Regeling vervallen per 01-01-2022

Luchthavengeldregeling van het gemeentelijk vliegveld Ameland 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Luchthavengeldregeling van het gemeentelijk vliegveld Ameland 2021

De raad van de gemeente Ameland,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 november 2020,

Gelet op de artikelen 216, 219 en 229, aanhef onderdeel a en b van de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen de:

Verordening Luchthavengeldregeling 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    vliegtuig:

  • een luchtvaartuig, zwaarder dan lucht en voorzien van een voortstuwingsinrichting;

  • b.

    zweefvliegtuig:

  • een luchtvaartuig, zwaarder dan lucht en niet voorzien van een voortstuwingsinrichting, dat dynamisch in de lucht kan worden gehouden tengevolge van reactiekrachten op vlakken, die bij een zelfde vliegtoestand niet van stand behoeven te veranderen;

  • c.

    hefschroefvliegtuig:

  • een draagschroefvliegtuig met tijdens de vlucht mechanisch aangedreven vlakken;

  • d.

    motorzweefvliegtuig:

  • een vleugelvliegtuig, dat voor het uitvoeren van een langdurige vrije vlucht niet afhankelijk is van een voortstuwingsinrichting;

  • e.

    e. ultra light vliegtuig:

  • een vleugelvliegtuig van eenvoudige constructie met een totaal massa van niet meer dan 390 kg;

  • f.

    vrije ballon:

  • een luchtvaartuig, lichter dan lucht, dat niet is voorzien van een voortstuwingsinrichting en niet door middel van een ankerkabel of lijn is bevestigd aan het aardoppervlak;

  • g.

    gewicht:

  • het maximum gecertificeerd startgewicht van het vliegtuig, zoals dat blijkt uit het bij het vliegtuig behorende bewijs van luchtwaardigheid;

  • h.

    oppervlakte:

  • het product in m2, van de grootste lengte en breedte van het vliegtuig in luchtwaardige toe-stand, dan wel in een toestand met de vleugels of rotors opgevouwen;

  • i.

    etmaal:

  • een tijdsruimte van 24 uren, te rekenen vanaf het tijdstip van landing van een vliegtuig op het luchtvaartterrein;

  • j.

    overlandvlucht:

  • een vlucht, waarbij het vliegtuig landt op een ander luchtvaartterrein dan dat, vanwaar het is opgestegen;

  • k.

    terreinvlucht:

  • een vlucht, na welke het vliegtuig landt op hetzelfde luchtvaartterrein als waarvan het is op-gestegen, zonder een tussenlanding te hebben uitgevoerd op een ander luchtvaartterrein;

  • l.

    lesvlucht:

  • een overland of een terreinvlucht onder leiding van een bevoegde instructeur om vliegvaar-digheid te krijgen;

  • m.

    rondvlucht:

  • een vlucht, die vervoer door een luchtvaartmaatschappij ten doel heeft, van ten hoogste 60 minuten, welke aanvangt en eindigt op hetzelfde luchtvaartterrein;

  • n.

    fotovlucht:

  • een vlucht met het doel om vanuit de lucht fotografische opnamen te maken;

  • o.

    valschermvlucht:

  • een vlucht met het doel valschermspringen te laten uitvoeren;

  • p.

    parkeren:

  • het in de buitenlucht op het luchtvaartterrein doen verblijven van een vliegtuig;

  • q.

    stallen:

  • het in een vliegtuigloods doen verblijven van een vliegtuig;

  • r.

    passagier:

  • een inzittende van een vliegtuig, niet behorende tot het boordpersoneel;

  • s.

    exploitant:

  • het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Ameland;

  • t.

    luchtvaartterrein:

  • het door de Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen luchtvaartterrein;

  • u.

    grondtijd:

  • de tijd die wordt gerekend in verband met lesvluchten uitgevoerd door een niet op het luchtvaartterrein gevestigde erkende vliegschool tussen de overlandlanding en de over-landstart. Indien tussen overlandlanding en start, lokaal starts en landingen worden geoe-fend is er geen grondtijd. Indien er tussentijds even gepauzeerd wordt (koffiepauze ± 1,5 uur) en mogelijk even het luchthaventerrein wordt verlaten, is er sprake van grondtijd. Is in de grondtijd meerdere uren + verlaten van het luchtvaartterrein, c.q. een overnachting ver-vat, dan vervalt de speciale leslandingsregeling conform artikel 5. Het gewone landings-recht volgens artikel 5, lid 1 en lid 2 sub a-b is dan verschuldigd voor de overlandlandingen alsmede het toeristenrecht.

  • v.

    vliegschool:

  • een door het Ministerie van Verkeer & Waterstaat divisie Luchtvaart erkende vliegschool;

  • w.

    straffactortoeslag:

  • een toeslag die berekend wordt op landingen c.q. starts die worden uitgevoerd op zaterda-gen, zondagen en feestdagen alsmede op landingen c.q. starts na 19.00 uur in de periode 1 april tot en met 30 september;

  • x.

    geluidstoeslag:

  • een toeslag die berekend wordt op landingen c.q. starts met toestellen die zijn ingedeeld in geluidsklasse 1 en 2 zoals gehanteerd door de Inspectie Verkeer & Waterstaat divisie Luchtvaart;

  • y.

    geluidsklasse-indeling

  • de indeling van vliegtuigen in geluidsklassen, zoals gehanteerd door de inspectie Verkeer & Waterstaat divisie Luchtvaart.

Artikel 2 Aard van de heffing

Voor het gebruik door luchtvaartuigen van het luchtvaartterrein te Ballum Ameland worden overeen-komstig de bepalingen van deze regeling rechten geheven onder de naam van havengelden.

Artikel 3 Betalingsplicht

Betalingsplichtig is de eigenaar van het luchtvaartuig, de gebruiker daarvan en degene, die als ge-machtigde van de eigenaar of de gebruiker optreedt, met dien verstande dat ieder van de genoem-de personen het recht hoofdelijk verschuldigd is en betaling door de één, de andere(n) bevrijdt.

Artikel 4 Wijzen van heffing

  • 1.

    Het recht voor een landing is verschuldigd terstond nadat de landing is uitgevoerd; de ove-rige rechten zijn bij vooruitbetaling verschuldigd.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan aan, naar oordeel van de havenmeester of zijn plaatsvervanger, daarvoor in aanmerking komende natuurlijke personen of rechtsperso-nen toestemming worden verleend tot betaling van de verschuldigde rechten na ontvangst van een daarvoor opgemaakte nota, zulks onder door de exploitant gestelde of nader te stellen voorwaarden.

Artikel 5 Landings en startgeld

  • 1.

    Voor het landen en starten met een vliegtuig op het luchtvaartterrein is aan de exploitant een landings en/of startgeld verschuldigd, waarvan de hoogte wordt bepaald door de volgende factoren:

    • a.

      het gewicht van het vliegtuig (deze factor hierna te noemen: het recht naar gewicht);

  • b.

    het tijdstip van de landing of start (deze factor hierna te noemen: het recht voor weekend, feestdagen en vroegere/latere openstelling); Feestdagen met weekend-toeslagen zijn: tweede Paasdag, tweede Pinksterdag en Hemelvaartsdag.

  • c.

    het aantal passagiers, dat zich aan boord bevindt bij aankomst van het vliegtuig op het luchtvaartterrein (deze factor hierna te noemen: het recht voor passagiers).

  • 2.

    Bij de berekening van de in lid 1, sub a, van dit artikel bedoeld recht naar gewicht wordt onderscheid gemaakt naar:

  • a.

    overlandvluchten;

  • b.

    terreinvluchten;

  • c.

    lesvluchten;

  • A.

    Overlandvlucht

Ingeval van een overlandvlucht bedraagt het verschuldigde recht naar gewicht per landing inge-deeld per geluidsklasse van maandag tot en met vrijdag voor vliegtuigen met een gewicht:

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 1 en 2 € 23,95

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 3-6 € 20,05

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 7 en 8 € 18,15

- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000 kg of een

gedeelte daarvan een toeslag van € 20,05

Ingeval van een overlandvlucht bedraagt het verschuldigde recht naar gewicht per landing inge-deeld per geluidsklasse in het weekend en tijdens feestdagen met een gewicht:

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 1 en 2 € 27,55

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 3-6 € 23,50

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 7 en 8 € 18,15

- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000 kg of een

gedeelte daarvan een toeslag van € 20,05

  • B.

    Terreinlanding

Ingeval van een terreinlanding bedraagt het verschuldigde recht naar gewicht per landing inge-deeld per geluidsklasse van maandag tot en met vrijdag voor vliegtuigen met een gewicht:

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 1 en 2 € 22,05

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 3-6 € 15,00

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 7 en 8 € 12,95

- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000 kg of een

gedeelte daarvan een toeslag van € 20,05

Ingeval van een terreinlanding bedraagt het verschuldigde recht naar gewicht per landing ingedeeld per geluidsklasse in het weekend en tijdens feestdagen voor vliegtuigen met een gewicht:

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 1 en 2 € 24,95

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 3-6 € 15,50

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 7 en 8 € 14,00

- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000 kg of een

gedeelte daarvan een toeslag van € 20,05

  • C.

    Lesvlucht

In geval van een lesvlucht bedraagt het recht voor een landing met een vliegtuig, waarmee een lesvlucht wordt uitgevoerd door een niet op het luchtvaartterrein gevestigde erkende vliegschool, en een maximale grondtijd (pauzetijd) van ± 1,5 uur,

Voor de eerste landing op maandag tot en met vrijdag:

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 1 en 2 € 23,95

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 3-6 € 20,05

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 7 en 8 € 18,15

- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000 kg of een

gedeelte daarvan een toeslag van € 20,05

Voor de eerste landing in het weekend en tijdens feestdagen:

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 1 en 2 € 27,55

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 3-6 € 23,50

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 7 en 8 € 18,15

- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000 kg of een

gedeelte daarvan een toeslag van € 20,05

De volgende landingen, c.q. doorstarts op maandag tot en met vrijdag:

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 1 en 2 € 6,95

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 3-6 € 5,95

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 7 en 8 € 3,90

- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000 kg of een

gedeelte daarvan een toeslag van € 20,05

De volgende landingen, c.q. doorstarts in het weekend en tijdens feestdagen:

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 1 en 2 € 12,00

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 3-6 € 10,50

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 7 en 8 € 8,95

- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000 kg of een

gedeelte daarvan een toeslag van € 20,05

Een niet op het luchtvaartterrein gevestigde niet erkende vliegschool valt niet onder de artikel 5, lid 2 sub c regeling, en is het gewone landingsrecht verschuldigd voor zowel overland-, als terreinlandingen.

Indien tussen aankomstlanding en vertrekstart een nacht is vervat in de grondtijd, kan er in principe niet meer worden gesproken van een normale lesvlucht, de inzittenden zijn dan aan te merken als toeristen, zijn toeristenbelasting verschuldigd en vallen niet onder dit artikel 6 en zijn ook de gewone landingsrechten verschuldigd voor zowel overland-, als terreinlandingen.

Een op het luchtvaartterrein gevestigde erkende vliegschool kan een maandabonnement voor zowel overland-, als terreinlandingen aangaan.

n tijdelijk op het luchtvaartterrein gevestigde vliegschool (bv. tijdens de erkenningsaanvraag) kan slechts een maandabonnement aangaan voor de terreinlandingen. Dit geldt ook indien voor die vliegschool, de erkenningsaanvraag eventueel niet mocht worden gehonoreerd.

Artikel 6 Startgeld voor motorsleepvliegtuig in combinatie met zweefvliegtuig en landingsgeld voor leslandingen, uitgevoerd door vliegtuigen van niet op het luchtvaartterrein gevestigde vliegscholen

  • 1.

  • a.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 5 bedraagt het recht voor een motorsleepvliegtuig, dat gestart is met een zweefvliegtuig en waarvan het gewicht 1500 kg of minder bedraagt

  • perr start € 18,80

  • b.

    Het hiervoor onder a. genoemde startgeld wordt met 100% verhoogd, indien het ge-wicht van het vliegtuig méér dan 1500 kg. bedraagt

Artikel 7 Parkeergeld

Voor het parkeren van een vliegtuig op het luchtvaartterrein wordt per etmaal of gedeelte

daarvan parkeergeld geheven, overeenkomstig het hierna bepaalde.

  • 1.

    Het parkeergeld bedraagt voor een vliegtuig:

  • a.

    met oppervlakte tot en met 80 m² € 12,60

  • b.

    met een grotere oppervlakte dan 80 m² € 12,60

  • c.

    voor elke 10 m² oppervlakte of een gedeelte daarvan boven 80 m²

  • € 2,75

  • 2.

    Het parkeergeld bedraagt voor een zweefvliegtuig per etmaal of een gedeelte daarvan

  • € 12,60

Geen parkeergeld, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt geheven, indien het parkeren

geschiedt gedurende de daglichtperiode, alsmede in het geval, dat voor een vliegtuig een

parkeerabonnement is afgesloten.

Indien een vliegtuig uitsluitend wordt geparkeerd op grond die eigendom is van de eigenaar

of gebruiker van het vliegtuig, dan wel waarvoor de exploitant met de eigenaar of gebruiker

een huur of erfpachtovereenkomst heeft aangegaan, wordt, tenzij in die overeenkomst

anders is bepaald, geen parkeergeld geheven.

Artikel 8 Stallingsgeld

  • 1.

    Voor het stallen van een vliegtuig in een vliegtuigloods van de exploitant op het luchtvaart-terrein wordt per etmaal of gedeelte daarvan stallingsgeld geheven overeenkomstig het in lid 2 bepaalde.

  • 2.

    Het stallingsgeld bedraagt voor een vliegtuig:

  • a.

    met een oppervlakte tot en met 80 m² € 11,75

  • b.

    met een oppervlakte groter dan 80 m² € 11,75

  • vermeerderd met € 0,80

  • voor elke 10 m² oppervlakte of een gedeelte daarvan boven 80 m²

Artikel 9Vergoeding voor het doen opstijgen van een vrije ballon

Voor het doen opstijgen of eventueel landen van een vrije bemande ballon vanaf het

luchtvaartterrein wordt een recht geheven van € 28,60

Artikel 10 Abonnementen

1. De exploitant kan met de eigenaar of gebruiker van een vliegtuig, waarvan de oppervlakte niet méér dan 200 m² bedraagt, op diens verzoek, een abonnement afsluiten ten behoeve van het parkeren, stallen of landen of een combinatie daarvan van een vliegtuig op het luchtvaartterrein.

2. Het voor een abonnement, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, verschuldigde recht wordt geheven conform de bij deze havengeldregeling behorende bijlage I.

Artikel 11 Rechten zweefvliegen

  • 1.

    Behoudens hetgeen in de voorgaande artikelen ten aanzien van

  • zweefvliegtuigen is geregeld, bedraagt het recht voor het gebruik

  • van het luchtvaartterrein ten behoeve van een zweefvliegtuig in

  • combinatie met een lier voor het doen opstijgen van een zweefvliegtuig,

  • indien en voor zover daarvoor een abonnement is afgesloten, ongeacht

  • de intensiteit van het gebruik, per maand of gedeelte daarvan € 115,40

  • 2.

    In geval voor meer dan één zweefvliegtuig of voor meer dan één lier voor het doen opstij-gen van een zweefvliegtuig, eveneens volgens abonnement gebruik van het luchtvaartterrein wordt gemaakt, bedraagt het recht, ongeacht de intensiteit van het gebruik, voor:

  • elk volgend zweefvliegtuig boven het getal één,

  • a.

    per maand of gedeelte daarvan € 78,05

  • b.

    elke volgende lier boven het getal één,

  • per maand of gedeelte daarvan € 30,75

  • c.

    In incidentele gevallen kan, wanneer geen abonnement is afgesloten, van het luchtvaartterrein door een zweefvliegtuig gebruik worden gemaakt tegen een dagtarief van € 17,90

Artikel 12 Overige bepalingen inzake de heffing van rechten

  • 1.

    Voor de toepassing van de in artikel 5, onder lid 2, genoemde rechten wordt een schijnlanding (overshoot) gelijkgesteld met een landing.

  • 2.

    Voor de toepassing van de in de artikelen 5, 6, 7, 8 en 9 genoemde rechten wordt onder vliegtuig mede een hefschroefvliegtuig en een ultra light vliegtuig begrepen.

  • 3.

    Indien een vliegtuig, na van het luchtvaartterrein te zijn opgestegen, hierop zonder een ander luchtvaartterrein te hebben aangedaan, wegens slechte weersomstandigheden, motorstoring of andere onvoorziene buitengewone oorzaken, terugkeert, zullen geen rechten, als bedoeld in de artikelen 5, 6 en 7, worden geheven.

  • 4.

    Indien een hefschroefvliegtuig tot geringe hoogte opstijgt voor verplaatsing van dat hef-schroefvliegtuig, in verband met het parkeren of het stallen op het luchtvaartterrein, zal dit niet als een terreinvlucht worden aangemerkt.

  • 5.

    In alle hiervoor genoemde rechten zijn niet begrepen:

  • a.

    de omzetbelasting (BTW) ingevolge de huidige of toekomstige wetgeving;

  • b.

    de kosten voor het verlenen van enigerlei hulp bij het landen, parkeren, (met inbegrip van verankeren), of vertrek van een vliegtuig;

  • c.

    de toeristen belasting.

Artikel 13 Inning van de rechten

1. Alle krachtens deze regeling verschuldigde rechten of vergoedingen worden geïnd door of namens de havenmeester van het luchtvaartterrein, die deze verantwoordt op de wijze, zoals door de exploitant is bepaald. Door of namens de havenmeester wordt voor iedere betaling een bewijs afgegeven, zoals de exploitant dat heeft vastgesteld.

2. Geen terugbetaling van rechten of vergoedingen geschiedt, behalve in geval van over-macht, indien van datgene, waarvoor werd betaald, niet of niet ten volle gebruik wordt gemaakt.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De verordening luchthavengeldregeling 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze Luchthavengeldregeling treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die, waarin de Koninklijke Goedkeuring is verkregen, doch niet eerder dan per 1 januari 2021.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als “Luchthavengeldregeling 2021”.

Aldus vastgesteld in de raad van van de gemeente Amweland, gehouden op 14 december 2020

, voorzitter

, griffier

Behorende bij besluit van 14 december 2020

Bijlage conform artikel 11

Artikel 1 Maandabonnementen

1 Het recht bij het afsluiten van een maandabonnement bedraagt per maand, indien dit wordt afgesloten ten behoeve van:

A. het parkeren van een vliegtuig op het luchtvaartterrein, zowel binnen als bui-ten de daglichtperiode:

a. met een oppervlakte tot en met 80 m2 € 186,00

b. met een oppervlakte groter dan 80 m2 € 186,00

vermeerderd met € 26,75

voor elke 10 m2 oppervlakte of een gedeelte daarvan

boven de 80 m2

B. het landen met een vliegtuig op het luchtvaartterrein en het parkeren van een vliegtuig op het luchtvaartterrein binnen de daglicht periode:

a. met een gewicht van ten hoogste 1.500 kg € 262,50

b. met een gewicht van meer dan 1.500 kg,

per 1.000 kg of een gedeelte daarvan € 262,50

C. het landen met een vliegtuig op het luchtvaartterrein en het parkeren van een vliegtuig op het luchtvaartterrein zowel binnen als buiten de daglichtperiode:

a. met een gewicht van ten hoogste 1.500 kg € 261,55

b. met een gewicht van meer dan 1.500 kg

per 1.000 kg of een gedeelte daarvan € 261,55

Artikel 2 Landingsgeld

In afwijking van het in artikel 5, onder lid 2, van de Havengeldregeling bepaalde, be-draagt het recht naar gewicht voor een vliegtuig, waarvoor een maandabonnement als bedoeld in artikel 1, onder B en C, is afgesloten:

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 1 en 2 € 9,65

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 3-6 € 4,65

- tot en met 1500 kg, geluidsklasse 7 en 8 € 3,45

- met een gewicht van meer dan 1500 kg per 1000 kg of een

gedeelte daarvan een toeslag van € 9,65

Artikel 3

1. Een abonnement, als bedoeld in artikel 1, gaat in op elke gewenste dag van de maand en eindigt op de overeenkomstige dag van de volgende maand.

2. Verlenging van een abonnement geschiedt telkens stilzwijgend voor een periode van een maand, tenzij anders met de exploitant is overeengekomen.

3. De exploitant behoudt zich het recht voor het verzoek van de eigenaar of houder van een vliegtuig voor het afsluiten van een abonnement te weigeren.

Een weigering zal met redenen omkleed aan de aanvrager schriftelijk worden meegedeeld.

Ondertekening