Regeling vervallen per 30-12-2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent jeugdhulp (Uitvoeringsbesluit jeugdhulp Altena 2020)

Geldend van 01-12-2020 t/m 29-12-2021

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent jeugdhulp (Uitvoeringsbesluit jeugdhulp Altena 2020)

Het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Altena,

gelet op artikel 22 van de Verordening Jeugdhulp Altena 2020

besluit: vast te stellen het navolgende Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp Altena 2020, inclusief bijlage 1:

Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp Altena 2020

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen die in dit besluit worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, Besluit Jeugdwet en de Verordening. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    Gemeente: gemeente Altena.

  • c.

    Individuele voorziening: de gemeente biedt individuele (niet vrij-toegankelijke) jeugdhulpvoorzieningen, namelijk op de jeugdige of zijn ouders toegesneden voorzieningen, als bedoeld in artikel 2 tweede lid van de verordening, waarvoor een beschikking, als bedoeld in artikel 8 van de verordening, van het college nodig is.

  • d.

    Ondersteuning: hulp in het dagelijks leven om zo zelfstandig mogelijk te (leren) leven.

  • e.

    Persoonlijke verzorging: hulp bij algemeen dagelijkse levensverrichtingen (bijvoorbeeld hulp bij het opstaan, wassen, aankleden en naar het toilet gaan), hulp op het vlak van zelfverzorging (bijvoorbeeld haren kammen, mondverzorging of hoortoestel aan-/uitzetten) en het geven van advies, instructie en voorlichting met betrekking tot persoonlijke verzorging.

  • f.

    pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Jeugdwet

  • g.

    Verordening: Verordening Jeugdhulp Altena 2020.

Artikel 2 Gebruikelijke hulp

  • 1.

    Gebruikelijke hulp aan jeugdigen is de ondersteuning, persoonlijke verzorging en/of opvoeding die in redelijkheid mag worden verwacht van de (pleeg)ouders.

  • 2.

    Het college onderzoekt de hulpbehoefte van een jeugdige mede op basis van het in bijlage 1 opgenomen “Afwegingskader gebruikelijke hulp”.

Artikel 3 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van de bepalingen in dit uitvoeringsbesluit, als toepassing van het uitvoeringsbesluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    Voorafgaande aan de toepassing van het eerste lid kan het college advies vragen aan een door haar aangewezen adviesinstantie of deskundigen.

Artikel 4 Vervallen verklaring

De uitvoeringsbesluiten Jeugdhulp Gemeente Woudrichem 2018, Jeugdhulp gemeente Werkendam 2018 en Jeugdhulp gemeente Aalburg 2018, worden vervallen verklaard.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de bekenmaking ervan in het digitale gemeenteblad van de gemeente Altena.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp Altena 2020.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena van

de secretaris,

drs. A.J.E. van der Werf-Bramer

de burgemeester,

drs. E.B.A. Lichtenberg MCM

Bijlage 1 Afwegingskader gebruikelijke hulp

Bij iedere hulpvraag dient onderzocht te worden wat de eigen mogelijkheden zijn en het probleemoplossend vermogen is van de jeugdige en/of zijn ouders met inbegrip van het sociale netwerk om in de hulpvraag te voorzien.

Gebruikelijke hulp

Gebruikelijke hulp aan jeugdigen is de ondersteuning bij het dagelijkse leven, de persoonlijke verzorging en/of de opvoeding die in redelijkheid mag worden verwacht van de ouders (zie artikel 2).

Voor deze gebruikelijk hulp wordt in beginsel géén individuele voorziening afgegeven. Het valt onder de opvoedende taak van de ouder(s).

Gebruikelijke hulp bij kinderen kan ook zorg omvatten die niet standaard bij alle kinderen voorkomt. Het gaat dan om zorg die gebruikelijke zorg vervangt, zoals sondevoeding in plaats van eten, of om zorg die in samenhang met reguliere zorg kan worden geboden, zoals het geven van medicijnen.

Bovengebruikelijke hulp

Het is bovengebruikelijke hulp als de oorzaak van de extra begeleiding/verzorging ligt bij de problematiek van de jeugdige. Niet alle extra handelingen die gedaan worden ten behoeve van een jeugdige, leiden automatisch tot de noodzaak om een voorziening te treffen. Bedenk immers dat meer ouders hun kind naar een willekeurige vorm van therapie moeten brengen en halen en thuis hun kind moeten stimuleren om oefeningen te doen hiervoor (bijv. fysiotherapie of logopedie).

De bovengebruikelijke zorg kan bestaan uit:

  • toezicht op het gedrag van de jeugdige;

  • begeleiding en aansturing;

  • ondersteuning;

  • het overnemen van taken en handelingen;

  • het voorstructuren van de dagplanning of van activiteiten, als dit voor de leeftijd van het kind niet meer gebruikelijk is.

Vanuit het gesprek met ouders en jeugdige ontstaat voor de jeugdprofessional een beeld over het dagelijks functioneren van de jeugdige en de momenten waarbij deze extra begeleiding, toezicht, aansturing en verzorging nodig heeft in vergelijking met leeftijdgenoten.

Situaties waarin geen of minder gebruikelijke hulp wordt verwacht

In de volgende 2 situaties kan er mogelijk (casusafhankelijk te beoordelen) geen of minder gebruikelijke hulp van de ouder verwacht worden 1 :

  • als de ouder geobjectiveerde beperkingen heeft of kennis/vaardigheden mist om gebruikelijke begeleiding of persoonlijke verzorging voor de jeugdige uit te voeren én deze vaardigheden niet kan aanleren. Er wordt van deze ouder geen of minder bijdrage verwacht in de gebruikelijke hulp.

  • als de ouder overbelast is of dreigt te raken. Het is belangrijk te onderzoeken of andere opties mogelijk zijn, zoals het inzetten van het eigen sociale netwerk, om de (dreigende) overbelasting op te heffen. Om zorg voor de jeugdige toe te kennen vanwege de (dreigende) overbelasting van de ouder, moet er wel verband zijn tussen de overbelasting en de zorg die de ouder biedt aan de jeugdige.

Hoe ‘bepaal’ je (dreigende) overbelasting van ouders?

De (extra) zorg voor een jeugdige kan voor ouders zo zwaar worden dat sprake is van overbelasting.

De draagkracht en draaglast zijn dan fors uit balans.

Het kan heel duidelijk zijn dat de ouder overbelast is of dreigt te raken. In andere gevallen is dat minder duidelijk en zal dit tijdens het gesprek en/of nader onderzoek moeten worden uitgediept. Overbelasting kan zich uiten door een combinatie van symptomen van lichamelijke en/of psychische aard. Er bestaat niet één, simpel af te nemen test, die hierover direct uitsluitsel geeft.

Om zorg voor de jeugdige toe te kennen vanwege de (dreigende) overbelasting van de ouder, moet er wel een verband zijn tussen de (dreigende) overbelasting en de zorg die de ouder biedt aan de jeugdige.

Niet alleen de omvang van de zorgtaken, maar ook de mate waarin het kind permanent toezicht nodig heeft, hebben invloed op de belastbaarheid van de ouder/verzorger. In de meeste gevallen is het afgeven van een beschikking voor (een deel van) de bovengebruikelijke zorg voldoende om de overbelasting van de ouder(s) te voorkomen of te reduceren. Als ouders zichzelf als zorgverlener inzetten en hierna aangeven dat er sprake is van overbelasting is het logischer dat zij de zorg in dit geval laten verlenen door iemand anders.

Schema gebruikelijke hulp

Onderstaand schema2 biedt een handvat voor de inschatting van gebruikelijke hulp en gaat uit van jeugdigen met een gezonde ontwikkeling. Hierbij geldt dat ook jeugdigen van dezelfde leeftijd kunnen verschillen; een kind kan meer of minder zorg of begeleiding vragen dan een leeftijdsgenoot. Het ene kind is nu eenmaal gemakkelijker of zelfstandiger dan het andere kind. En ook enige strubbeling is normaal of passend bij een leeftijdsfase. Voor kinderen van 0-5 jaar zal ongeveer alle zorg gebruikelijke hulp zijn3 .

Houdt bij de leeftijdsindeling in onderstaand schema de kalenderleeftijd van de jeugdige in gedachten; de verwachtingen bij een 7 jarige zijn anders dan bij een 11 jarige (zij staan wel in dezelfde leeftijdscategorie). Weeg ook de opvoedingsinsteek van ouders mee. Een zorgzame ouder neemt van nature sneller taken over van haar kinderen en levert mogelijk veel uren zorg en begeleiding. De oorzaak van deze tijdsinvestering ligt dan echter bij de ouder en niet bij het kind. Belangrijk is daarom te kijken waar ontwikkelingsmogelijkheden van de jeugdige liggen.

Kinderen van 0 tot 3 jaar

  • -

    Hebben bij alle activiteiten verzorging van een ouder nodig.

  • -

    Ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig.

  • -

    Zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen enverplaatsen.

  • -

    Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling.

  • -

    Hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

  • -

    Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 3 tot 5 jaar

  • -

    Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehoorafstand zijn (bijv. ouder kan was ophangen in andere kamer).

  • -

    Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling.

  • -

    Hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

  • -

    Kunnen zelf zitten, op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen.

  • -

    Hebben hulp, toezicht, stimulans, zindelijkheidstraining en controle nodig bij de toiletgang.

  • -

    Hebben hulp, toezicht, stimulans en controle nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen.

  • -

    Hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding.

  • -

    Zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven.

  • -

    Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Jeugdigen van 5 tot 12 jaar

  • -

    Kinderen vanaf 5 jaar hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur/week.

  • -

    Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan op enige afstand zijn (bijv. kind kan buitenspelen in directe omgeving van de woning als ouder thuis is).

  • -

    Hebben vanaf 8 jaar minder zorg en begeleiding in directe nabijheid nodig.

  • -

    Hebben tot 8 jaar op geplande en soms ongeplande momenten hulp bij of overname van persoonlijke verzorging nodig.

  • -

    Hebben hulp nodig bij het gebruik van medicatie.

  • -

    Zijn overdag zindelijk en 's nachts merendeels ook; ontvangen zo nodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers.

  • -

    Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling.

  • -

    Hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

  • -

    Hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, activiteiten ter vervanging van school of vrije tijdsbesteding gaan.

  • -

    Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Jeugdigen van 12 tot 18 jaar

  • -

    Hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen.

  • -

    Kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden.

  • -

    Kunnen vanaf 16 jaar een dag en/of een nacht alleen gelaten worden;

  • -

    Kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen.

  • -

    Hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig.

  • -

    Hebben bij gebruik van medicatie tot hun 18e jaar toezicht, stimulans en controle nodig.

  • -

    Hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/opleiding.

  • -

    Hebben begeleiding en stimulans nodigbij ontplooiing en ontwikkeling (bv.huiswerk of het zelfstandig gaan wonen).

  • -

    Hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

  • -

    Hebben tot en met 17 jaar een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordtgeboden.

Jong volwassenen van 18 tot 23 jaar

kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen; hebben een dagbesteding in de vorm van opleiding / arbeid.


Noot
1

De jeugdige moet, op basis van de genoemde voorwaarden PGB, wel tot de doelgroep behoren om in aanmerking te komen voor PGB (zie artikel 12 van de verordening).

Noot
2

Gebaseerd op schema ‘Protocol gebruikelijke zorg CIZ’

Noot
3

Wel kan er sprake zijn van (dreigende) overbelasting van ouders waarvoor mogelijk begeleiding (als respijtzorg) ingezet kan worden.