Regeling vervallen per 01-07-2014

Verordening Staangeld 2013-2014

Geldend van 26-06-2013 t/m 30-06-2014

Intitulé

Verordening Staangeld 2013-2014

Reg.nr. 4400666

De raad van de gemeente Amersfoort;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 juni 2013, sector CM/BEL (nr.4400674);

gelet op artikel 216, 229 eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening

Verordening staangeld 2013-2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

een standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h van de Huisvestingswet (Stb 1998, 459)

een woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e van de Huisvestingswet (Stb 1998, 459)

een huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats met toebehoren waarin de huurbepalingen voor de standplaats zijn geregeld.

een maand: een kalendermaand

een jaar: een kalenderjaar

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘staangeld woonwagens’ wordt een recht geheven voor:

  • 1.

    het hebben van een standplaats voor een woonwagen in de gemeente Amersfoort, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden, op de locatie De Birkt;

  • 2.

    het hebben van een standplaats voor een woonwagen in de gemeente Amersfoort, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden, op de overige, daartoe aangewezen, locaties in de gemeente Amersfoort.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de houder van de vergunning als bedoeld in artikel 2.8.4 van de Huisvestingsverordening Amersfoort 2007 (of latere versies) dan wel de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4 Vrijstelling

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt met de Stichting De Alliantie of de gemeente Amersfoort.

Artikel 5 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak voor de standplaatsen als bedoeld in artikel 2, eerste lid 1 is gelijk aan een maand.

  • 2. Het belastingtijdvak voor de standplaatsen als bedoeld in artikel 2, tweede lid is gelijk aan een periode van twaalf maanden welke aanvangt op 1 juli van een jaar en eindigt op 30 juni van het jaar daaropvolgend.

Artikel 6 Belastingtarief

Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt:

  • 1.

    voor een standplaats op de locatie De Birkt, per maand € 82,09;

  • 2.

    voor een standplaats op de overige daarvoor aangewezen locaties in de gemeente Amersfoort,

    per periode van twaalf maanden € 1.347,83.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota of andere schriftuur.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2 Indien de belastingplicht van het in artikel 2, tweede lid bedoelde recht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling als bedoeld in artikel 4 vervalt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor het hele tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3 Indien de belastingplicht van het in artikel 2, tweede lid bedoelde recht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling als bedoeld in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4 Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een andere standplaats in gebruik neemt.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1. Het recht als bedoel in artikel 6, eerste lid moet worden betaald in één termijn welke vervalt veertien dagen na dagtekening van de belastingnota;

  • 2. Het recht als bedoeld in artikel 6, tweede lid moet worden betaald in twaalf gelijke, maandelijkse termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de dag van dagtekening van de belastingnota en elk van de volgende termijnen steeds op de eerste dag van de maanden die daarop volgen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van staangeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het staangeld.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening staangeld 2012-2013’ van 19 juni 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2013.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening staangeld 2013-2014'

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 juni 2013.

de griffier, de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM: