Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening grafrechten 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening grafrechten 2021

De raad van de Gemeente Alphen aan den Rijn;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2020;

Gelet op artikel 229 lid 1 aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van grafrechten 2021

Artikel 1 Definities

1 In deze verordening wordt verstaan onder:

a afdekplaat: een door de beheerder van de begraafplaats goedgekeurde plaat, welke door de beheerder wordt aangebracht ter afsluiting van een nis;

b algemeen graf: een zandgraf of keldergraf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen of de stoffelijke resten van overledenen;

c algemene nis: een plaats waar asbussen, zonder bijzondere bestemming, worden bewaard;

d algemeen urnengraf: een ondergronds graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

e asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

f begraafplaats(en): de Oosterbegraafplaats te Alphen aan den Rijn, de begraafplaats aan het Zuideinde te Aarlanderveen, de begraafplaats Buitendorp te Zwammerdam, de begraafplaats aan de Roemer te Boskoop, de begraafplaats Reijerskoop te Boskoop, de begraafplaats Vrederust te Benthuizen, de begraafplaats te Hazerswoude-Dorp en de begraafplaats te Koudekerk aan den Rijn;

g beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

h beheerverordening: verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de Gemeente Alphen aan den Rijn 2015;

i belanghebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden

j gedenkplaatje: een door de beheerder van de begraafplaats te verstrekken plaatje, welke door de beheerder óf een door de beheerder aangewezen persoon wordt aangebracht op een daarvoor bestemd gedenkteken;

k gedenkplek: een plaats ingericht om te gedenken;

l gedenkteken: voorwerpen die op het graf kunnen worden geplaatst, hieronder mede begrepen een gedenkplaatje, grafmonument, urn, kettingen en hekwerken;

m grafbeplanting: beplanting op een graf, waarmee rekening is gehouden met een door het college vastgestelde maatvoering;

n keldergraf: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meer overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet;

o kindergedeelte: een op de begraafplaats door het college aangewezen gedeelte, waaronder de kindervlinder, waarop uitsluitend kinderen die zijn overleden voordat zij de leeftijd van 12 jaar hebben bereikt, begraven kunnen worden;

p overledene: een lijk als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging;

q particulier graf: een zandgraf of keldergraf waarvoor, voor een bepaalde tijd, aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1. het doen begraven en begraven houden van overledenen;

2. het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

r particulier urnengraf: een particulier graf al dan niet gelegen in een urnentuin, waarin aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht wordt gegeven tot het boven- of ondergronds plaatsen van een asbus met of zonder urn;

s urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon , voor bepaalde tijd, het gebruiksrecht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

t rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, op een particulier urnengraf, of een gebruiksrecht op een urnennis of op een gedenkplaatje;

u urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

v urnentuin: een op de begraafplaats door het college aangewezen gedeelte grond waarop urnen, hetzij ondergronds hetzij bovengronds, geplaatst worden;

w verstrooiplaats: een op de begraafplaats door het college aangewezen gedeelte waarop as wordt verstrooid.

2 De in het eerste lid genoemde door het college aanwijsbare gedeelten kunnen via het Uitvoeringsbesluit Aanwijzing zones door middel van indelingstekeningen ten behoeve van de “Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Alphen aan den Rijn 2015” worden vastgesteld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam grafrechten worden op basis van deze verordening rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het verlenen van diensten op rechterlijk gezag of in opdracht en belang van de gemeente.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

1 Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

2 Met betrekking tot de rechten bedoeld in hoofdstuk 6, onderdeel 6.3.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

1 De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige kenbaar gemaakt.

2 De onderhoudsrechten, als bedoeld in 6.3, 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

1 De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

2 Voor de toepassing van deze verordening wordt het tijdstip van aanwijzing van een graf, een nis of plaats voor een urn op een gemeentelijke begraafplaats als het tijdstip van aanvang van het gebruik van die gemeentelijke begraafplaats aangemerkt.

3 Voor de toepassing van deze verordening wordt het tijdstip, waarop met de voorbereidingen van de omschreven dienst(en) wordt begonnen, als het tijdstip van aanvang van de dienstverlening aangemerkt.

Artikel 9 Termijnen van betaling

1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen zes weken na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

2 De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de grafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Restitutie

1 Indien het recht op een particulier (urnen)graf of het recht op een nis, is vervallen als gevolg van een besluit tot gehele of gedeeltelijke sluiting van een gemeentelijke begraafplaats, wordt van het vroeger ter verkrijging van dat recht betaalde aan de rechthebbende terugbetaald naar evenredigheid met de tijdsduur, gedurende welke van het recht nog gebruik gemaakt zou kunnen worden.

2 Indien er vrijwillig, dan wel om andere redenen dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, afstand wordt gedaan van een recht op een particulier (urnen)graf of het recht op een nis, wordt van het vroeger ter verkrijging van dat recht betaalde, niets aan de rechthebbende terugbetaald.

3 Indien de (jaarlijkse) onderhoudskosten en/of het grafrecht niet worden voldaan, kan het grafrecht worden ontnomen en wordt van het vroeger ter verkrijging van dat recht betaalde, niets aan de recht- of belanghebbende terugbetaald.

Artikel 12 Ontheffing

Het college verleent ontheffing van de rechten omschreven in hoofdstuk 6, onderdeel 6.3.1 van de tarieventabel voor onbepaalde tijd aan rechthebbenden op een gedenkteken op de begraafplaats Aarlanderveen, uitgegeven voor 1 januari 1972, ingeval de rechthebbende het gedenkteken zelf aantoonbaar onderhoudt of laat onderhouden.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerartikel

1 De ‘Verordening begrafenisrechten 2020” van de Gemeente Alphen aan den Rijn, vastgesteld bij raadsbesluit op 12 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

4 Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening grafrechten 2021’.

Tarieventabel grafrechten 2021 behorende bij de Verordening grafrechten 2021

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten op een graf

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Particulier graf

 

2021

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf,

 
 
 
 

voor een periode van 10 jaar, wordt geheven:

 
 
 

1.1.1

voor een zandgraf gelegen buiten het kindergedeelte

1.125

 

1.1.2

voor een zandgraf gelegen in het kindergedeelte

685

 
 
 
 
 
 

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf,

 
 
 
 

voor een periode van 20 jaar, wordt geheven:

 
 
 

1.2.1

voor een zandgraf gelegen buiten het kindergedeelte

2.215

 

1.2.2

voor een zandgraf gelegen in het kindergedeelte

1.335

 

1.2.3

voor een keldergraf (periode minimaal 20 jaar)

6.642

 
 
 
 
 
 

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf,

 
 
 
 

voor een periode van 30 jaar, wordt geheven:

 
 
 

1.3.1

voor een zandgraf gelegen buiten het kindergedeelte

3.305

 

1.3.2

voor een zandgraf gelegen in het kindergedeelte

1.985

 

1.3.3

voor een keldergraf voor 20 jaar;

6.642

 
 

verlengd per 10 jaar

1.090

 
 
 
 
 
 

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf,

 
 
 
 

voor een periode van 40 jaar (=maximum), wordt geheven:

 
 
 

1.4.1

voor een zandgraf gelegen buiten het kindergedeelte

4.395

 

1.4.2

voor een zandgraf gelegen in het kindergedeelte

2.635

 

1.4.3

voor een keldergraf voor 20 jaar;

6.642

 
 

verlengd per 20 jaar

2.180

 
 
 
 
 
 
 

Particulier urnengraf of urnennis

 
 
 

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf,

 
 
 
 

voor een periode van 5 jaar, wordt geheven:

 
 
 

1.5.1

voor een plaats in een particulier urnengraf

364

 

1.5.2

voor een plaats in de nis, model klein

215

 

1.5.3

voor een plaats in de nis, model middel

264

 

1.5.4

voor een plaats in de nis, model groot

311

 
 
 
 
 
 
 

Gedenkplaatje

 
 
 

1.6

Voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een aangebracht

 
 
 
 

gedenkplaatje voor een periode van 5 jaar, wordt geheven

94

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 2 Verlenging van rechten

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Particulier graf

 
 
 

2.1

Voor het verlengen van het uitsluitend recht

 
 
 
 

onderdelen 1.1, 1.2, 1.3 of 1.4 van deze tarieventabel voor elke periode

 
 
 
 

van 5 jaar, wordt geheven:

 
 
 

2.1.1

voor een zandgraf gelegen buiten het kindergedeelte

545

 

2.1.2

voor een zandgraf gelegen in het kindergedeelte

325

 

2.1.3

voor een keldergraf

545

 
 
 
 
 
 
 

Particulier urnengraf of urnennis

 
 
 

2.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht of gebruiksrecht

 
 
 
 

bedoeld in Hoofdstuk 1 onderdeel 1.5 van deze tarieventabel voor

 
 
 
 

elke periode van 5 jaar, wordt geheven:

 
 
 

2.2.1

voor een plaats in een particulier urnengraf

327

 

2.2.2

voor een plaats in de nis, model klein

179

 

2.2.3

voor een plaats in de nis, model middel

227

 

2.2.4

voor een plaats in de nis, model groot

274

 
 
 
 
 
 
 

Verlenging bij bijzetting particulier graf

 
 
 

2.3

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in Hoofdstuk 1

 
 
 
 

onderdelen 1.1, 1.2 of 1.3 van deze tarieventabel, wordt alleen in

 
 
 
 

geval sprake is van een bijzetting in een bestaand particulier graf,

 
 
 
 

voor elke periode van 1 jaar geheven (tot maximaal 9 jaar na een

 
 
 
 

bijzetting):

 
 
 

2.3.1

voor een zandgraf

109

 

2.3.2

voor een keldergraf

€ 

109

 

2.3.3

voor een kindergraf

65

 
 
 
 
 
 
 

Gedenkplaatje

 
 
 

2.4

Voor de verlenging van de periode, als genoemd in onderdeel

 
 
 
 

1.6 voor elke periode van 5 jaar, wordt geheven

€ 

52

 
 
 
 
 
 
 

Termijn uitsluitend recht

 
 
 

2.5

De periode van het uitsluitend recht of gebruiksrecht op een

 
 
 
 

particulier graf, particulier urnengraf of urnennis of een

 
 
 
 

gedenkplaatje, kan inclusief verlenging niet meer bedragen dan 40

 
 
 
 

jaar.

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 3 (Her)begraven

 
 
 
 
 
 
 
 

3.1

Voor het (her)begraven van een overledene van 12 jaar of ouder, wordt geheven:

 
 
 
 

 
 
 

3.1.1

in een particulier graf

1.098

 

3.1.2

in een algemeen graf

544

 
 
 
 
 
 

3.2

Voor het (her)begraven van een overledene van

 
 
 
 

1 jaar tot 12 jaar, wordt geheven:

 
 
 

3.2.1

in een particulier graf

549

 

3.2.2

in een algemeen graf

290

 
 
 
 
 
 

3.3

Voor het (her)begraven van een overledene tot 1 jaar of

 
 
 
 

een doodgeborene, wordt geheven:

 
 
 

3.3.1

in een particulier graf

274

 

3.3.2

in een algemeen graf

163

 
 
 
 
 
 

3.4

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven

 
 
 
 

de stoffelijke resten van overledene(n) in hetzelfde particuliere

 
 
 
 

graf, wordt een recht geheven van 50% van de onder 3.1, 3.2 en 3.3

 
 
 
 

genoemde rechten.

 
 
 
 
 
 
 
 

3.5

Ter bepaling van de leeftijd voor artikel 3.1, 3.2 en 3.3, wordt

 
 
 
 

uitgegaan van de leeftijd op het moment van overlijden.

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 4 Bijzetten van asbussen of urnen

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Bijzetten

 
 
 

4.1

Voor het bijzetten of (her)plaatsen van een asbus of urn wordt geheven:

 
 
 

4.1.1

in een urnennis, ongeacht model nis

237

 

4.1.2

in een algemeen urnengraf

417

 

4.1.3

op of in een particulier zandgraf of keldergraf

237

 

4.1.4

in een particulier urnengraf

237

 

4.1.5

indien bij het bijzetten of (her)plaatsen tegelijkertijd nog een asbus

 
 
 
 

of urn wordt bijgezet of (her)plaatst, wordt hiervoor geen extra

 
 
 
 

tarief in rekening gebracht.

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Bewaren

 
 
 

4.2

Voor het ter bewaring afgeven van een asbus wordt geheven

 
 
 
 

voor een periode van 10 jaar of een gedeelte daarvan;

110

 
 

met dien verstande dat de eerste 6 maanden kosteloos zijn.

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Afdekplaat

 
 
 

4.3

Voor het verstrekken van een afdekplaat ter afsluiting van

 
 
 
 

een urnennis wordt geheven:

 
 
 

4.3.1

uitgevoerd in natuursteen

200

 

4.3.2

uitgevoerd in glas

422

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 5 Verstrooien van as

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Verstrooien

 
 
 

5.1

Voor het verstrooien van as op een verstrooiplaats, wordt per

 
 
 
 

verstrooiing geheven

157

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 6 Onderhoud

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Afkoop onderhoud

 
 
 

6.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de

 
 
 
 

begraafplaats, wordt gelijktijdig met het begraven, bijzetten of

 
 
 
 

plaatsen geheven:

 
 
 

6.1.1

voor een algemeen graf of voor een algemeen urnengraf, gelegen

 
 
 
 

buiten het kindergedeelte, gedurende een periode van 10 jaar

 
 
 
 

(=maximum)

486

 

6.1.2

voor een algemeen graf of voor een algemeen urnengraf, gelegen in

 
 
 
 

het kindergedeelte, gedurende een periode van 20 jaar

 
 
 
 

(=maximum)

760

 

6.1.3

voor een particulier graf gedurende een periode

 
 
 
 

van 10 jaar

1.080

 

6.1.4

voor een particulier urnengraf of urnennis, gedurende een periode

 
 
 
 

van 5 jaar

279

 
 
 
 
 
 
 

Verlenging afkoop onderhoud

 
 
 

6.2

Voor de verlenging van de onderhoudsperiode, wordt geheven

 
 
 

6.2.1

voor onderdeel 6.1.3, voor elke periode van 5 jaar

540

 

6.2.2

voor onderdeel 6.1.4, voor elke periode van 5 jaar

279

 

6.2.3.

voor onderdeel 2.3, bij een bijzetting in particulier graf voor een jaar

108

 
 
 
 
 
 
 

Historisch onderhoud

 
 
 
 

Oude jaarlijkse onderhoudsrechten, waarbij het uitsluitend recht

 
 

verleend of verlengd is vóór 1 januari 2015

 
 
 

6.3

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden, wordt voor

 
 
 
 

een periode van 1 jaar, geheven:

 
 
 

6.3.1

voor een gedenkteken, waarvan het eerste recht op een graf is

 
 
 
 

verleend vóór 1 januari 2008 op de Oosterbegraafplaats

 
 
 
 

te Alphen aan den Rijn, de Begraafplaats Aarlanderveen en de

 
 
 
 

Begraafplaats Buitendorp te Zwammerdam.

141

 

6.3.2

voor een particulier graf, waarvan het eerste recht op een graf is

 
 
 
 

verleend na 1 januari 2008 maar vóór 1 januari 2015 op de

 
 
 
 

Oosterbegraafplaats te Alphen aan den Rijn, de Begraafplaats

 
 
 
 

Aarlanderveen, de Begraafplaats Buitendorp te Zwammerdam

141

 

6.3.3

voor een particulier urnengraf of urnennis, waarvan het eerste recht

 
 
 
 

op een graf is verleend na 1 januari 2008 maar vóór 1 januari 2015

 
 
 
 

op de Oosterbegraafplaats te Alphen aan den Rijn, de Begraafplaats

 
 
 
 

Buitendorp te Zwammerdam

72

 
 
 
 
 
 
 

Afkoop oude onderhoudsrechten, waarbij het uitsluitend recht

 
 
 
 

verleend of verlengd is voor 1 januari 2015

 
 
 

6.3.4

De rechten, genoemd in onderdeel 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3 kunnen vanaf

 
 
 
 

1 januari 2015 worden afgekocht voor de nog niet aangevangen

 
 
 
 

belastingjaren, die in de periode vallen waarvoor het recht als bedoeld

 
 
 
 

in hoofdstuk 1 nog geldend is. De afkoopsom is gebaseerd op het

 
 
 
 

tarief genoemd in 6.1.3 en 6.1.4 en wordt naar rato berekend.

 
 
 
 
 
 
 
 

6.3.5

Oude onderhoudsrechten vervallen automatisch indien het uitsluitend

 
 
 
 

recht als bedoeld in hoofdstuk 1 of het onderhoudsrecht afloopt en

 
 
 
 

verlenging van rechten nodig is. Op dat moment dient tot

 
 
 
 

onmiddellijke afkoop van onderhoudsrecht te worden overgegaan,

 
 
 
 

volgens de tarieven van 6.1.3 en 6.1.4.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 7 Opgraven, ruimen

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Opgraven

 
 
 

7.1

Voor het opgraven van de stoffelijke resten van een overledene

 
 
 
 

uit een algemeen of particulier graf binnen 10 jaar na de datum van

 
 
 
 

de laatste bijzetting, wordt geheven

1.304

 
 
 
 
 
 

7.2

Voor het opgraven van de stoffelijke resten van een overledene uit

 
 
 
 

een algemeen of particulier graf ná verloop van 10 jaar na de

 
 
 
 

datum van laatste bijzetting wordt geheven:

 
 
 

7.2.1

voorafgaand aan een reguliere begrafenis in hetzelfde graf

369

 

7.2.2

niet aansluitend aan een reguliere begrafenis

1.199

 

7.2.3.

na afstand van het grafrecht

369

 
 
 
 
 
 

7.3

Voor het opgraven van een asbus wordt geheven:

 
 
 

7.3.1

uit een particulier graf

396

 

7.3.2

uit een algemeen urnengraf

247

 
 
 
 
 
 

7.4

Indien de stoffelijke resten van meer overledenen in één kist zijn

 
 
 
 

begraven, wordt bij opgraving als bedoeld in 7.1 en 7.2, per kist

 
 
 
 

een recht berekend van

369

 
 
 
 
 
 

7.5

Indien gelijktijdig stoffelijke resten van meer dan één overledene, als

 
 
 
 

bedoeld in 7.1 en 7.2 uit een particulier graf worden opgegraven

 
 
 
 

dan wordt ten hoogste tweemaal het daarbij

 
 
 
 

behorende recht berekend.

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Ruimen

 
 
 

7.6

Voor het, tijdens of na een algehele ruiming van een grafveld,

 
 
 
 

afzonderen van de stoffelijke resten van een overledene ten

 
 
 
 

behoeve van een crematie of een herbegrafenis wordt geheven

179

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 8 Overige heffingen en toeslagen

 
 
 
 
 
 
 
 

8.1

Voor het (her)begraven, op afwijkende tijden zoals bedoeld in

 
 
 
 

artikel 10 lid 2 van de Beheerverordening, worden de

 
 
 
 

tarieven in hoofdstuk 3 van de tarieventabel verhoogd met

€ 

316

 
 
 
 
 
 

8.2

Voor het bijzetten, (her)plaatsen of verstrooien van as, asbus of urn

 
 
 
 

op afwijkende tijden zoals bedoeld in artikel 10 lid 2 van de

 
 
 
 

Beheerverordening, worden de tarieven in hoofdstuk 4, 5 en 7

 
 
 
 

van de tarieventabel verhoogd met

€ 

105

 
 
 
 
 
 

8.3

Voor het gebruik van de gemeentelijke aula, per uur of een

 
 
 
 

gedeelte hiervan, wordt geheven

173

 
 
 
 
 
 

8.4

Voor het opbaren van een overledene in de gemeentelijke aula bij

 
 
 
 

de begraafplaats wordt geheven per etmaal of gedeelte daarvan

€ 

57

 
 
 
 
 
 

8.5

Voor het graveren van een gedenkplaatje wordt geheven

36

 
 
 
 
 
 

8.6

Voor het door of vanwege de gemeente leveren van een kist voor

 
 
 
 

het (her)begraven of cremeren, wordt geheven:

 
 
 

8.6.1

Kist 40 cm

125

 

8.6.2

Kist 60 cm

152

 

8.6.3

Kist 100 cm

168

 

8.6.4

Kist 195 cm

200

 
 
 
 
 
 

Vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn op 10 december 2020.

De griffier, de voorzitter.

Ondertekening