Regeling vervallen per 26-07-2012

Verordening tot wijziging van de Bouwverordening 2012  inzake artikel 2.5.30, en de bijgestelde en toegevoegde parkeernormen voor kleine woningen, studentenhuisvesting, detailhandel, woningen zonder parkeerplaats, sportvelden en sauna’s. ​

Geldend van 26-07-2012 t/m 25-07-2012

Intitulé

Verordening tot wijziging van de Bouwverordening 2012  inzake artikel 2.5.30, en de bijgestelde en toegevoegde parkeernormen voor kleine woningen, studentenhuisvesting, detailhandel, woningen zonder parkeerplaats, sportvelden en sauna’s. ​

Verordening tot wijziging van de Bouwverordening 2012 inzake artikel 2.5.30, en de bijgestelde en toegevoegde parkeernormen voor kleine woningen, studentenhuisvesting, detailhandel, woningen zonder parkeerplaats, sportvelden en sauna’s

Artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen

  • 1.

    a. Bij een gebouw moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto’s in de juiste mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder dat gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

    • b.

      In afwijking van lid 1a geldt dat voor ontwikkelingen in de binnenstad de parkeereis opgelost wordt in bestaande of nieuw te realiseren parkeervoorzieningen aan de rand van de binnenstad.

  • 2.

    De in lid 1 genoemde juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van parkeernormen waarbij het volgende van toepassing is:

    • a.

      De parkeernorm is opgenomen in bijlage 15 bij deze verordening.

    • b.

      Bij ontwikkelingen met meerdere functies wordt uitgegaan van meervoudig gebruik van parkeerplaatsen, tenzij een zwaarwegend belang dat onmogelijk maakt. Als rekenregel bij meervoudig gebruik van parkeerplaatsen geldt dat de parkeereis gelijk is aan het berekende aantal parkeerplaatsen bij meervoudig gebruik + 25% van het verschil tussen de berekening zonder en met meervoudig gebruik. Voor de berekening wordt uitgegaan van de aanwezigheidspercentages volgens de CROW-publicatie 182.

    • c.

      Bij de berekening van de parkeereis wordt rekening gehouden met de reductiefactoren zoals die in bijlage 15 zijn vermeld.

    • d.

      Er kan onder in lid 3 genoemde voorwaarden een parkeernorm toegepast worden die onder de norm ligt.

    • e.

      Er kan onder in lid 4 genoemde voorwaarden een parkeernorm toegepast worden die tussen de norm en de hoge norm ligt.

    • f.

      Er kan onder in lid 5 genoemde voorwaarden een parkeernorm toegepast worden die boven de hoge norm ligt.

  • 3.

    De in lid 2 onder d genoemde voorwaarden zijn:

    • a.

      de normen voor woningbouw worden niet verlaagd, ook niet bij functiewijziging of nieuwe bouwprojecten anders dan woningbouw.

    • b.

      voor alle overige functies wordt met door de aanvrager te leveren relevante onderzoeken, die door de gemeente worden getoetst en geaccordeerd, aangetoond, dat de parkeernorm voor die specifieke functie op de betreffende locatie verlaagd kan worden, omdat de norm te hoog is. Een verlaging van de parkeernorm kan alleen als redelijkerwijs aannemelijk wordt gemaakt dat de functie minder parkeerders genereert dan met de vastgestelde norm wordt berekend.

    • c.

      in concrete gevallen kan in afrondende zin een relatief beperkt aantal parkeerplaatsen komen te vervallen, zo lang dat niet leidt tot parkeeroverlast op de openbare weg; hierbij geldt dat de extra parkeerdruk op de openbare weg als gevolg van het bouwplan niet hoger mag worden dan 80% op het moment van de aanvraag.

  • 4.

    De in lid 2 onder e genoemde voorwaarden zijn:

    • a.

      voor kantoren op intercity- of knooppuntlocaties en detailhandel op intercity- of knooppuntlocaties:

      • -

        een door de initiatiefnemer ingevuld ‘Formulier Mobiliteitsprofiel’ (zie bijlage 15) dat vervolgens door de gemeente is getoetst;

    • b.

      voor kantoren op snelweg- of overige locaties op snelweg- of overige locaties:

      • -

        een door de initiatiefnemer ingevuld ‘Formulier Mobiliteitsprofiel’ (zie bijlage 15) dat vervolgens door de gemeente is getoetst en geaccordeerd.

  • 5.

    De in lid 2 onder f genoemde voorwaarden zijn:

    • a.

      het in lid 4 vermelde geldt onverkort;

    • b.

      het te verwachten extra autoverkeer als gevolg van de extra parkeerplaatsen boven de hoge norm leidt niet tot (extra) doorstromingsproblemen op de grote stadswegen. De gemeente onderzoekt dit;

    • c.

      de aanleg van parkeerplaatsen boven de hoge norm moet een algemeen belang dienen. Zo zullen de parkeerplaatsen die ongebruikt blijven buiten kantooruren op koopavonden en in weekeinden opengesteld worden voor openbaar gebruik volgens een lokaal vergelijkbaar openbaar parkeerregime;

    • d.

      aanleg- en beheerkosten van het onder c gestelde komen voor rekening van de aanvrager, en de eventuele opbrengsten uit parkeergelden komen ten gunste van de aanvrager. Kosten die door het openbare gebruik gemaakt moeten worden voor beveiliging van objecten worden in mindering gebracht op de onder lid 4 onder a vermelde financiële bijdrage;

    • e.

      een parkeergelegenheid boven 200 parkeerplaatsen wordt opgenomen in het gemeentelijke ParkeerrouteInformatieSysteem. De kosten daarvan zijn voor rekening van de aanvrager;

    • f.

      de aanvrager en de gemeente komen de afspraken overeen in een parkeerovereenkomst.

  • 6.

    De in lid 1 bedoelde ruimten voor het parkeren van auto’s moeten afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto’s. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:

    • a.

      als de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,00 m bij 5,50 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen, en bij haaks of gestoken parkeren de ruimten ten minste 2,50 m bij 5,00 m bedragen;

    • b.

      als de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte – voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst – ten minste 3,50 m bij 6,00 m bedragen, en bij haaks parkeren met een uitstapstrook langs het parkeervak ten minste 3,00 m breed en zonder uitstapstrook 3,50 m breed en ten minste 5,00 m lang bedragen.

  • 7.

    Als de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

  • 8.

    De raad kan ontheffing verlenen van:

    • a.

      het bepaalde in het eerste lid onder a en het zevende lid voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

    • b.

      het bepaalde in het eerste lid onder b als het oplossen van de parkeereis op andere plaatsen dan op eigen terrein leidt tot onaanvaardbare consequenties;

    • c.

      het bepaalde in het tweede, derde, vierde en vijfde lid, als het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend:

      • -

        een te verwachten meer dan gemiddeld aantal gehandicapte gebruikers of bezoekers van het gebouw;

      • -

        een bestemming van het gebouw als parkeergarage, dan wel garagebedrijf.

    • d.

      de raad kan voor het bepaalde onder a, b en c en voor de toepassing van de parkeernormen nadere regels stellen.

BIJLAGE 15 AUTOPARKEERNORMEN

(Opgenomen zijn de categorieën waarbinnen de wijzigingen worden voorgesteld, en slechts de functies met wijzigingen in de parkeernorm of in de opmerkingen.)

Parkeernormen woningen

norm

functie [eenheid]

binnenstad

schil rest bebouwde kom

aandeel bezoekers

opmerkingen

woning duur [per woning]

1,30 (2,00)

1,70 (3,00)

2,00 (3,00)

0,30

het openbare bezoekersaandeel geldt niet voor de binnenstad

woning goedkoop/middelduur en starterswoning [per woning]

1,20 (2,00)

1,50 (3,00)

1,70 (3,00)

0,30

het openbare bezoekersaandeel geldt niet voor de binnenstad

serviceflat/aanleunwoning [per woning]

0,80 (0,80)

0,80 (3,00)

0,80 (3,00)

0,30

1.zelfstandige woonvorm met zorgfaciliteiten, bestemd voor ouderen met een zorgindicatie

2.het openbare bezoekers-aandeel geldt niet voor de binnenstad

verpleeghuis/verzorgingstehuis

[per wooneenheid]

0,20 (0,50)

0,20 (3,00)

0,20 (3,00)

0,20

1.groepswoningen voor bewoners met een zorgindicatie (bijvoorbeeld gehandicapten/demente-renden)

2.het openbare bezoekers-aandeel geldt niet voor de binnenstad

kamerverhuur [per wooneenheid]

0,60 (2,00)

0,60 (3,00)

0,60 (3,00)

0,20

het openbare bezoekersaandeel geldt niet voor de binnenstad

zelfstandige 1-kamerwoningen tot 45 m2 GBO [per woning]

1,00 (2,00)

1,00 (3,00)

1,00 (3,00)

0,30

bijv. studio’s.

Het openbare bezoekersaandeel geldt niet voor de binnenstad

studentenwoning of studentenkamer [per wooneenheid]

0.60 (0,60)

0,60 (3,00)

0,60 (3,00)

0,20

het openbare bezoekersaandeel geldt niet voor de binnenstad

‘woningen/ruimten zonder parkeerplaats’ (conform omschrijving in de Parkeerverordening)

0,00

nvt

nvt

nvt

Parkeernormen kantoren en winkels

(Voor kantoren en winkels op intercity- en knooppuntlocaties is bij het gebruik van een norm tussen de vermelde norm en de hoge norm een financiële vergoeding vereist.)

Indicatie voor de winkeltypen: stadsdeelcentra > 15.000 m 2 vvo , wijk- , buurt- en dorpscentra < 15.000 m 2 vvo

norm

functie [eenheid]

intercitylocaties

knooppuntlocaties

snelweglocaties

overige locaties

aandeel bezoekers

opmerkingen

detailhandel binnenstad (slechts bij nieuwbouw) [100 m2 bvo]

-

2,80

-

-

85%

Parkeernormen sportvoorzieningen

norm

functie [eenheid]

binnenstad

schil

rest bebouwde kom

aandeel bezoekers

opmerkingen

sportveld (buiten) [ha. netto terrein]

27,00 (27,00)

27,00 (27,00)

27,00 (27,00)

95%

alleen het oppervlak van het sportveld nemen, dus exclusief kleedruimtes, toilet-ten, etc.

Parkeernormen overige voorzieningen

norm

functie [eenheid]

binnenstad

schil

rest bebouwde kom

aandeel bezoekers

opmerkingen

sauna

4,00 (12,00)

4,00 (12,00)

4,00 (12,00)

99%

Overgangsregeling

Op een aanvraag om ontheffing of toestemming of een aanvraag om omgevingsvergunning, die is ingediend vóór de inwerkingtreding van deze wijziging en waarop op dit tijdstip nog niet is beschikt, zijn de bepalingen van de bouwverordening en het bestemmingsplan van toepassing, zoals die luidden voor deze wijziging, tenzij de aanvrager aangeeft dat de gewijzigde bepalingen worden toegepast.

Citeertitel

Verordening tot wijziging van de Bouwverordening 2012 inzake artikel 2.5.30, en de bijgestelde en toegevoegde parkeernormen voor kleine woningen, studentenhuisvesting, detailhandel, woningen zonder parkeerplaats, sportvelden en sauna’s.

Inwerkingtreding

Deze wijzigingen treden in werking op de dag van publicatie van deze wijzigingen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 juli 2012.

de griffier, de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM: