Regeling vervallen per 20-11-2014

Verordening afvalstoffenheffing 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 19-11-2014

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing 2014

Reg.nr. 4485481

De raad van de gemeente Amersfoort;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 oktober 2013, sector CM/BEL/HI

(nr. 4491504),

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening

Verordening afvalstoffenheffing 2014

Artikel 1 Aard van de belasting

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt:

    • a.

      gebruikmaken van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruikmaken door het door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden;

    • b.

      gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • c.

      het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De belasting bedraagt per perceel, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door:

    • a.

      één persoon € 193,80

    • b.

      meer dan één persoon € 240,00

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de belasting per perceel, indien dit op 1 januari van het belastingjaar wordt bewoond door 16 tot en met 19 personen vastgesteld op vier maal het in lid 1 onder b. genoemde belastingbedrag.

  • 3. In afwijking in zoverre van de voorgaande leden wordt indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar wordt bewoond door meer dan 19 personen, de belasting als volgt berekend:

  • 3.1. voor elke 4 personen van de eerste honderd bewoners en inwonende personeelsleden één maal het tarief als bedoeld in lid 1 onder b.;

  • 3.2. voor elke 5 personen boven de eerste honderd tot en met 250 bewoners en inwonende personeelsleden 1 maal het tarief als bedoeld in lid 1 onder b.;

  • 3.3. voor elke 8 personen boven de 250 bewoners en inwonende personeelsleden één maal het tarief als bedoeld in lid 1 onder b.;

  • 4. Voor de berekening van het belastingbedrag als bedoeld in lid 3 worden uitsluitend volle rekeneenheden in aanmerking genomen.

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar

tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1. Indien het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen € 5.000,- of meer bedraagt, moet het verschuldigde bedrag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand welke in de dagtekening is vermeld.

  • 2. Ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen minder dan € 5.000,- bedraagt, moet het verschuldigde bedrag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn een maand later.

  • 3. In afwijking in zoverre van het voorafgaande lid, geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen minder dan € 5.000,- bedraagt en zolang het verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld. Eventuele afrondingsverschillen moeten in de laatste termijn worden betaald.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffen.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2013’ van 6 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2014'.

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 november 2013.

de griffier, de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM: