Regeling vervallen per 16-07-2020

Marktreglement Amersfoort 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 15-07-2020 met terugwerkende kracht vanaf 21-01-2016

Intitulé

Marktreglement Amersfoort 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;

gelet op artikel 160 lid 1, sub h, Gemeentewet, artikel 2 van de Marktverordening Amersfoort 2013 en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is regels, als bedoeld in artikel 3 van de Marktverordening Amersfoort 2013, vast te stellen met betrekking tot uitvoering van die verordening gelet op een ordelijk verloop van de markt;

besluit vast te stellen de volgende regels:

Marktreglement Amersfoort 2013

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De in artikel 1 van de Marktverordening Amersfoort 2013 gegeven begripsomschrijvingen zijn ook van toepassing op deze regels.

Artikel 2 Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1.

    De markt wordt, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel, gehouden op woensdag op het Kraailandhof in Hoogland, donderdag op de Beurs in Kattenbroek en vrijdag op de Hof, het Lieve Vrouwekerkhof en de Groenmarkt in het centrum van 8.00 uur tot 13.00 uur en op zaterdag op de Hof in het centrum van 9.00 uur tot 17.00 uur. De Snuffelmarkt wordt, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel, gehouden op iedere eerste zaterdag van de maand en van april tot oktober tevens iedere derde zaterdag van de maand, van 9.00 uur tot 15.45 uur op het Lieve Vrouwekerkhof. De Boerenmarkt wordt, behoudens het tweede en derde lid van dit artikel, gehouden op donderdag van 9.00 uur tot 18.00 uur op het Eemplein. Deze locaties, alsmede de betreffende op- en afritten, toegangen, doorgangen en logistieke aan- en afrijroutes, worden als marktterrein beschouwd.

  • 2.

    Op Nieuwjaarsdag, Hemelvaartsdag, Koninginnedag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag is er geen markt.

  • 3.

    Het college kan in geval van weersinvloeden, calamiteiten, dreiging van gevaar of andere bijzondere of dringende omstandigheden:

    • a.

      De markt afgelasten dan wel onmiddellijk beëindigen

    • b.

      De vergunninghouder verplichten de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen;

    • c.

      Beslissen de markt anders op te stellen c.q. in te richten.

Van de in dit lid bedoelde situaties is in ieder geval sprake indien slechte weersomstandigheden, zoals storm, van toepassing zijn dan wel zijn voorspeld.

  • 4.

    Het college kan, wanneer hiervoor naar haar oordeel een bijzondere aanleiding bestaat, voor een bepaalde gelegenheid:

    • a.

      een andere dan de door het college aangewezen plaats voor de markt aanwijzen, met dien verstande dat de warenmarkten op De Hof maximaal op vier marktdagen, te weten twee vrijdagen en twee zaterdagen, de vrijdagen en zaterdagen aaneensluitend, kunnen worden verplaatst ten behoeve van grootschalige evenementen die van bijzondere culturele en promotionele betekenis zijn voor Amersfoort;

    • b.

      een wijziging brengen in de aanvangstijd en/of sluitingstijd van de markt.

  • 5.

    In uitzonderlijke gevallen, waarbij sprake is van unieke omstandigheden of gebeurtenissen met een bovenmatig promotionele waarde, kan het college, naast het bij lid 4 a van dit artikel gestelde, besluiten de markt niet door te laten gaan dan wel op een andere locatie te doen laten plaatsvinden.

  • 6.

    Het college gaat tot het nemen van een maatregel zoals bedoeld in lid 4 of 5 niet over dan nadat zij over het voornemen daartoe overleg heeft gepleegd met de vertegenwoordiger(s) van de marktkooplieden.

Artikel 3 Inrichting van de markt

  • 1.

    Het aantal standplaatsen is per markt vastgesteld zoals aangegeven op de bij dit reglement behorende tekeningen van het marktterrein.

  • 2.

    De opstelling en indeling van de markt, waaronder begrepen de seizoenplaatsen, plaatsen voor frituren, bakken en braden, plaatsen voor verkoopwagens en plaatsen voor standwerken is aangegeven op de bij dit reglement behorende tekeningen van het marktterrein.

  • 3.

    De afmeting van de standplaats is bepaald op vier strekkende meter of een veelvoud daarvan.

  • 4.

    Het college kan bij de toewijzing van de plaatsen afwijken van de standaardmaten.

Artikel 4 Branche-indeling

  • 1.

    Voor het verkrijgen van een voor de consument zo aantrekkelijk mogelijke markt kunnen voor elk van de in de bijlage (brancheringslijst), behorende bij dit reglement, genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan het aantal standplaatsen dat is aangegeven in desbetreffende bijlage. Op aanvraag kan maximaal 1 extra standplaats worden toegewezen met een branche welke nog niet in de brancheringslijst is opgenomen.

  • 2.

    Op aanvraag kunnen, onder bepaalde voorwaarden, voor zover het de diversiteit en de belangen van de markt bevordert en naar oordeel van de marktmeester niet in strijd is met reeds vergunde branches, ten hoogste twee bij-branches á maximaal een kwart van de vergunde verkoopruimte in de vergunning worden toegewezen mits niet reeds op de markt vertegenwoordigd dan wel voldoende onderscheidend en van ondergeschikte betekenis ten opzichte van de hoofdbranche. Extra toewijzing van bijzondere producten wordt telkens individueel bezien.

  • 3.

    Onder bepaalde voorwaarden kunnen, al dan niet tijdelijk, meerdere hoofdbranches worden toegewezen, mits niet reeds op de markt vertegenwoordigd dan wel voldoende onderscheidend, voor zover het de diversiteit en de belangen van de markt bevordert en naar oordeel van de marktmeester niet in strijd is met reeds vergunde branches.

Hoofdstuk II Inschrijving

Artikel 5 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde op de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 6 Doorhalen van inschrijving op de anciënniteitlijst

De inschrijving op de anciënniteitlijst wordt doorgehaald indien de vergunning van een houder van een vaste standplaats wordt ingetrokken.

Artikel 7 Registratie in de gegadigdenadministratie

Gegevens van een aanvrager kunnen tegen betaling van administratiekosten (tarief 2012 € 10,00) in de gegadigdenadministratie worden geregistreerd indien geen vaste standplaats kan worden toegewezen en aanvrager schriftelijk heeft aangegeven dat hij toch in aanmerking wil komen voor een vaste standplaats en als gegadigde hiervoor wenst te worden aangemerkt. Het college bepaalt, met inachtneming van het belang van de markt, of en hoe lang de gegevens van de gegadigde worden geadministreerd.

Artikel 8 Doorhalen van registratie in de gegadigdenadministratie

De registratie in de gegadigdenadministratie wordt doorgehaald:

  • a.

    wanneer een vaste standplaats wordt toegewezen en ingenomen;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van gegadigde;

  • c.

    bij overlijden van gegadigde;

  • d.

    wanneer gegadigde een aangeboden vaste standplaats weigert, tenzij hij/zij deze op grond van door het college gegronde bijzondere omstandigheden niet aanvaardt, dan wel niet reageert op een uitnodiging om een vaste plaats in te nemen;

  • e.

    indien ter zake van de registratie onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • f.

    indien het college verdere registratie niet langer in het belang van de markt acht.

Artikel 9 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    In geval van overlijden, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de echteno(o)t(e), de levenspartner van de vergunninghouder of een persoon met wie vergunninghouder duurzaam samenwoonde.

  • 2.

    Indien de vaste standplaatsvergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan met inachtneming van herziening van de branche(s) conform de op dat moment gewenste vernieuwde situatie, het recht op een vaste standplaats op de betreffende markt overgaan op een kind van vergunninghouder.

  • 3.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen 12 weken na het overlijden, na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd dan wel na de vaststelling van de blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder.

  • 4.

    Het recht op een vaste standplaats op de betreffende markt kan, met inachtneming van eventuele herziening van de branche(s) conform de op dat moment gewenste vernieuwde situatie, overgaan op een mede-eigenaar of medewerker, indien deze in ieder geval drie jaren onafgebroken in deze relatie tot de vergunninghouder staat.

  • 5.

    Het college kan in geval van bijzondere of dringende omstandigheden afwijken van het bepaalde in dit artikel.

Hoofdstuk III Toewijzen en bezetten van standplaatsen

Artikel 10 Toewijzing standplaatsen

  • 1.

    Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, seizoenplaats, dagplaats of standwerkerplaats.

  • 2.

    Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt zolang zij niet als vaste plaats of seizoensplaats is toegewezen.

Artikel 11 Toewijzing van een vaste standplaats

  • 1.

    Een opengevallen vaste standplaats op de markt kan opnieuw als vaste standplaats worden uitgegeven met inachtneming van de voor die markt en locatie geldende indelingen in afdelingen/branches.

  • 2.

    Voor een opengevallen standplaats komen achtereenvolgens in aanmerking:

    • a.

      de vergunninghouder van een vaste standplaats die schriftelijk heeft aangegeven een andere vaste standplaats te willen nemen. De toewijzing geschiedt op volgorde van anciënniteit als vaste standplaatshouder en met inachtneming van de branche-indeling van de markt;

    • b.

      een gegadigde uit de gegadigdenadministratie indien zulks ter beoordeling van het college in het belang van de markt wenselijk wordt geacht. Bij gelijke geschiktheid onder meerdere gegadigden geschiedt toewijzing eerst na advies van tenminste twee leden van de markt- en ventcommissie, waarvan in ieder geval een vertegenwoordiger van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel;

    • c.

      de vergunninghouder van een aangrenzende vaste standplaats, die schriftelijk heeft aangegeven een volgende aangrenzende plaats ter beschikking te willen krijgen. De toewijzing geschiedt op volgorde van anciënniteit als vaste standplaatshouder.

  • 3.

    Indien een toewijzing wordt geweigerd vervalt iedere aanspraak op de standplaats alsmede op de anciënniteit welke bij de toewijzing van toepassing is.

  • 4.

    De vaste standplaatshouder dient schriftelijk kenbaar te maken dat hij/zij in aanmerking wenst te komen voor een vrijgekomen plaats. Indien niemand, nadat de hiervoor bepaalde leden in acht zijn genomen, te kennen heeft gegeven in aanmerking te willen komen voor de vrijgekomen vaste plaats, zal de plaats via werving aan een gegadigde worden toegewezen.

Artikel 12 Toewijzing dagplaats

  • 1.

    Aanvragers voor een dagplaats die geen vaste plaats op de markt hebben en die in aanmerking willen komen voor een vergunning voor een dagplaats dienen zich bij aanvang van de markt te hebben aangemeld bij de marktmeester.

  • 2.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college dan wel op aanwijzing van de marktmeester op voorhand daarvan, op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 3.

    Aanvragers voor een dagplaats met een artikel of artikelsoort dat nog niet op de markt is vertegenwoordigd hebben voorrang op de aanvragers met artikelen of artikelsoorten die reeds op de markt vertegenwoordigd zijn.

  • 4.

    Artikelen of artikelsoorten die reeds volledig op de markt vertegenwoordigd zijn kunnen ten hoogste met maximaal een standplaats ten behoeve van een aanvrager voor een dagplaats worden uitgebreid, voor zover de brancheringslijst ruimte biedt en de belangen niet worden gestoord. Indien het aantal aanvragers het aantal beschikbare dagplaatsen overtreft geschiedt toewijzing via loting door de marktmeester, met inachtneming van het bij vorige leden gestelde, welke loting plaats vindt eerst na aanvang van de markt bij aanwezigheid van alle aanvragers die zich tijdig hebben gemeld.

  • 5.

    De marktmeester wijst de opengevallen plaatsen bij aanvang van de markt toe aan de aanvragers die zijn ingeloot.

Artikel 13 Toewijzing standwerkerplaats

  • 1.

    Toewijzing van een standwerkerplaats van maximaal 6 m2 geschiedt door de marktmeester met inachtneming van het bepaalde in artikel 12, lid 1, 2, 4 en 5 van dit reglement.

  • 2.

    Indien de standwerker zich wil doen laten bijstaan, meldt hij/zij dit vooraf aan de marktmeester, met opgave van de naam van betreffende persoon. Deze persoon mag niet deelnemen aan eventuele loting. Vooraf meldt aanvrager met welk artikel gestandwerkt wordt, met dien verstande dat slechts 1 artikelsoort is toegestaan. Prijzen aanduiden is niet toegestaan. Aanduidingsborden en meet- en weegwerktuigen zijn niet toegestaan.

  • 3.

    Een standwerker met een artikel dat reeds op de markt vertegenwoordigd is en meer dan een kwart van een branche van een vaste standplaatshouder uitmaakt kan -voor dat artikel- geen toewijzing krijgen, tenzij de belangen niet worden gestoord.

  • 4.

    De aanvraag van een standwerker met een artikel dat nog niet op de markt vertegenwoordigd is prevaleert boven een aanvraag van een standwerker met een artikel dat reeds op de markt vertegenwoordigd is.

Indien het aantal aanvragers het aantal beschikbare plaatsen overtreft geschiedt toewijzing via loting door de marktmeester. Loting en/of toewijzing vindt plaats eerst na aanvang van de markt.

Hoofdstuk IV Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 14 Eigen materiaal

  • 1.

    Op verzoek kan in de vergunning van een vaste standplaatshouder toestemming worden verleend om met eigen materiaal zijn standplaats in te nemen voor zover het een verkoopwagen betreft. Parasols en partytenten als verkoopinrichting zijn niet toegestaan. De vergunninghouder is verplicht gebruik te maken van kramen van de betreffende exploitant.

  • 2.

    Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    een opgave van lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal;

  • b.

    een gedetailleerde tekening van het eigen materiaal;

  • c.

    foto’s van het eigen materiaal;

  • d.

    indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd kan worden, dient een geldig inspectierapport van de brandweer te worden overgelegd.

  • 3.

    Toestemming wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    het eigen materiaal technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt zoals aangegeven op de in artikel 3 genoemde tekeningen;

  • b.

    het eigen materiaal niet voldoet aan de in artikel 15 genoemde eisen.

  • 4.

    Ter bescherming van bederfelijke waar kan aan een standplaatshouder per marktdag toestemming worden verleend om telkens tijdelijk, hooguit voor de duur van betreffende weersinvloeden, eigen materiaal in de vorm van zon- of regenwerende middelen te gebruiken, mits van deugdelijk materiaal en een goed aanzien, zulks ter beoordeling van de marktmeester.

Artikel 15 Eisen eigen materiaal

Het eigen materiaal dient aan de volgende eisen te voldoen:

  • a.

    het eigen materiaal mag in opgestelde toestand niet dieper zijn dan de kramenrij (drie strekkende meter) en niet langer dan de logistiek mogelijk maakt;

  • b.

    uitklapbare toonbanken en/of vitrines mogen niet buiten de staanders van de kramenrij uitsteken;

  • c.

    aan de zijkanten van het eigen materiaal mogen geen zeilen, kleppen of andere zaken zijn aangebracht die de doorgang aan de verkoopzijde verhinderen of het zicht op de naastgelegen verkoopgelegenheid beperken;

  • d.

    het eigen materiaal dient een minimale (klep-)hoogte te hebben van 2.10 meter.

Artikel 16 Innemen standplaats

  • 1.

    Een toegewezen standplaats wordt door de vergunninghouder, dan wel door diens plaatsvervanger ingenomen. Vergunninghouder mag zich doen laten bijstaan op de standplaats.

  • 2.

    Indien vergunninghouder zich laat vervangen dient hiervoor schriftelijk toestemming aan het college te worden gevraagd, zulks onder vermelding van naam, geboortedatum en adresgegevens van de plaatsvervanger, waarna het college daarvoor ontheffing kan geven. De plaatsvervanger dient handelingsbekwaam te zijn, minimaal de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt en zich te kunnen legitimeren. De vergunninghouder blijft te allen tijde verantwoordelijk.

Artikel 17 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vaste standplaats wordt telkens ingenomen, met inachtneming van het bij artikel 18 van dit reglement bepaalde.

Artikel 18 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit tevoren schriftelijk mee aan het college. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, eventueel via inspreken van een voicemailbericht.

  • 2.

    Gedurende het kalenderjaar kan ten behoeve van vakantie maximaal 6 marktdagen per markt toestemming worden gegeven door het college dan wel vrij worden genomen door vergunninghouder.

  • 3.

    Na herhaaldelijke afwezigheid zonder dat daaromtrent is bericht en het college toestemming heeft gegeven, kan het college, in afwijking van het bij artikel 4 gestelde, een -extra- standplaats toewijzen aan een branchevervanger.

Artikel 19 Eisen en verboden t.a.v. het innemen van een standplaats en de aan- en afvoer van goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 1,5 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn vaste standplaats tot het sluitingstijdstip van de markt te blijven innemen.

  • 3.

    Het is, behoudens voor standwerkers, verboden de standplaats in te nemen met parasol(s), (party)tent dan wel overige overkappingen anders dan marktkramen van de betreffende marktkramenexploitant.

  • 4.

    Indien de vergunninghouder diens vaste standplaats niet uiterlijk bij aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder beschikbaar houdt.

  • 5.

    Het is vergunninghouder verboden op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.

  • 6.

    Het is vergunninghouder verboden op de standplaats andere goederen of in voorraad te hebben en/of uit te stallen dan waarvoor vergunning is verleend.

  • 7.

    Het is vergunninghouder verboden meer ruimte in te nemen dan is toegewezen.

  • 8.

    Het is vergunninghouder verboden de opstal voor en/of tijdens de markt af te breken of te verplaatsen.

  • 9.

    Het is vergunninghouder verboden voor het tijdstip waarop de markt eindigt diens waren in te pakken en/of af te voeren.

  • 10.

    Het is verboden te frituren in oliën en/of vetten anders dan in een goedgekeurde bakwagen. Voorts is het verboden te frituren buiten de daarvoor bestemde clusterplaatsen en binnen een straal van 5 meter tussen bakwagens en bouwwerken dan wel omliggende gebouwen met gevels voorzien van ramen.

  • 11.

    Het is in geval van verkoop van “natte” visproducten verboden gebruik te maken van kramen of verkoopinrichtingen waarvan de bodem niet geheel gesloten is. Visverkoop dient uitsluitend te geschieden vanuit een dichte verkoopwagen.

  • 12.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden van het bij vorige leden gestelde ontheffing verlenen onder door haar te stellen voorwaarden.

Hoofdstuk V Overige bepalingen

Artikel 20 Obstakels en welstand

  • 1.

    Het is voor een ieder verboden het marktterrein, de doorgangen en wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren. Het marktterrein, de op- en afritten, toegangen, doorgangen en logistieke aan- en afrijroutes dienen vrij te zijn van obstakels als opslag, terrasmeubilair, parasols, rijwielen en/of voertuigen dan wel anderszins.

  • 2.

    De kramen, andere verkoopinrichtingen of materialen, alsmede boven-, zij- en achterzeilen mogen slechts na goedkeuring door de marktmeester gebruikt worden. Zijzeilen dienen doorzichtig te zijn. Alle zeilen dienen van deugdelijk materiaal te zijn, een net aanzicht te hebben en goed en veilig te worden aangebracht.

Artikel 21 Plaatsen opstallen/electriciteitsexploitatie

  • 1.

    Het is verboden:

  • a.

    op het marktterrein kramen en/of tafels te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens;

  • b.

    voor electriciteit ten behoeve van de standplaats gebruik te maken van een ander dan die voor het leveren daarvan is aangewezen dan wel om zelf hierin te voorzien.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van de in het eerste lid gestelde verboden, onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 22 Promotie/gedrukte stukken/propaganda

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt muziek of geluid te maken dan wel met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden.

  • 2.

    Onder het voeren van propaganda wordt niet verstaan het door standplaatshouders aanprijzen van koopwaar op de markt en het voeren van promotionele activiteiten waarvoor vergunning is verkregen.

Artikel 23 Schoonhouden en opleveren standplaats

De vergunninghouder dient:

  • a.

    ervoor zorg te dragen dat diens standplaats telkens een goed verzorgd aanzien biedt;

  • b.

    voor, tijdens en na de markt zelf diens afval, (verpakkings-)materialen en dergelijke in te zamelen;

  • c.

    voordat het marktterrein wordt verlaten, diens standplaats en onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en diens afval zelf af te voeren;

  • d.

    indien de ondergrond en omgeving van de standplaats vervuild kan raken, maatregelen te treffen ter voorkoming daarvan. Daar waar door de marktmeester als noodzakelijk wordt geacht dient de ondergrond te worden afgedekt, alvorens werkzaamheden daarboven te verrichten. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktmeester en/of op aanwijzing van de marktmeester te geschieden;

  • e.

    wanneer vergunning is verleend om eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, aan de voorzijde van diens standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen.

Artikel 24 Gebruik van electrische- en/of geluidsapparatuur

Gebruikmaken van electrische- en/of geluidsapparatuur is slechts toegestaan na verleende

-schriftelijke- toestemming, onder bepaalde voorwaarden en op aanwijzing van de marktmeester. Zonder verkregen toestemming is het niet toegestaan apparaten te gebruiken via de electrische faciliteiten. In geen geval mag gebruik worden gemaakt van apparatuur zoals electrische kachels, waterkokers, tosti-apparaten, etc.. Ter bescherming van waren kan voor verwarmingsapparaten op gas, welke aan veiligheidseisen voldoen toestemming worden verleend, mits veilig opgesteld, zulks ter beoordeling aan de marktmeester of brandweer.

Artikel 25 Uitstallingen

  • 1.

    Uitstallingen zijn alleen toegestaan na verleende toestemming daarvoor van de marktmeester.

  • 2.

    Toestemming voor uitstallingen kan slechts worden verleend indien er sprake is en blijft van een vrije doorgang zonder obstakels van 3 meter breed en 2.10 meter hoog.

  • 3.

    Op de aanrijroute van de hulpdiensten kan slechts toestemming worden verleend voor uitstallingen indien er sprake is van een vrije doorgang van 4,5 meter breed en 4,2 meter hoog.

  • 4.

    Uitstallingen waarvoor geen toestemming is verleend, dienen onmiddellijk op eerste aanzegging van de marktmeester te worden verwijderd.

Artikel 26 Het stallen van rij- en voertuigen

  • 1.

    Het is de vergunninghouder niet toegestaan op het marktterrein diens rij- en/of voertuig, niet zijnde een toegestane verkoopinrichting, te parkeren.

  • 2.

    Het college kan, behoudens op de Hof en het Lieve Vrouwekerkhof, onder strikte voorwaarden ontheffing verlenen van het bij het eerste lid van dit artikel gestelde, waarbij in ieder geval aan de volgende voorwaarden dient te worden voldaan:

  • a.

    ontheffing kan slechts worden verleend indien het voertuig ingepast geplaatst kan worden op de standplaats van vergunninghouder, binnen diens vergunde locatie;

  • b.

    het voertuig dient achter de kraam te worden geplaatst, zodanig dat collega-kooplieden daarvan geen hinder ondervinden;

  • c.

    het geparkeerde voertuig wordt niet als extra ruimte voor uitstalling gebruikt;

  • d.

    het geparkeerde voertuig mag niet het zicht op naastgelegen standplaatsen belemmeren.

Artikel 27 Algemene veiligheidsnormen

  • 1.

    Verpakkings- en overig materiaal wordt ordentelijk opgeslagen achter of onder de kraam of verkoopwagen en wordt tijdig afgevoerd.

  • 2.

    Elektrische installaties, verlichtingstoestellen, verwarmingstoestellen en bak-, kook- en frituurinstallaties dienen te zijn uitgevoerd conform Europese veiligheidsregels en te zijn voorzien van het CE-keurmerk.

  • 3.

    Gasgestookte toestellen en installaties dienen door de brandweer te zijn goedgekeurd.

  • 4.

    Bij gebruik van gas als brandstof en een slang als verbinding wordt uitsluitend een slang gebruikt die voldoet aan de volgende kenmerken: een goedgekeurde GIVEG-slang, maximaal 10 meter lang en maximaal 2 jaar oud.

  • 5.

    Bij gebruik van gas als brandstof dient de gasfles te zijn voorzien van een door de Dienst Stoomwezen erkend keurmerk en mag de gasfles ten hoogste 10 jaar oud zijn. Uitsluitend aardgas, propaangas, butaangas of gasolie mag worden gebruikt.

  • 6.

    Afsluiters in vaste gasleidingen dienen goed bereikbaar te zijn en te zijn aangebracht aan het einde van elke aftakking van een vaste leiding naar een gebruikstoestel en in de leidingen op plaatsen waar de leiding geheel of gedeeltelijk kan worden gespoeld met een inert gas.

  • 7.

    Electriciteitskabels dienen zodanig te worden opgehangen dan wel onder matten te worden weggeborgen dat het publiek er niet mee in aanraking kan komen.

  • 8.

    Gasgekookte verwarmingstoestellen met een open verbranding dienen zodanig te zijn afgesteld dat er een optimale verbranding plaatsvindt.

  • 9.

    Bij gebruik van gas als brandstof is ten hoogste 115 liter waterinhoud gas bij de verkoopinrichting aanwezig.

  • 10.

    Gasflessen dienen zodanig te zijn opgesteld dat het publiek er niet bij kan. Er dient sprake te zijn van goede ventilatie en zij dienen beschermd te zijn tegen omvallen (kantelen) en aanrijden.

  • 11.

    Toestellen en installaties dienen schoon en vetvrij te worden gehouden.

  • 12.

    Installaties voor koken, bakken, braden en frituren dienen tenminste jaarlijks aan onderhoud te worden onderworpen en dienen tweejaarlijks te worden gekeurd door een erkende installateur. Van deze keuring dient een rapport aanwezig te zijn binnen de verkoopinrichting.

  • 13.

    Bij gebruik van een installatie voor koken, bakken, braden en frituren dient een blusapparaat aanwezig te zijn dat goedgekeurd is door een erkend keuringsbedrijf en voorzien is van een geldige keuringssticker.

  • 14.

    Bij gebruik van een installatie voor koken, bakken, braden en frituren dient voor iedere pan of frituurbak een goed passend metalen deksel aanwezig te zijn.

  • 15.

    In geval er sprake is van personeel dient dat personeel voldoende te zijn opgeleid om te kunnen werken met installaties voor koken, bakken, braden of frituren.

  • 16.

    Aanwijzingen met betrekking tot opbouwen/afbouwen of verankeren dienen onverwijld te worden opgevolgd.

  • 17.

    Voorkomen dient te worden dat er uitsteeksels zijn bij de verkoopinrichting waardoor het publiek letsel zou kunnen oplopen; luifels dienen bijvoorbeeld hoog genoeg te zijn.

  • 18.

    Op dit reglement is tevens de handreiking “veiligheid op de markt” (tot stand gekomen i.s.m. CVAH, NVBR, NVgM, HBD en VNG), versie 19 april 2012 dan wel latere versies, van toepassing.

Hoofdstuk VI Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 28 Intrekken oude regeling

Het marktreglement gemeente Amersfoort 2009 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van dit reglement.

Artikel 29 Citeertitel

Deze regels kunnen worden aangehaald als “Marktreglement Amersfoort 2013”.

Artikel 30 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag waarop de Marktverordening Amersfoort 2013 in werking treedt.

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012.

de secretaris,

de burgemeester,

Publicatiedatum: 5 december 2012

Bijlagen:

Standplaatsenplannen

Standplaatsenplan

Brancheringslijst

BRANCHES

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

TEXTIEL

1

Bovenkleding volwassenen heren

1

3

3

3

2

Bovenkleding volwassenen dames

1

3

3

3

3

Kleding heren/dames/kinderen grote maten

1

1

1

1

4

Onder- en nachtkleding (volwassenen & kinderen)

1

2

2

2

5

Lingerie

1

1

1

1

6

Baby- en kleuterkleding (t/m maat 116)

1

2

2

2

7

Kinderkleding (t/m maat 176)

1

2

2

2

8

Stoffen t.b.v. vervaardigen van o.a. kleding, gordijnen

1

3

9

3

9

Seniorenkleding

1

1

2

2

10

Werkkleding

1

1

1

1

11

Beenkleding

1

1

2

2

12

Sport- vrijetijdskleding

1

1

2

2

13

Spijkerkleding

1

1

2

2

14

Sjaals en hoofddoeken

1

1

2

1

INTERIEURSBEKLEDING

15

Bedmode

1

1

2

1

16

Schuimrubber/polyether

1

1

1

1

17

Bekleding t.b.v. verschillende ruimten waaronder woonkamer

1

1

2

2

18

Huishoudtextiel

1

1

2

2

OVERIGE TEXTIEL

19

Kleinvakartikelen

1

1

1

1

20

Wol

1

1

1

1

VOEDINGSARTIKELEN

21

Aardappelen, groente en fruit

2

2

3

3

22

Aardappelen

1

1

1

1

23

Geringe eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatse te

1

1

1

1

consumeren (patat frites en gefrituurde snacks)

24

Geringe eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatse te

1

1

1

2

consumeren (belegde broodjes)

25

Geringe eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatse te

1

2

2

3

consumeren (meerdere aanbieders van duidelijk

verschillende artikelen kunnen plaats innemen)

26

Consumptie ijs

1

1

1

1

27

Poelierswaren (halal) en eieren

1

1

1

1

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

28

Vis

2

2

5

4

29

Brood, koek en banket

1

2

2

2

30

Chocolade, drop en suikerwerken

1

1

1

1

31

Stroopwafels

1

1

1

1

32

Zuivelproducten

1

2

2

2

33

Traiteur

1

1

1

1

34

Tapas/sushi

1

1

1

1

35

Vlees en vleeswaren

1

1

1

1

36

Islamitische slager(ij)

1

1

1

1

37

Worstsoorten

1

1

1

1

38

Noten en verduurzaamde zuidvruchten

1

1

2

2

39

Reformartikelen

1

1

1

1

40

Kruiden en specerijven, thee en koffie

1

1

1

1

41

Rijstartikelen

1

1

1

1

42

Diepvriesvoedingsartikelen

1

1

1

1

SCHOEISEL, LEDERWAREN EN REISARTIKELEN

43

Schoeisel

1

1

2

2

44

Tassen en koffers

1

1

2

2

45

Portefeuilles, portemonnees en riemen

1

1

1

1

46

Lederwaren

1

1

1

1

HORLOGES EN SIERADEN

47

Uurwerken

1

1

1

2

48

Bijouterieën, sieraden en edelstenen

1

1

2

2

49

Overige modeaccessoires

1

1

1

1

BEZIGHEIDSARTIKELEN

50

Speelgoed

1

1

2

2

51

Lectuur en posters

1

1

1

1

52

Wenskaarten

1

1

1

1

53

Hobbyartikelen

1

1

1

1

54

Verzamelobjecten

1

1

2

2

55

Geluid- en beelddragers

1

1

1

1

56

Kantoorartikelen

1

1

1

1

57

Telefoon en telefoonaccessoires

1

1

1

1

58

Computers en computeronderdelen

1

1

2

2

IJZERWAREN EN MOTORTECHNISCHE ARTIKELEN

59

Gereedschappen en motortechnische onderdelen

1

1

1

1

60

(Brom)fietsen en fietsenonderdelen

1

1

1

1

HUISHOUDELIJKE EN GESCHENKARTIKELEN

61

Glas, porselein, aardewerk en keramiek

1

1

2

2

62

Koperwerk, tin e.d.

1

1

1

1

63

Borstelwerk

1

1

1

1

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

64

Reinigingsartikelen

1

1

1

1

65

Meubelen en kleinmeubelen

1

1

3

3

66

Pannen en keukengereedschap

1

1

1

1

67

Inpak- en verpakkingsartikelen

1

1

1

1

TUIN EN PLANTARTIKELEN, BLOEMEN

68

Zaden en bloembollen

1

1

2

1

69

Bomen en heesters

1

1

2

1

70

Kamerplanten

1

1

2

1

71

Tuinplanten

1

1

4

1

72

Snijbloemen

1

2

3

3

OVERIGE ARTIKELEN

73

Verlichtingsartikelen

1

1

1

1

74

Diervoer en benodigdheden

1

1

1

1

75

Drogisterijartikelen

1

1

1

1

76

Haarmode

1

1

1

1

77

Parfumerie en cosmetica

1

1

1

1

78

Rookartikelen

1

1

1

1

79

Sportartikelen

1

1

1

1

80

Kranten en tijdschriften

1

1

1

1

81

Audio, telecom en electronica

1

1

1

1

82

Kunstbloemen

1

1

1

1

83

Gedroogde bloemen en planten

1

1

1

1

84

Biologische zuivel

1

1

1

1

85

Biologische aardappelen, groente en fruit

1

1

1

1

86

Biologische vlees en vleeswaren

1

1

1

1

87

Biologische brood, koek en banket

1

1

1

1

88

Biologische poelier

1

1

1

1

De punten 82 tot en met 86 uitsluitend indien dit aangetoond

kan worden. Een keurmerk (EKO) is hiervoor vereist.

89

Overige biologische producten/natuurvoeding

1

1

1

1

90

(Rest) Partijgoederen

1

1

3

3

Partijgoederen (restpartijen) welke zeer regelmatig (per

vooraf bepaald tijdvak) van assortiment moeten veranderen.

91

Gebruikte goederen (meubelen en witgoed/bruingoed)

1

1

3

3

92

Overige 2e handsartikelen

1

2

3

3

SEIZOENGEBONDEN ARTIKELEN

93

Zonnebrillen , petten en momentartikelen

1

1

1

1

94

Campingartikelen

1

1

1

1

95

Tuinaccessoires en tuinmeubelen

1

1

1

1