Regeling vervallen per 31-12-2018

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent volwassenen educatie Subsidieregeling volwassenen educatie 2018

Geldend van 21-09-2017 t/m 30-12-2018

Intitulé

Subsidieregeling volwassenen educatie 2018

Burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort,

gelezen het Regionaal Programma Volwassenen Educatie 2018, docs. nr. 5573890

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de vigerende Algemene Subsidieverordening;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

SUBSIDIEREGELING VOLWASSENEN EDUCATIE 2018

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt (mede) verstaan onder:

  • Aanvrager: de instelling, zoals bedoeld in artikel 1.1.1 sub b WEB of een instelling die een opleiding als bedoeld in artikel 7.3.1 sub b tot en met f aanbiedt, die een aanvraag indient op grond van deze Regeling;

  • Ambtelijk vertegenwoordiger: de hiertoe door een regio gemeente aangewezen ambtenaar die de gemeente vertegenwoordigt in het regionaal overleg volwassenen educatie;

  • ASV: de Algemene subsidieverordening 2015 van de gemeente Amersfoort;

  • College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;

  • Contactgemeente: de gemeente Amersfoort is de aangewezen -contactgemeente, zoals bedoeld in artikel 2.3.1 WEB;

  • Maatschappelijke participatie: deelnemen aan maatschappelijke activiteiten buiten het eigen huishouden, arbeidsparticipatie daarvan uitgezonderd;

  • Professional: adequaat geschoolde docent;

  • Plan van aanpak: een door de Aanvrager op te stellen plan waarin wordt beschreven op welke wijze de Aanvrager de gesubsidieerde activiteit gaat verrichten;

  • Raad: de gemeenteraad van de gemeente Amersfoort;

  • Regeling: deze subsidieregeling;

  • Regio: de arbeidsmarktregio Amersfoort;

  • Regiogemeenten: de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg;

  • Regionaal overleg volwassenen educatie: het overleg tussen ambtelijke vertegenwoordigers van de Regiogemeenten onder voorzitterschap van de Contactgemeente;

  • RPE: Regionaal Programma volwassenen Educatie 2018;

  • Samenwerkingsovereenkomst: de regionale samenwerkingsovereenkomst volwassenen educatie binnen de arbeidsmarktregio Amersfoort;

  • Standaarden en eindtermen: de op het moment van aanvragen vigerende versie van de standaarden en eindtermen, zoals gepubliceerd door het Steunpunt taal en rekenen volwassenen educatie.

  • Sociale wetgeving: de Participatiewet (voorheen WWB), IOAW en IOAZ, AOW, Anw, Wajong, WW, WIA, WAO, ZW en TW.

  • Uitkering: de uitkering die de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verstrekt aan de

  • Contactgemeente ten behoeve van de educatievoorzieningen overeenkomstig het RPE, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 WEB;

  • WEB: de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • Wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze Regeling heeft tot doel om, door middel van volwassenen educatie, de zelfstandigheid en zelfredzaamheid te bevorderen van volwassen (niet inburgeringsplichtige burgers van de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg) in de leeftijd van 18 jaar en ouder, die zichzelf niet goed kunnen redden in de samenleving en/of op de arbeidsmarkt. Dit onderwijs geeft volwassenen de mogelijkheid om de Nederlandse reken- en taalvaardigheid te verbeteren, vaardigheden aan te leren en/of een diploma of certificaat te behalen. De Regiogemeenten willen volwassenen een betere kans op een baan bieden en voorkomen dat zij (langdurig) afhankelijk zijn van een uitkering op grond van de Sociale wetgeving.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • -

      NT1: gericht op mensen waarvoor Nederlands de moedertaal is;

    • -

      NT2:gericht op mensen waarvoor Nederlands een tweede taal is;

    • -

      ANT: gericht op mensen die in aanmerking komen voor alfabetiseringscursussen gericht op de Nederlandse taal. Deze categorie kan verder onderverdeeld worden in ANT1, voor mensen waarvoor Nederlands de moedertaal is, en mensen waarvoor Nederlands een tweede taal is, ANT2.

  • 2. De subsidiabele activiteiten genoemd in het eerste lid kunnen op twee verschillende manieren worden aangeboden:

    • a)

      Een formeel traject gericht op arbeidsparticipatie, dat voldoet aan de volgende randvoorwaarden:

    • -

      het traject is formeel hetgeen blijkt uit het behalen van een diploma of certificaat;

    • -

      het traject wordt verzorgd door een Professional;

    • -

      het traject is gericht op het makkelijker verkrijgen van een stageplek of een baan en doorstromen naar een beroepsopleiding.

    • b)

      Een non-formeel traject gericht op Maatschappelijke participatie, dat voldoet aan de volgende randvoorwaarden:

    • -

      de voortgang van de cursist moet meetbaar zijn;

    • -

      uitvoering vindt hoofdzakelijk plaats door inzet van (getrainde) vrijwilligers en inzet van Professionals wordt zo veel als mogelijk beperkt;

    • -

      gericht op deelaspecten van de standaarden en eindtermen, zoals beschreven in paragraaf 2.4 van het RPE;

Artikel 4. Algemene toekenningcriteria

Organisaties kunnen in aanmerking komen voor subsidie voor zover:

  • 1.

    er voor het scholingsaanbod geen andere financieringsmogelijkheid beschikbaar is;

  • 2.

    er voor het scholingsaanbod geen andere organisatie is, die al een dekkend aanbod verzorgt.

Artikel 5. Eisen aan de aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag geschiedt door middel van het indienen van (a) een vastgesteld aanvraagformulier “Aanvraag subsidie volwassenen educatie 2018”, (b) een Plan van aanpak, dat voldoet aan de vereisten als genoemd in lid 2 van dit artikel en (c) voor zover van toepassing de documenten als beschreven in artikel 11 lid 5 van de Regeling.

  • 2. In het Plan van aanpak beschrijft de Aanvrager de volgende onderwerpen:

    • a.

      op welke Regiogemeente(n) de aanvraag betrekking heeft;

    • b.

      de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, zoveel mogelijk gespecificeerd naar aard en omvang van de doelgroep;

    • c.

      gespecificeerde begroting van verwachte inkomsten en uitgaven, waaruit blijkt hoeveel subsidie de Aanvrager verwacht nodig te hebben voor het uitvoeren van onder b. bedoelde activiteiten;

    • d.

      planning van de uitvoering van de subsidiabele activiteiten;

    • e.

      of en hoe wordt voldaan aan de standaarden en eindtermen;

    • f.

      de samenwerking met andere partijen (in de Regio);

    • g.

      de ervaring met het organiseren van scholingstrajecten voor de doelgroep;

    • h.

      de mate waarin vrijwilligers betrokken worden bij de scholingstrajecten en de scholing van de vrijwilligers;

    • i.

      de mate waarin bijdrage geleverd kan worden aan het bereiken en motiveren van de doelgroep.

  • 3. Het Plan van aanpak mag niet meer dan 8 pagina’s (enkelzijdig) bevatten.

Artikel 6. Beoordelingscriteria

Aanvragen worden beoordeeld op grond van de volgende beoordelingscriteria:

  • 1.

    of de aanvraag past binnen het RPE, met name de tabellen van paragraaf 5.2;

  • 2.

    of het Plan van aanpak voldoet aan de vereisten genoemd in artikel 5 lid 2.

Artikel 7. Subsidieplafond

  • 1. Het College stelt jaarlijks binnen de kaders van de door de Raad opgestelde begroting subsidieplafonds voor volwassenen educatie vast.

  • 2. Het totale beschikbare bedrag bedraagt voor 2018 € 868.679, onder voorbehoud van verstrekking van deze middelen door de Raad (onder voorbehoud goedkeuring gemeentebegroting 2018 – 2021 en beschikbaar stellen van de middelen door het Rijk).

  • 3. Dit bedrag is het subsidieplafond bij toepassing van deze Regeling en is per Regiogemeente als volgt opgebouwd:

    • a.

      voor de gemeente Amersfoort € 475.056,-;

    • b.

      voor de gemeente Leusden € 51.719,-;

    • c.

      voor de gemeenten Baarn, Bunschoten en Soest gezamenlijk € 228.747,-;

    • d.

      voor de gemeente Nijkerk € 91.074,-;

    • e.

      voor de gemeente Woudenberg € 22.083,-.

  • 4. Het College is bevoegd de subsidieplafonds achteraf te verhogen of te verlagen.

  • 5. Indien het subsidieplafond in een kalenderjaar niet wordt bereikt, wordt het niet toegekende bedrag tot aan het subsidieplafond toegevoegd aan het subsidieplafond voor het daarop volgend kalenderjaar.

Artikel 8. Verdeelregels

  • 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet worden voldaan aan de algemene toetsingscriteria in artikel 4, aan de eisen die gesteld worden aan het Plan van aanpak in artikel 5, de beoordelingscriteria zoals genoemd in artikel 6 en dient zich niet één van de weigeringgronden zoals genoemd in artikel 9 voor te doen.

  • 2. Bij de beoordeling van de criteria neemt het College kennis van het advies van de adviescommissie, zoals bedoeld in artikel 10 van deze Regeling. Het College kan gemotiveerd van dat advies afwijken.

  • 3. Indien het totaal van alle door het College ontvangen subsidieaanvragen een subsidieplafond genoemd in artikel 7 lid 3 onder a, b of c, overschrijdt, vindt een gesprek plaats met al deze subsidieaanvragers teneinde na te gaan of een samenwerkingsverband of een andere gezamenlijke oplossing tot de mogelijkheden behoort. Indien dit niet het geval is, wordt er geloot onder alle door het College ontvangen subsidieaanvragen.

  • 4. Voor het gesprek, zoals genoemd in lid 3 van dit artikel, wijst het College een onafhankelijke procesbegeleider aan. De procesbegeleider zit het gesprek voor en bewaakt de termijnen. Het gesprek vindt plaats tussen alle door het College ontvangen subsidieaanvragen per budgetbeslag en per Regiogemeente(n), zoals genoemd in de tabellen in paragraaf 5.2 RPE.

  • 5. In de uitnodigingsbrief voor het gesprek stelt het College de termijn vast waarbinnen de genodigden gezamenlijk aan het College moeten laten weten of zij tot afspraken zijn gekomen over activiteiten passend binnen het beschikbare budget. In het geval dit niet (tijdig) geschiedt, vindt de loting plaats.

  • 6. In het geval van loting wordt er geloot wordt een aanvraag van een Aanvrager geloot/getrokken. Deze Aanvrager wordt voor de door haar aangevraagde hoogte van de subsidie genoteerd. Als het subsidieplafond nog niet is bereikt, wordt een volgende aanvraag geloot/getrokken en voor de dor haar aangevraagde hoogte van subsidie genoteerd. Deze handeling wordt herhaald totdat het subsidieplafond is bereikt. Mogelijkerwijs ontvangt de aanvrager die als laatste getrokken wordt een deel van zijn aangevraagde subsidiebedrag, het bedrag dat nog resteert tot het subsidieplafond.

Artikel 9. Weigeringgronden

De subsidie wordt in ieder geval – naast het bepaalde in artikelen 4:25 en 4:35 van de wet en de artikelen 10 en 13 van de ASV – geweigerd, indien:

  • a.

    de Aanvrager niet voldoet aan de begripsbepaling ‘aanvrager’, zoals bedoeld in artikel 1;

  • b.

    de aanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor al een budget, in welke vorm dan ook, is of wordt verstrekt;

  • c.

    de aanvraag niet past binnen de subsidiabele activiteiten genoemd in artikel 3;

  • d.

    de aanvrager niet is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

  • e.

    de Aanvrager niet een recente Verklaring omtrent het gedrag (VOG RP) kan overleggen;

Artikel 10. Adviescommissie

  • 1. Het College stelt bij dezen een adviescommissie in ter beoordeling van de Plannen van aanpak, die als volgt is samengesteld:

    • a.

      de Ambtelijk vertegenwoordiger van de gemeente Amersfoort;

    • b.

      een lid afkomstig uit de regiogemeente indien de aanvraag (mede) betrekking heeft op dieRegiogemeente;

    • c.

      Een lid met expertise op het gebied van volwassenen educatie.

  • 2. De in de adviescommissie zittende leden hebben geen direct of indirect persoonlijk of zakelijk belang bij deze procedure c.q. de Aanvragers.

  • 3. De adviescommissie beoordeelt de subsidieaanvraag aan de hand van de beoordelingscriteria zoals genoemd in artikel 6.

  • 4. De adviescommissie brengt aan het College een unaniem advies uit over of de Aanvrager in aanmerking zou moeten komen voor een subsidie.

Artikel 11. Indieningtermijn en gegevens aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag dient uiterlijk op 15 oktober 2017 te worden ingediend.

  • 2. Het College besluit uiterlijk op 1 december 2017 over het advies van de adviescommissie.

  • 3. Indien het besluit over de Aanvraag en het advies van de adviescommissie niet uiterlijk op 1 december 2017 kan worden genomen, stelt het College de Aanvrager(s) daarvan in kennis en noemt daarbij de termijn waarbinnen het besluit tegemoet gezien kan worden.

  • 4. De Aanvrager is verantwoordelijk voor een juiste en volledige informatieverstrekking op grond waarvan het College redelijkerwijs tot een besluit kan komen. Een onvolledige aanvraag wordt, na afloop van een herstel verzuimtermijn als bedoeld in artikel 4:5 van de Wet, niet in behandeling genomen.

  • 5. In aanvulling op artikel 9, tweede lid, sub a, van de ASV legt de Aanvrager die een rechtspersoon is bij een eerste subsidieaanvraag bij de gemeente Amersfoort de volgende aanvullende gegevens over:

    • a.

      een kopie van de meest recente oprichtingsakte of statuten en een actueel uittreksel uit het handelsregister (niet ouder dan 12 maanden);

    • b.

      een Verklaring omtrent het gedrag (VOG RP) betreffende de aanvrager.

Artikel 12. Hardheidsclausule

Het College kan van de bepalingen in deze Regeling afwijken indien toepassing van de bepalingen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze Regeling en de Toelichting treden in werking daags na bekendmaking en eindigen op 31 december 2018.

Artikel 14. Citeertitel

Deze Regelingen de Toelichting wordt aangehaald als Subsidieregeling volwassenen educatie 2018.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het College 5 september 2017.
De secretaris,
De burgemeester,

Toelichting bij de subsidieregeling volwassenen educatie 2018

Artikel 1:

Het RPE en de samenwerkingsovereenkomst zijn in de WEB verplicht voorgeschreven. Het begrip ‘standaarden en eindtermen’ wordt verder toegelicht in de bijlage bij het RPE.

Artikel 3:

De subsidiabele activiteiten worden uitgewerkt en toegelicht in het RPE.

Artikel 6:

Het RPE beschrijft het regionale beleid en daarmee ook het belangrijkste toetsingskader voor de Aanvragen. Het College stelt als budgetbeheerder de Regeling vast en stelt als Contactgemeente het regionaal beleid integraal vast.

Artikel 8:

In lid 3 en de volgende leden van dit artikel is geregeld wat te doen indien de gezamenlijke aanvragen het beschikbare budgetbeslag voor een bepaalde activiteit overschrijden. In het RPE is in de tabellen van paragraaf 5.2 per Regiogemeente voor iedere activiteit een bedrag genoemd.

Voorbeeld:

Voor de samenwerkende gemeenten Baarn, Bunschoten en Soest is er in 2018 een bedrag van

€ 111.785,- beschikbaar voor de activiteiten NT1 en (A)NT2: 0-1F , uit te voeren door een professionele aanbieder(s). Indien de gezamenlijke aanvragen voor deze activiteiten het budget-beslag van € 111.785,- overschrijden, wordt er door het college gehandeld als beschreven in de leden 4, 5 en 6 van artikel 8.

Artikel 9:

Sub b heeft tot doel uit te sluiten dat uit te voeren activiteiten twee keer worden gesubsidieerd of op een andere manier twee keer worden betaald.

Artikel 10:

Het feit dat de adviescommissie unaniem moet adviseren voorkomt dat het belang van de ene of de andere partij c.q. Regiogemeente doorslaggevend kan worden. De leden van de commissie moeten het eens worden.

Artikel 11:

Toepassing van lid 3 kan aan de orde komen indien artikel 8 lid 3 - gesprek tussen Aanvragers als een subsidieplafond wordt overschreden – wordt uitgevoerd.