Regeling vervallen per 29-11-2018

Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2017

Geldend van 01-07-2017 t/m 28-11-2018

Intitulé

Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2017

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort,

gelezen de nota subsidieregeling Projecten#InDeBuurt d.d. 15 november 2016 nr. 5365999;

gelezen de raadsinformatiebrief eerste ronde subsidieaanvragen Projecten#InDeBuurt d.d. 14 februari 2017 nr. 5443481; 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, 4, 5 en 21 van de Algemene subsidieverordening 2015;

overwegende dat aan de subsidieontvanger van de Subsidieregeling #InDeBuurt de uitvoering van de Subsidieregeling Projecten #InDeBuurt 2017 binnen het hierin vastgelegde kader zal worden gemandateerd;

overwegende dat het gewenst is dat de Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2017 richting geeft aan de flexibele inzet in wijken en op stedelijk niveau;

overwegende dat het gewenst is de Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt aan te passen om nog beter aan te sluiten bij de rol van de Buurtbestuurt en bij de doelstelling om initiatieven uit de stad of wijken te stimuleren en benutten om doelstellingen binnen de sociale basis infrastructuur te realiseren.

overwegende dat inwonersinitiatieven belangrijk zijn en ondersteund worden, maar toekenning van subsidies altijd worden gedaan vanuit het belang van de inhoudelijke doelen;

overwegende dat de subsidieontvanger van de Subsidieregeling #InDeBuurt de inwonersinitiatieven waar gewenst ondersteunt bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten;

overwegende dat wij met deze regeling invulling geven aan het concept van Right to Challenge;

overwegende dat alle relevante partijen in de wijk of stad gezamenlijk en in goed overleg vorm hebben gegeven aan de analyse van de wijk of stad en dit hebben vertaald naar een jaarlijks plan van aanpak;

overwegende dat binnen het kader van Projecten#InDeBuurt alle partijen in de wijk of stad samenwerken op basis van respect, gelijkwaardigheid, vertrouwen en persoonlijk contact;

besluit vast te stellen de volgende regeling, inclusief de bijbehorende toelichting:

SUBSIDIEREGELING PROJECTEN#IN DE BUURT 2017

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop rustende bepalingen wordt (mede) verstaan onder:

  • -

    aanvraag: de subsidieaanvraag die de aanvrager indient en uit meerdere activiteiten kan bestaan;

  • -

    aanvrager: de aanvrager is een natuurlijk persoon of een rechtspersoon of een samenwerkingsverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen;

  • -

    Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening 2015 van gemeente Amersfoort;

  • -

    Buurtbestuurt: adviesorgaan bestaand uit onafhankelijke Amersfoortse inwoners en professionals die in opdracht van de partij advies over aanvragen aan de partij verstrekt;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

  • -

    formele initiatieven: aanvrager die activiteiten uitvoert met grotendeels personen die hiervoor een betaling, vergoeding of anderszins ontvangen;

  • -

    inwonersinitiatieven: aanvrager die activiteiten uitvoert met grotendeels personen die zich onbetaald of vrijwillig inzetten;

  • -

    partij: de subsidieontvanger van en de organisatie verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen geformuleerd in de Subsidieregeling #InDeBuurt;

  • -

    partijen in de wijk of stad: dit betreft inwoners, burgerinitiatieven, ondernemers en organisaties die samenwerken met sociale partners, zoals wijkteams, politie, onderwijs en sportverenigingen;

  • -

    plan van aanpak: het door het college vastgestelde document waarin de op basis van een analyse benodigde ondersteuning per wijk of op stedelijk niveau op het terrein van de sociale basisinfrastructuur wordt beschreven;

  • -

    raad: de gemeenteraad van Amersfoort.

Artikel 2 Doel van de regeling

Deze regeling heeft als doel om:

  • -

    het netwerk van formele en informele voorzieningen en verbanden in de wijk en buurt (de sociale basisinfrastructuur) versterken;

  • -

    laagdrempelige voorzieningen voor inwoners van Amersfoort te ontplooien die ze de mogelijkheid bieden tot advies (persoonlijk of digitaal), ontmoeting en lichte ondersteuning en toerusting;

  • -

    vrijwilligers en mantelzorgers te ondersteunen bij hun waardevolle inzet;

  • -

    te zorgen voor een stevig sociaal fundament met een preventieve en vroeg signalerende functie middels een combinatie van voorzieningen en functies;

Het verstrekken van de subsidie heeft tot doel het uitvoeren van activiteiten in de wijken en op stedelijk niveau, zoals beschreven in artikel 3 en het plan van aanpak, die zijn gericht op bevordering van het algemeen belang en een meerwaarde hebben voor Amersfoort.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor een activiteit, die past binnen het desbetreffende plan van aanpak en de daarin omschreven een of meer doelen. De doelen houden verband met de thema’s ‘kinderen groeien op een veilige, vertrouwde en uitdagende omgeving’, ‘inwoners die moeite hebben met meedoen aan en in de maatschappij worden ondersteund om zelfstandig te kunnen leven en wonen’ en ‘inwoners geven in een wijk en in een buurt zelf vorm aan een vertrouwde, veilige, uitdagende en actieve leefomgeving’. De activiteit wordt uitgevoerd op Amersfoorts wijkniveau of stedelijk niveau. De activiteit komt geheel ten goede aan de Amersfoortse inwoners. Een subsidie kan voor een of meer activiteiten worden aangevraagd.

Artikel 4. Vereisten aanvrager

De aanvraag tot €5000 kan worden ingediend door een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een samenwerkingsverband van (rechts)personen. Een aanvraag vanaf €5000 kan worden ingediend door een rechtspersoon of een samenwerkingsverband van rechtspersonen. De aanvrager moet aantoonbaar aan de volgende vereisten voldoen:

  • a.

    De aanvrager heeft, of in het geval van een samenwerkingsverband alle leden hebben, geen winstoogmerk met de uitvoering van de activiteiten of met de besteding van de subsidie anderszins;

  • b.

    De aanvrager is, of in het geval van een samenwerkingsverband alle leden zijn, geen partner of geaffilieerde organisatie of persoon van de partij;

  • c.

    De aanvrager, of in het geval van een samenwerkingsverband alle leden van het samenwerkingsverband, die vanuit de subsidiabele activiteit(en) werkt c.q. werken met personen in de leeftijd tot 18 jaar beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen (https://www.justis.nl/producten/vog/vog-aanvragen/vog-rp-aanvragen/).

  • d.

    De natuurlijke personen die vanuit de subsidiabele activiteit(en) werken met personen in de leeftijd tot 18 jaar beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag.

Artikel 5. Indiening aanvraag

De aanvraag voor een subsidie kan gedurende het gehele jaar van 2017, 2018 en 2019 worden ingediend. De beoordelingen vinden vier maal per jaar plaats en wel in de periode vanaf 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. Om met de desbetreffende beoordelingsronde meegenomen te worden, moet een aanvraag volledig zijn ingediend voor de genoemde datum. In het geval van een onvolledige aanvraag, dat wil zeggen bij ontbreken van gegevens genoemd in artikel 6, krijgt de aanvrager een redelijke hersteltermijn conform artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Niet tijdig of niet volledig ingediende aanvragen, eventueel na verstrijking van de hersteltermijn, worden niet in behandeling genomen.

Artikel 6. Vereisten aanvraag en procedure aanvraag

  • 1. In aanvulling op artikel 9 van de Algemene subsidieverordening legt de aanvrager bij de indiening van de aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier, te vinden op de website van de partij;

    • b.

      een overzicht per activiteit met benoeming doel, wijk, functie, thema en benodigd budget met toelichting;

  • 2. De activiteit moet voldoen aan het plan van aanpak en minimaal bijdragen aan een van de in het plan van aanpak aangegeven doelen.

  • 3. De activiteit moet uitvoerbaar en realistisch zijn.

  • 4. Het plan van aanpak kan door het college ten hoogste een maand voor de eerstvolgende beoordelingsronde worden aangepast en zal worden gepubliceerd op de website van de partij en er wordt rechtstreeks naar verwezen op de website van de gemeente Amersfoort;

  • 5. De aanvraag kan (geheel, gedeeltelijk of in de vorm van een samenvatting) openbaar gemaakt worden, dit met inachtneming van de wet- en regelgeving op het gebied van privacy en openbaarheid;

  • 6. In het geval de activiteit in enig geval vergunning plichtig is, dient bij de aanvraag de verkregen vergunning te worden overlegd.

Artikel 7. Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    Er sprake is van een situatie beschreven in artikelen 4:25 of 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht of in artikelen 10 of 13 van de Algemene subsidieverordening;

  • b.

    Het bedrag waarvoor subsidie voor een subsidiabele activiteit wordt aangevraagd het deelsubsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 8, overschrijdt;

  • c.

    Er geen sprake is van subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3;

  • d.

    De benodigde ondersteuning in een wijk zoals beschreven in het plan van aanpak reeds is ingevuld en aldus het vastgestelde doel voor die wijk of op stedelijk niveau volgens het college is bereikt, dit ongeacht de eventuele plaatsing in de rangschikking;

  • e.

    Er niet wordt voldaan aan de vereisten, zoals bedoeld in artikel 4 en 6 lid 1 tot en met 3

  • f.

    De aanvraag aan geen van de genoemde aspecten, zoals bedoeld in artikel 11 sub a tot en met g, voldoet;

  • g.

    De activiteit niet of niet geheel gericht is op de Amersfoortse inwoners;

  • h.

    Er voor dezelfde subsidiabele activiteit voor het gehele aangevraagde bedrag al een subsidie of budget in welke vorm dan ook beschikbaar is gesteld en dit leidt tot een dubbeling. Er kan voor eenzelfde activiteit geen dubbele subsidie worden aangevraagd.

Artikel 8. Subsidieplafond en deelsubsidieplafonds

  • 1. De raad stelt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting een subsidieplafond in voor deze regeling. Het college stelt jaarlijks binnen vier weken na vaststelling van de begroting per afzonderlijk besluit deelsubsidieplafonds vast. Een deelsubsidieplafond wordt per wijk of op stedelijk niveau vastgesteld.

  • 2. Budget wat niet wordt benut in het voorgaande kwartaal van een kalenderjaar kan als restant budget worden doorgeschoven naar het budget voor de volgende periodes voor deze wijk. Met als gevolg dat het deelsubsidiebudget voor die wijk met het restant budget wordt verhoogd.

Artikel 9. Beoordeling

  • 1. Namens het college beoordeelt de partij de aanvragen met een bedrag van maximaal € 100.000 met kennisneming van het advies van de Buurtbestuurt, zoals bedoeld in artikel 10;

  • 2. Namens het college kan de partij gemotiveerd afwijken van het advies van de Buurtbestuurt;

  • 3. Het college beoordeelt de, door de partij positief geadviseerde, aanvragen met een bedrag van meer dan € 100.000, en doet dit met kennisneming van het advies van de partij;

  • 4. Het college kan gemotiveerd afwijken van het advies van de partij;

  • 5. In het geval er een rangschikking wordt opgesteld, zoals bedoeld in artikel 11, dan worden alle aanvragen hierin meegenomen;

  • 6. Met de in dit artikel genoemde bedragen worden bedoeld de bedragen waarvoor een subsidie kan worden verstrekt. Niet subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3, worden buiten beschouwing gelaten. Het aangevraagde bedrag kan aldus (veel) hoger zijn dan het bedrag, zoals bedoeld in dit artikel, en het bedrag dat wordt meegenomen in de rangschikking, zoals bedoeld in artikel 11.

Artikel 10. Buurtbestuurt

De partij wordt geadviseerd door inwoners en professionals van Amersfoort die kennis van de stad Amersfoort of haar wijken hebben en geen persoonlijk of zakelijk belang hebben bij de aanvragen. In het geval een lid van Buurtbestuurt een persoonlijke of zakelijke relatie heeft met betrekking tot de aanvraag of de aanvrager of anderszins een belang heeft bij de aanvraag of de aanvrager dan onthoudt dit lid zich van het advies van die aanvraag. Onder aanvrager wordt in dit artikel ook bedoeld een lid van het samenwerkingsverband.

Artikel 11. Rangschikking

  • 1. In het geval de subsidieaanvragen voor een wijk of op stedelijk niveau een deelsubsidieplafond overstijgen dan worden de subsidieaanvragen per wijk of op stedelijk niveau gerangschikt. In het geval van een subsidieaanvraag van meer dan één subsidiabele activiteit, zoals bedoeld in artikel 3, worden de activiteiten afzonderlijk gerangschikt. De rangschikking is als volgt, in volgorde van hoog naar laag:

    • a)

      Subsidieaanvragen met – door de aanvrager onderbouwde c.q. onderbouwd – aantoonbare verbondenheid met en/of draagvlak in de wijk of (in het geval van subsidieaanvraag op stedelijk niveau) stad;

    • b)

      Subsidieaanvragen die middels een samenwerkingsverband van twee of meer aanvragers worden ingediend waaronder tenminste één bestaande partij in de wijk of (in het geval van subsidieaanvraag op stedelijk niveau) stad;

    • c)

      Subsidieaanvragen van Amersfoortse inwonersinitiatieven, waarbij onbetaalde krachten en/of vrijwilligers worden ingezet;

    • d)

      Subsidieaanvragen met een co-financiering en/of financiering vanuit eigen middelen, waarbij formele initiatieven over tenminste 25% co-financiering beschikken en inwonersinitiatieven over tenminste 10%;

    • e)

      De activiteit sluit aan bij bestaande faciliteiten, zoals infrastructuur, gebouwen, systemen, websites of bij een bestaande activiteit;

    • f)

      De activiteit is duurzaam, dat wil zeggen de activiteit kan in de toekomst zelfstandig zonder of met minder subsidie doorgaan of de activiteit leidt tot een lange termijn bijdrage aan het doel;

    • g)

      De activiteit heeft het potentieel om binnen de periode (vanaf datum inwerkingtreding tot 1 januari 2020) van de subsidieregeling een groter bereik te krijgen in inwoners dan nu wordt beoogd of in meer wijken ook een bijdrage te leveren aan de gestelde doelen.

  • 2. In het geval een activiteit aan meer dan een van de aspecten zoals genoemd in lid 1 sub a tot en met g voldoet (bijvoorbeeld b en e) dan is dit een cumulatie en komt deze activiteit hoger in de rangschikking dan degene die scoort op één gelijkwaardig aspect (bijvoorbeeld b).

  • 3. Indien honorering van een, of twee of meer activiteiten die gelijk zijn gerangschikt zijn, ertoe zou leiden dat het beschikbare deelsubsidieplafond zou worden overschreden, dan worden deze activiteiten afgewezen en het resterende deel van het subsidieplafond naar de volgende ronde doorgeschoven. De aanvrager kan vervolgens besluiten de afgewezen activiteit in de volgende ronde nogmaals in te dienen.

Artikel 12. Procedure aanvraag

  • 1. De partij besluit namens het college over de subsidieaanvragen van maximaal € 100.000 en stelt het totale overzicht vast van de subsidieontvangers. Dit overzicht bestaat uit in totaal tien overzichten, zijnde negen overzichten op wijkniveau en een overzicht op stedelijk niveau. Het college besluit over de subsidieaanvragen van meer dan € 100.000 die positief door de partij beoordeeld zijn. Om tot een besluit te komen neemt de partij deze subsidieaanvragen dus mee in de rangschikking, zoals bedoeld in artikel 11.

  • 2. Uiterlijk binnen zes weken na start beoordelingsronde stelt de partij namens het college of het college zelf (in geval van artikel 12.1) de aanvragers schriftelijk in kennis van zijn besluit.

  • 3. Indien de beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening niet uiterlijk binnen de genoemde termijn zoals bedoeld in lid 2 kan worden gegeven, stelt de partij namens het college of het college zelf de aanvrager daarvan in kennis en noemt daarbij de termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

  • 4. Tijdens de behandeling van een aanvraag wordt geen inhoudelijke informatie verstrekt.

  • 5. Alleen de kosten voor een aanvraag van een Verklaring Omtrent het Gedrag voor natuurlijke personen die niet worden vergoed via de landelijke regeling, wordt vergoed door het college. Een aanvraag hiervoor kan worden gedaan via het subsidieaanvraagformulier.

Artikel 13. Subsidieverlening

  • 1. Subsidie wordt voor de duur van de activiteit verleend. De activiteit vindt plaats of vangt aan binnen 12 maanden nadat de aanvraag is gedaan.

  • 2. De betaling vindt grotendeels plaats bij wijze van voorschot. De verdeling van de aangevraagde gelden is als volgt:

    • o

      80% bij aanvang van de activiteit, bij wijze van voorschot;

    • o

      20% aan het einde van de looptijd van de activiteit, bij vaststelling van de subsidie.

Artikel 14. Subsidievaststelling

Een subsidie met een bedrag van maximaal € 500 per activiteit wordt niet eerst verleend maar direct vastgesteld.

Artikel 15. Verplichtingen

In aanvulling op de verplichtingen die op grond van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening zijn opgelegd, is de subsidieontvanger verplicht om kenbaar te maken tijdens de uitvoering van de activiteit dat de activiteit wordt uitgevoerd (mede) met subsidie van de gemeente Amersfoort.

Artikel 16. Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken indien toepassing van de bepalingen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 17. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2017.

  • 2. Deze regeling vervalt per 1 januari 2020.

  • 3. De Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt wordt per 1 juli 2017 ingetrokken.

Artikel 18. Overgangsbepaling

De bepalingen van de subsidieregeling als bedoeld in artikel 17 lid 3 blijven van toepassing op de subsidies die op basis van die subsidieregeling zijn verleend.

Artikel 19. Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2017.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 9 mei 2017.
Namens het college van burgemeester en wethouders,
De secretaris,
De burgemeester,