Subsidieregeling jongeren en studentenhuisvesting 2013

Geldend van 08-08-2013 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling jongeren en studentenhuisvesting 2013

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

SUBSIDIEREGELING JONGEREN EN STUDENTENHUISVESTING 2013

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelezen de nota Subsidieregelingen 2013 d.d. 26 juni 2013 nr. 4427841;

overwegende dat het gewenst is aanvullende regels te geven voor de subsidieverstrekking ten behoeve van jongeren- en studentenhuisvesting, voor zover een andere wettelijke regeling of gemeentelijke verordening of subsidieregeling hierin niet voorziet;

overwegende dat het gewenst is de Subsidieregeling Jongeren en Studentenhuisvesting 2008 zoals vastgesteld op 20 mei 2008 aan te passen in verband met de inwerkingtreding van de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2013;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort 2013 (ASV);

besluit vast te stellen:

Subsidieregeling Jongeren en Studentenhuisvesting 2013

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    jongeren: personen van 16 t/m 30 jaar;

  • b.

    student: iemand die ingeschreven staat bij HU Amersfoort;

  • c.

    studentenhuisvesting: onzelfstandige kamers en zelfstandige 1-kamerwoningen door studenten bewoond;

  • d.

    jongerenhuisvesting: onzelfstandige kamers, zelfstandige één-kamerwoningen of zelfstandige woningen door jongeren bewoond;

  • e.

    aanvrager: realisator die studentenhuisvesting en/of jongerenhuisvesting realiseert;

  • f.

    realisator: woningbouwcorporaties of ontwikkelaars met rechtspersoonlijkheid die voor een afgesproken prijs studenten- of jongerenhuisvesting wensen te realiseren.

Artikel 2 Doelgroepen/Activiteiten

Alleen de woningbouwcorporaties kunnen subsidie aanvragen om jongeren- en studentenhuisvesting in Vathorst te realiseren.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. De raad heeft in de meerjarenbegroting 2003-2006 € 4,5 miljoen gereserveerd voor jongeren- en studentenhuisvesting. Dit is tevens het subsidieplafond.

  • 2. De aanvragen worden in volgorde van datum van binnenkomst in behandeling genomen, waarbij als datum van binnenkomst geldt de datum waarop de subsidieaanvraag compleet is.

Artikel 4 Toetsingscriteria

  • 1. De subsidie is bedoeld om huisvesting te realiseren met bij jongeren en studenten passende huurprijzen.

  • 2. De subsidie dient als bijdrage in de onrendabele investering bij nieuw te bouwen woningen of verbouw van bestaande woningen of kantoorpanden tot onzelfstandige kamers, zelfstandige 1-kamerwoningen of zelfstandige woningen.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVERSTREKKING

Artikel 5 Subsidieverlening

Het college kan subsidie verlenen voor:

  • 1.

    Een zelfstandige woning voor jongeren, die voldoet aan de volgende eigenschappen:

    • a.

      een 3-kamerwoning van minimaal 65 m2 gebruiksoppervlakte; of

    • b.

      een 2-kamerwoning van minimaal 44 m2 gebruiksoppervlakte, waarbij bij de bouw (constructief) al rekening wordt gehouden met toekomstige samenvoeging tot grotere eenheden;

    • c.

      het plafond van de huurprijs wordt jaarlijks gekoppeld aan de aftoppingsgrens 1-2 persoonshuishoudens (huurtoeslag) van de Belastingdienst (€ 535,91 prijspeil 2013).

  • 2.

    Een zelfstandige 1-kamerwoning voor jongeren of studenten, die voldoet aan de volgende eigenschappen:

    • a.

      een zelfstandige1-kamerwoning van minimaal 25 m2 gebruiksoppervlakte;

    • b.

      het plafond van de huurprijs wordt jaarlijks gekoppeld aan de aftoppingsgrens voor jongeren onder de 23 jaar (huurtoeslag) van de Belastingdienst (€ 374,44 prijspeil 2013).

  • 3.

    Een onzelfstandige kamer voor studenten, die voldoet aan de volgende eigenschappen:

    • a.

      een kamer van minimaal 18 m2 gebruiksoppervlakte;

    • b.

      de bewoner deelt met maximaal 7 anderen badkamer en toilet;

    • c.

      het plafond van de huurprijs wordt jaarlijks gekoppeld aan de aftoppingsgrens voor jongeren onder de 23 jaar (huurtoeslag) van de Belastingdienst (€ 374,44 prijspeil 2013).

  • 4.

    De maximale subsidie bedraagt voor:

    • a.

      een zelfstandige woning voor jongeren € 11.688,- per woning;

    • b.

      een zelfstandige 1-kamerwoning voor jongeren of studenten € 5.843,- per woning;

    • c.

      een onzelfstandige kamer voor studenten € 2.509,- per kamer.

  • 5.

    Het college kan de termijn als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onder a, van de ASV éénmaal met maximaal drie maanden verlengen.

Artikel 6 Verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger verplicht zich de huisvesting 15 jaar te verhuren aan de doelgroep (jongeren of studenten) waarvoor de subsidie is verleend. Indien daar binnen die termijn door onvoorziene omstandigheden wijzigingen in optreden dan kan het college besluiten het subsidiebedrag aan te passen en het te veel betaalde terug te vorderen. Dit met een bedrag evenredig aan het aantal jaren dat nog te gaan was tot en met het vijftiende jaar (x jaren maal 1/15 van het totale subsidiebedrag).

  • 2. De in artikel 5 lid 4 genoemde subsidiebedragen zijn de maximale bedragen. Het subsidiebedrag zal in ieder geval niet hoger zijn dan 50% van de totale onrendabele investering.

  • 3. De huurprijs wordt bepaald op maximaal 90% van de maximaal redelijke huur op basis van het puntensysteem/Woningwaarderingsstelsel(WWS) van het ministerie van VROM.

  • 4. De aanvrager dient er voor zorg te dragen dat voor (werkzaamheden binnen) het voor subsidie in aanmerking komende project de benodigde vergunningen reeds verkregen zijn of nog worden. Indien benodigde vergunningen binnen een jaar na subsidieverlening nog niet zijn verleend kunnen burgemeester en wethouders de verleende subsidie op nihil vaststellen.

  • 5. Veranderingen die in het project gaan plaatsvinden of hebben plaatsgevonden na aanvraag van de subsidie moeten worden gemeld aan burgemeester en wethouders en, indien subsidie is verleend, door hen worden geaccordeerd.

  • 6. Een subsidieverplichting is dat de toewijzing plaats vindt via Woonkompas.

Artikel 7 Eisen aan de aanvraag

  • 1. In aanvulling op hetgeen bepaald in artikel 9, tweede lid, onder c, van de ASV dient bij een aanvraag te worden overgelegd:

    • a.

      onrendabele top op basis van parameters Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW);

    • b.

      in geval van verbouw een bouwkostentoets en in het geval van nieuwbouw een gecertificeerde Kosten Kwaliteitstoets;

    • c.

      de woningplattegronden in viervoud. Deze dienen ook ter toetsing te worden voorgelegd aan de Woonadviescommissie Amersfoort (WAC).

  • 2. In aanvulling op hetgeen bepaald in artikel 9, tweede lid, onder a, van de ASV moeten bij een eerste subsidieaanvraag van een realisator tevens de laatste jaarrekening en het laatste verslag van de activiteiten worden overgelegd.

  • 3. Het college kan nadere eisen stellen voor het aanvragen van subsidie.

Artikel 8 Verstrekken van een voorschot

In gevallen waarin de noodzaak naar het oordeel van het college is aangetoond, kan het college een voorschot verlenen in de planvoorbereidingsfase. Het voorschot bedraagt maximaal 20% van het bedrag dat aan subsidie is verleend. Vervolgens kan maximaal 30% van het verleende subsidiebedrag bij aanvang van de realisatie als voorschot worden verleend. Het resterend subsidiebedrag wordt betaald na vaststelling.

Artikel 9 Gereedmelding en vaststelling van de subsidie

  • 1. In aanvulling op artikel 23 van de ASV dient de gereedmelding te bevatten:

    • a.

      een gedetailleerd exploitatieoverzicht met een goedkeurende verklaring van een registeraccountant dat het overzicht juist en volledig is;

    • b.

      onrendabele top op basis van parameters Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW);

    • c.

      in geval van verbouw een bouwkostentoets en in het geval van nieuwbouw een Kosten Kwaliteittoets.

  • 2. Het college stelt aan de hand van de gereedmelding vast of het verleende subsidiebedrag nog steeds juist is. De juistheid wordt vastgesteld door vergelijking van de opgegeven kosten van het project met de werkelijke kosten bij de gereedmelding van het project.

  • 3. Het college kan de subsidie op een lager bedrag vaststellen in het geval dat het project tot realisatie van huisvesting ingrijpend is gewijzigd, zonder dat het college met deze wijziging akkoord is gegaan.

Artikel 10 Informatieplicht

  • 1. De aanvrager verleent op eerste verzoek inzage in de bescheiden en documenten die op het realiseren van de huisvesting betrekking hebben en verstrekt alle inlichtingen die het college nodig acht om te beoordelen of aan de verplichtingen, verbonden aan het verlenen van subsidie, wordt voldaan

  • 2. De aanvrager verleent zonder uitstel medewerking aan vragen en enquêtes met betrekking tot de evaluatie en het monitoren van de jaarlijkse voortgang door de gemeente Amersfoort.

  • 3. De kosten van de informatieverstrekking, als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, worden niet gecompenseerd door het college.

HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken indien toepassing van de bepaling zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 12 Inwerkingtreding

1.Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

2.De Subsidieregeling Jongeren- en Studentenhuisvesting zoals vastgesteld op 20 mei 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 13 Overgangsbepaling

1.De bepalingen van de subsidieregeling bedoeld in artikel 12, tweede lid blijven van toepassing op de subsidies die op basis van die subsidieregeling zijn verstrekt.

2.Indien voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling een aanvraag om een subsidie op grond van de subsidieregeling bedoeld in artikel 12, tweede lid is ingediend en voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling nog niet op de aanvraag is beslist, worden daarop de overeenkomstige toepasselijke bepalingen van de onderhavige subsidieregeling toegepast.

3.Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een subsidie, bedoeld in het eerste lid, dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 12, eerste lid is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de subsidieregeling bedoeld in artikel 12, tweede lid.

4.De intrekking van de subsidieregeling bedoeld in artikel 12, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die subsidieregeling genomen nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in de subsidieregeling bedoeld in artikel 12, tweede lid en voor zover niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 14 Citeertitel

Deze subsidieregeling heet: Subsidieregeling Jongeren en Studentenhuisvesting 2013.

Vastgesteld in de vergadering van (...)

De secretaris, De burgemeester,