Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2019

Geldend van 28-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2018;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet,

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2019

(Verordening toeristenbelasting 2019).

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen ;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

  • 4.

    van degene die als gebruiker van een woonwagen of woonschip als bedoeld in de Woonwagenwet, onderscheidenlijk in de Wet op woonwagens en woonschepen, daarin overnacht;

  • 5.

    van gehandicapte(n) met hun gezin en/of verzorger(s) in aangepaste vakantieverblijven van het Rode Kruis;

  • 6.

    van degenen die in klassikaal of groepsverband overnachten in jeugdherberg, kampeerboerderij of camping, tot en met de leerplichtige leeftijd, onder begeleiding van volwassenen, leerkrachten enz. met inbegrip van de begeleiders.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt berekend over de vergoeding die voor het verblijf, de logies, in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daarbij niet in begrepen.

  • 2. Indien de belastingplichtige ondernemer is in de zin van de Wet op de omzetbelasting wordt als vergoeding aangemerkt het bedrag dat als verschuldigd wegens verblijf aan de heffing van de omzetbelasting is onderworpen.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt 3,60 procent van de verblijfsvergoeding.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 9 Aanslaggrens

Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de (voorlopige) aanslagen worden betaald in één termijn. De termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing , voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Registratieplicht.

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden een registratie te houden waaruit de vergoeding die ter zake van het verblijf met overnachten in rekening wordt gebracht blijkt.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 14 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening toeristenbelasting Alphen-Chaam 2018’,van 7 december 2017,wordt ingetrokkenmet ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting Alphen-Chaam 201 9’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2018.
De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,