Regeling vervallen per 22-12-2012

Verordening heffing toeristenbelasting

Geldend van 22-12-2012 t/m 21-12-2012 met terugwerkende kracht vanaf 22-12-2012

Intitulé

Verordening heffing toeristenbelasting

 

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 23 oktober 2012;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

mede gelet op het advies van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West-Brabant;

BESLUIT:

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE

INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 verblijf houdt.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf door degene, die:

a. als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

b. verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

c. als gebruiker van een woonwagen of woonschip als bedoeld in de Woonwagenwet, onderscheidenlijk in de Wet op woonwagens en woonschepen, daarin overnacht;

d. als gehandicapte met hun gezin en/of verzorger(s) in aangepaste vakantieverblijven van het Rode Kruis;

e. in klassikaal of groepsverband overnachten in jeugdherberg, kampeerboerderij of camping, t/m de leerplichtige leeftijd, onder begeleiding van volwassenen, leerkrachten enz.;

f. als vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, voor zover deze persoon in de gemeente verblijft onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

1. De belasting wordt berekend over de vergoeding die voor het verblijf in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daarbij niet in begrepen.

2. Indien de belastingplichtige ondernemer is in de zin van de Wet op de omzetbelasting wordt als vergoeding aangemerkt het bedrag dat als verschuldigd wegens verblijf aan de heffing van de omzetbelasting is onderworpen.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt 3,25 procent van de verblijfsvergoeding.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 9 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan dertig zal of heeft belopen.

Artikel 10 Termijn van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten aanslagen en voorlopige aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.

2. Het bedrag inzake een bestuurlijke boete is invorderbaar in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven voor de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 14 Inwerkingtreding

1. De ‘Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2012’, van 17 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting Alphen-Chaam 2013’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 november 2012.