Regeling vervallen per 31-12-2011

Luchthavengeldregeling 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 30-12-2011

Intitulé

Luchthavengeldregeling 2011

De raad van de gemeente Ameland,

Overwegende

- dat bij de vaststelling van de programmabegroting 2011 – 2014 is besloten om de landingsrechten vliegveld 2011 ten opzichte van 2010 niet te verhogen;

- dat de hieruit voortvloeiende Luchthavengeldregeling 2011 formeel moet worden vastgesteld.

Besluit

De Luchthavengeldregeling 2011 vast te stellen

 

Ballum, 13 december 2010

 

 

Albert de Hoop, burgemeester

Jacqueline Metz, griffier 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. vliegtuig:een luchtvaartuig, zwaarder dan lucht en voorzien van een voortstuwingsinrichting;

b. zweefvliegtuig:een luchtvaartuig, zwaarder dan lucht en niet voorzien van een voortstuwingsinrichting, dat dynamisch in de lucht kan worden gehouden tengevolge van reactiekrachten op vlakken, die bij een zelfde vliegtoestand niet van stand behoeven te veranderen;

c. hefschroefvliegtuig:een draagschroefvliegtuig met tijdens de vlucht mechanisch aangedreven vlakken;

d. motorzweefvliegtuig:een vleugelvliegtuig, dat voor het uitvoeren van een langdurige vrije vlucht niet afhankelijk is van een voortstuwingsinrichting;

e. ultra light vliegtuig:een vleugelvliegtuig van eenvoudige constructie met een totaal massa van niet meer dan 390 kg;

f. vrije ballon:een luchtvaartuig, lichter dan lucht, dat niet is voorzien van een voortstuwingsinrichting en niet door middel van een ankerkabel of lijn is bevestigd aan het aardoppervlak;

g. gewicht:het maximum gecertificeerd startgewicht van het vliegtuig, zoals dat blijkt uit het bij het vliegtuig behorende bewijs van luchtwaardigheid;

h. oppervlakte:het product in m2, van de grootste lengte en breedte van het vliegtuig in luchtwaardige toestand, dan wel in een toestand met de vleugels of rotors opgevouwen;

i. etmaal:een tijdsruimte van 24 uren, te rekenen vanaf het tijdstip van landing van een vliegtuig op het luchtvaartterrein;

j. overlandvlucht:een vlucht, waarbij het vliegtuig landt op een ander luchtvaartterrein dan dat, vanwaar het is opgestegen;

k. terreinvlucht:een vlucht, na welke het vliegtuig landt op hetzelfde luchtvaartterrein als waarvan het is opgestegen, zonder een tussenlanding te hebben uitgevoerd op een ander luchtvaartterrein;

l. lesvlucht:een overland of een terreinvlucht onder leiding van een bevoegde instructeur om vliegvaardigheid te krijgen;

m. rondvlucht:een vlucht, die vervoer door een luchtvaartmaatschappij ten doel heeft, van ten hoogste 60 minuten, welke aanvangt en eindigt op hetzelfde luchtvaartterrein;

n. fotovlucht:een vlucht met het doel om vanuit de lucht fotografische opnamen te maken;

o. valschermvlucht:een vlucht met het doel valschermspringen te laten uitvoeren;

p. parkeren:het in de buitenlucht op het luchtvaartterrein doen verblijven van een vliegtuig;

q. stallen:het in een vliegtuigloods doen verblijven van een vliegtuig;

r. passagier:een inzittende van een vliegtuig, niet behorende tot het boordpersoneel;

s. exploitant:het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Ameland;

t. luchtvaartterrein:het door de Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen luchtvaartterrein;

u. grondtijd:de tijd die wordt gerekend in verband met lesvluchten uitgevoerd door een niet op het luchtvaartterrein gevestigde erkende vliegschool tussen de overlandlanding en de overlandstart. Indien tussen overlandlanding en start, lokaal starts en landingen worden geoefend is er geen grondtijd. Indien er tussentijds even gepauzeerd wordt (koffiepauze ± 1,5 uur) en mogelijk even het luchthaventerrein wordt verlaten, is er sprake van grondtijd. Is in de grondtijd meerdere uren + verlaten van het luchtvaartterrein, c.q. een overnachting vervat, dan vervalt de speciale leslandingsregeling conform artikel 5. Het gewone landingsrecht volgens artikel 5, lid 1 en lid 2 sub a-b is dan verschuldigd voor de overlandlandingen alsmede het toeristenrecht.

v. vliegschool:een door het Ministerie van Verkeer & Waterstaat divisie Luchtvaart erkende vliegschool;

w. straffactortoeslag:een toeslag die berekend wordt op landingen c.q. starts die worden uitgevoerd op zaterdagen, zondagen en feestdagen alsmede op landingen c.q. starts na 19.00 uur in de periode 1 april tot en met 30 september;

x. geluidstoeslag:een toeslag die berekend wordt op landingen c.q. starts met toestellen die zijn ingedeeld in geluidsklasse 1 en 2 zoals gehanteerd door de Inspectie Verkeer & Waterstaat divisie Luchtvaart;

y. geluidsklasse-indelingde indeling van vliegtuigen in geluidsklassen, zoals gehanteerd door de inspectie Verkeer & Waterstaat divisie Luchtvaart.

 

Artikel 2 Aard van de heffing

Voor het gebruik door luchtvaartuigen van het luchtvaartterrein te Ballum Ameland worden overeenkomstig de bepalingen van deze regeling rechten geheven onder de naam van havengelden.

Artikel 3 Betalingsplicht

Betalingsplichtig is de eigenaar van het luchtvaartuig, de gebruiker daarvan en degene, die als gemachtigde van de eigenaar of de gebruiker optreedt, met dien verstande dat ieder van de genoemde personen het recht hoofdelijk verschuldigd is en betaling door de één, de andere(n) bevrijdt.

 

Artikel 4 Wijzen van heffing

1. Het recht voor een landing is verschuldigd terstond nadat de landing is uitgevoerd; de overige rechten zijn bij vooruitbetaling verschuldigd.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan aan, naar oordeel van de havenmeester of zijn plaatsvervanger, daarvoor in aanmerking komende natuurlijke personen of rechtspersonen toestemming worden verleend tot betaling van de verschuldigde rechten na ontvangst van een daarvoor opgemaakte nota, zulks onder door de exploitant gestelde of nader te stellen voorwaarden.

 

Artikel 5 Landings en startgeld

1. Voor het landen en starten met een vliegtuig op het luchtvaartterrein is aan de exploitant een landings en/of startgeld verschuldigd, waarvan de hoogte wordt bepaald door de volgende factoren:

a. het gewicht van het vliegtuig (deze factor hierna te noemen: het recht naar gewicht);

b. het tijdstip van de landing of start (deze factor hierna te noemen: het recht voor weekend, feestdagen en vroegere/latere openstelling);

c. het aantal passagiers, dat zich aan boord bevindt bij aankomst van het vliegtuig op het luchtvaartterrein (deze factor hierna te noemen: het recht voor passagiers).

2. Bij de berekening van de in lid 1, sub a, van dit artikel bedoeld recht naar gewicht wordt onderscheid gemaakt naar:

a. overlandvluchten;

b. terreinvluchten;

c. lesvluchten;

a. Ingeval van een overlandvlucht bedraagt het verschuldigde recht naar gewicht per landing voor vliegtuigen met een gewicht:

- tot en met 1.500 kg € 14,06- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000 kg of een € 14,06gedeelte daarvan- Indien het vliegtuig is ingedeeld in geluidsklasse 1 geldtper landing een toeslag van: € 2,87- indien het vliegtuig is ingedeeld in geluidsklasse 2 geldtper landing een toeslag van: € 2,45

b. Ingeval van een terreinvlucht bedraagt het verschuldigde recht naar gewicht per landing voor vliegtuigen met een gewicht:

- tot en met 1.500 kg € 6,32- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000kgof een gedeelte daarvan € 6,32- indien het vliegtuig is ingedeeld in geluidsklasse 1 geldtper landing een toeslag van: € 2,87- indien het vliegtuig is ingedeeld in geluidsklasse 2 geldtper landing een toeslag van: € 2,45

c. Ingeval van een lesvlucht bedraagt het recht voor een landing met een vliegtuig, waarmee een lesvlucht wordt uitgevoerd door een niet op het luchtvaartterrein gevestigde erkende vliegschool, en een maximale grondtijd (pauzetijd) van ± 1,5 uur, - voor de eerste landing op zaterdag en zondag: € 14,05- voor de eerste landing op maandag tot en met vrijdag: € 5,72

De volgende landingen, c.q. doorstarts:- tot en met 1.500 kg: € 3,06- met een gewicht van meer dan 1500kg per 1000kgof een gedeelte daarvan: € 3,06- indien het vliegtuig is ingedeeld in geluidsklasse 1 geldtper landing een toeslag van: € 2,87- indien het vliegtuig is ingedeeld in geluidsklasse 2 geldtper landing een toeslag van: € 2,45

Een niet op het luchtvaartterrein gevestigde niet erkende vliegschool valt niet onder de artikel 5, lid 2 sub c regeling, en is het gewone landingsrecht verschuldigd voor zowel overland-, als terreinlandingen.

Indien tussen aankomstlanding en vertrekstart een nacht is vervat in de grondtijd, kan er in principe niet meer worden gesproken van een normale lesvlucht, de inzittenden zijn dan aan te merken als toeristen, zijn toeristenbelasting verschuldigd en vallen niet onder dit artikel 6 en zijn ook de gewone landingsrechten verschuldigd voor zowel overland-, als terreinlandingen.

Een op het luchtvaartterrein gevestigde erkende vliegschool kan een maandabonnement voor zowel overland-, als terreinlandingen aangaan.

Een tijdelijk op het luchtvaartterrein gevestigde vliegschool (bv. tijdens de erkenningsaanvraag) kan slechts een maandabonnement aangaan voor de terreinlandingen. Dit geldt ook indien voor die vliegschool, de erkenningsaanvraag eventueel niet mocht worden gehonoreerd.

3. Het in lid 1, sub b, van dit artikel bedoelde recht voor het weekend, feestdagen en vroegere/latere openstelling houdt in dat er een extra vergoeding wordt geheven voor iedere landing c.q. start die wordt uitgevoerd op zaterdagen, zondagen en feestdagen alsmede voor landingen c.q. starts die worden uitgevoerd vóór 09.00 uur en nà 18.00 uur gedurende de periode 1 juli tot en met 31 augustus. € 2,80

 

 

 

Artikel 6 Startgeld voor motorsleepvliegtuig in combinatie met zweefvliegtuig en landingsgeld voor leslandingen, uitgevoerd door vliegtuigen van niet op het luchtvaartterrein gevestigde vliegscholen

1. a. In afwijking van het bepaalde in artikel 5 bedraagt het rechtvoor een motorsleepvliegtuig, dat gestart is met een zweef-vliegtuig en waarvan het gewicht 1500 kg of minder bedraagtper start € 6,38

b. Het hiervoor onder a. genoemde startgeld wordt met 100% verhoogd, indien het gewicht van het vliegtuig méér dan 1500 kg. bedraagt

 

Artikel 7 Toeslagen

1. Boven de in artikel 5 genoemde rechten wordt een toeslag geheven voor elke start met een vliegtuig voor het uitvoeren van:a. 1. een rondvlucht, waarvan de passagiers deel uitmaken vaneen gezelschap van méér dan 30 personen, zulks terbeoordeling van de havenmeester, en die wordt uitgevoerddoor een op het luchtvaartterrein gevestigd rondvluchtenbedrijf € 7,08

2. een rondvlucht, anders dan geformuleerd onder a 1 € 8,69

b. een fotovlucht € 8,69

c. een valschermvlucht, waarbij het doelgebied is gelegen op of inde directe nabijheid van het luchtvaartterrein en toezicht hieropvan de (dienstdoende) havenmeester vereist is:

1. met een vliegtuig, dat maximaal vier personen kan vervoeren € 8,69

2. met een vliegtuig, dat maximaal zes personen kan vervoeren € 10,99

3. met een vliegtuig, dat méér dan zes personen kan vervoeren,ongeacht de feitelijke bezetting, per vliegtuig € 17,23

4. een vlucht in het kader van brandpreventie of controle op hetmilieu € 8,03

5. een vlucht voor het bespuiten van gewassen € 23,57

2. Boven de in artikel 5 genoemde vergoedingen wordt voor elke startof elke landing met een vliegtuig voor het uitvoeren van een vluchtten behoeve van reclamedoeleinden, waarbij gebruik wordt gemaaktvan een sleepnet, een toeslag geheven van € 20,84

 

 

 

 

Artikel 8 Parkeergeld

Voor het parkeren van een vliegtuig op het luchtvaartterrein wordt per etmaal of gedeeltedaarvan parkeergeld geheven, overeenkomstig het hierna bepaalde.

1. Het parkeergeld bedraagt voor een vliegtuig:

a. met een oppervlakte tot en met 80 m² € 10,41

b. met een grotere oppervlakte dan 80 m² € 10,41vermeerderd met voor elke 10 m² oppervlakteof een gedeelte daarvan boven 80 m² € 2,35

2. Het parkeergeld bedraagt voor een zweefvliegtuig per etmaal of een gedeelte daarvan € 10,41

3. Geen parkeergeld, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt geheven, indien het parkeren geschiedt gedurende de daglichtperiode, alsmede in het geval, dat voor een vliegtuig een parkeerabonnement is afgesloten.

4. Indien een vliegtuig uitsluitend wordt geparkeerd op grond die eigendom is van de eigenaar of gebruiker van het vliegtuig, dan wel waarvoor de exploitant met de eigenaar of gebruiker een huur of erfpachtovereenkomst heeft aangegaan, wordt, tenzij in die overeenkomst anders is bepaald, geen parkeergeld geheven.

 

Artikel 9 Stallingsgeld

1. Voor het stallen van een vliegtuig in een vliegtuigloods van de exploitant op het luchtvaartterrein wordt per etmaal of gedeelte daarvan stallingsgeld geheven overeenkomstig het in lid 2 bepaalde.

2. Het stallingsgeld bedraagt voor een vliegtuig:

a. met een oppervlakte tot en met 80 m² € 9,74

b. met een oppervlakte groter dan 80 m² € 9,74vermeerderd met € 0,72voor elke 10 m² oppervlakte of een gedeelte daarvan boven 80 m²

 

Artikel 10 Vergoeding voor het doen opstijgen van een vrije ballon

Voor het doen opstijgen of eventueel landen van een vrije bemande ballon vanaf hetluchtvaartterrein wordt een recht geheven van € 23,57

 

Artikel 11 Abonnementen

1. De exploitant kan met de eigenaar of gebruiker van een vliegtuig, waarvan de oppervlakte niet méér dan 200 m² bedraagt, op diens verzoek, een abonnement afsluiten ten behoeve van het parkeren, stallen of landen of een combinatie daarvan van een vliegtuig op het luchtvaartterrein.

2. Het voor een abonnement, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, verschuldigde recht wordt geheven conform de bij deze havengeldregeling behorende bijlage I.

 

Artikel 12 Rechten zweefvliegen

1. Behoudens hetgeen in de voorgaande artikelen ten aanzien van zweefvliegtuigen is geregeld, bedraagt het recht voor het gebruik van het luchtvaartterrein ten behoeve van een zweefvliegtuig incombinatie met een lier voor het doen opstijgen van een zweefvliegtuig,indien en voor zover daarvoor een abonnement is afgesloten, ongeachtde intensiteit van het gebruik, per maand of gedeelte daarvan € 83,79

2. In geval voor meer dan één zweefvliegtuig of voor meer dan één lier voor het doen opstijgen van een zweefvliegtuig, eveneens volgens abonnement gebruik van het luchtvaartterrein wordt gemaakt, bedraagt het recht, ongeacht de intensiteit van het gebruik, voor:a. elk volgend zweefvliegtuig boven het getal één,per maand of gedeelte daarvan € 61,26b. elke volgende lier boven het getal één,per maand of gedeelte daarvan € 24,12

c. In incidentele gevallen kan, wanneer geen abonnement isafgesloten, van het luchtvaartterrein door een zweefvliegtuiggebruik worden gemaakt tegen een dagtarief van € 14,09

 

Artikel 13 Overige bepalingen inzake de heffing van rechten

1. Voor de toepassing van de in artikel 5, onder lid 2, genoemde rechten wordt een schijnlanding (overshoot) gelijkgesteld met een landing.

2. Voor de toepassing van de in de artikelen 5, 6, 7, 8 en 9 genoemde rechten wordt onder vliegtuig mede een hefschroefvliegtuig en een ultra light vliegtuig begrepen.

3. Indien een vliegtuig, na van het luchtvaartterrein te zijn opgestegen, hierop zonder een ander luchtvaartterrein te hebben aangedaan, wegens slechte weersomstandigheden, motorstoring of andere onvoorziene buitengewone oorzaken, terugkeert, zullen geen rechten, als bedoeld in de artikelen 5, 6 en 7, worden geheven.4. Indien een hefschroefvliegtuig tot geringe hoogte opstijgt voor verplaatsing van dat hefschroefvliegtuig, in verband met het parkeren of het stallen op het luchtvaartterrein, zal dit niet als een terreinvlucht worden aangemerkt.

5. In alle hiervoor genoemde rechten zijn niet begrepen:

a. de omzetbelasting (BTW) ingevolge de huidige of toekomstige wetgeving;

b. de kosten voor het verlenen van enigerlei hulp bij het landen, parkeren, (met inbegrip van verankeren), of vertrek van een vliegtuig;

c. de kosten van afhandeling ten behoeve van een overlandvlucht (handling).

Artikel 14 Inning van de rechten

1. Alle krachtens deze regeling verschuldigde rechten of vergoedingen worden geïnd door of namens de havenmeester van het luchtvaartterrein, die deze verantwoordt op de wijze, zoals door de exploitant is bepaald.Door of namens de havenmeester wordt voor iedere betaling een bewijs afgegeven, zoals de exploitant dat heeft vastgesteld.

2. Geen terugbetaling van rechten of vergoedingen geschiedt, behalve in geval van overmacht, indien van datgene, waarvoor werd betaald, niet of niet ten volle gebruik wordt gemaakt.

 

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De thans geldende havengeldregeling 2010, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze Luchthavengeldregeling treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die, waarin de Koninklijke Goedkeuring is verkregen, doch niet eerder dan per 1 januari 2011.

3. Deze regeling wordt aangehaald als “Luchthavengeldregeling 2011”. 

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Ameland, gehouden op 13 december 2010.
, voorzitter.
, griffier.  

Bijlgae conform artikel 11 1

Artikel 1 Maandabonnementen

1. Het recht bij het afsluiten van een maandabonnement bedraagt per maand, indien dit wordt afgesloten ten behoeve van:

A. het parkeren van een vliegtuig op het luchtvaartterrein, zowel binnen als buiten de daglichtperiode:

a. met een oppervlakte tot en met 80 m2 € 145,83

b. met een oppervlakte groter dan 80 m2 € 145,83vermeerderd met € 21,00voor elke 10 m2 oppervlakte of een gedeelte daarvan boven de 80 m2B. het landen met een vliegtuig op het luchtvaartterrein en het parkeren van een vliegtuig op het luchtvaartterrein binnen de daglicht periode:

a. met een gewicht van ten hoogste 1.500 kg € 184,40

b. met een gewicht van meer dan 1.500 kg,per 1.000 kg of een gedeelte daarvan € 184,40

C. het landen met een vliegtuig op het luchtvaartterrein en het parkeren van een vliegtuig op het luchtvaartterrein zowel binnen als buiten de daglichtperiode:

a. met een gewicht van ten hoogste 1.500 kg € 204,94

b. met een gewicht van meer dan 1.500 kgper 1.000 kg of een gedeelte daarvan € 204,94

Artikel 2 Landingsgeld

In afwijking van het in artikel 5, onder lid 2, van de Havengeldregeling bepaalde, bedraagt het recht naar gewicht voor een vliegtuig, waarvoor een maandabonnement als bedoeld in artikel 1, onder B en C, is afgesloten:

- tot en met 1.500 kg € 1,29- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000 kg of een gedeelte daarvan € 1,29- Indien het vliegtuig is ingedeeld in geluidsklasse 1 geldtper landing een toeslag van: € 2,87- indien het vliegtuig is ingedeeld in geluidsklasse 2 geldtper landing een toeslag van: € 2,45

 

Artikel 3

1. Een abonnement, als bedoeld in artikel 1, gaat in op elke gewenste dag van de maand en eindigt op de overeenkomstige dag van de volgende maand.

2. Verlenging van een abonnement geschiedt telkens stilzwijgend voor een periode van een maand, tenzij anders met de exploitant is overeengekomen.

3. De exploitant behoudt zich het recht voor het verzoek van de eigenaar of houder van een vliegtuig voor het afsluiten van een abonnement te weigeren.Een weigering zal met redenen omkleed aan de aanvrager schriftelijk worden meegedeeld.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de Raad van degemeente Ameland, gehouden op 13 december 2010.

, voorzitter.

, griffier.