkaar weten te vinden –ook informeel- vooral in de wijken en buurten

• Formuleer inhoud op thema’s en samenwerking

• Zorg dat organisaties flexibel kunnen inspelen op thema’s en vragen vanuit de samenleving

• Zorg voor regie vanuit de gemeente (zowel op samenwerking als op opdrachten)

• Zorg er voor dat privacy wetgeving de samenwerking niet belemmert (oproep tot privacy beleid)

Samenvattend

De bijeenkomsten en gesprekken leverden vooral veel op voor de inhoud van de bundels, de voorwaarden, de sturing en de rol van de Gemeente. Het levert geen eenduidig beeld op voor de samenstelling van de bundels.

Bijlage III Geleerde lessen

Naast gesprekken en bijeenkomsten zijn leerervaringen belangrijk. Wat hebben we geleerd dat goed is om vast te houden, wat kan beter en waar moeten we vernieuwen.

Evaluatie ‘Beter voor elkaar’

In het beleidskader 2014-2018 met de titel ‘Beter voor elkaar’ beschreven we de visie en aanpak van de nieuwe taken in het sociale domein. Vanuit de vraag en behoefte van de inwoner hebben we ingezet op een nieuw stelsel met minder bureaucratie en ruimte voor de professional.

In 2017 is de tussenevaluatie uitgevoerd van de gekozen aanpak met de contractering van Tom in de buurt en de subsidietenders Boost en Alphen Beweegt. De eindconclusie luidde: ‘We zijn op de goede weg, er staat een belangrijke basis waarbinnen we de doelen en verbeteringen voor onze inwoners kunnen realiseren en de eerste resultaten zijn er. We hebben het stelsel op een unieke manier ingericht en dat heeft een belangrijke impuls gegeven aan de vernieuwing. We zijn nog maar net begonnen, de komende tijd blijven we leren, optimaliseren en door ontwikkelen’ .

Voor dit laatste zijn een aantal aandachtspunten vastgelegd, geconcentreerd op twee thema’s: integrale aanpak en werkwijze in de praktijk en de sturing op het ‘geheel’. We gaan hieronder in op de onderdelen van deze twee thema’s en hoe we dit verder verbeteren in de nieuwe periode.

Integrale aanpak en werkwijze in de praktijk

Aandachtspunt uit tussenevaluatie

‘Beter voor elkaar’

Aanpak in nieuwe bundels

Verbindingen tussen opdrachten/contracten, zowel vanuit de Gemeente als partners die op andere wijze gefinancierd worden

  • 1.

    Bij aanbestedingen wordt de verplichting om samen te werken in de wijken vastgelegd. De mate van succes is van belang bij een besluit voor wel/niet verlengen van een overeenkomst

  • 2.

    Bij subsidies zal dit een randvoorwaarde voor verlening worden

  • 3.

    Met ideeën als samen op 1 locatie; wijktafel

Overgang 18-/18+

  • 1.

    Goede verbinding organiseren tussen de nieuwe bundels ondersteuning en preventie en de uitvoering door Go! voor jeugd

  • 2.

    Bundel preventie richt zich op alle leeftijden

Casusregie bij multiproblematiek

  • 1.

    Inzetten op idee als wijktafel waar afspraken gemaakt worden over casusregie en bemoeizorg

  • 2.

    Verbinding maken met verbeterde procesregie die ligt bij het regionale zorg- en veiligheidshuis (in ontwikkeling)

Wat als mensen geen zorgvraag stellen

  • 1.

    Outreachend werken, bemoeizorg, ‘waakvlamcontact’ wordt expliciet onderdeel van de bundels

Dwang versus drang, (bemoei)zorg en veiligheid

  • 1.

    Stevige inzet op (selectieve) preventie bij risicogroepen en op risicomomenten

  • 2.

    Als hierboven: outreachende zorg, bemoeizorg

Sturen op maatschappelijke effecten en resultaatafspraken

Aandachtspunt uit tussenevaluatie

‘Beter voor elkaar’

Aanpak in nieuwe bundels

Samenhangende sturing op maatschappelijke effecten

  • 1.

    Doordat nu tegelijkertijd voor zes bundels nieuwe afspraken worden gemaakt, realiseren we een meer consistente sturing

Sturen op de juiste afspraken

  • 1.

    Gebruik van kpi’s of heldere resultaatafspraken

  • 2.

    Verstevigen contractmanagement, ook op wijkniveau

  • 3.

    Indicatoren in programmabegroting vertalen naar indicatoren die we gebruiken om te sturen op de bundels en andersom

  • 4.

    Meer werken met externe onafhankelijke audits

Sturing op maatschappelijke effecten

  • 1.

    Formuleren en monitoren op resultaatafspraken in de overeenkomsten of afspraken over maken bij subsidieverlening

  • 2.

    Voor de gemeenteraad wordt systematisch gewerkt aan de leercyclus om zo een kijkje in de keuken van de uitvoering in het sociaal domein te geven. In overeenkomsten medewerking aan de leercyclus vastleggen en dit als randvoorwaarde bij subsidies opnemen.

Wat zegt klanttevredenheid en wordt dit juist gemeten

  • 1.

    Vanuit het rijk ligt de verplichting om klanttevredenheid op een vaste manier te meten. Omdat deze onderzoeken anoniem zijn kunnen we niet doorvragen

  • 2.

    Aanvullende vormen afspreken zoals onafhankelijke interviews bij cliënten; audits

Sturen op meer preventie

  • 1.

    Met het onderscheid tussen de 4 vormen van preventie[1] zetten we nadrukkelijker in op de concrete vertaling hiervan binnen elke bundel

  • 2.

    Afzonderlijke bundel preventie

Big data

  • 1.

    In de nieuwe afspraken vastleggen hoe we met datasturing en data-analyse omgaan

  • 2.

    Slim combineren van data van gemeentelijke onderdelen (Serviceplein, Rijnvicus) met data van gecontracteerde partners, op basis hiervan prioriteiten bepalen

Hoe zorgen we in de sturing en verantwoording voor het verhaal van de mensen om wie het gaat (tellen en vertellen, wat hebben we bereikt en hoe beleven onze inwoners dat)

  • 1.

    Verder vormgeven in de leercyclus van de gemeenteraad

[1] Universele en selectieve preventie (collectief) en geïndiceerde en zorggerelateerde preventie (individueel)

Overige lessen

Ook in de praktijk van alledag zijn lessen geleerd. Hieronder de meest opvallende.

• Vraaggericht werken is onvoldoende voor zeer kwetsbare inwoners. Er is meer inzet op vroegsignalering, outreachend werken, bemoeizorg en ‘waakvlamcontact

• ‘we zijn van het wat en niet van het hoe’ nuanceren: we zijn wel van het organisatorische ‘hoe’, niet van het professioneel methodische ‘hoe’

• Meer ruimte voor specialistische/kleine aanbieders, die kunnen soms een goed aanbod doen op specifieke vraag

• Een integrale opdracht geeft geen garantie voor een integrale aanpak, daarvoor is meer/anders nodig

• Meer ruimte nodig voor ontwikkelingen, trends, innovatie

• Persoonsgebonden budget moet niet ingezet worden als vluchtroute omdat de inzet van aanbieders niet past bij de vraag

• Op- en afschalen van hulp tussen verschillende opdrachten is lastig, dit vraagt extra organisatie

• Sturen op gezamenlijke huisvesting in de wijk, dit gaat niet vanzelf

• Meer aandacht voor de basisdienstverlening van vooral culturele instellingen.

Bijlage IV Overzicht van oud naar nieuw

Hieronder is per nieuwe bundel opgenomen welke ‘oude’ onderdelen hierin opgaan.

 

Bundel

Tot 2021 gecontracteerd of gesubsidieerd

1

Preventie

  • 1.

    Alphen beweegt (Tender gezonde leefstijl)

  • 1.

    Alle preventieve schoolprogramma’s (Avifauna, bibliotheek, RDOG, gemeentelijk)

  • 1.

    Boost (Tenders 0-12, 12-27 en talentontwikkeling uitgezonderd voorschoolse educatie, bibliotheek, Parkvilla en Castellum)

  • 1.

    Participe (buurtbemiddeling)

  • 1.

    RDOG (coördinatie en workshops deel CJG)

  • 1.

    Tom in de buurt (deel welzijn/ Participe)

2

Ondersteuning

  • 1.

    Eva (maatjesproject De Vriendendienst)

  • 1.

    GGZ Rivierduinen (deel collectieve preventie)

  • 1.

    Lumen (voorlichting en cursussen en inzet ervaringsdeskundigheid i.k.v. bemoeizorg )

  • 1.

    MEE (deelname in de toegang van het Serviceplein)

  • 1.

    Tom in de buurt (deel hulp en ondersteuning)

  • 1.

    Participe (informatie en advies, intake, indicering huishoudelijke hulp, hulpmiddelen en pgb)

  • 1.

    Gecontracteerde en gesubsidieerde uitvoerders via centrumgemeente Leiden, actief in Alphen aan den Rijn:

  • 1.

    RDOG (verslavingspreventie en bemoeizorg)

  • 1.

    Brijder (verslavingspreventie en bemoeizorg)

  • 1.

    GGZ Rivierduinen (bemoeizorg)

  • 1.

    BEAU begeleid wonen, Cardea, De Sleutelbloem, GGZ Rivierduinen, Gemiva, Kwintes, Prodeba, Stichting De Binnenvest, Stichting Wooninitiatief Moier, Zorggroep Soeverein, (beschermd en begeleid wonen)

  • 1.

    Stichting De Binnenvest (maatschappelijke opvang en bemoeizorg)

3

Voorschoolse educatie

  • 1.

    Boost (deel van de Tender -9 maanden – 12 jaar)

4

Inburgering

  • 1.

    Diverse taalscholen, gecontracteerd door inburgeraars zelf

5

Huishoudelijke hulp

  • 1.

    ActiVite; Alfa & Zorg; Allcura; Axxicom; Groenoord Zorgt; Inis; Matilda; Privazorg; T-Zorg; Vierstroom; Wijdezorg

6

Hulpmiddelen

  • 1.

    Meyra

  • 1.

    Welzorg