Regeling vervallen per 26-02-2015

Algemene Subsidieverordening 2013

Geldend van 04-04-2013 t/m 25-02-2015

Intitulé

Algemene Subsidieverordening 2013

Verordening

Reg. nr. 4355235

De raad van de gemeente Amersfoort;

heeft het initiatiefvoorstel van raadsfractie PvdA Algemene subsidieverordening Amersfoort 2013 d.d. 7 maart 2013 gelezen;

heeft artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht gelezen;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Algemene subsidieverordening 2013

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    incidentele subsidie: subsidie voor activiteiten met een eenmalig of experimenteel karakter;

  • b.

    structurele subsidie: jaarlijks terugkerende subsidie voor de exploitatiekosten teneinde activiteiten met een voortdurend karakter of jaarlijks terugkerende activiteiten in stand te houden;

  • c.

    subsidieregeling: nadere regels als bedoeld in artikel 6;

  • d.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    prestatievoorstel: gelijk aan het activiteitenplan zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht artikel 4:62;

  • f.

    rekenkamercommissie: de door de gemeenteraad bij of krachtens verordening ingestelde rekenkamercommissie;

  • g.

    controleverklaring: accountantsverklaring als bedoeld in artikel 393 eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • h.

    controleprotocol: handleiding voor de accountant voor de controle op de besteding van het subsidiebedrag.

  • i.

    Gelieerde rechtspersoon: onder gelieerde rechtspersoon wordt verstaan een rechtspersoon die voornamelijk dient ter financiële ondersteuning of buffer van de subsidieaanvrager, tot uitdrukking komend in één of meerdere van de volgende kenmerken:

    • 1.

      een rechtspersoon waaraan in het verleden door de subsidieaanvrager een groter bedrag dan € 500 om niet ter beschikking is gesteld, waarover de subsidieaanvrager op enig moment weer de beschikking kan krijgen;

    • 2.

      een rechtspersoon ten aanzien waarvan de subsidieaanvrager een beslissende invloed heeft op de besteding van de middelen dan wel invloed heeft op de benoeming van één of meer bestuursleden;

    • 3.

      een rechtspersoon, die statutaire bepalingen kent op grond waarvan bij liquidatie gelden aan de subsidieaanvrager kunnen toevloeien;

    • 4.

      een rechtspersoon, waarbij statutair bepaald is dat deze mede ten doel heeft de subsidieaanvrager financieel te ondersteunen.

Artikel 2 Algemene grondslag

Subsidies kunnen worden verstrekt ten behoeve van activiteiten op de beleidsterreinen die vallen onder de door de raad vastgestelde en in de gemeentebegroting opgenomen programma’s.

Artikel 3 Bevoegdheden college

  • 1. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

  • 2. Indien de begroting niet is vastgesteld dan wel goedgekeurd, verleent het college subsidies alleen onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 3. Het college is bevoegd ter uitvoering van deze verordening nadere regels vast te stellen.

  • 4. Het college is bevoegd in nadere regels af te wijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4 Subsidieplafonds

1.De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van

subsidieplafonds.

2.Het college kan binnen de kaders van de begroting subsidieplafonds vaststellen.

Artikel 5 Subsidies op grond van de Awb

  • 1. Het college is bevoegd te beslissen op aanvragen om subsidie op grond van artikel 4:23, derde lid, van de Awb.

  • 2. Op subsidies die worden verstrekt op grond van artikel 4:23, derde lid, van de wet, zijn de artikelen 7, 8, 9 eerste tot en met derde lid, 10 tot en met 12 onder a tot en met e, 15 tot en met 18, 21 tot en met 23 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De artikelen 13 en 14 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing op subsidies die worden verstrekt op grond van artikel 4:23, derde lid onder c, van de wet.

Artikel 6 Eisen aan een subsidieregeling

Een subsidieregeling bevat tenminste:

  • a.

    een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt;

  • b.

    het subsidieplafond dan wel de mogelijkheid voor het college een subsidieplafond vast te stellen, tenzij daar geen behoefte aan bestaat;

  • c.

    de criteria waaraan de subsidieaanvragen worden getoetst;

  • d.

    voor zover gewenst, de bepaling dat de subsidie zonder voorafgaande verlening wordt vastgesteld

  • e.

    de verplichtingen die aan de subsidieverstrekking kunnen worden verbonden, naast de verplichtingen die op grond van de wet en deze verordening aan de subsidieverstrekking kunnen worden verbonden.

Artikel 7 Meerjarige subsidies

  • 1. Het tijdvak waarvoor een incidentele of structurele subsidie wordt verleend is maximaal vier jaar.

  • 2. Een meerjarige subsidie wordt verleend onder het voorbehoud dat jaarlijks voldoende financiële middelen ter beschikking worden gesteld.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVERLENING

Artikel 8 Indieningstermijn aanvraag

  • 1. Tenzij in de subsidieregeling anders is bepaald, wordt:

    • a.

      de aanvraag voor een structurele subsidie minimaal vier maanden voor de periode waar de subsidieaanvraag betrekking op heeft, ingediend;

    • b.

      de aanvraag voor een incidentele subsidie tenminste drie maanden voor aanvang van de te realiseren activiteit, ingediend;

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van de verplichting om voor een bepaalde datum een subsidieaanvraag in te dienen.

Artikel 9 Eisen aan de aanvraag

1.Indien er een (digitaal) aanvraagformulier beschikbaar is, is de aanvrager verplicht daarvan

gebruik te maken.

  • 2.

    Tenzij in de subsidieregeling anders is bepaald, wordt:

    • a.

      bij een eerste subsidieaanvraag van de subsidieaanvrager die een rechtspersoon is overgelegd:

      10de statuten of het reglement van de subsidieaanvrager;

      20een opgaaf van de bestuurssamenstelling;

      30een uittreksel handelsregister Kamer van Koophandel

    • b.

      bij een aanvraag voor een structurele subsidie overgelegd:

      10de exploitatiebegroting over het lopende en het komende jaar;

      20bij subsidieaanvragen boven de € 100.000, moet de exploitatiebegroting zijn voorzien van een risicoparagraaf;

      30een prestatievoorstel;

      40de laatste jaarrekening;

      50het laatste jaarverslag.

    • c.

      bij een aanvraag voor een incidentele subsidie overgelegd:

      10een omschrijving van de activiteit;

      20een exploitatiebegroting voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

      30 bij subsidieaanvragen boven de € 50.000 wordt daarnaast overgelegd:

      • -

        een investeringsplan;

      • -

        de laatste jaarrekening;

      • -

        het laatste jaarverslag;

      • -

        de aanvragen om subsidie bij andere bestuursorganen en aanvragen om financiële middelen bij andere organisaties.

  • 3.

    Indien voor de beoordeling van de aanvraag, aanvullende of andere gegevens of bescheiden nodig zijn, kunnen deze opgevraagd worden.

  • 4.

    Het overleggen van de genoemde stukken in de onderdelen b. en c. kan achterwege blijven, als deze reeds in bezit zijn van het college.

  • 5.

    Het overleggen van de laatste jaarrekening en het laatste jaarverslag kan achterwege blijven, als dit in verband met de datum van oprichting niet mogelijk is.

Artikel 10 Wet BIBOB

Het college kan bepalen dat subsidies voor activiteiten op door de raad vastgestelde beleidsterreinen worden geweigerd of dat de verleende subsidies worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 11 Beschikking op de aanvraag

  • 1. Tenzij in de subsidieregeling anders wordt bepaald, wordt:

    • a.

      de beschikking op een aanvraag voor een structurele subsidie bekendgemaakt vóór 1 januari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • b.

      de beschikking op een aanvraag voor een incidentele subsidie bekendgemaakt binnen drie maanden nadat de aanvraag is ingediend.

  • 2. Van de termijn waarbinnen de beschikking op een aanvraag bekend gemaakt moet zijn, kan in geval van incidentele en meerjarige subsidies worden afgeweken.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden in de wet kan de subsidieverstrekking tevens worden geweigerd indien:

  • a.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

  • b.

    de hiervoor benodigde gelden niet in de gemeentebegroting zijn opgenomen;

  • c.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd niet (voornamelijk) is gericht op inwoners van Amersfoort of op de promotie van Amersfoort;

  • d.

    uit de bij de aanvraag overgelegde bescheiden blijkt dat de aanvrager zelf in de kosten van de activiteit kan voorzien, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, waaronder met de aanvrager gelieerde rechtspersonen;

  • e.

    de doelstellingen of middelen van de aanvrager in strijd zijn met de Nederlandse wetgeving of het algemeen belang;

  • f.

    dit voortvloeit uit een subsidieregeling.

HOOFDSTUK 3 VERPLICHTINGEN

Artikel 13 Toestemming voor bepaalde handelingen

  • 1.De subsidieontvanger van een structurele subsidie heeft voorafgaande schriftelijke toestemming nodig van het college voor:

    • a.

      het oprichten van, dan wel deelnemen in, een rechtspersoon;

    • b.

      het aangaan van overeenkomsten waarbij de subsidieontvanger zich verbindt tot zekerheidsstelling, met inbegrip van zekerheidsstelling voor schulden van derden of waarbij hij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt.

      • 2.

        Het college kan voorschriften aan de toestemming verbinden.

      • 3.

        Het college beslist binnen vier weken over de te verlenen toestemming.

      • 4.

        De beslistermijn kan eenmaal voor ten hoogste vier weken worden verlengd.

Artikel 14 Meldingsplicht wijzigingen organisaties

De subsidieontvanger doet een mededeling aan het college, binnen één maand na bekendmaking, in geval van bijvoorbeeld:

  • a.

    het wijzigen van de statuten;

  • b.

    wijziging van bestuurssamenstelling;

  • c.

    het ontbinden van de rechtspersoon;

  • d.

    het doen van aangifte tot faillissement of aanvragen van zijn surséance van betaling.

Artikel 15 Meldingsplicht afwijking activiteiten of verplichtingen

De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de

activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 16 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen

  • 1. Subsidieontvangers die onder de werking van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector vallen dienen zich te houden aan het in deze wet opgenomen bezoldigingsmaximum en de openbaarmakingsregeling uit artikel 4.1 en artikel 4.2 van deze wet.

  • 2. Indien de subsidieontvanger zich niet aan de in het eerste lid opgenomen verplichting houdt zal het College het in de verleningsbeschikking opgenomen subsidiebedrag bij de subsidievaststelling verminderen met minimaal 5% en maximaal 10%, waarbij de exacte omvang van de vermindering door het College wordt bepaald, die de raad hierover informeert.

  • 3. Indien de subsidie direct wordt vastgesteld zal het College, indien de subsidieontvanger zich niet aan de in het eerste lid opgenomen verplichting houdt, de subsidie ten nadele van de subsidieontvanger verminderen met minimaal 5% en maximaal 10%, waarbij de exacte omvang van de vermindering door het College wordt bepaald, die de raad hierover informeert.

Artikel 17 Gelieerde rechtspersonen

Het college kan de subsidieontvanger verplichten een overzicht te verstrekken van de met de subsidieontvanger gelieerde rechtspersonen, alsmede informatie te verstrekken over de aard van deze betrekkingen, de financiële positie en de jaarrekeningen van deze rechtspersonen.

Artikel 18 Overig onderzoek

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een onderzoek door het college of de rekenkamercommissie naar de besteding van de subsidiegelden of de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de ontvanger.

  • 2. Het onderzoek kan zich uitstrekken over meerdere jaren en meerdere gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 19 Voorzieningen en vermogensvorming bij structurele subsidies

  • 1. Het college kan een ontvanger van een structurele subsidie verplichten tot het vormen van voorzieningen en reserveringen.

  • 2. Het college kan een ontvanger van een structurele subsidie verplichten een egalisatiereserve te vormen.

Artikel 20 Vergoeding voor vermogensvorming

  • 1. In de gevallen, bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, is de subsidieontvanger aan het college een door het college te bepalen vergoeding voor vermogensvorming verschuldigd.

  • 2. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en ander vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen.

  • 3. Indien het onroerende zaken betreft, wijst het college een onafhankelijk deskundige aan die de waarde bepaald.

  • 4. Het college kan afwijken van het bepaalde in het eerste lid en besluiten dat geen vergoeding verschuldigd is dan wel dat het gevormde vermogen mag worden besteed aan bepaalde activiteiten.

Artikel 21 Niet doelgebonden verplichtingen ex artikel 4:39 van de wet

Het college kan verplichtingen opleggen met betrekking tot de wijze waarop de activiteit wordt verricht. Deze verplichtingen kunnen betrekking hebben op:

  • a.

    gelijke behandeling;

  • b.

    toegankelijkheid van de activiteiten voor mensen met een beperking;

  • c.

    social return on investment;

  • d.

    duurzaamheid.

Artikel 22 Controleprotocol

Voor zover de subsidieontvanger verplicht is bij de aanvraag tot vaststelling een goedkeurende controleverklaring over te leggen, is hij verplicht het controleprotocol voorafgaand aan de controle ter beschikking van de accountant te stellen.

HOOFDSTUK 4 VASTSTELLING SUBSIDIES

Artikel 23 Aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1. Indien er een (digitaal) formulier voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie beschikbaar is, dient de aanvrager daarvan gebruik te maken.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling van een structurele subsidie wordt vóór 1 april van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend, ingediend.

  • 3. De volgende stukken moeten bij de aanvraag tot vaststelling van een structurele subsidie worden overgelegd:

    • -

      een inhoudelijk verslag;

    • -

      de financiële verantwoording;

    • -

      een goedkeurende controleverklaring voor subsidiebedragen groter dan € 50.000.

  • 4. De aanvraag tot vaststelling van een incidentele subsidie wordt binnen drie maanden na realisering van de activiteit ingediend.

  • 5. Voor zover de ontvanger van een incidentele subsidie ook een structurele subsidie ontvangt

    geldt voor de aanvraag tot vaststelling van de incidentele subsidie de indieningtermijn als

    bedoeld in het tweede lid.

  • 6. De volgende stukken moeten bij de aanvraag tot vaststelling van een incidentele subsidie worden

    overgelegd:

    • -

      een inhoudelijk verslag;

    • -

      de financiële verantwoording;

    • -

      een goedkeurende controleverklaring bij subsidiebedragen groter dan € 50.000.

  • 7. Indien voor de beoordeling van de aanvraag andere of aanvullende gegevens of bescheiden nodig zijn, kunnen deze worden opgevraagd.

  • 8. Het college kan een meerjarige subsidie jaarlijks vaststellen.

  • 9. Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van de verplichting om voor een bepaalde datum rekening en verantwoording af te leggen.

Artikel 24 Beslistermijn vaststelling van de subsidie

Tenzij in een subsidieregeling anders is bepaald, beslist het college:

  • a.

    op de aanvraag tot vaststelling van een incidentele subsidie binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag;

  • b.

    op de aanvraag tot vaststelling van een structurele subsidie binnen negen maanden na ontvangst van de aanvraag.

  • c.

    voor zover de ontvanger van een structurele subsidie ook een incidentele subsidie ontvangt, geldt in afwijking van het bepaalde onder a dat de incidentele subsidie tegelijk met de structurele subsidie wordt vastgesteld.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 25 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken indien toepassing van de bepalingen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 26 Intrekking

De Algemene subsidieverordening Amersfoort 2012, zoals vastgesteld op 18 december 2012, wordt ingetrokken.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

Artikel 28 Overgangsbepaling

  • 1. Deze verordening vervangt de Algemene subsidieverordening 2012.

  • 2. Verwijzingen in de subsidieregelingen naar de artikelen van de Algemene subsidieverordening 2012 worden geacht te verwijzen naar artikelen van deze verordening waarin hetzelfde onderwerp wordt geregeld.

  • 3. De Algemene subsidieverordening 2012 blijft van toepassing op subsidies die zijn aangevraagd voor inwerkingtreding van de Algemene subsidieverordening 2013 en op lopende meerjarige subsidies.

Artikel 29 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening 2013.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad op 26 maart 2013.

de voorzitter, de griffier,