Regeling vervallen per 24-12-2015

Verordening speelautomatenhallen Alphen aan den Rijn 2000

Geldend van 19-09-2000 t/m 23-12-2015

Intitulé

VERORDENING SPEELAUTOMATEN ALPHEN AAN DEN RIJN 2000

vastgesteld door de gemeenteraad op 7 september 2000

Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    de Wet: de Wet op de kansspelen;

  • b

    Speelautomatenbesluit: Speelautomatenbesluit 1999;

  • c

    Speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d

    Behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

Het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spelen, en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt;

  • e

    Kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f

    Speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c van de wet;

  • g

    Ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • h

    Beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • i

    Bedrijfsleider: degene die met de algemene leiding van een speelautomatenhal is belast.

Artikel 2

  • 1

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren

  • 2

    De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal een vergunning verlenen.

Artikel 3

De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

  • c

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d

    een verklaring omtrent het gedrag:

  • -

    van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de (eventueel bij te voegen) statuten vertegenwoordigt(en);

  • -

    van de beheerder(s);

  • -

    van de bedrijfsleider(s).

Artikel 4

De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop de aanvraag met bijbehorende bescheiden is ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

Artikel 5

  • 1

    De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar;

  • 2

    In de vergunning wordt de naam van de beheerder(s) en bedrijfsleider(s) vermeld;

  • 3

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden.

Deze hebben in elk geval betrekking op:

  • a

    de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

  • b

    het toezicht in de speelautomatenhal;

  • c

    het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

  • d

    de exploitatie van de hal.

Artikel 6

  • 1

    De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a

      reeds een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal is verleend;

    • b

      de beheerder(s) of bedrijfsleider(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • c

      de ondernemer, een beheerder of bedrijfsleider onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19 van het Burgerlijk Wetboek;

    • d

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • e

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan c.q. leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het vorige lid, onder b.

Artikel 7

  • 1

    Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder of bedrijfsleider zijn hoedanigheid heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden;

  • 2

    De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig is gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, onder d;

  • c

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

Artikel 9

  • 1

    Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd;

  • 2

    In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd;

  • 3

    Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 10

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens artikel 5 van deze verordening gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11

De opsporing van de in artikel 10 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 12

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren:

  • a

    voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b

    voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c

    voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 13

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening speelautomatenhallen Alphen aan den Rijn 2000”.

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking op 19 september 2000.