Beleidsregels ten aanzien van het in behandeling nemen van aanvragen voor het vestigen van een coffeeshop in Amersfoort

Geldend van 04-02-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels ten aanzien van het in behandeling nemen van aanvragen voor het vestigen van een coffeeshop in Amersfoort

De burgemeester van de gemeente Amersfoort,

Gelet op hetgeen bepaald is in de Opiumwet, de Aanwijzing Opiumwet, artikel 1:8 en afdeling 8 van de Algemene Plaatselijke Verordening van Amersfoort en de Algemene wet bestuursrecht;

Gehoord hebbende hetgeen besproken is in de lokale driehoek van 17 december 2015;

Gehoord hebbende hetgeen besproken is tijdens de Ronde van 8 december 2015;

Overwegende dat:

  • -

    in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is bepaald dat het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben en vervaardigen van soft- en harddrugs verboden is;

  • -

    het College van procureurs-generaal de Aanwijzing Opiumwet heeft opgesteld, waarin onder meer is opgenomen onder welke voorwaarden niet tegen het verkopen van softdrugs wordt opgetreden, de AHOJGI-criteria;

  • -

    het lokale bestuur – in aanvulling op de richtlijnen van het College van procureurs-generaal - lokaal beleid mag opstellen met betrekking tot het gedogen/vestigen van zogeheten coffeeshops;

  • -

    het oude coffeeshopbeleid van de gemeente Amersfoort een aantal elementen bevatte die het in de praktijk vrijwel onmogelijk maakte om het beleid op zorgvuldige wijze uit te voeren;

  • -

    zowel de Gemeentewet als de Opiumwet de burgemeester aanwijzen als het bevoegd gezag wat betreft het coffeeshopbeleid;

  • -

    handhaving serieus ter hand genomen wordt en dat de zwaarte van de maatregelen wordt afgestemd op de ernst en aard van de desbetreffende overtreding. De uitgangspunten voor de handhaving, waaronder de AHOGJI-criteria, vormen onderdeel van het Sanctiebeleid Horeca van de gemeente Amersfoort;

  • -

    het ingezetenencriterium, dat onderdeel uitmaakt van de AHOJGI-criteria, wordt vermeld in het Sanctiebeleid Horeca, waarbij is aangegeven dat handhaving ter hand zal worden genomen als objectief wordt vastgesteld dat het bezoek van niet-ingezetenen van Nederland aan de coffeeshops tot overlast leidt;

  • -

    de leden van de lokale driehoek hebben conform het landelijk beleid besproken dat een handelsvoorraad in de coffeeshop niet meer dan 500 gram mag bedragen;

  • -

    het College in de Peiling Herijking coffeeshopbeleid, die op 8 december 2015 in de Ronde is besproken, heeft aangegeven in beginsel bereid te zijn binnen de ruimtelijke toetsingskaders mee te werken aan het verkrijgen van een horecabestemming voor nieuw te vestigen coffeeshops buiten de binnenstad.

BESLUIT:

  • I

    de navolgende beleidsregels vast te stellen ten aanzien van het in behandeling nemen van aanvragen om medewerking aan het vestigen van een coffeeshop in Amersfoort, hierna te noemen ‘Coffeeshopbeleid Amersfoort 2016’;

  • II

    dat de onderstaande beleidsregels in de plaats treden van eerder vastgesteld coffeeshopbeleid;

  • III

    te bepalen dat de onderhavige beleidsregels in werking treden op de dag na die van bekendmaking.

Beleidsregels ten aanzien van het in behandeling nemen van aanvragen voor het vestigen van een coffeeshop in Amersfoort

Locatie-eisen

  • 1. Het maximum aantal te gedogen coffeeshops in Amersfoort is 7, waarvan maximaal 2 coffeeshops in de binnenstad.

    Hierbij vormt de definitie van binnenstad zoals opgenomen in het Bestemmingsplan Binnenstad het uitgangspunt: het gebied dat begrensd wordt door de Stadsring, Flierbeeksingel, Scheltussingel, Schimmelpenninckskade en de spoorlijn.

  • 2. Tussen coffeeshops en scholen voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs geldt een afstandscriterium van 250 meter.

  • 3. Tussen coffeeshops en scholen voor basisonderwijs geldt een afstandscriterium van 100 meter.

  • 4. Er dient een minimale afstand van 250 meter te zijn tussen coffeeshops binnen de bebouwde kom.

  • 5. In een straat dan wel een duidelijk herkenbaar afzonderlijk gedeelte daarvan, waaraan bebouwing is gelegen die in hoofdzaak dient voor bewoning, wordt geen coffeeshop toegestaan.

  • 6. In aanvulling op bovenstaande vestigingscriteria wordt voor elke locatie getoetst of een coffeeshop op de aangedragen locatie (on)wenselijk is vanuit openbare orde, veiligheid en/of leefbaarheid is.

Aanvraageisen

  • 7. De aanvraag voor een horeca-exploitatievergunning en gedoogverklaring om een coffeeshop te exploiteren dient in ieder geval te bevatten:

    • Ondernemingsplan, met daarin:

      • -

        omschrijving van de bedrijfsformule / type bedrijf

      • -

        financiële gegevens van het bedrijf, waarbij wordt ingegaan op de wijze van financiering, de beginbalans en een prognose van de komende drie jaar

    • Vragenformulier Bibob, inclusief Bijlagenvel en bijlagen (volledig ingevuld en ondertekend)

    • Actueel uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel

    • Plattegrond/tekening op schaal van de inrichting (met aanduiding functie van de ruimten, zoals keuken, bar, toiletten, etc. en de oppervlakte in m²)

    • Huur-, pacht- of koopovereenkomst van het pand. Hierin dient expliciet opgenomen te zijn da de pandeigenaar akkoord gaat met de vestiging van een coffeeshop in het pand.

    • Bij overname: overeenkomst voor overname, goodwill en inventaris

    • Arbeidsovereenkomst van iedere leidinggevende

    • Kopie van een geldig legitimatiebewijs van alle leidinggevenden

    • Verklaring omtrent het gedrag (niet ouder dan 3 maanden) van de eigenaar en alle leidinggevenden

Voorwaarden aan vergunning/verklaring

  • 8. Aan de voor een coffeeshop te verlenen horeca-exploitatievergunning en gedoogverklaring zullen nadere voorwaarden worden verbonden, die onder meer zien op het omgevingsbeheer en op de medewerking aan het verlenen van informatie over risico’s van middelengebruik. De voorwaarden kunnen per coffeeshop verschillen.

Wachtlijst aanvragen

  • 9. Uitsluitend personen die zich aangemeld hebben voor de ‘Wachtlijst coffeeshops’ kunnen – in aanmerking komen voor een vergunning/gedoogverklaring om een coffeeshop in Amersfoort te beginnen. Op het moment dat het maximum aantal coffeeshops is ingevuld, wordt de wachtlijst opgeheven.

Ondertekening

Amersfoort, 26 januari 2016
De burgemeester van Amersfoort,
L.M.M. Bolsius

Algemene toelichting:

De onderhavige vestigingscriteria zijn een uitwerking van het overlastcriterium dat deel uitmaakt van de landelijke – door het College van procureurs-generaal opgestelde - AHOJGI-criteria 1 . De criteria geven een antwoord op de vraag: waaraan moet een locatie voor een coffeeshop voldoen om er op te kunnen vertrouwen dat er geen overlast ontstaat?

Primair gelden deze beleidsregels voor de vestiging van nieuwe coffeeshops.

Juist bij het toestaan van nieuwe coffeeshops is het van belang een objectief kader te hebben waaraan getoetst wordt of een locatie (in combinatie met de ondernemer) voldoet.

Deze vorm van toetsing maakt het ook mogelijk om op een objectieve en transparante wijze om te gaan met situaties waarin een reeds gevestigde coffeeshop in strijd raakt met de gestelde criteria. Bijvoorbeeld door de vestiging van een school of verandering van de directe omgeving van de coffeeshop. Indien hiervan sprake is, worden voor zover mogelijk eerst afspraken gemaakt met de ondernemer over bijvoorbeeld extra (beheers)maatregelen.

Een coffeeshop is een (alcoholvrij) horecabedrijf waar gedoogd wordt dat er softdrugs verkocht en gebruikt worden, met in achtneming van de AHOJGI- criteria.

Omdat een coffeeshop een horecabedrijf is, is een coffeeshop alleen toegestaan in een pand met een horecabestemming.  

Dit betekent dat als een pand/locatie nog geen horecabestemming heeft, een planologische procedure gevolgd moeten worden om deze horecabestemming te verkrijgen. In deze procedure vindt een ruimtelijke toets plaats.

Naast een horecabestemming moet een coffeeshop - net als elke regulier horecabedrijf – over een horeca-exploitatievergunning (voor het verstrekken van alcoholvrije dranken en rookwaar) beschikken op grond van artikel 2:28 van de APV.

Tevens moet een coffeeshophouder in het bezit zijn van een door de burgemeester verleende gedoogverklaring, waarin expliciet opgenomen is onder welke voorwaarden het verkopen en gebruiken van softdrugs gedoogd wordt. Deze gedoogverklaring is maximaal vijf jaar geldig.

In het geval er een procedure noodzakelijk is om een horecabestemming te verkrijgen, worden de aanvraag voor de horeca-exploitatievergunning en gedoogverklaring aangehouden totdat een beslissing is gevallen in de ruimtelijke procedure.

De aanvragen voor een horeca-exploitatievergunning en gedoogverklaring voor een coffeeshop worden getoetst aan de Aanwijzing Opiumwet, aan de onderhavige beleidsregels en aan de geldende regelgeving.

Zoals bepaald in de Bibob-beleidslijn Amersfoort, met betrekking tot openbare inrichtingen 2 wordt tevens de Wet Bibob toegepast op vergunningaanvragen om een coffeeshop in Amersfoort te mogen exploiteren. Deze wet maakt het (onder meer) mogelijk vergunningen te weigeren of in te trekken als er sprake is van ernstig gevaar dat de vergunning wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten of het witwassen van geld. Ook nadat de vergunning verleend is kan er aanleiding zijn om (wederom) een Bibob-toets uit te voeren.

Gedurende de looptijd van de gedoogverklaring kunnen er wijzigingen optreden in de ondernemingsvorm en/of ondernemers. Dit is toegestaan mits:

  • -

    de natuurlijk(e) persoon/personen voor wiens rekening en risico de onderneming wordt gedreven, niet wijzigt/wijzigen;

  • -

    er een vennoot bijkomt of vertrekt.

Er dient in beide gevallen wel een aanvraag te worden ingediend voor wijziging van de tenaamstelling van de horeca-exploitatievergunning en de gedoogverklaring. De aanvraag zal worden getoetst aan de reguliere toetsingsgronden (levensgedrag ondernemers, Bibob-toets). De nieuwe gedoogverklaring zal maximaal gelden voor het restant van de looptijd van de eerder verleende gedoogverklaring.

Puntsgewijze toelichting:

  • 1.

    Maximumbeleid

    Uit landelijke cijfers blijkt dat het percentage gebruikers van cannabis onder de bevolking zich in de afgelopen jaren heeft gestabiliseerd. Een te gering aanbod ten opzichte van de vraag kan leiden tot niet gedoogde verkooppunten, te grote (verkeers)druk op bestaande coffeeshops en coffeeshops met een hele grote omzet die de achterdeurproblematiek heviger maakt. Dit alles leidt in veel gevallen tot (meer) overlast voor omwonenden.

    De volksgezondheid en de leefbaarheid is erbij gebaat dat het systeem in stand blijft, waarbij de verkoop van softdrugs plaats vindt via de bekende en daardoor te controleren verkooppunten. Waar aan dit systeem afbreuk wordt gedaan, neemt de kans op straathandel en overlast toe. Een redelijk evenwicht tussen vraag en aanbod draagt, in combinatie met niet te grote coffeeshops, bij aan het beheersbaar houden van de leefbaarheid in de omgeving van de coffeeshops.

    Vanaf 1996 zijn er in Amersfoort maximaal 9 coffeeshops toegestaan, omdat er op dat moment feitelijke 9 coffeeshops in Amersfoort waren. Door consequente handhaving en goede afspraken was de drukte en de daarmee gepaard gaande overlast beperkt/beheersbaar. In de loop van de jaren is er een aantal coffeeshops gesloten (bijvoorbeeld vanwege het feit dat ze te dicht bij een basisschool gelegen waren). De ervaring van een aantal jaren geleden heeft geleerd dat 7 coffeeshops een nog steeds goed handhaafbaar aantal is.

    Ook blijkt uit ervaring dat verdere daling van het aantal tot onwenselijk is. De druk op de coffeeshops is dan (te) groot, hetgeen vanzelfsprekend is aangezien het aantal personen dat softdrugs koopt/gebruikt niet is afgenomen.

    De overtuiging is dat een aantal van 7 goed gecontroleerde coffeeshops op zorgvuldig gekozen locaties voldoende is om de druk evenwichtig te verdelen en te komen tot een beheersbare en controleerbare situatie.

    Binnenstad

    Het is algemeen bekend dat overlast door coffeeshops in grote mate ontstaat door het komen en gaan van bezoekers en de daarmee gepaard gaande verkeers- en parkeerbewegingen.

    Het is dan ook wenselijk om de vestiging van coffeeshops op goed bereikbare plaatsen te faciliteren, waar de kans op overlast minimaal is.

    Dergelijke plaatsen zijn door de bank genomen gelegen buiten de binnenstad van Amersfoort. In de oude Amersfoortse binnenstad ontstaat namelijk al snel overlast door (te) veel verkeersbewegingen. Voor een groot deel van de binnenstad gelden daarom al restricties met betrekking tot verkeer.

    Bovenstaande is een reden om coffeeshops in de binnenstad van Amersfoort te ontmoedigen. Een en ander neemt niet weg dat in het kader van bijvoorbeeld de spreiding van coffeeshops, het wenselijk is dat er ook coffeeshops in de binnenstad zijn.

    Een maximum van 2 zorgvuldig beoordeelde locaties in de binnenstad, zijnde het gebied binnen de singels, is beheers- en controleerbaar en doet recht aan verdeling over de stad en de historie van Amersfoort waarin er altijd coffeeshops in de binnenstad geweest zijn.

    Maximum versus sluiting

    Bij beantwoording van de vraag of het maximum aantal coffeeshops is bereikt en of er een nieuwe aanvraag in behandeling genomen wordt, geldt in het geval dat een coffeeshop gedwongen door de burgemeester is gesloten, dat niet eerder een nieuwe aanvraag in behandeling genomen wordt dan nadat de sluiting onherroepelijk is geworden.

  • 2.

    Afstand tussen coffeeshops en scholen voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs

    Onder voortgezet onderwijs en middelbaar onderwijs wordt verstaan: onderwijs voor scholieren tussen de 12 en 18 jaar zoals praktijkonderwijs, HAVO, VWO en (V)MBO.

    Bij toetsing van het afstandscriterium van 250 meter wordt de kortste loopafstand over de openbare weg tussen coffeeshop en school gemeten van hoofdingang tot hoofdingang. In het geval van aanwezigheid van een schoolplein geldt de kortste loopafstand van hoofdingang van de coffeeshop tot aan het begin van het (toegangshek van) het schoolplein.

  • 3.

    Afstand tussen coffeeshops en basisscholen

    In zijn algemeenheid is te stellen dat er geen bewijs is voor een relatie tussen omvang en frequentie van gebruik van cannabis door scholieren en de afstand van een coffeeshop tot hun school.

    Voor basisscholen geldt daar boven op nog dat de leerlingen van deze scholen hoogst zelden belangstelling hebben voor softdrugs.

    Vanuit het rijk zijn er dan ook geen adviezen/richtlijnen met betrekking tot de afstand tussen een coffeeshop en een basisschool en er zijn dan ook vrijwel geen gemeenten die een afstandcriterium in hun beleid hebben opgenomen met betrekking tot de basisscholen.

    Dat in Amersfoort het afstandcriterium wel geldt voor basisscholen, stamt uit de tijd dat er twee coffeeshops recht tegen over de ingang van een basisschool gevestigd waren. Velen achtten dit onwenselijk, hetgeen begrijpelijk is. Door een (loop)afstand te eisen van 100 meter tussen coffeeshop en basisschool, wordt in de toekomst voorkomen dat een coffeeshop zich recht tegenover of direct naast een basisschool vestigt.

    Bij toetsing van het afstandscriterium van 100 meter wordt de kortste loopafstand over de openbare weg tussen coffeeshop en school gemeten van hoofdingang tot hoofdingang. In het geval van aanwezigheid van een schoolplein geldt de kortste loopafstand van hoofdingang van de coffeeshop tot aan het begin van het (toegangshek van) het schoolplein.

  • 4.

    Tegengaan concentratie coffeeshops

    Waar coffeeshops hinder veroorzaken voor omwonenden, komt dit doorgaans door het komen en gaan van klanten. Dit leidt tot meer geluid van auto’s en personen, meer verkeersbewegingen en kortdurend parkeren. Als er meerdere coffeeshops bij elkaar zitten, leidt dit vanzelfsprekend tot nog meer klanten, parkeerbewegingen et cetera.

    Door – binnen de bebouwde kom - een afstand te eisen tussen coffeeshops, wordt concentratie tegengegaan. Daarmee worden onder meer de verkeersbewegingen gespreid en wordt concentratie van mogelijke hinder voor direct omwonenden voorkomen.

    Bij toetsing van het afstandcriterium van 250 meter wordt de kortste loopafstand over de openbare weg tussen coffeeshops gemeten van hoofdingang tot hoofdingang.

  • 5.

    Geen coffeeshops in een woonstraat

    Hinder van coffeeshops wordt met name door omwonenden ervaren. Zo kunnen zij hun auto niet parkeren omdat er auto’s van bezoekers van de coffeeshop staan. Horen zij de bezoekers komen, gaan en praten als zij (’s avonds) thuis zijn of in hun tuin zitten en worden zij geconfronteerd met het verkeer terwijl zij willen oversteken of hun kinderen op straat spelen. Bewoners die er voor gekozen hebben in een straat te gaan wonen waar uitsluitend gewoond wordt en geen horeca- of winkelactiviteiten plaatsvinden, mogen er op vertrouwen dat daar geen coffeeshop gevestigd wordt.

  • 6.

    Openbare orde en veiligheid

    Op grond van artikel 2:28a en 1:8 van de APV wordt bij elke aanvraag om een horeca-exploitatievergunning beoordeeld of een horecabedrijf op de aangedragen locatie de openbare orde en veiligheid (mogelijk) verstoort dan wel de leefbaarheid of ruimtelijke aspecten zoals verkeer(sveiligheid) in de omgeving onaanvaardbaar negatief beïnvloedt worden.

    Van verstoring van de openbare orde en veiligheid kan bijvoorbeeld sprake zijn als de aanvraag ziet op een locatie die dusdanig afgelegen is, zodat er geen enkele sociale controle plaats kan vinden of een locatie die in de directe nabijheid gelegen is van een specifieke instelling/omgeving of waarvan op voorhand duidelijk is dat de aanwezigheid van een coffeeshop veel overlast zal opleveren.

    Met andere woorden: ook al voldoet een locatie primair aan de gestelde vestigingscriteria, toetsing aan artikel 2:28a en 1:8 van de APV kan er altijd toe leiden dat een locatie niet geschikt geacht wordt om een coffeeshop te mogen vestigen.

  • 7.

    De aanvraag

    Om te voorkomen dat de gemeente een lange procedure doorloopt en een vergunning voor een coffeeshop afgeeft, terwijl er uiteindelijk privaatrechtelijke problemen optreden, wordt de voorwaarde gesteld dat de toekomstige ondernemer aantoont dat de pandeigenaar akkoord is met de vestiging van een coffeeshop in zijn pand. Dit moet bij indiening van de aanvraag schriftelijk worden aangetoond in het huurcontract.

  • 8.

    Nadere voorwaarden aan de exploitatievergunning

    Bij de horeca-exploitatievergunning en gedoogverklaring worden voorwaarden gesteld, in aanvulling op of als uitwerking van de gedoogcriteria. Deze voorwaarden kunnen per coffeeshop verschillen. Te denken valt aan voorwaarden met betrekking tot specifieke openingstijden, het voorkomen van overlast voor de omgeving zoals inzet van een portier, toezicht op verkeer- en parkeergedrag, maatregelen tegen geluidsoverlast. Ook kunnen de voorwaarden betrekking hebben op het verplicht stellen van het verstrekken van informatie aan klanten over het risico van het gebruik van drugs.

    Voorwaarden die in ieder geval worden opgenomen:

    • -

      De openingstijden van de coffeeshop;

      De norm is dagelijks tussen 10.00 uur en 24.00 uur; afhankelijk van de locatie behoudt de burgemeester zich het recht voor om afwijkende openingstijden vast te stellen.

    • -

      De ondernemer dient zich te houden aan de AHOJG-criteria (geen Affichering, geen Harddrugs, Geen Overlast, geen Jeugd onder de 18 jaar en maximaal 5 gram softdrugs per persoon per dag);

    • -

      Er is naast een leidinggevende een aparte toezichthouder aanwezig in het bedrijf gedurende de tijden dat het horecabedrijf geopend is voor publiek. Hij ziet toe op het voorkomen van overlast.

    • -

      Aan personen die hun auto fout parkeren, met draaiende motor laten wachten of anderszins overlast voor de woon- en leefomgeving veroorzaken, worden geen softdrugs verkocht;

    • -

      Er dient een rookruimte in het horecabedrijf aanwezig te zijn;

    • -

      Het horecabedrijf mag niet meer dan 500 gram softdrugs op voorraad hebben;

    • -

      In de coffeeshop mag geen alcohol geschonken, verstrekt, verkocht en/of geconsumeerd worden dan wel aanwezig zijn;

    • -

      Bezoekers zijn verplicht zich te legitimeren.

  • 9.

    De wachtlijst

    De afgelopen jaren zijn er veel ondernemers geweest die interesse getoond hebben in het exploiteren van een coffeeshop in Amersfoort. Vrijwel al deze initiatieven zijn afgewezen vanwege de ‘oude’ (vestigings)criteria. Met dit besluit zijn de (vestigings)criteria gewijzigd. Dit leidt er toe dat ondernemers met nieuwe initiatieven komen. De inschatting is dat er meer geïnteresseerden zijn dan dat er ‘plek’ is. Om iedereen op een gelijke en transparante manier een kans te geven, is besloten een wachtlijst in te stellen.  

    Deze wachtlijst houdt het volgende in: Iedereen kan in een specifieke periode uitsluitend digitaal zijn/haar belangstelling aangeven op basis van de nieuwe beleidsregels.

    Ten behoeve van de registratie moet informatie aangedragen worden, waaronder een specifieke locatie. Na afloop van de registratieperiode worden de volledig ingevulde aanmeldingen, die voldoen aan de nieuwe vestigingscriteria, aan de notaris overhandigd. Deze zal de aanmeldingen ad random nummeren, zodat een (wacht)lijst ontstaat. Afhankelijk van het aantal beschikbare plaatsen, worden belangstellenden op volgorde van plaatsing (eerst nummer 1) benaderd en gevraagd of men daadwerkelijk een formele (vergunning)aanvraag wil doen. Zo ja, dan dient dit binnen een termijn van 3 weken te gebeuren.

    Met het indienen van de vergunningsaanvraag/aanvragen gaan de formele procedures en termijnen lopen. In deze procedure(s) wordt onder meer de locatie en de ondernemer nader getoetst.

Belangrijk:

Uitsluitend ondernemers die op de wachtlijst staan, kunnen in aanmerking komen voor het vestigen van een coffeeshop in Amersfoort. De wachtlijst vormt de basis voor het ‘vergeven’ van de beschikbare plaatsen. Vergunning-/gedoogverklaringsaanvragen voor coffeeshops die gedaan worden buiten deze belangstellingsregistratie om, worden niet in behandeling genomen.

Zodra het maximum van 7 coffeeshops in Amersfoort is ingevuld, komt de wachtlijst te vervallen. Op het moment dat er een plek open valt, zal – wederom om iedereen op een gelijke en transparante wijze de mogelijkheid te gunnen - opnieuw bekeken worden welke procedure doorlopen wordt om de opengevallen plek in te vullen.

Werkwijze wachtlijst:

  • -

    Van maandag 8 februari 2016, 9.00 uur tot en met zondag 6 maart 2016 kunnen ondernemers/personen zich aanmelden voor een plaats op de wachtlijst.

  • -

    Het aanmelden voor de wachtlijst kan uitsluitend digitaal via de digitale formulieren die te vinden zijn op www.amersfoort.nl/coffeeshopbeleid Aanmeldingen die op een andere wijze zijn ingediend, wordt niet op de wachtlijst geplaatst.

  • -

    Via het digitale formulier worden onder meer de volgende gegevens geregistreerd: naam, telefoonnummer, (email)adres en het adres van het beoogde pand.

  • -

    Per persoon en/of onderneming kan uitsluitend 1 locatie op de wachtlijst geplaatst worden. Indien blijkt dat een persoon en/of onderneming zich voor meer dan 1 locatie aangemeld heeft, wordt uitsluitend de locatie beoordeeld en meegenomen die als eerste is ‘ingediend’. De andere aanmeldingen worden niet op de wachtlijst geplaatst.  

  • -

    Na het sluiten van de termijn worden (uitsluitend) de aanmeldingen getoetst die in de periode van 8 februari 2016 tot en met 6 maart 2016 zijn ingediend. Bij toetsing wordt beoordeeld of de aanmeldingen compleet/volledig ingevuld zijn en of de aangedragen locatie voldoet aan de eerste 5 gestelde locatie-eisen.  

  • -

    De aanmeldingen die de toetsing doorstaan, worden overgedragen aan de notaris, die vervolgens de aanmeldingen ad random nummert. Hierdoor ontstaat een volgorde van de aanmeldingen. Dit is de volgorde van de wachtlijst.

  • -

    Iedereen die zich aangemeld heeft, krijgt (digitaal) bericht welke plaats hij/zij op de wachtlijst heeft.

  • -

    Met inachtneming van het maximum stelsel, benadert de gemeente de ondernemer/persoon die als eerste op de wachtlijst staat en deze ondernemer/persoon wordt in de gelegenheid gesteld om binnen 3 weken een formele aanvraag in te dienen.

  • -

    Als degene die benaderd wordt niet binnen 2 weken reageert, wordt er contact opgenomen met de eerstvolgende op de wachtlijst. Degene die zich aangemeld heeft is zelf verantwoordelijk voor het achterlaten van het juiste e-mailadres/telefoonnummer waarop hij/zijn te bereiken is.

Aanvullend:

  • -

    Voor een pand/locatie dat nog geen horecabestemming heeft, zal ook een planologische procedure gevolgd moeten worden om deze horecabestemming te verkrijgen. Deze procedure kan worden gestart op het moment dat de aanvrager de mogelijkheid krijgt om een formele aanvraag te doen.  In deze procedure vindt een ruimtelijke toets plaats.

  • -

    Aanmeldingen die na het sluiten van de aanmeldtermijn digitaal worden ingediend, worden  -  op volgorde van binnenkomst - onderaan de wachtlijst geplaatst.

  • -

    Indien een ondernemer/persoon die op de wachtlijst staat, zijn gegevens op de lijst – na sluiting van de aanmeldtermijn - wil aanpassen (bijvoorbeeld een andere beoogde locatie of een andere ondernemingsvorm) wordt dit gezien als een nieuwe aanmelding. Deze aanmelding wordt onderaan de wachtlijst geplaatst.

Amersfoort, 26 januari 2016

De burgemeester van Amersfoort,

L.M.M. Bolsius


Noot
1

De AHOJGHI-criteria zijn vastgelegd in de door het College van procureurs-generaal opgestelde Aanwijzing Opiumwet. In deze aanwijzing is opgenomen onder welke voorwaarden het Openbaar Ministerie niet overgaat tot vervolging van verkoop van softdrugs.

Noot
2

In werking getreden op 3 april 2014