Regeling vervallen per 31-12-2014

Verordening op de heffing en invordering van Liggeld 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 30-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Liggeld 2014

De raad van de gemeente Ameland,

overwegende

- de besluitvorming rond de kadernota en de programmabegroting 2014 – 2017;

- dat de hieruit voortvloeiende Liggeldverordening 2014 formeel moet worden vastgesteld.

 

besluit

de Liggeldverordening 2014 vast te stellen

 

Ballum, 16 december 2013

 

 

Albert de Hoop

voorzitter Jacqueline Metz

griffier

 

Artikel 1

 

Artikel 1  Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening wordt liggeld voor vaartuigen geheven.

Artikel 2  Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. vaartuigen:

alle soorten drijvende lichamen, die wegens hun drijfvermogen gebezigd worden, dan wel bestemd of geschikt zijn voor het vervoer te water.

b. veerdam:

de veerdam te Nes en de losstoep in Ballum.

c. ligplaats:

ligplaats die voor een periode van minimaal vier maanden in gebruik wordt gegeven.

d. afmeerplaats:

plaats waar tijdelijk, voor laden en lossen, met een vaartuig kan worden afgemeerd.

e. lengte:

de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in strekkende meters, gemeten daar waar het vaartuig het langst is.

f. ligplaatsperiode:

de jaarlijkse periode van 1 april tot 1 november.

Artikel 3  Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de schipper, de eigenaar of de gebruiker van het vaartuig, voor het beschikken over een ligplaats of afmeerplaats aan de veerdam te Nes en de losstoep te Ballum, met uitzondering van de schipper, de eigenaar of de gebruiker van vaartuigen ten behoeve van de reguliere veerdienst Holwerd-Ameland.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De grondslag voor de berekening van het recht is de lengte van het vaartuig, waarbij een gedeelte van een strekkende meter wordt gerekend voor een gehele.

Artikel 5  Tarief

1. Het tarief voor een ligplaats is € 127,34 per strekkende meter per kalenderjaar.

2. Het tarief voor een afmeerplaats is € 5,79 per strekkende meter per keer dat wordt afgemeerd, waarbij meerder keren aan- en afmeren binnen een periode van 24 uur voor één keer worden geteld en de periode van afmeren maximaal 24 uur kan bedragen.

3. De in de leden 1 en 2 genoemde tarieven zijn exclusief BTW.

Artikel 6  Wijze van heffing

Het liggeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel  7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de

  jaarlijks verschuldigde rechten

1. De rechten bedoeld in artikel 5, lid 1 zijn verschuldigd bij het begin van de ligplaatsperiode of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van de ligplaatsperiode aanvangt, zijn de rechten verschuldigd naar rato van het aantal gehele kalendermaanden, na de aanvang van de belastingplicht, waarbij een niet volledige eerste kalendermaand voor een volledige maand telt.

3. Indien de belastingplicht in de loop van de ligplaatsperiode eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de voor dat kalenderjaar verschuldigde rechten naar rato van het aantal gehele kalendermaanden die er, na het einde van de belastingplicht, nog overblijven.

Artikel 8  Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in artikel 5, lid 2 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel  9 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de op grond van in artikel 7 verstuurde aanslagen worden betaald binnen drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

2. In afwijking van artikel 9 eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de op grond van artikel 8 opgelegde aanslagen worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel  10 Kwijtschelding

Bij de invordering van liggelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel  11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van liggelden.

Artikel  12  Inwerkingtreding  en  citeertitel

1. De “Verordening Liggeld 2013”, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

 

 

4. Deze verordening wordt aangehaald als de “Liggeldverordening 2014”.

 

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Ameland, gehouden op 16 december 2013.
, voorzitter.
, griffier.
 

Nieuwe Bijlage 1

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Inleidende bepaling

De gemeente heeft als eigenaar van de veerdam te maken met de kosten van onderhoud. Daarnaast vinden ten behoeve van (plezier)vaartuigen die aan de veerdam afmeren baggerwerkzaamheden plaats. Door deze vaartuigen liggeld te laten betalen, kunnen onderhoudskosten aan de veerdam, bijkomende baggerkosten en dergelijke voor een deel worden gedekt.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Onder een “vaartuig” wordt verstaan elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen, of voor het dragen van of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen, zomede elk drijvend lichaam ten dienste van de exploratie of exploitatie van olie- en gasvelden of het winnen van mineralen in de waterbodem.

(Volgens Nationale Havenraad: elk drijvend lichaam dat blijkens zijn constructie is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer te water of voor het dragen van voorwerpen die al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmaken).

De omschrijving zoals die nu in artikel 2 staat vermeld is voldoende en dekt de typen vaartuigen die worden bedoeld om voor liggeld in aanmerking te komen.

Met “veerdam” wordt bedoeld de veerdam in Nes en de zogenoemde losstoep in de Ballumerbocht te Ballum.

Met “ligplaats” wordt bedoeld de veerdam. Tevens wordt bedoeld de losstoep in de Ballumerbocht.

De “afmeerplaats” is dezelfde plaats als genoemd bij “ligplaats”. Met “tijdelijk” wordt hier bedoeld om bijvoorbeeld te kunnen laden en lossen. Dit kan gedurende het hele jaar zijn.

De “lengte” wordt gemeten van punt tot punt van het vaartuig.

De ligplaatsperiode betreft 7 maanden. 

Artikel 3 Belastingplicht

De belastingplicht ontstaat wanneer een ligplaats of afmeerplaats door de gemeente in gebruik wordt gegeven. Dit artikel geeft een opsomming van de mogelijk belastingplichtige personen. In het geval van deze gebruiksretributie zal dat de feitelijke gebruiker van het schip zijn, in de meeste gevallen: de schipper. Afhankelijk van de situatie en eventuele afspraken die zijn gemaakt, kan het ook voorkomen dat de eigenaar, of de gebruiker (soms charteraar) als belastingplichtige wordt aangemerkt.

Hoewel bij de toelichting op de begrippen “ligplaats” en “afmeerplaats” al is aangegeven waarop wordt gedoeld, wordt, om misverstanden te voorkomen, nog eens expliciet aangegeven dat de reguliere veerdienst Holwerd-Ameland (Wagenborg) niet in de heffing wordt betrokken.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing

Omdat de ruimte die door een vaartuig wordt ingenomen bepalend wordt geacht voor de hoogte van het liggeld, zijn de afmetingen van het vaartuig bepalend voor de berekening. Om complexe rekenmethodieken te vermijden, is gekozen voor een praktische maatstaf van heffing, namelijk de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in strekkende meters, gemeten daar waar het vaartuig het langst is.

Artikel 5 Tarief

Eerste lid

Bij “ligplaats” is het tarief per strekkende meter per ligplaatsperiode in een kalenderjaar.

Tweede lid

Bij “afmeerplaats” geldt een tarief per strekkende meter per keer dat wordt afgemeerd. Om de verordening eenvoudig en werkbaar te maken, is er voor gekozen om meerdere keren aan- en afmeren binnen 24 uur te tellen als “één keer”. Eén periode van afmeren duurt daarbij maximaal 24 uur; wanneer er langer wordt afgemeerd, is er sprake van meerdere keren afmeren.

Derde lid

Over de te factureren bedragen wordt BTW in rekening gebracht.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

Wanneer een vaartuig wil afmeren aan de veerdam, is toestemming van de gemeente nodig. Vaartuigen met een vaste ligplaats krijgen jaarlijks een ontheffing van de gemeente. Het gaat hier om een aantal Amelander (rondvaart)bedrijven.

De toestemming voor het afmeren aan een afmeerplaats, kan mondeling of schriftelijk worden verleend, afhankelijk van het tijdstip van aanvragen (dus ook een ontheffing).

Op basis van de juiste gegevens legt de gemeente Ameland een aanslag op aan de belastingplichtige.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

Eerste lid

De belasting voor een ligplaats is verschuldigd bij het begin van de ligplaatsperiode, die loopt van april tot en met oktober van een jaar. Daarmee ontstaat de materiële belastingschuld al bij het begin van deze periode en kan daarna worden geformaliseerd.

Tweede en derde lid

In de leden twee en drie zijn regels gegeven die betrekking hebben op wijzigingen gedurende het kalenderjaar in de belastingplicht. Er is gekozen voor een tijdsevenredige herleiding per maand, waarbij gedeelten van een maand wel worden betrokken in de heffing. Omdat de volledige ligplaatsperiode zeven maanden duurt, geldt voor een periode van bijvoorbeeld 15 mei tot 15 oktober een berekening naar 6/7e deel van het bedrag voor de gehele periode (mei en oktober tellen volledig mee).

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten voor een afmeerplaats zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening, oftewel wanneer kan worden beschikt over de afmeerplaats. Op dat moment kan een aanslag worden opgelegd.

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

Eerste lid

De aanslagen voor ligplaatsen dienen te worden betaald binnen drie maanden na dagtekening. Hiermee wordt beoogd om het betalingsmoment ongeveer in het midden van het seizoen te plaatsen.

Tweede lid

Aanslagen voor een afmeerplaats moeten binnen 30 dagen worden betaald.