Regeling vervallen per 05-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent cliëntenparticipatie Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet Altena 2019

Geldend van 15-01-2019 t/m 04-01-2022

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent cliëntenparticipatie Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet Altena 2019

De raad van de gemeente Altena,

gelezen het voorstel van de Altenacolleges;

gezien het positieve advies van de fusieraad Altena 2019, met inachtneming van de door de fusieraad geadviseerde wijzigingen, die – indien van toepassing – zijn verwerkt in de tekst van onderstaand besluit;

besluit

  • 1.

    Vervallen te verklaren

    • a.

      Verordening participatie maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg 2015

    • b.

      De Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid gemeente Aalburg 2015

    • c.

      Verordening Wmo-adviesraad gemeente Werkendam 2010

    • d.

      De Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid gemeente Werkendam 2015

    • e.

      De Verordening Wmo-adviesraad Woudrichem 2008

    • f.

      Regeling Seniorenraad gemeente Woudrichem 2000

    • g.

      Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid gemeente Woudrichem 2015

  • 2.

    Vast te stellen Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Altena 2019

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Altena 2019

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en niet nader omschreven zijn hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: de Participatiewet. In deze verordening wordt onder de Wet ook verstaan de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).

    • b.

      Cliënt: de persoon die een uitkering ontvangt van de gemeente Woudrichem op grond van de wet zoals bedoeld in het eerste lid, alsmede de persoon die behoort tot de personenkring zoals omschreven in artikel 7, eerste lid van de Participatiewet.

    • c.

      Adviesraad: een onafhankelijk en zelfstandig adviesorgaan van het college in het kader van de cliëntenparticipatie zoals bedoeld in artikel 47 van de Participatiewet, ter vertegenwoordiging van in de gemeente Altena woonachtige cliënten.

Artikel 2. Betrekken adviesraad bij het beleid

Het college betrekt de adviesraad bij de voorbereiding van het beleid in het kader van de wet, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.

Artikel 3. Tijdig advies aanvragen

Het college stelt de adviesraad vroegtijdig in de gelegenheid om gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsregels betreffende de wet.

Artikel 4. Ondersteuning adviesraad

Het college voorziet de adviesraad van een adequate ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.

Artikel 5. Periodiek overleg

Het college zorgt ervoor dat de adviesraad kan deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kan aanmelden, en dat zij wordt voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning.

Artikel 6. Betrekken cliënten bij de adviesraad

Cliënten worden bij de adviesraad betrokken door vertegenwoordiging en spreekrecht bij openbare vergaderingen van de adviesraad

Artikel 7. Nadere regels

Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van deze verordening.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: de Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet Altena 2019.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Altena van 8 januari 2019

De voorzitter,

M.A. Fränzel MSc

de raadsgriffier,

Drs. S.J. Peet

BIJLAGE A Naar een toekomstbestendige medezeggenschap in het sociaal domein (versie 28 september 2016)

1. Aanleiding

Het veld van zorg & welzijn is volop in beweging: sinds 1 januari 2015 zijn de drie decentralisaties (AWBZ-Wmo, Jeugdwet en Participatiewet) een feit en zijn er veel nieuwe taken bij gemeenten gekomen. Deze veranderingen in de omgeving vormen de aanleiding om de wijze waarop medezeggenschap van cliënten en burgers in de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem op dit moment is vorm gegeven, tegen het licht te houden: sluit deze (nog) aan bij de ontwikkelingen in de buitenwereld? De achterliggende gedachte hierbij is dat werken vanuit een brede, samenhangende visie over de verschillende beleidsterreinen heen, met zich meebrengt dat ook de betrokkenheid van burgers en cliënten het beste op een brede, integrale manier georganiseerd kan worden. In de huidige situatie is dit niet het geval. In 2015 hebben de gemeenten Werkendam en Woudrichem het voornemen uitgesproken om te onderzoeken of het haalbaar is om voor beide gemeente te komen tot één maatschappelijke adviesraad. In een later stadium is de gemeente Aalburg hierbij aangesloten.

De gemeente moet ingezetenen betrekken bij het beleid. Dat gebeurt nu erg versnipperd: Werkendam en Woudrichem hebben samen één Cliëntenraad Sociale Zekerheid. Daarnaast hebben ze elk een Wmo-adviesraad en heeft Woudrichem nog een afzonderlijke Seniorenraad. Omdat jeugdzorg nu nog onder de Wmo valt (prestatieveld 2) maar na 1 januari via de Jeugdwet vorm krijgt, dreigt de versnippering nog groter te worden. Om de synergie tussen de drie transities te versterken, willen wij in het eerste kwartaal 2015 onderzoeken of één maatschappelijke adviesraad voor Werkendam en Woudrichem een haalbare optie is. Daarbij kan gewerkt worden met kamers voor de verschillende transities. Het is een gemiste kans als we de transities niet aangrijpen om tot een betere betrokkenheid te komen van onze inwoners met het maatschappelijk beleid.

Uit: Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning 2015, gemeenten Werkendam en Woudrichem

2. Overwegingen

De gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem hebben -mede met het oog op de fusie van de drie gemeenten per 1 januari 2019- de intentie uitgesproken om te komen tot één breed adviesorgaan voor het gehele sociale domein. Daarbij spelen de volgende overwegingen een rol:

  • Een brede, samenhangende gemeentelijke visie op het gehele sociale domein vraagt om een brede, integrale inspraak en medezeggenschap;

  • De wens om het maatschappelijk middenveld in de kernen te versterken overstijgt de focus van de individuele transities;

  • Besluiten binnen de ene transitie kunnen effect hebben voor een andere transitie. Voorbeelden hiervan zijn onder andere:

    • v

      Wanneer bijstandscliënten via het PGB+ werkervaring opdoen, kan dat gevolgen hebben voor hun uitkering;

    • v

      De aanpak binnen de Jeugdwet (1 gezin 1 plan en daar waar mogelijk 1 hulpverlener) maakt dat gezinnen te maken krijgen met één regisseur voor alle beleidsterreinen;

    • v

      Veranderingen ten aanzien van mobiliteitsvoorzieningen zijn van invloed op de wijze waarop mensen kunnen participeren in de vorm van arbeid en dagbesteding;

    • v

      Zorgvragen hebben vaak een relatie met de inkomenspositie van mensen. Zo kunnen financiële problemen bijvoorbeeld de aanspraak op ondersteuning en begeleiding verzwaren.

3. Piketpaal

Zoals gezegd fuseren de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem per 1 januari 2019. Dit betekent dat voor het jaar 2018 de laatste inhoudelijke beleidsplannen en financiële documenten voor de afzonderlijke gemeenten worden opgesteld.

Een belangrijke piketpaal hierbij zijn de kadernota’s 2018 van de afzonderlijke gemeenten. In deze kadernota’s worden de financiële kaders voor het jaar 2018 vastgesteld. Daarnaast is dat het moment waarop voor de diverse beleidsterreinen, waaronder het sociaal domein, nieuwe initiatieven en wensen aangemeld kunnen worden. De gemeenteraden zullen hierbij naar verwachting nadrukkelijk kijken naar welke meerwaarde deze bieden voor de nieuwe fusiegemeenten.

De kadernota’s 2018 worden al in juni 2017 vastgesteld door de gemeenteraden. Wanneer de afzonderlijke adviesraden ieder voor zich hiervoor hun inbreng leveren, neemt de impact van deze adviezen af. Het is daarom goed om vóór de kadernota’s te komen tot een brede, geïntegreerde adviesfunctie en één krachtig, gezamenlijk geluid te laten horen. Het steven is om deze adviesfunctie per 1 april 2017 operationeel te hebben.

4. Aanpak

Het proces om te komen tot een brede, geïntegreerde adviesfunctie is gestart op 14 januari 2016 met een bijeenkomst waarbij aanwezig waren vertegenwoordigers van de adviesraden en platforms, en bestuurders en beleidsambtenaren van de drie gemeenten. Tijdens deze startbijeenkomst is in oriënterende zin van gedachten gewisseld over de wensen, verwachtingen en mogelijkheden. Centrale vragen daarbij waren onder andere: wat gaat en goed en wat willen we graag behouden? Wat gaat er minder goed en wat willen we veranderen? Wat verstaan we onder een ‘integrale adviesfunctie’ en wat zou deze op moeten leveren: wat willen we bereiken? De startbijeenkomst is afgesloten met de afspraak om een werkgroep te formeren met de opdracht om een concreet voorstel uit te werken, op basis van de input van de startbijeenkomst én in coproductie van adviesraden, platforms en gemeenten. Tijdens een viertal vervolgbijeenkomsten heeft deze werkgroep het voorstel uitgewerkt dat in deze notitie is beschreven. Dit proces is ondersteund door een adviseur van het programma ‘Aandacht voor Iedereen’. Voor de samenstelling van de werkgroep zie bijlage 1.

5. Uitgangspunten

Mede op basis van de input van de startbijeenkomst van 14 januari 2016, heeft de werkgroep de volgende uitgangspunten geformuleerd:

  • De wens om te komen tot één brede, geïntegreerde adviesfunctie voor het gehele sociaal domein voor de drie gemeenten gezamenlijk wordt breed gedragen

  • Verschil van inzicht bestaat er over de termijn waarop dit gestalte zou moeten krijgen: nu al of per 1 januari 2019, wanneer de gemeentelijke fusie een feit is? De suggestie is geopperd om te werken volgens een groeimodel.

  • Een brede adviesraad zou zich vooral moeten toeleggen op beleidsadvisering en het volgen van de effecten van beleid. Om dit te kunnen doen, is input vanuit verschillende cliënt- en belangengroepen echter een voorwaarde. Hoe (groepen) cliënten of inwoners hun belangen willen behartigen, bepalen zij zelf.

  • Als belangrijke taken voor een brede adviesraad worden gezien:

    • v

      het monitoren van de effecten van ingezet beleid: bereiken we wat we boogden en treden er geen -onbedoelde- negatieve effecten op?;

    • v

      het adviseren over nieuw beleid en beleidswijzigingen;

    • v

      het fungeren als ‘denktank’ voor de transformatie en vernieuwing in het sociaal domein.

  • Bij de samenstelling van een brede adviesraad is vooral de ‘doorverbondenheid’ met de lokale samenleving van belang, naast kennis van en affiniteit met de (deelterreinen) van het sociaal domein. Hoewel het één het ander uiteraard niet uitsluit, hoeft een adviesraad niet per definitie te bestaan uit ervaringsdeskundigen. Wél is het een voorwaarde dat de inbreng van ervaringsdeskundigen in het te ontwikkelen model voldoende geborgd is.

  • Een brede adviesraad wordt gezien als een ‘netwerkorganisatie’ met korte lijnen naar de verschillende cliënt- en belangenorganisaties, dorpsraden, verenigingen en andere maatschappelijke organisaties.

  • Naast formele vormen (brede adviesraad) moeten ook informele, creatieve (ad hoc) instrumenten worden ingezet om signalen, wensen en verwachtingen op te halen. Dit is met name van belang om groepen te bereiken die zich in formele

  • vormen niet of nauwelijks laten vertegenwoordigen. Het instellen van een brede adviesraad ontslaat de gemeenten niet van de verantwoordelijkheid om op verschillende momenten en middels verschillende vormen in gesprek te zijn en te blijven met (groepen) cliënten en inwoners. Wel kunnen de gemeenten en de brede adviesraad hierin samen optrekken.

6. Model/opzet

Voorgesteld wordt om vanaf 1 april 2017 te werken met één brede, geïntegreerde adviesraad voor het gehele sociaal domein (en aanpalende beleidsterreinen, zie onder ‘reikwijdte’), met daar omheen verschillende expertise- en werkgroepen:

  • De adviesraad heeft de formele adviesfunctie richting gemeente;

  • Adviezen worden inhoudelijk voorbereid in de expertise- en/of werkgroepen;

  • Expertisegroepen worden ingesteld rondom thema’s die blijvend aandacht vragen en hebben een permanent karakter;

  • Werkgroepen worden ingesteld rondom onderwerpen die zich éénmalig of ad hoc voordoen en worden ontbonden zodra hun taak erop zit (tijdelijk karakter);

  • Bij de samenstelling van zowel de brede adviesraad als de expertise- en werkgroepen wordt gestreefd naar een zo goed mogelijke afspiegeling van de verschillende dorpen en kernen;

  • Vanaf 1 januari 2019 zijn de expertise- en werkgroepen ingericht op basis van inhoudelijke thema’s. Te denken valt daarbij de drie grote deelthema’s binnen het sociaal domein (Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet), maar ook aan specifieke onderwerpen (zoals bijvoorbeeld hulp bij het huishouden, hulpmiddelen, onafhankelijke cliëntondersteuning, mantelzorg, vrijwilligersbeleid, langer zelfstandig thuis wonen enz.);

  • Voor de periode van 1 maart 2017 tot 1 januari 2019 functioneren de bestaande adviesraden en platforms als expertise- en/of werkgroepen. In deze periode wordt geleidelijk aan gewerkt aan de omvorming van de bestaande adviesraden naar expertise- en werkgroepen ingericht op basis van inhoudelijke thema’s (groeimodel). Deze tussenfase is bedoeld om ervoor te zorgen dat de in de adviesraden opgebouwde kennis en kunde niet weglekt en om voorlopig nog de geografische indeling in stand te houden.

In deze opzet fungeert de brede, geïntegreerde adviesraad voor het sociaal domein als ‘verbinder’: de spin in het web van het netwerk van expertise- en werkgroepen, waarbij er ook verbindingen bestaan tussen deze expertise- en werkgroepen onderling. Deze opzet kan schematisch worden weergegeven als een honingraat-model:

afbeelding binnen de regeling

In de ring rondom adviesraad en de expertise- en werkgroepen, bevinden zich de –bij voorkeur álle maar in ieder geval zoveel mogelijk- lokale (en mogelijk ook regionale) cliënten- en belangenorganisaties en -platforms, vrijwilligers- en maatschappelijke organisaties, dorpsraden enz. Afhankelijk van het onderwerp leveren zij input voor de expertise- en werkgroepen, in de vorm van menskracht en/of inhoudelijke kennis/ervaringen.

In de buitenste ring bevinden zich individuele inwoners. Zij leveren een bijdrage door via informele, creatieve (ad hoc) vormen hun signalen, wensen, verwachtingen en ideeën in te brengen in het beleidsproces. Deze informele vormen zullen met name ingezet worden

om groepen te bereiken die via de formele kanalen (nog) niet of nauwelijks bereikt worden, denk bijvoorbeeld aan jongeren of cliënten in de GGz. De verantwoordelijkheid

voor het inzetten van deze informele, creatieve vormen ligt bij de gemeente, in samenspraak -en samenwerking- met de brede adviesraad en de expertise- en werkgroepen. Op basis van hun kennis, ervaring, affiniteit en interesse kunnen individuele burgers desgewenst ook inhoudelijk en/of in persoon deelnemen aan de expertise- en werkgroepen.

7. Doelstelling brede adviesraad

De brede adviesraad heeft tot doel om de gemeente(n) vanuit een integraal en collectief perspectief zowel gevraagd als ongevraagd formeel te adviseren over het gemeentelijke beleid betreffende het sociaal domein en daarmee bij te dragen aan:

  • het verbeteren van het gemeentelijk beleid

  • het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie van de inwoners

  • De raad doet dit door:

  • de ervaringen van mensen die een beroep doen op gemeentelijke voorzieningen te benutten en in te brengen in het gemeentelijke beleidsproces

  • vragen, wensen en ervaringen vanuit de samenleving te vertalen naar gewenste veranderingen of aanvullingen in het gemeentelijk beleid.

8. Functies

Functies van de brede adviesraad zijn:

  • reflecterende functie: kritische reflectie op het ontwikkelde of nog te ontwikkelen beleid

  • signalerende functie: signaleren van leemten en knelpunten in beleid en uitvoering

  • evaluatieve functie: volgen van de uitvoering en adviseren over bijstelling van beleid (monitoren)

  • ideeën- en creativiteitsfunctie: ideeën en suggesties aandragen voor beleid, transformatie en sociale vernieuwing (denktank)

In incidentele gevallen kan de adviesraad ook een co-creërende functie (mee-ontwikkelen van beleidsvoorstellen) hebben, hier ligt echter geen primaire taak.

9. Reikwijdte

De brede adviesraad adviseert over het brede sociaal domein. Hiertoe behoren niet alleen de beleidsterreinen van de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet, armoedebeleid en schuldhulpverlening, maar aanpalende beleidsterreinen (bijv. op het gebied van leefbaarheid en wonen) voor zover deze een relatie of raakvlak hebben met (het bevorderen of stimuleren van) van zelfredzaamheid en participatie.

10. Taken brede adviesraad

De brede adviesraad steunt inhoudelijk op de expertise- en werkgroepen en heeft als belangrijkste taak het coördineren van het adviesproces. Deze coördinerende taak houdt in dat de brede adviesraad:

  • structureel overleg voert met de gemeente(n), voor de gemeente(n) het eerste aanspreekpunt is en optreedt als intermediair naar de expertise- en werkgroepen;

  • richting gemeente(n) de formele adviesrol vervult;

  • als ‘spin in het web’ de verbindingen legt tussen de expertise- en werkgroepen onderling, deze groepen aanstuurt en de voortgang van het adviesproces bewaakt;

  • in overleg met de gemeente(n) en de expertise- en werkgroepen de agenda bepaalt;

  • beoordeelt welke inhoudelijke expertise voor welke adviezen nodig is en bepaalt welke vragen of onderwerpen aan welke expertise- en werkgroep(en) worden voorgelegd;

  • eventuele hiaten signaleert in de deskundigheid van de expertise- en werkgroepen (bijvoorbeeld wanneer er nieuwe thema’s aan de orde komen), indien nodig nieuwe expertise- of werkgroepen instelt of op zoek gaat naar mensen met specifiek deskundigheid die in de expertise- en werkgroepen kunnen participeren;

  • zorgt voor een goede terugkoppeling naar de expertise- en werkgroepen, bijvoorbeeld over of een advies wel of niet is overgenomen door de gemeente(n);

  • desgewenst deskundigheidsbevordering organiseert, bijvoorbeeld in de vorm van themabijeenkomsten, voorlichtingen, workshops, scholing enz.

De brede adviesraad heeft daarnaast als inhoudelijke taken:

  • het bewaken van de integraliteit van de uitgebrachte adviezen;

  • het op strategisch niveau meedenken met en adviseren aan de gemeente(n) over beleid, transformatie en sociale vernieuwing (denktank);

  • het –al dan niet in samenspraak met de gemeente(n)-organiseren van informele vormen om inwoners te raadplegen of te betrekken (verbinding naar de samenleving).

11. Taken expertise- en werkgroepen

Het inhoudelijke zwaartepunt in het adviesproces ligt bij de expertise- en werkgroepen. Deze groepen:

  • verdiepen zich inhoudelijk in thema’s die tot hun aandachtsgebied behoren;

  • bereiden -op verzoek van de brede adviesraad- adviezen inhoudelijk voor;

  • onderhouden contacten met de samenleving in brede zin en met de lokale (en mogelijk ook regionale) cliënten- en belangenorganisaties en -platforms, vrijwilligers- en maatschappelijke organisaties, dorpsraden enz.;

  • proberen zoveel als mogelijk zicht te krijgen en te houden op de praktijk in het sociaal domein: wat gaat er goed en wat gaat er minder goed? Zijn er wellicht knelpunten of leemten, of treden er onbedoelde negatieve effecten op?;

  • nemen indien nodig ook zelf initiatief om thema’s op de agenda te zetten en adviezen voor te bereiden.

12. Samenstelling brede adviesraad en expertise- en werkgroepen

Voorgesteld wordt om de brede adviesraad samen te stellen uit een aantal leden van de bestaand adviesraden, aangevuld met een aantal te werven nieuwe leden. Door deze ‘mix van oud en nieuw’ worden de continuïteit en de opgebouwde deskundigheid gewaarborgd, terwijl tegelijkertijd ruimte wordt gecreëerd voor nieuwe inzichten en impulsen.

Benoeming in de brede adviesraad gebeurt op basis van een functieprofiel (zie bijlage 2). Gelet op de taken van de brede adviesraad, zal het zwaartepunt daarbij liggen bij de volgende competenties:

  • bestuurlijke kennis (bijv. van gemeentelijke besluitvormingsprocessen)

  • visie op de samenleving (transformatie)

  • integraal en abstract denken (helicopterview)

  • doelgroep-overstijgend denken (algemeen belang)

  • sociaal en communicatief vaardig

Voor wat betreft de samenstelling van de expertise- en werkgroepen ligt het zwaartepunt bij de volgend competenties:

  • kennis van (één of meerdere) doelgroepen binnen het sociaal domein

  • eigen ervaringskennis

  • doorverbonden met de lokale gemeenschap (netwerk): ‘luisterend oor’

  • sociaal en communicatief vaardig

13. Aandachtspunten

Voor de implementatie van de voorgestelde werkwijze geeft de werkgroep als aandachtspunten mee:

  • De voorgestelde werkwijze kan gezien worden als een groeimodel waarbij de bestaande situatie geleidelijk aan wordt omgevormd naar de nieuwe. Zeker in de periode tot 1 januari 2019 is het van belang om ruimte te laten om ervaring op te doen en de werkwijze eventueel bij te stellen. Regelmatige tussentijdse evaluatie is dan ook nodig. Voorgesteld wordt om -in de opmaat naar 1 januari 2019- half 2018 de nieuwe werkwijze ook formeel te evalueren: levert deze op wat we ervan verwachten?;

  • Voorkomen moet worden dat er onduidelijkheid ontstaat over de verschillende taken en verantwoordelijkheden van de brede adviesraad en expertise- en werkgroepen. Voorgesteld wordt om de ‘spelregels’ tussen beiden vast te leggen, bijvoorbeeld in een eigen huishoudelijk reglement;

  • Over de procedure van werving, selectie en benoeming van de leden van de brede adviesraad moeten nadere afspraken worden gemaakt;

  • De implementatie van de nieuwe werkwijze vraagt om zorgvuldige communicatie naar alle betrokken partijen en niet in de laatste plaats ook naar de ‘buitenwereld’. Met name de zichtbaarheid van de brede adviesraad in de samenleving vraagt daarbij aandacht.

14. Tijdspad

De kadernota’s 2018 worden in juni 2017 vastgesteld door de gemeenteraden. Met dit ijkpunt wordt de volgende planning voorgesteld:

Terugkoppeling in adviesraden

zomer 2016

Laatste bijeenkomst werkgroep

september 2016

Formele advisering adviesraden

oktober/november 2016

Besluitvorming B&W

november 2016

Besluitvorming gemeenteraden

januari 2017

Werving nieuwe leden brede adviesraad en implementatie

februari/maart 2017

Start nieuwe adviesstructuur

1 april 2017

15. Nadere concretisering

Voorgesteld wordt om de brede adviesraad in te stellen middels een regeling vastgesteld door de colleges van de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem. In deze regeling worden nadere afspraken gemaakt over onder andere de samenstelling, het voorzitterschap, de werving, selectie en benoeming, het ambtelijk secretariaat en de faciliteiten van de brede adviesraad. Het voorstel voor deze regeling is als bijlage gevoegd bij deze notitie.

De (werk)afspraken tussen de brede adviesraad en de expertise- en werkgroepen worden vastgelegd in een eigen huishoudelijk reglement.

Bijlage 1: Samenstelling werkgroep

Mevrouw M. van Andel Gehandicaptenplatform Aalburg

De heer J. Bakker Wmo-adviesraad Werkendam

Mevrouw W. Bouman Wmo-adviesraad Aalburg

De heer R. Bronsgeest Wmo-adviesraad Woudrichem

De heer J. Froma Cliëntenraad Sociale Zekerheid Werkendam/Woudrichem

Mevrouw L. Haarmans Cliëntenraad Sociale Zekerheid Aalburg

De heer P. Hoenselaar Gemeente Werkendam

Mevrouw M. Kersten Gemeente Aalburg

De heer B. Koolstra Gemeente Woudrichem

De heer A. de Peuter Wmo-adviesraad Werkendam

De heer C. Smitsman Wmo-adviesraad Woudrichem

Mevrouw A. Timmermans Wmo-adviesraad Aalburg

De heer B. Versteeg Seniorenraad Woudrichem

Mevrouw G. van Wijk Seniorenraad Woudrichem

Verslaglegging:

Mevrouw H. de Ridder Gemeente Werkendam

Procesbegeleiding:

Mevrouw S. van den Broek Programma ‘Aandacht voor Iedereen’

Bijlage 2: Functieprofiel leden brede adviesraad

Kennis:

  • (Beleidsmatige) kennis van (één of meerdere) deelterreinen binnen het sociaal domein

  • Kennis van (één of meerdere) doelgroepen binnen het sociaal domein

  • Eigen ervaringskennis

  • Bestuurlijke kennis (bijv. van gemeentelijke besluitvormingsprocessen) 

Inzicht:

  • Visie op de samenleving (transformatie)

  • Integraal en abstract denken (helicopterview)

  • Doorverbonden met de lokale gemeenschap (netwerk)

  • Onafhankelijkheid 

Vaardigheden:

  • Doelgroep-overstijgend denken (algemeen belang)

  • Samenwerken (teamspeler)

  • Luisteren

  • Verbinden

  • Sociaal en communicatief vaardig

  • Beleidsinformatie lezen/begrijpen

Beleidsvoorstellen vertalen naar de praktijk (en andersom)