Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening voor het crematorium en de gemeentelijke begraafplaatsen Amersfoort 2005

Geldend van 27-10-2005 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening voor het crematorium en de gemeentelijke begraafplaatsen Amersfoort 2005

Verordening

De raad van de gemeente Amersfoort;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2005, sector SOB/SB (nr. 1807830),

overwegende dat het gewenst is regels te stellen voor het gebruik en beheer van het crematorium en de gemeentelijke begraafplaatsen;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, de artikelen 35 en 90 van de Wet op de Lijkbezorging, en de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening voor het crematorium en de gemeentelijke begraafplaatsen Amersfoort 2005

ALGEMENE BEPALINGEN

Begripsbepalingen

  • Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. gemeentelijke begraafplaatsen: - Begraafplaats Rusthof, gelegen aan de Dodeweg Oost 31 te Leusden;

- Rooms Katholieke gedeelte van Rusthof, de begraafplaats Maranatha gelegen aan de Dodeweg West 28 te Amersfoort;

- de begraafplaats Soesterweg, gelegen aan de Soesterweg 187 te Amersfoort;

  • b. gemeentelijk crematorium: - crematorium, gelegen aan de Dodeweg Oost 3l te Leusden;

    • c.

      eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijke persoon of rechtspersoonvoor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

      • -

        het doen begraven en begraven houden van lijken;

      • -

        het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

      • -

        het doen verstrooien van as;

    • d.

      algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder de gelegenheid

wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • e.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijke

    persoon of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as in een graf;

  • f.

    eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend

recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van een asbus met of zonder urn;

  • g.

    eigen plaats in de urnentuin: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon voor bepaalde tijd het recht is verleend tot doen bijzetten van een urn waarin een asbus urn kan worden geplaatst;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • i.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • j.

    verstrooiingsplaats: een plaats waar as wordt verstrooid;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting op een graf, op een gedenkplaats of op een urnengraf;

  • l.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • m.

    gedenkzuil: een zuil op de gedenkplaats waarop gedenkplaten zijn bevestigd waarop namen zijn vermeld van overledenen;

  • n.

    gedenkteken: een monument waarvoor vergunning is verleend om dat voor een bepaalde tijd voor de overledene op te richten;

  • o.

    grafbeplantingen: winterharde beplanting welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht;

  • p.

    bedrijfsleider: de ambtenaar die namens het gemeentebestuur belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt, of namens hem optreedt;

  • q.

    rechthebbende: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het begraven of tot het bijzetten van een asbus in een eigen graf of tot het bijzetten van een urn in een urnengraf, een urnennis, of in de urnentuin.

OPEnstelling, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATSEN

Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de volgende tijden:

    • -

      van 1 maart tot 1 mei van 08.00 uur tot 19.00 uur;

    • -

      van 1 mei tot 1 september van 08.00 uur tot 21.00 uur;

    • -

      van 1 september tot 1 november van 08.00 uur tot 19.00 uur;

    • -

      van 1 november tot 1 maart van 08.00 uur tot 16.00 uur.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde, rust en veiligheid op de begraafplaatsen kunnen de toegangen

tijdelijk worden gesloten. Ten behoeve van werkzaamheden op de begraafplaats kan de

bedrijfsleider tijdelijk delen voor het publiek afsluiten.

3.Op de tijdstippen dat de begraafplaats is gesloten, is het verboden zich daar te bevinden, anders

dan voor het bijwonen van een begrafenis of bezorging van as.

Artikel 3 Ordemaatregelen

1.Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen, anders dan met

toestemming van burgemeester en wethouders, verboden werkzaamheden voor derden aan

grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 2.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden anders dan voor een begrafenis

  • 3.

    Er mag op de begraafplaatsen niet sneller worden gereden dan 10 km per uur en uitsluitend op

de asfaltrijwegen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in lid 2 gestelde verbod:

    • a.

      aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen voor het rijden buiten de

      asfaltrijwegen voor aanleg- en onderhoudswerkzaamheden;

    • b.

      aan personen die voor grafbezoek als gevolg van invaliditeit op dit vervoer zijn aangewezen.

  • 5.

    Personen die op de begraafplaatsen werkzaamheden hebben te verrichten en zich bedienen van

een motorvoertuig, dienen zich eerst bij de bedrijfsleider te melden.

6.Personen die op grond van het gestelde in lid 4, aanhef en onderdeel b, ontheffing hebben ge-

kregen, kunnen voor de begraafplaats Rusthof een sleutel van het toegangshek verkrijgen tegen

betaling van een door burgemeester en wethouders vast te stellen borgsom en op vertoon van

een invalidenparkeervergunning.

Het is verboden deze sleutel te dupliceren en aan derden te geven. Bij oneigenlijk gebruik dient

de sleutel op eerste aanzegging aan de bedrijfsleider te worden teruggegeven.

7.Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de

begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en

netheid te houden aan de aanwijzingen van de bedrijfsleider.

8.Degenen die zich niet aan de in het 7e lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste

aanzegging van de bedrijfsleider van de begraafplaats verwijderen.

  • 9.

    Het is verboden op de begraafplaatsen:

    • a.

      voor derden, bloemen of andere artikelen te koop aan te bieden of aanbiedingen te doen met

      betrekking tot de verzorging van graven en/of grafbedekkingen;

    • b.

      op enigerlei wijze reclame te maken voor handel, beroep of bedrijf;

    • c.

      onaangelijnde honden mee te nemen;

    • d.

      banken of ander zitmeubilair alsmede planten of voorwerpen buiten de grafmaat te plaatsen

      Deze worden direct verwijderd, zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op enige

      vergoeding.

Artikel 4 Plechtigheden

1.Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de

begraafplaatsen moeten een week tevoren worden gemeld aan de bedrijfsleider onder opgave

van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

2.De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang

van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de bedrijfsleider.

Artikel 5 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan, indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die door de bedrijfsleider met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK III VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 6 Kennisgeving begraven, cremeren en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degenen, die wil doen begraven of cremeren, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, crematie, bijzetting of verstrooiing moet plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de bedrijfsleider. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de bedrijfsleider zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats of in het crematorium te zijn voorzien van een identiteitskenmerk.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en daarna sluiten van een

graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaatsen. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de bedrijfsleider geheel of gedeeltelijk zelf verrichten, indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de bedrijfsleider hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de bedrijfsleider op te volgen.

Artikel 7 Gebouwen en geluidsinstallatie en/of orgel

  • 1. Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula en de condoléanceruimte, almede van de

    geluidsinstallatie en/ muziekinstrumenten moet gelijktijdig met de aanmelding van de

    plechtigheid worden aangevraagd bij de bedrijfsleider.

  • 2. De ruimten en de geluidsinstallatie en/of muziekinstrumenten staan voor iedere plechtigheid op een vooraf te bepalen tijdstip en tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1. Begraving en cremeren mag slechts geschieden, indien van tevoren het verlof tot begraven/ cremeren is overgelegd aan de bedrijfsleider.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een

    machtiging daartoe aan de bedrijfsleider te worden overgelegd, ondertekend door de

    rechthebbende.

  • 3. Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke

    minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van

    de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste

    gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden

    aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de anderen,

    genoemd in artikel 16, tweede lid.

  • 5. De bedrijfsleider onderzoekt de genoegzaamheid van de overlegde stukken.

Artikel 9 Aanvangstijden van begraven cremeren en asbezorging

  • 1.

    De aanvangstijden van begraven en het bezorgen van as zijn:

    • a.

      van maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 15.00 uur;

    • b.

      op zaterdag van 09.00 uur tot 15.00 uur;

met uitzondering van de algemeen erkende feestdagen.

  • 2.

    De aanvangstijden voor crematieplechtigheden zijn

    • a.

      van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur,

b op zaterdag van 9.00 uur tot 15.00 uur,

met uitzondering van de algemeen erkende feestdagen

3.Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze dagen en tijden afwijken.

HOOFDSTUK IIII INDELING EN UITGIFTE VAN GRAVEN

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven aan pad;

    • b.

      eigen bosgraven;

    • c.

      eigen kindergraven;

. d. algemene graven;

  • e.

    algemene kindergraven;

  • f.

    eigen urnennissen;

  • g.

    eigen plaats in urnentuin;

  • h.

    eigen urnengraven;

  • i.

    eigen gedenkplaat op de gedenkzuil;

j algemene asverstrooiingsplaatsen.

2.Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels het onderscheid tussen en

voorwaarden voor uitgifte of gebruik van de in lid 1 bedoelde graven, nissen, platen en

plaatsen. Zij bepalen hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen kunnen worden

bijgezet in eigen graven.

3.Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat op de begraafplaats Rusthof een

afzonderlijk gedeelte van de begraafplaats wordt gebruikt voor asbusbijzetting in urnen-

graven en wijzen terreinen aan waarop as kan worden verstrooid. As wordt alleen verstrooid op

het aangewezen terrein en niet op of in de directe omgeving van graven.

4.Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat op een gedeelte van de begraafplaats Rusthof wordt ingericht voor het begraven volgens islamitische traditie.

4.Artikel 11 Aantal overledenen in graven

  • 1. In algemene graven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.

    • 2.

      In of op algemene graven kunnen geen asbussen worden bijgezet.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

1.De algemene graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van uitgifte

uitgegeven.

2.Voor eigen graven geldt geen volgorde van uitgifte, met uitzondering van de velden

26, 27, 28.op de begraafplaats Rusthof Eigen graven worden zowel uitgegeven voor directe als

niet directe begraving. Urnengraven, urnennissen en plaatsen in de urnentuin worden zowel uitgegeven voor directe bijzetting als niet directe bijzetting.

Artikel 13 Categorieën

Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven

onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 14 Termijnen eigen graven, urnengraven en urnennissen

1.Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijke in te dienen aanvraag, voor de tijd van

vijfentwintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het

eigen graf is uitgegeven.

2.Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende

verlengd telkens met een termijn van tien jaren, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de

lopende termijn wordt ingediend. Burgemeester en wethouders zullen de rechthebbende één jaar

voor de afloop van de termijnen genoemd in lid 1 en 2 op de verlenging attenderen.

  • 3.

    Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 16, eerste lid. Verlenging van recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte zulks toelaat

op een daartoe schriftelijk in te dienen aanvraag voor de tijd van 5 jaar het recht op een eigen

urnennis of 25 jaar voor een eigen urnengraf. De termijn begint te lopen op het tijdstip van

uitgifte.

Artikel 15 Termijnen algemene graven

Het recht tot het begraven in algemene graven, inclusief algemene kindergraven, berust bij burgemeester en wethouders. Met inachtneming van de wettelijke grafrusttermijn is het recht tot begraven in een algemeen graf voor een periode van 10 jaar.

Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten

1.Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten

name van de echtgenoot, de geregistreerde partner of levenspartner dan wel een bloed- of

aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen of van een rechtspersoon is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. Bij overschrijving dienen zowel de oude als de nieuwe rechthebbende zich bij de bedrijfsleider te kunnen legitimeren.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, de geregistreerde partner of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de vorengenoemde personen of van een rechtspersoon is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn

burgemeester en wethouders bevoegd het recht op eigen graf te doen vervallen

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5.

    Indien een rechthebbende niet reageert op aanschrijving voor verlenging of het adres van de rechthebbende door verhuizing niet meer te achterhalen is onbekend is en vervalt het recht op het graf en kunnen burgemeester en wethouders besluiten het graf te ruimen. Daarbij zal de grafbedekking worden verwijderd, zonder dat enige aanspraak bestaat op schadevergoeding.

    Artikel 17 Afstand doen van graven

    1.Zonder aanspraak te maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. De rechthebbende dient zich bij de

    bedrijfsleider te kunnen legitimeren. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

    2.Indien overeenkomstig het voorafgaande lid afstand wordt gedaan zal met inachtneming van de wettelijke termijn van grafrust het stoffelijk overschot worden bijgezet in een verzamelgraf.

    In geval van een urnengraf zal met inachtneming van de wettelijke termijn van grafrust de as worden verstrooid.

    HOOFDSTUK V GRAFBEDEKKINGEN

    Artikel 18 Voorschriften gedenkteken en grafbeplantingen

    • 1.

      Op graven kunnen een winterharde grafbeplanting of een gedenkteken worden aangebracht, mits deze voldoen aan de in of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

    • 2.

      Voor het hebben van een gedenkteken is een schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders.

    • 3.

      Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning voor een gedenkteken, de aard en de afmeting van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

    • 4.

      Burgemeesters en wethouders kunnen ontheffingen verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

    • 5.

      Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      het gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van het gedenkteken ondeugdelijk is.

    Artikel 19 Grafbeplantingen en losse voorwerpen

    Niet blijvende beplantingen of voorwerpen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de bedrijfsleider worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op

    schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen, en dergelijk kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de bedrijfsleider worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twee weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende, indien deze daartoe tevoren een schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de bedrijfsleider. De rechthebbende dient zich bij de bedrijfsleider te kunnen legitimeren.

    Artikel 20 Onderhoud gedenktekenen, grafbedekking en dergelijke

    • 1.

      De rechthebbende is, naast het algemeen onderhoud van gemeentewege, verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

    • 2.

      Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het onderhoud van de graven, de urnentuin en

    urnengraven alsmede het schoonhouden van de daarop geplaatste gedenktekenen, tegen een jaarlijks vast te stellen tarief.

    • 3.

      Het in lid 2 bedoelde verplichte onderhoud geldt voor:

    • -

      eigen graven indien er een grafrecht wordt verkregen voor 25 jaar en verlengingen van het

    grafrecht.

    • -

      algemene graven waarop een gedenkteken is geplaatst.

    • 4.

      Indien een rechthebbende of een aanvrager nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen, zonder dat zij tot enige vergoeding verplicht zijn.

    • 5.

      De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per (aangetekende) brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt tevens een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

    • 6.

      Indien de in lid 2 bedoelde kosten voor onderhoud niet zijn voldaan, kan zonder nadere sommatie of ingebrekestelling de grafbedekking worden verwijderd, zonder dat aanspraak bestaat op enige schadeloosstelling. Indien gedurende 3 jaren de onderhoudskosten niet zijn voldaan kunnen burgemeester en wethouders het grafrecht vervallen verklaren.

    Artikel 21 Verwijderen gedenktekenen, grafbedekking en dergelijke

    1.De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders

    worden verwijderd.

    2.Op grond van de daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende

    aanvraag, kan de grafbedekking gedurende 3 maanden voor afloop van de termijn door of namens

    de rechthebbende worden verwijderd.

    HOOFDSTUK VI RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

    Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

    • 1.

      De rechthebbende op een eigen graf kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen om het graf voor zijn rekening te laten ruimen, indien het grafrecht nog niet verlopen is en wanneer de laatste begraving in het graf langer dan 10 jaar geleden heeft plaatsgevonden.

    • 2.

      De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.

    • 3.

      Nabestaanden van een overledene die is begraven in een algemeen graf, kunnen voor het einde van het aflopen van het grafrecht bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

    • 4.

      De rechthebbende op een eigen graf, kan voor het einde van het aflopen van het grafrecht bij

    burgemeester en wethouders een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen zetten voor herbegraving elders.

    • 5.

      De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de bedrijfsleider een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

    • 6.

      Het tijdstip van ruiming en overbrenging als bedoeld in de leden 3, 4, en 5 wordt bepaald door

    burgemeester en wethouders.

    HOOFDSTUK VII INSTANDHOUDING HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN

    Artikel 23 Lijst

    • 1.

      Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

    • 2.

      Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen op de lijst te worden bijgeschreven.

    • 3.

      De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

    HOOFDSTUK VIII SLOTBEPALINGEN

    Artikel 24 Intrekking oude regeling

    De verordening Gemeentelijke Begraafplaatsen Amersfoort 1999, vastgesteld op 29 juni 1999, wordt ingetrokken.

    Artikel 25 Overgangsbepaling

Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de verordening Gemeentelijke Begraafplaatsen 1999 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de oude verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op deze aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 26 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met artikel 2, lid 3, en artikel 3, lid 1 en lid 2, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voor het crematorium en de gemeentelijke begraafplaatsen Amersfoort 2005.

Artikel 28 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 4 oktober 2005.

de griffier, de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM: 19 oktober 2005