Regeling vervallen per 15-09-2015

Regeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Alphen aan den Rijn

Geldend van 03-10-1998 t/m 14-09-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-1998

Intitulé

Regeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Alphen aan den Rijn

BESLUIT INGEVOLGE ARTIKEL 1:4:1, VAN DE ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN 1995

(vastgesteld door burgemeester en wethouders op 1 oktober 1999)

REGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN 1999

Artikel 1* Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

a ambtenaar : de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn 1995 met uitzondering van de ambtenaar werkzaam bij de gemeentelijke brandweer en de ambtenaar die is aangesteld in het kader van de Regeling in- en doorstroombanen langdurig werklozen;

b taakmodule : een op zichzelf staande organieke taak of groep van organieke taken waaraan eenduidig verantwoordelijkheden en bevoegdheden gekoppeld zijn;

c (praktijk)functie : het samenstel van één of meer taakmodulen, zoals door burgemeester en wethouders is vastgesteld om door de ambtenaar in de praktijk (als zijn betrekking) te worden vervuld;

d waarderings-

commissie : de commissie als bedoeld in artikel 4;

e conversietabel : de tabel die een koppeling legt tussen de waardering van een taakmodule en een salarisschaal;

f direct leiding-

gevende : degene die hiërarchisch direct boven de ambtenaar is geplaatst;

g directeur : hoofd van een directie;

h hoofd van dienst : de gemeentesecretaris;

i personeelsmanagement-

adviseur : de ambtenaar, belast met de advisering terzake van de uitvoering van deze regeling;

j functie-eisen : eisen met betrekking tot werk- en denkniveau, kennis, opleiding en ervaring;

k functie-

competenties : het samenstel van kennis, vaardigheden, persoonlijkheidskenmerken en persoonlijke motivatie.

Artikel 2 salarisschaal van de taakmodule

De salarisschaal van bij de gemeente vastgestelde taakmodulen wordt bepaald op grond van het in de bijlage bij deze regeling opgenomen functiewaarderingssysteem en de daarbij behorende conversietabel.

Artikel 3 vaststelling van de taakmodule

1 De direct leidinggevende stelt een concept-taakmodule op. Hij laat zich daarbij bijstaan door de personeelsmanagementadviseur.

2 De direct-leidinggevende bespreekt de concept-taakmodule in het (werk-)overleg met de betrokken ambtena(a)r(en) en past deze zonodig aan.

3 De direct leidinggevende legt de concept-taakmodule voor aan het hoofd van dienst, tezamen met de eventuele schriftelijke opmerkingen van de betrokken ambtenaar.

4 Burgemeester en wethouders stellen de inhoud van de taakmodule vast.

5 De vastgestelde taakmodule wordt door burgemeester en wethouders voor een waarderingsadvies aan de waarderingscommissie voorgelegd.

Artikel 4* de waarderingscommissie

1 Er is een waarderingscommissie die burgemeester en wethouders binnen zes weken na ontvangst van de vastgestelde taakmodule schriftelijk advies uitbrengt over de waardering van de taakmodule(n).

2 De waarderingscommissie bestaat voor de bestuursdienst uit:

* hoofd van dienst (voorzitter)

* één der directeuren

* hoofd personeel en organisatie (plv. voorzitter)

* lid ondernemingsraad

* lid georganiseerd overleg

* deskundige namens samenwerkende bonden.

3 Aan de waarderingscommissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd.

4 De voorzitter en leden van de waarderingscommissie worden benoemd door burgemeester en wethouders die eveneens bevoegd zijn een benoeming in te trekken.

5 De personeelsmanagementadviseur stelt voor de waarderingscommissie een concept-waarderingsadvies op.

6 De vergaderingen van de waarderingscommissie zijn niet openbaar. De leden zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen uit de stukken of de beraadslagingen bekend is geworden.

7 De waarderingscommissie behandelt de waardering in een vergadering waarbij minimaal vier leden aanwezig zijn, waaronder in ieder geval de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter.

8 Het advies van de waarderingscommissie, alsmede in voorkomende gevallen een afwijkend advies van de personeelsmanagementadviseur, wordt aan burgemeester en wethouders gezonden. Indien het advies niet unaniem is of bij staking van de stemmen, worden de verschillende standpunten in het advies opgenomen.

Artikel 5 waardering van de taakmodule

1 Na ontvangst van het advies van de waarderingscommissie stellen burgemeester en wethouders binnen twee weken de waardering van de taakmodule vast.

2 De vastgestelde taakmodule alsmede de waardering daarvan wordt aan het hoofd van dienst, de directeuren, de direct leidinggevenden alsmede de betrokken ambtena(a)r(en) bekendgemaakt.

3 Het besluit van burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 3, vierde lid, alsmede het besluit als bedoeld in het eerste lid wordt geacht voor de mogelijkheid van beroep ingevolge hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht deel uit te maken van het besluit van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de inhoud en waardering van de praktijkfunctie als bedoeld in artikel 7.

Artikel 6 opmaken en wijzigen van een taakmodule

1 Een taakmodule wordt in de volgende gevallen opgemaakt dan wel gewijzigd:

a voor nieuwe organieke taken die voor minimaal één jaar vervuld moeten worden;

b bij een substantiële wijziging van te verrichten organieke taken.

2 In geval van wijziging van een taakmodule zijn de artikelen 3 tot en met 5 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 vaststelling en waardering (praktijk-)functie

1 De direct leidinggevende stelt concept-praktijkfuncties samen en bepaalt in voorkomend geval de verhouding en de omvang van de verschillende taakmodulen in de praktijkfunctie.

2 Bij clustering van de taakmodulen tot praktijkfuncties worden de volgende richtlijnen in acht genomen:

a de taakmodulen liggen qua inhoud, functie-eisen en functiecompetenties in elkaars verlengde en zijn in gezamenlijkheid reëel;

b een praktijkfunctie bestaat uit maximaal 5 taakmodulen;

c de door clustering van taakmodulen ontstane praktijkfunctie dient, onvoorziene omstandigheden daargelaten, voor minimaal één jaar haar geldigheid te kunnen bewaren.

3 De direct leidinggevende bespreekt de concept-praktijkfunctie alsmede in voorkomend geval de verhouding en omvang van de taakmodulen met de betrokken ambtenaar en past deze zonodig aan.

4 De direct leidinggevende legt de concept-praktijkfunctie voor aan het hoofd van dienst, tezamen met de eventuele schriftelijke opmerkingen van de betrokken ambtenaar.

5 Burgemeester en wethouders stellen de samenstelling en waardering van de praktijkfunctie vast.

6 De waardering van de praktijkfunctie wordt bepaald door de hoogst gewaardeerde taakmodule(n) van de taakmodulen die gezamenlijk de praktijkfunctie vormen, mits deze minimaal 25% van de praktijkfunctie omvat(ten).

7 Voor gevallen waarin het zesde lid niet voorziet of tot onbillijkheden leidt, wordt de waardering van de praktijkfunctie voor advies aan de functiewaarderings-commissie voorgelegd.

8 De vastgestelde praktijkfunctie en de waardering daarvan worden aan de ambtenaar bekendgemaakt.

Artikel 8 samenstellen en wijzigen van praktijkfunctie

1 Een praktijkfunctie wordt, ambtshalve of op verzoek van de ambtenaar, in de volgende gevallen samengesteld dan wel gewijzigd:

a indien nieuwe taakmodulen tot functies moeten worden geclusterd;

b bij wijziging in taakmodulen, waardoor niet meer wordt voldaan aan de in artikel 7, tweede lid, genoemde richtlijnen.

c bij herclustering van bestaande taakmodulen;

d bij wijziging van de omvang van een taakmodule.

2 De ambtenaar dient een verzoek als bedoeld in het eerste lid via zijn direct leidinggevende in bij burgemeester en wethouders.

3 In geval van wijziging van een praktijkfunctie is artikel 7 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9

In gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 10

1 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Alphen aan den Rijn 1999 en treedt in werking met ingang van de eerste dag volgend op die waarop deze is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 september 1998.

2 Met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum vervalt de Procedureregeling Methodische

functiewaardering Alphen aan den Rijn 1993, vastgesteld bij besluit van burgemeester en

wethouders van 27 april 1993.

* Wijzigigingen van de regeling:

artikel 1 : b&w-besluit 30 september 2002, ingaande 1 september 1998

artikel 4 : b&w-besluit 30 september 2002, ingaande 1 september 1998