Regeling vervallen per 01-01-2014

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 2004

Geldend van 31-01-2005 t/m 31-12-2013

Intitulé

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 2004

Artikel 1 Algemene bepaling

Artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht is op subsidie krachtens deze verordening niet van toepassing.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Monument: Alle zaken en objecten die op grond van de gemeentelijke monumentenverordening bij besluit van burgemeester en wethouders zijn aangewezen als beschermd gemeentelijk monument.

  • b.

    Eigenaar: De eigenaar van een monument, waaronder mede wordt verstaan:

    • 1.

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • 2.

      de houder van een recht van opstal;

    • 3.

      de eigenaar van een appartementsrecht;

    • 4.

      degene aan wie door een rechtspersoon een deelnemings- of lidmaatschapsrecht op gebruik van een woning is verleend;

    • 5.

      een toekomstig eigenaar die in het bezit is van een voorlopig koopcontract;

  • c.

    Restaureren: Het treffen van voorzieningen tot opheffing van gebreken, het normale onderhoud te boven gaand, noodzakelijk voor de instandhouding van de monumentale waarde van het monument;

  • d.

    Monumentenvergunning: Een vergunning als bedoeld in artikel 10 en 11 van de gemeentelijke monumentenverordening. De vergunning heeft onder meer betrekking op het gebruiken, herstellen en wijzigen van een monument.

  • e.

    Kosten voor het treffen van voorzieningen:

    • 1.

      de aanneemsom;

    • 2.

      de risicoverrekening van de loon- en materiaalprijsstijgingen;

    • 3.

      de kosten van de werkzaamheden van de architect overeenkomstig de SR 1997 en van de constructeur, voorzover inschakeling hiervan noodzakelijk is;

    • 4.

      de leges van de aanvraag van een monumentenvergunning;

    • 5.

      de verschuldigde omzetbelasting, voor zover deze niet kan worden verrekend;

    • 6.

      de kosten van een bouwhistorische opname, gericht op de restauratie;

    • 7.

      de kosten van het opstellen van een onderhoudsplan;

    • 8.

      een reservering voor noodzakelijk meerwerk dat ten tijde van de raming van de hierboven genoemde kosten redelijkerwijs niet voorzienbaar was, tot maximaal 5% van de aanneemsom;

  • f.

    Subsidiabele restauratiekosten:

  • Het gedeelte van de kosten voor het treffen van voorzieningen dat wordt bepaald volgens de op de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag geldende "Leidraad Subsidiabele Kosten" van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en dat naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk is om de onderdelen van een monument, die monumentale waarde bezitten, op sobere en doelmatige wijze te herstellen of te conserveren;

  • g.

    Onderhoudsplan: Een door burgemeester en wethouders goedgekeurd overzicht van onderhoudswerkzaamheden en kosten, die gedurende 10 jaar nodig worden geacht om het kwaliteitsniveau van het monument dat met de restauratie zal worden bereikt, te handhaven;

  • h.

    Verlenen van subsidie: Het besluit van burgemeester en wethouders dat aan de eigenaar van een monument een aanspraak op een subsidie in de kosten voor het treffen van voorzieningen of inspectie verschaft;

  • i.

    Vaststellen van subsidie: Het besluit van burgemeester en wethouders, nadat de voorzieningen zijn getroffen of de inspectie is uitgevoerd, waarbij de hoogte van de verleende subsidie wordt vastgesteld.

Artikel 3 Grondslag

  • 1.

    De subsidieregeling op grond van deze verordening heeft als doel het stimuleren en ondersteunen van eigenaren van monumenten bij het in goede staat houden van die monumenten.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een eigenaar van een monument een subsidie verstrekken voor het restaureren van (een deel van) het monument of voor een jaarabonnement en het laten uitvoeren van een bouwkundige inspectie door de Monumentenwacht een keer in de 5 jaar per gemeentelijk monument.

  • 3.

    De subsidie bedraagt ten hoogste 40% van de subsidiabele restauratiekosten tot maximaal € 4.537,00 per restauratieproject. De subsidie wordt maximaal éénmaal in de vijf jaar per monument toegekend.

  • 4.

    De subsidie voor een jaarabonnement en het laten uitvoeren van een bouwkundige inspectie door de Monumentenwacht van een gemeentelijk monument, éénmaal in de vijf jaar, bedraagt maximaal € 113,00.

  • 5.

    Indien de subsidiabele restauratiekosten minder bedragen dan € 1.134,00 wordt geen subsidie verstrekt.

  • 6.

    Indien een eigenaar zelf werkzaamheden in het kader van een restauratie verricht, zijn diens loonkosten niet subsidiabel tenzij hij die werkzaamheden verricht in het kader van een door hem gedreven onderneming.

  • 7.

    Voor zover kosten voor het treffen van voorzieningen op grond van een verzekering worden gedekt of op andere wijze worden vergoed, blijven die kosten voor het bepalen van de subsidiabele kosten buiten beschouwing.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    Jaarlijks wordt in de gemeentebegroting voor deze subsidie een bedrag gereserveerd, zijnde het subsidieplafond voor dat jaar.

  • 2.

    Van dit subsidieplafond wordt jaarlijks € 453,00 als subsidieplafond gereserveerd voor de subsidie van de bouwkundige inspectie door de Monumentenwacht en één jaarabonnement. Het resterende bedrag is het subsidieplafond voor de subsidie van de restauratie van gemeentelijke monumenten.

  • 3.

    Uitkeringen vinden plaats voorzover deze het voor het betreffende jaar gereserveerde bedrag niet te boven gaan.

Artikel 5 Indienen van de aanvraag om subsidie

  • 1.

    De aanvraag om een subsidie voor restauratie of het laten uitvoeren van een bouwkundige inspectie door de Monumentenwacht een keer in de vijf jaar moet schriftelijk worden ingediend door middel van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 2.

    Bij de aanvraag voor een restauratiesubsidie moeten de op het formulier vermelde gegevens en bescheiden worden overgelegd.

  • 3.

    Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste en tweede lid, stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid om binnen vier weken de ontbrekende gegevens en bescheiden te overleggen.

Artikel 6 Volgorde van behandeling

  • 1.

    Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen.

  • 2.

    In geval van calamiteit kunnen burgemeester en wethouders - de Monumentencommissie gehoord - van het gestelde in het eerste lid afwijken.

Artikel 7 Beschikkingsprocedure

  • 1.

    Burgemeester en wethouders nemen een besluit omtrent de subsidieverlening binnen 12 weken nadat de aanvraag is ontvangen, dan wel de ontbrekende gegevens, als bedoeld in artikel 3, derde lid, genoegzaam zijn aangevuld.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen deze termijn met ten hoogste 8 weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennis geven binnen de in het eerste lid genoemde termijn van 12 weken.

  • 3.

    Aanvragen voor subsidie voor de restauratie van gemeentelijke monumenten worden ter advisering voorgelegd aan de Monumentencommissie alvorens burgemeester en wethouders hierover een besluit nemen.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1.

    De subsidieverlening voor de restauratie van gemeentelijke monumenten kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen worden geweigerd indien:

    • a.

      de kosten van restauratie voortvloeien uit schade waartegen verzekering mogelijk is;

    • b.

      met de uitvoering van de restauratie is begonnen, voordat subsidie is verleend;

    • c.

      het monument waaraan de voorzieningen dienen te worden getroffen, bestemd is om binnen een periode van 10 jaren te verdwijnen;

    • d.

      voor de te verrichten restauratiewerkzaamheden binnen een termijn van 15 jaren, voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend, reeds subsidie is verleend;

    • e.

      voor de te treffen voorzieningen een monumentenvergunning is vereist en deze (nog) niet is verleend;

    • f.

      met het treffen van voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • g.

      de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

    • h.

      het een monument betreft dat in eigendom toebehoort aan de gemeente Alphen-Chaam.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in het eerste lid, onder c, d en e, de monumentencommissie gehoord.

Artikel 9 Subsidieverplichtingen

  • 1.

    De subsidie voor de restauratie van gemeentelijke monumenten wordt verleend onder oplegging van de volgende verplichtingen:

    • a.

      de aanvang van het werk dient tenminste één week van tevoren worden gemeld bij burgemeester en wethouders;

    • b.

      binnen 12 weken na de datum van de verlening van de subsidie moet met de restauratiewerkzaamheden een aanvang zijn gemaakt;

    • c.

      binnen één jaar na de datum van de verlening van de subsidie moeten de werkzaamheden zijn voltooid en de gereedmelding als bedoeld in artikel 11 zijn ingediend;

    • d.

      de eigenaar dient het monument conform het onderhoudsplan te onderhouden;

    • e.

      de eigenaar het monument verzekert en verzekerd houdt;

    • f.

      bij het treffen van voorzieningen mag niet worden gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit Bouwnijverheidsbedrijven 1958.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij de subsidieverlening naast de in lid 1 en de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij de subsidieverlening voorts andere verplichtingen opleggen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie, indien deze betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

  • 4.

    De subsidie voor het laten uitvoeren van een bouwkundige inspectie door de Monumentenwacht en een jaarabonnement een keer in de vijf jaar, wordt verleend onder de voorwaarde dat een kopie van het inspectierapport van de Monumentenwacht bij de gemeente wordt ingediend.

Artikel 10 Gereedmelding en vaststelling van subsidie

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling van de subsidie voor restauratiekosten moet door middel van een door burgemeester en wethouders vastgesteld gereedmeldingsformulier schriftelijk worden ingediend binnen 5 weken na voltooiing van de gesubsidieerde activiteiten.

  • 2.

    Bij de aanvraag moeten de op het formulier vermelde gegevens en bescheiden worden overgelegd.

  • 3.

    De gereedmelding zal in het werk worden gecontroleerd door de met het toezicht belaste ambtenaren.

  • 4.

    Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in lid 1 en 2, stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid om binnen vier weken de ontbrekende gegevens en bescheiden te overleggen, alvorens tot ambtshalve vaststelling van de subsidie over te gaan.

  • 5.

    De aanvraag tot vaststelling van de subsidie voor het laten uitvoeren van een bouwkundige inspectie door de Monumentenwacht moet schriftelijk worden ingediend door het overleggen van een kopie van het inspectierapport van de Monumentenwacht.

Artikel 11 Hardheidsclausule

  • 1.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Afwijkingen van deze verordening kunnen enkel plaatsvinden in het belang van de aanvrager en/of de monumentale waarden van het monument.

Artikel 12 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de ambtenaren van Monumentenzorg en van Bouw- en Woningtoezicht.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 2004".

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerstvolgende maandag na het verstrijken van een termijn van twee weken na bekendmaking.