Regeling vervallen per 01-01-2014

Regeling vergoeding bij dienstreizen

Geldend van 25-09-2004 t/m 31-12-2013

Intitulé

Regeling vergoeding bij dienstreizen

REGELING VERGOEDING BIJ DIENSTREIZEN

(Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 14 september 2004, ingaande 25 september 2004)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, eerste lid, onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn;

  • b

    plaats van tewerkstelling: het gebouw, gebouwencomplex of terrein waar of van waaruit de ambtenaar zijn werkzaamheden verricht;

  • c

    dienstreis: een naar het oordeel van het college noodzakelijke verplaatsing van een ambtenaar tot het verrichten van dienst buiten de plaats van tewerkstelling.

Artikel 2 Begin en einde van een dienstreis

  • 1 Voor de vergoeding van reiskosten geldt dat de plaats van tewerkstelling het beginpunt en het eindpunt is van de dienstreis.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan de woning van de ambtenaar of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt.

Artikel 3 Vergoeding van reiskosten openbaar vervoer

  • 1 Aan de ambtenaar worden vergoed de reiskosten van het openbaar vervoer die in verband met de dienstreis blijkens overgelegde bewijsstukken zijn gemaakt.

  • 2 De ambtenaar die tijdens een dienstreis gebruik maakt van het vervoer per trein reist per tweede klas, tenzij vooraf toestemming is verkregen om per eerste klas te reizen.

Artikel 4 Taxi-kosten

Indien het dienstbelang er mee is gebaat dat tijdens een dienstreis naast openbaar vervoer tevens gebruik wordt gemaakt van een (trein-)taxi, worden de aan dat taxigebruik verbonden kosten volledig vergoed.

Artikel 5 Vergoeding van reiskosten gebruik eigen auto

  • 1 Indien de dienstreis niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen, kan aan de ambtenaar toestemming worden verleend voor de dienstreis gebruik te maken van de eigen auto. De vergoeding voor het gebruik bedraagt € 0,28 bruto per afgelegde kilometer.

  • 2 Aan de ambtenaar die er de voorkeur aan geeft een dienstreis met de eigen auto te maken terwijl deze op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden gemaakt, wordt een vergoeding verleend van € 0,09 per afgelegde kilometer.

  • 3 Bij het gebruik van de eigen auto op grond van het eerste lid komen mede voor vergoeding in aanmerking de kosten voor het gebruik maken van een parkeerplaats, garage of stalling, overvaart- en tolgelden.

Artikel 6 Regelmatig gebruik van eigen rijwiel

  • 1 Indien het college het regelmatig gebruik van een eigen rijwiel in het belang van de dienst noodzakelijk acht, wordt bij voortdurend intensief gebruik een vergoeding van maximaal € 108,91 per jaar toegekend.

  • 2 Wordt van het rijwiel niet voortdurend intensief gebruik gemaakt dan bedraagt de vergoeding een naar evenredigheid van het gebruik bepaald bedrag.

Artikel 7 Declaraties

  • 1 De vergoeding op grond van dit besluit wordt na indiening van een declaratieformulier uitgekeerd. Bij indiening van een declaratieformulier dienen bewijsstukken te worden overlegd.

  • 2 De declaraties van de in een kalendermaand afgelegde kilometers worden bij voorkeur in één formulier samengevat.

  • 3 Ter verkrijging van een vergoeding voor het gebruik van de eigen auto moet bij de declaratie een verklaring van de direct leidinggevende worden overlegd waaruit blijkt dat deze tot het gebruik van de eigen auto vooraf toestemming heeft gegeven.

  • 4 Declaraties worden bij voorkeur binnen drie maanden na de maand waarop de declaratie betrekking heeft ingediend.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan, voor zover nodig in individuele gevallen en ten aanzien van een door het college aan te wijzen groep van ambtenaren, in afwijking van de bij dit besluit gestelde regels besluiten indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling vergoeding bij dienstreizen en treedt in werking op de dag volgend op die waarop deze is bekend gemaakt.