Besluit Mandaatverlening ontvanger gemeentelijke belastingen 2013

Geldend van 20-12-2012 t/m heden

Intitulé

Besluit Mandaatverlening ontvanger gemeentelijke belastingen 2013

B E S LU I T:

Onder intrekking van het Mandaatbesluit ontvanger gemeentelijke belastingen van 5 januari 2012, vast te stellen het:

BESLUIT MANDAATVERLENING ONTVANGER GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

Artikel 1 Mandaatverlening.

De ontvanger van de gemeentelijke belastingen van Amersfoort besluit:

1.Aan de directeur van de sector Maatschappelijke Ontwikkeling, te mandateren, de bevoegdheid om namens hem te innen:

De gevorderde leges als bedoeld in titel 1, voorzover het betreft de hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 13, 14, 16 en 20; titel 3, voorzover betreft de hoofdstukken 1, 2, 3, 4 en 6 van de tarieventabel behorende bij de Verordening Leges.

2.Aan de directeur van de sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer te mandateren de bevoegdheid om namens hem te innen:

De gevorderde leges als bedoeld in titel 1, voorzover betreft de hoofdstukken 7, 8, 11, 12, 16, 18, 19 en 20; titel 2, alle hoofdstukken, van de tarieventabel behorende bij de Verordening Leges;

De gevorderde rechten als bedoeld in de Verordening Begraaf- en crematierechten;

De gevorderde rechten als bedoeld in de Verordening Haven- en kadegeld;

De gevorderde rechten als bedoeld in de Verordening Marktgeld;

De belastingaanslagen als bedoeld in de Verordening Precariobelasting.

  • 3.

    Aan het hoofd VTH van de sector SOB te mandateren de bevoegdheid om namens hem te innen de gevorderde leges als bedoeld in titel 3, hoofdstuk 5 van de tarieventabel, behorende bij de Verordening Leges.

  • 4.

    Aan de directeur Concernmiddelen te mandateren de bevoegdheid om namens hem te innen: De gevorderde leges als bedoeld in titel 1, hoofdstuk 7 en 8, voorzover diensten verleend, van de tarieventabel, behorende bij de Verordening Leges.

  • 5.

    Aan het hoofd van de Griffie te mandateren de bevoegdheid om namens hem te innen:

De gevorderde leges als bedoeld in titel 1, hoofdstuk 7, voorzover diensten verleend, van de tarieventabel, behorende bij de Verordening Leges.

6.Aan de algemeen directeur van de RDW Centrum voor voertuigtechniek en informatie, hierna te noemen RDW, te mandateren de bevoegdheid om namens hem te innen:

De gevorderde leges als bedoeld in titel 1, hoofdstuk 19.1.5 van de tarieventabel behorende bij de Verordening Leges.

  • 7.

    Aan de adjunct directeur van de Stichting Woningcorporatie De Alliantie / Eemvallei, hierna te noemen Alliantie, te mandateren de bevoegdheid om namens hem te innen de gevorderde rechten als bedoeld in artikel 5, onderdeel 1 van de Verordening Staangeld 2000 of zoals deze verordening na wijziging komt te luiden dan wel wordt vervangen door een nieuwe verordening.

  • 8.

    Aan het hoofd VTH van de sector SOB te mandateren de bevoegdheid om namens hem te innen de gevorderde leges als bedoeld in titel 1, hoofdstuk 19, onderdeel 19.1.1 van de tarieventabel behorende bij de Verordening Leges.

  • 9.

    Aan de directeur Coöperatie ParkeerService UA te mandateren de bevoegdheid om namens hem te innen de gevorderde leges als bedoeld in titel 1, hoofdstuk 19 van de tarieventabel behorende bij de Verordening Leges, voor zover het diensten betreft verleend door Coöperatie ParkeerService UA.

  • 10.

    Aan de medewerkers van het team Heffing en Invordering van de afdeling Belastingen te mandateren de bevoegdheid om namens hem uitspraak te doen op bezwaarschriften tegen de in rekening gebrachte rentekosten en verzoeken om kwijtschelding.

Artikel 2 Voorwaarden mandaatverlening.

Aan deze mandatering zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • 1.

    Ondermandaat van de bevoegdheden in artikel 1, leden 1 tot en met 6 en 8 is toegestaan, ondermandaat van de bevoegdheid genoemd in artikel 1, leden 7, 9 en 10 is niet toegestaan.

  • 2.

    Het mandaat onder artikel 1 lid 4 wordt uitgeoefend onder naleving van de door het college van burgemeester en wethouders bij het ‘Mandaatbesluit directeur RDW’ van 2 december 1997 gestelde voorwaarden en het besluit tot benoeming van de algemeen directeur RDW tot onbezoldigd gemeenteambtenaar van 2 december 1997, met dien verstande dat het bepaalde onder 2 van laatstgenoemd besluit met ingang van 1 januari 2001 is vervangen door de mandaatverlening als bedoeld in artikel 1 lid 4 van het onderhavige besluit.

  • 3.

    Het mandaat onder artikel 1 lid 7 wordt uitgeoefend met betrekking tot de inning van de gevorderde rechten en met inachtneming van het bepaalde in ”de instructie heffing en inning rechten standplaatsen woonwagens” van 19 december 2007.

  • 4.

    Uitgesloten van het mandaat is het vervaardigen van een aanmaning bij betalingsachterstand en het verdere proces van dwanginvordering.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1. De datum van ingang van dit besluit is 1 januari 2013.

  • 2. Dit besluit treedt inwerking op de dag na die van bekendmaking.

  • 3. Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Besluit mandaatverlening ontvanger gemeentelijke belastingen’.

Amersfoort,

De ontvanger van de gemeentelijke belastingen van Amersfoort,

A.Woudenberg