Regeling vervallen per 01-01-2016

SUBSIDIEREGELING INCIDENTELE SUBSIDIE CULTUREEL KLIMAAT

Geldend van 31-07-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

SUBSIDIEREGELING INCIDENTELE SUBSIDIE CULTUREEL KLIMAAT

Subsidieregeling Incidentele subsidie cultureel klimaat

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort,

overwegende dat het gewenst is de Subsidieregeling subsidie cultureel klimaat zoals vastgesteld op 12 augustus 2013 aan te passen;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort 2013 (ASV);

besluit vast te stellen de volgende regeling:

SUBSIDIEREGELING INCIDENTELE SUBSIDIES CULTUREEL KLIMAAT

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Adviesgroep: de Brede Adviesgroep Cultureel Klimaat, een door de gemeente Amersfoort ingestelde externe en onafhankelijke adviesgroep.

  • 2.

    Beeldende kunst en vormgeving: manifestaties en projecten, zoals tentoonstellingen, kunstwerken, beeldende onderzoeken met betrekking tot werk van kunstenaars.

3.College: het college van burgemeester en wethouders.

4.Cultureel klimaat Amersfoort: het samenstel van uitingen, activiteiten en producten op het gebied van de kunst en cultuur, plaatsvindend in de gemeente Amersfoort.

5.Incidentele subsidie: subsidie voor activiteiten met een eenmalig en/of experimenteel karakter, met een duidelijk begin- en einddatum.

6.Kunstenaar: iemand die van beroep kunstenaar is en/of een vakopleiding in een van de kunstdisciplines heeft afgerond. Amateurkunstenaars vallen in deze regeling niet onder de definitie van kunstenaar.

7.Podiumkunst: activiteiten van kunstenaars op het gebied van toneel, muziek, dans, letteren en film.

8.Vigerende subsidieverordening: de vigerende Algemene Subsidieverordening van de gemeente Amersfoort.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten/subsidiabele kosten

1.Deze regeling is van toepassing op activiteiten of producten die bijdragen aan de ontwikkeling en versterking van het culturele klimaat in de gemeente Amersfoort.

2.Daarbinnen onderscheiden we de volgende toepassingsgebieden:

a.Beeldende kunst en vormgeving;

b.Podiumkunst.

3.Subsidieaanvragen binnen deze regeling dienen betrekking te hebben op (tenminste) één van deze toepassinggebieden.

4.Het college kan besluiten een toepassingsgebied aan deze subsidieregeling toe te voegen, mits daarvoor een apart subsidiebudget beschikbaar is gesteld.

5.Uitsluitend kosten die direct aan de/het betreffende activiteit/product zijn toe te rekenen kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Niet subsidiabel zijn kosten voor atelierhuur, materialen, reis- en verblijfkosten, tenzij die aantoonbaar toe te rekenen zijn aan het project.

6.De subsidie bedraagt, wanneer deze voor de eerste keer wordt verleend, maximaal 50% van de subsidiabele kosten in de totale begroting voor de betreffende activiteit of organisatie.

7.Een eventuele tweede en derde keer bedraagt de subsidie respectievelijk maximaal 40% en 30% van de subsidiabele kosten in de totale begroting.

8.Het aan te vragen subsidiebedrag bedraagt minimaal € 750 en maximaal € 7.500.

Artikel 3. Indieningstermijn aanvraag

1.In afwijking van artikel 8, eerste lid, onder b, van de ASV wordt de aanvraag ingediend:

a.Uiterlijk op 1 april indien de uitvoering plaatsvindt in de daaropvolgende periode tussen 1 juli en 31 december.

b.Uiterlijk op 1 oktober indien de uitvoering plaatsvindt in de daaropvolgende periode tussen 1 januari en 30 juni.

Artikel 4. Aanvraag

1.Voor de subsidieaanvraag dient het standaardformulier op de gemeentelijke website volledig te worden ingevuld en voorzien van alle daarin aangegeven bijlagen.

2.Alleen rechtspersonen zonder winstoogmerk of individueel beeldend kunstenaars kunnen een subsidieaanvraag indienen.

Artikel 5. Subsidieplafond

1.De maximaal te verstrekken subsidie binnen deze regeling wordt jaarlijks in de gemeentebegroting vastgesteld.

2. Daarbij wordt een onderverdeling aangegeven tussen de in artikel 2 genoemde toepassingsgebieden.

3.Jaarlijks vinden twee subsidierondes plaats. Het beschikbare plafond wordt gelijkelijk verdeeld over de twee subsidierondes. Het gedeelte van het plafond dat voor de eerste ronde is bestemd maar na de eerste ronde niet is verbruikt, komt beschikbaar voor de tweede ronde.

Artikel 6. Beoordeling, advies en verdeelsleutel

1.Voordat een besluit wordt genomen over een subsidieaanvraag wordt, behoudens de gevallen genoemd in artikel 8 lid 1, advies gevraagd aan de adviesgroep.

2. De adviesgroep beoordeelt de subsidieaanvraag allereerst op artistieke kwaliteit.

3.Aanvragen die onvoldoende scoren op artistieke kwaliteit komen niet voor subsidie in aanmerking.

4.Aanvragen die voldoende scoren op de in het tweede lid genoemde criterium worden vervolgens door de adviesgroep getoetst aan:

a.de algemene toetsingscriteria zoals opgenomen in artikel 7;

b.de financiële onderbouwing.

5.De adviesgroep geeft voor de aanvraag een score van 0 t/m 5 per algemeen toetsingscriterium: artistieke kwaliteit, bereik, cultureel ondernemerschap, ruimte voor talent.

6.Aanvragen die minder dan 12 punten scoren komen niet voor subsidie in aanmerking.

7.De hoogte van de score bepaalt de rangorde van toekenning van subsidies voor het geval dat het subsidieplafond wordt overschreden.

8.De toetsing van de adviesgroep levert een score op, een advies over de toe te kennen subsidie en een onderbouwing van beide op.

9.Wanneer tijdens een ronde positief beoordeelde subsidieaanvragen met een gelijke score het beschikbare budget overschrijden, kunnen subsidies worden verstrekt voor een deel van het volgens de adviesgroep voor subsidie in aanmerking komende bedrag.

10.De samenstelling en werkwijze van de adviesgroep is geregeld in een reglement.

Artikel 7 Toetsingscriteria

De adviesgroep beoordeelt de aanvraag met behulp van de volgende toetsingscriteria: artistieke kwaliteit, bereik, cultureel ondernemerschap en ruimte voor talent. De adviesgroep beoordeelt de aanvraag allereerst op het toetsingscriterium artistieke kwaliteit. Als de adviesgroep vindt dat die voldoende is (score van minimaal 3 punten), dan wordt gescoord op de overige criteria: bereik, cultureel ondernemerschap en ruimte voor talent.

1.Artistieke kwaliteit

Artistieke kwaliteit wordt beoordeeld op grond van de volgende punten:

Vakmanschap: uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager of uitvoerder(s) van het project beschikt over de vaardigheid en het inzicht om kwalitatief hoogstaand werk te maken.

Oorspronkelijkheid: uit het project blijkt een heldere visie van de maker(s) en dat het project van meerwaarde is binnen de betreffende discipline.

Zeggingskracht: er wordt helder gemaakt wat de aanvrager wil bereiken, hoe dat wordt aangepakt. Uit de aanvraag blijkt dat de inhoud van het project relevant is voor de beoogde doelgroep.

  • 2.

    Bereik

    • -

      Vernieuwend/nieuw in Amersfoort, van toegevoegde waarde voor het culturele klimaat in Amersfoort.

    • -

      Mate waarin de activiteit toegankelijk is voor iedereen in Amersfoort (hierbij wordt gekeken naar locatie, doelgroep en entreekosten voor de activiteit).

    • -

      de mate waarin er een breed publiek voor is of bereikt kan worden.

  • 3.

    Cultureel ondernemerschap

    • -

      Begroting: kwaliteit van de financiële onderbouwing, realistische kosten en inkomsten, het gevraagde bedrag staat in verhouding tot het te verwachte resultaat en bereik.

    • -

      Mate waarin andere financieringsbronnen worden aangewend (o.a. bijdrage fondsen en bedrijven en commerciële inkomsten).

    • -

      Realistisch budget en aandacht voor publiciteit & promotie.

    • -

      Mate waarin samenwerking is met (Amersfoortse, culturele) instellingen en organisaties.

  • 4.

    Ruimte voor talent

    • -

      De activiteit wordt georganiseerd door nieuwe (Amersfoortse) makers.

    • -

      Mate waarin jongeren (t/m 30 jaar) hun talent kunnen ontwikkelen.

    • -

      Mate waarin samenwerking is met culturele organisaties en/of onderwijsinstellingen, die mogelijkheid bieden de betrokken talenten verder te ontwikkelen.

Artikel 8. Weigeringsgronden

1.In de volgende gevallen kan een subsidie worden geweigerd, zonder dat daarvoor een advies aan de adviesgroep hoeft te worden gevraagd:

a.op grond van de weigeringsgronden die zijn genoemd in de vigerende subsidieverordening;

b.indien de activiteit of het product niet is gericht op één (of meer) van de in artikel 2 genoemde toepassingsgebieden;

c.indien de aanvrager geen rechtspersoon zonder winstoogmerk of individueel beeldend kunstenaar is, zoals bedoeld in artikel 4 lid 2;

d.indien de aanvraag niet tijdig is ontvangen;

e.indien bij de aanvraag sprake is van onvoldoende financiële onderbouwing;

f.indien bij de activiteit of het product sprake is van een winstoogmerk;

g.indien sprake is van een benefiet- of ledenwervingsactiviteit;

h.indien sprake is van een activiteit van politieke, religieuze of levensbeschouwelijke aard;

i.indien voor de activiteit in het aangevraagde jaar al subsidie is verleend;

j.indien voor de aangevraagde activiteit al drie keer subsidie is verleend;

k.indien de aanvraag betrekking heeft op amateurkunst (enaars).

l.indien bij de aanvraag sprake is van onvoldoende financiële onderbouwing;

m.indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld en/of de gelden niet doelmatig en doeltreffend besteed zullen worden;

n.indien blijkt dat de aangevraagde activiteit onderdeel uitmaakt van een groter geheel waarvoor de gemeente al subsidie (meerjarig, structureel, incidenteel) verleent;

o.Indien subsidie wordt aangevraagd voor boeken, cd’s en dvd’s . Voor boeken is een uitzondering op deze regel mogelijk als het een autonoom kunstwerk betreft.

2.Daarnaast kan subsidie worden geweigerd:

a.indien de aanvraag onvoldoende scoort op artistieke kwaliteit zoals bedoeld in artikel 6 lid 2.

b.indien het beschikbare subsidieplafond door aanvragen met een hogere score is uitgeput;

Artikel 9. Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze subsidie afwijken indien toepassing van de bepaling zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 10: Inwerkingtreding

1.Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

2.De subsidieregeling incidentele subsidie cultureel klimaat zoals vastgesteld op 12 augustus 2013 wordt ingetrokken.

1.Artikel 11. Overgangsbepaling

  • 1.

    De bepalingen van de subsidieregeling bedoeld in artikel 10 lid 2 blijven van toepassing op de subsidies die op basis van die subsidieregeling zijn verleend.

  • 2.

    Als op basis van de regeling genoemd in artikel 10 lid 2 subsidies zijn verstrekt tellen die ook mee voor de beoordeling van artikel 2 lid 8.

1.Artikel 12. Citeertitel

1.Deze subsidieregeling heet: subsidieregeling incidentele subsidies cultureel klimaat

1.Vastgesteld in de vergadering van 22 juli 2014.

1.De secretaris, De burgemeester,