Regeling vervallen per 31-07-2014

Subsidieregeling incidentele subsidie cultureel klimaat

Geldend van 22-08-2013 t/m 30-07-2014

Subsidieregeling Incidentele subsidie cultureel klimaat

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort,

overwegende dat het gewenst is de Subsidieregeling subsidie cultureel klimaat zoals vastgesteld op 8 mei 2012 aan te passen, mede in verband met de inwerkingtreding van de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2013;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort 2013 (ASV);

besluit vast te stellen de volgende regeling:

SUBSIDIEREGELING INCIDENTELE SUBSIDIES CULTUREEL KLIMAAT

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Adviesgroep: de Brede Adviesgroep Cultureel Klimaat, een door de gemeente Amersfoort ingestelde externe en onafhankelijke adviesgroep.

  • 2.

    Beeldende kunst en vormgeving: manifestaties en projecten, zoals tentoonstellingen, kunstwerken, beeldende onderzoeken met betrekking tot werk van kunstenaars.

3.College: het college van burgemeester en wethouders.

4.Cultureel klimaat Amersfoort: het samenstel van uitingen, activiteiten en producten op het gebied van de kunst en cultuur, plaatsvindend in de gemeente Amersfoort.

5.Cultuurproductie en – participatie van, voor en door jongeren: culturele projecten/activiteiten van jongeren, gericht op jongeren en/of in onderlinge samenwerking met jongeren.

6.Incidentele subsidie: subsidie voor activiteiten met een eenmalig en/of experimenteel karakter.

7.Kunstenaar: iemand die van beroep kunstenaar is en/of een vakopleiding in een van de kunstdisciplines heeft afgerond. Amateurkunstenaars vallen in deze regeling niet onder de definitie van kunstenaar.

8.Podiumkunst: activiteiten van kunstenaars op het gebied van toneel, muziek, dans, letteren en film.

9.Vigerende subsidieverordening: de vigerende Algemene Subsidieverordening van de gemeente Amersfoort.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten/subsidiabele kosten

1.Deze regeling is van toepassing op activiteiten of producten die bijdragen aan de ontwikkeling en versterking van het culturele klimaat in de gemeente Amersfoort.

2.Daarbinnen onderscheiden we de volgende toepassingsgebieden:

a.Beeldende kunst en vormgeving;

b.Podiumkunst;

c.Cultuurproductie en – participatie van, voor en door jongeren.

3.Subsidieaanvragen binnen deze regeling dienen betrekking te hebben op (tenminste) één van deze toepassinggebieden.

4.Het college kan besluiten een toepassingsgebied aan deze subsidieregeling toe te voegen, mits daarvoor een apart subsidiebudget beschikbaar is gesteld.

5.Uitsluitend kosten die direct aan de/het betreffende activiteit/product zijn toe te rekenen kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Niet subsidiabel zijn kosten voor atelierhuur, materialen, reis- en verblijfkosten, tenzij die aantoonbaar toe te rekenen zijn aan het project.

7.De subsidie bedraagt, wanneer deze voor de eerste keer wordt verleend, maximaal 50% van de subsidiabele kosten in de totale begroting voor de betreffende activiteit of organisatie.

8.Een eventuele tweede en derde keer bedraagt de subsidie respectievelijk maximaal 40% en 30% van de subsidiabele kosten in de totale begroting.

9.Het aan te vragen subsidiebedrag bedraagt maximaal € 7.500.

Artikel 3. Indieningstermijn aanvraag

1.In afwijking van artikel 8, eerste lid, onder b, van de ASV wordt de aanvraag ingediend:

a.Uiterlijk op 1 april indien de uitvoering plaatsvindt in de daaropvolgende periode tussen 1 juli en 31 december.

b.Uiterlijk op 1 oktober indien de uitvoering plaatsvindt in de daaropvolgende periode tussen 1 januari en 30 juni.

Artikel 4. Aanvraag

1.Voor de subsidieaanvraag dient het standaardformulier op de gemeentelijke website volledig te worden ingevuld en voorzien van alle daarin aangegeven bijlagen.

2.Alleen rechtspersonen zonder winstoogmerk of individueel beeldend kunstenaars kunnen een subsidieaanvraag indienen.

Artikel 5. Subsidieplafond

1.De maximaal te verstrekken subsidie binnen deze regeling wordt jaarlijks in de gemeentebegroting vastgesteld.

2.Daarbij wordt een onderverdeling aangegeven tussen de in artikel 2 genoemde toepassingsgebieden.

3.Jaarlijks vinden twee subsidierondes plaats. Het beschikbare plafond wordt gelijkelijk verdeeld over de twee subsidierondes. Het gedeelte van het plafond dat voor de eerste ronde is bestemd maar na de eerste ronde niet is verbruikt, komt beschikbaar voor de tweede ronde.

Artikel 6. Beoordeling, advies en verdeelsleutel

1.Voordat een besluit wordt genomen over een subsidieaanvraag wordt, behoudens de gevallen genoemd in artikel 8 lid 1, advies gevraagd aan de adviesgroep.

2.De adviesgroep beoordeelt de subsidieaanvraag allereerst op artistieke kwaliteit en originaliteit.

3.Aanvragen die niet voldoende scoren op de in het tweede lid genoemde criteria komen niet voor subsidie in aanmerking.

4.Aanvragen die voldoende scoren op de in het tweede lid genoemde criteria worden vervolgens door de adviescommissie getoetst aan:

a.de algemene toetsingscriteria zoals opgenomen in artikel 7;

b.de financiële onderbouwing.

5.De adviesgroep geeft voor de aanvraag een score per algemeen toetsingscriterium: inhoudelijke kwaliteit, doelgroep en organisatiekracht.

6.Aanvragen die minder dan 9 punten scoren komen niet voor subsidie in aanmerking.

7.De hoogte van de score bepaalt de rangorde van toekenning van subsidies voor het geval dat het subsidieplafond wordt overschreden.

8.De toetsing van de adviesgroep levert een score op, een advies over de toe te kennen subsidie en een onderbouwing van beide op.

9.Wanneer tijdens een ronde positief beoordeelde subsidieaanvragen met een gelijke score het beschikbare budget overschrijden, kunnen subsidies worden verstrekt voor een deel van het volgens de adviesgroep voor subsidie in aanmerking komende bedrag.

10.De samenstelling en werkwijze van de adviesgroep is geregeld in een reglement.

Artikel 7 Toetsingscriteria

Algemene toetsingscriteria

Score

1.Inhoudelijke kwaliteit

1.1 Artistieke kwaliteit

1.2 Originaliteit

1.3 Talentontwikkeling

2. Doelgroep

2.1 Publieksbereik

2.2 Publieksparticipatie

2.3 Specifiek voor jongeren

3.Organisatiekracht

3.1 Cultureel ondernemerschap

3.2 Zorg voor publiciteit en promotie

3.3 Verhouding kosten en kwaliteit

3.4 Samenwerking

3.5 In samenwerking met jongeren

Totaal score

Score = 0 t/m 5

Artikel 8. Weigeringsgronden

1.In de volgende gevallen kan een subsidie worden geweigerd, zonder dat daarvoor een advies aan de adviesgroep hoeft te worden gevraagd:

a.op grond van de weigeringgronden die zijn genoemd in de vigerende subsidieverordening;

b.indien de activiteit of het product niet is gericht op één (of meer) van de in artikel 2 genoemde toepassingsgebieden;

c.indien de aanvrager geen rechtspersoon zonder winstoogmerk of individueel beeldend kunstenaar is, zoals bedoeld in artikel 4 lid 2;

d.indien de aanvraag niet tijdig is ontvangen;

e.indien bij de activiteit of het product sprake is van een winstoogmerk;

f.indien sprake is van een benefiet- of ledenwervingsactiviteit;

g.indien sprake is van een activiteit van politieke, religieuze of levensbeschouwelijke aard;

h.indien voor de activiteit in het aangevraagde jaar al subsidie is verleend;

i.indien voor de aangevraagde activiteit al drie keer subsidie is verleend;

j.indien de aanvraag betrekking heeft op amateurkunst (enaars).

2.Daarnaast kan subsidie worden geweigerd:

a.indien bij de aanvraag sprake is van onvoldoende financiële onderbouwing;

b.indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld en/of de gelden niet doelmatig en doeltreffend besteed zullen worden;

c.indien de aanvraag onvoldoende scoort op artistieke kwaliteit en originaliteit zoals bedoeld in artikel 6 lid 2.

d.indien het beschikbare subsidieplafond door aanvragen met een hogere score is uitgeput;

e.indien uit de aanvraag blijkt dat de aangevraagde activiteit onderdeel uitmaakt van een groter geheel waarvoor ook subsidie is aangevraagd.

Artikel 9. Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze subsidie afwijken indien toepassing van de bepaling zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 10: Inwerkingtreding

1.Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

2.De subsidieregeling incidentele subsidie cultureel klimaat zoals vastgesteld op 8 mei 2012 wordt ingetrokken.

1.Artikel 11. Overgangsbepaling

  • 1.

    De bepalingen van de subsidieregeling bedoeld in artikel 10 lid 2 blijven van toepassing op de subsidies die op basis van die subsidieregeling zijn verleend.

  • 2.

    Als op basis van de regeling genoemd in artikel 10 lid 2 subsidies zijn verstrekt tellen die ook mee voor de beoordeling van artikel 2 lid 8.

1.Artikel 12. Citeertitel

1.Deze subsidieregeling heet: subsidieregeling incidentele subsidies cultureel klimaat

1.Vastgesteld in de vergadering van 13 augustus 2013.

1.De secretaris, De burgemeester,