Regeling vervallen per 05-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent sociale zekerheid Verordening handhaving sociale zekerheid 2019 Altena 2019

Geldend van 15-01-2019 t/m 04-01-2022

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent sociale zekerheid Verordening handhaving sociale zekerheid 2019 Altena 2019

De raad van de gemeente Altena,

gezien het voorstel van de Altenacolleges;

Gelet op het feit dat in 2015 de Participatiewet van kracht werd;

gelet op artikel 8b van de Participatiewet, en artikel 35 lid 1 sub c van de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Werknemers en de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, inkomensvoorziening of uitkering IOAW en IOAZ alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet, de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Werknemers en de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen bij verordening te regelen;

besluit:

1. Vervallen te verklaren:

    • de handhavingsverordening inkomens- en re-integratievoorzieningen 2015, inclusief alle daarop vastgestelde wijzigingen, vastgesteld door de raad van de gemeente Aalburg op 16 december 2014.

    • de verordening handhaving sociale zekerheid 2015, inclusief alle daarop vastgestelde wijzigingen, vastgesteld door de raad van de gemeente Woudrichem op 16 december 2014.

    • de verordening handhaving sociale zekerheid 2015, inclusief alle daarop vastgestelde wijzigingen, vastgesteld door de raad van de gemeente Werkendam op 16 december 2014.

2. Vast te stellen: Verordening handhaving sociale zekerheid Altena 2019.

Verordening handhaving sociale zekerheid Altena 2019

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Werknemers en de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

      • a.

        de Pw : de Participatiewet;

      • b.

        IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

      • c.

        IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

      • d.

        bijstand: algemene en bijzondere bijstand als bedoeld in de Participatiewet;

      • e.

        re-integratievoorziening: re-integratievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet Participatiebudget;

      • f.

        uitkering: bijstand ingevolge de Participatiewet, en de uitkering ingevolge de IOAW, IOAZ;

      • g.

        college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena.

Artikel 2. Fraudepreventie

Het college voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van uitkering of een re-integratievoorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik. Ter controle van het beroep op uitkering wordt onder meer gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

Artikel 3. Controle

  • 1. Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruik maken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op uitkering.

  • 2. Het college doet onderzoek naar de reden van de beëindiging van de uitkering en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

  • 3. De onderzoeken als bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen ook uitgevoerd worden met betrekking tot het gebruik van een re-integratievoorziening.

Artikel 4. Heronderzoeksplan

Het college stelt een heronderzoeksplan vast, waarin wordt vastgelegd waaruit het controlebeleid ten aanzien van de uitvoering van de wet, de IOAW en de IOAZ bestaat.

Artikel 5. Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op de dag van openbare bekendmaking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening handhaving sociale zekerheid 2019 Altena 2019.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Altena van 8 januari 2019

De voorzitter,

M.A. Fränzel MSc

de raadsgriffier,

Drs. S.J. Peet

Bijlage A Toelichting Verordening handhaving sociale zekerheid Altena 2019

Algemene toelichting

In artikel 8b Participatiewet is de verplichting opgenomen om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet. Door de invoering van de wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten (BUIG) per 1 januari 2010 is de gemeente ook verplicht bij de IOAW en de IOAZ nadere regels te stellen.

Afgezien van de korte bepaling van de artikelen 8b van de Participatiewet en 35 lid 1 sub c van de IOAW en de IOAZ zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in die verordening moet worden geregeld. In de Algemene bijstandswet was bepaald dat er in het jaarlijks verplicht gestelde beleidsplan aandacht besteed moest worden aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De Participatiewet, de IOAW en de IOAZ kennen geen verplichting om jaarlijks een beleidsplan vast te stellen.

Er is bewust voor gekozen deze verordening niet de naam fraudeverordening te geven maar om te spreken van handhaving. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om de opsporing van fraude maar dat het voorkomen van fraude een aspect is dat minstens zo belangrijk is. Handhaving is namelijk niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude maar gaat meer uit van de spontane naleving van de wet- en regelgeving.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de Participatiewet, IOAW en IOAZ of Awb ook de verordening moet worden gewijzigd.

De begrippen die niet zijn omschreven in de Participatiewet, IOAW en IOAZ of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Artikel 2. Fraudepreventie

Dit artikel geeft aan het belang dat het college hecht aan het voorkomen van misbruik van uitkering en re-integratievoorziening. Aan de gevolgen van misbruik wordt preventief in de communicatie aan de burger (via communicatie en beschikkingen) aandacht besteed. Eveneens zal door bestandsvergelijking fraude actief worden opgespoord. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de informatie die afkomstig is van het Inlichtingenbureau.

Artikel 3. Controle

In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze de gemeente invulling geeft aan de controle op een goed gebruik van de voorzieningen. Dit kan aan de hand van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen. Ook zullen signalen van misbruik worden onderzocht. De controle strekt zich ook uit bij het beëindigen van een uitkering. De reden van beëindiging en de rechtmatigheid worden onderzocht, zodat tot een goede afhandeling gekomen kan worden van nog resterende wederzijdse verplichtingen. Controle zal niet alleen plaats vinden op de uitkeringsverstrekking maar ook op re-integratievoorzieningen.

Artikel 4. Heronderzoeksplan

Voor de juiste uitvoering van de verordening is het noodzakelijk dat er een heronderzoeksplan wordt vastgesteld.

Artikel 5. Nadere regels

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.