SUBSIDIEREGELING INCIDENTELE ACTIVITEITEN AMATEURKUNST EN PODIUMKUNST 2008

1. De maximaal te verstrekken subsidie voor de organisatie van aciviteiten op het gebied van de amateurkunst en podiumkunst wordt jaarlijks in de gemeentebegroting vastgesteld.

2. Indien de in enig jaar gezamenlijk aan alle aanvragers te verstrekken subsidies het in de op dat jaar betrekking hebbende gemeentebegroting opgenomen budget overschrijden kunnen subsidies worden verstrekt voor een percentage van het voor subsidie in aanmerking komende bedrag.

1. Het college zal de subsidie ten behoeve van de organisatie van activiteiten op het gebied van amateurkunst en podiumkunst eerst verlenen en vervolgens vaststellen.

2. In bijzondere gevallen kan het college besluiten om de in lid 1 bedoelde subsidie direct vast te stellen.

1. De aanvraag voor een subsidie ten behoeve van de organisatie van activiteiten op het gebied van amateurkunst en podiumkunst wordt ingediend

• a.

  Vóór 15 januari indien de betreffende activiteiten worden gehouden in de daaropvolgende periode van maart tot en met augustus;

• b.

  Vóór 15 mei indien de betreffende activiteiten worden gehouden in de daaropvolgende periode van juli tot en met december;

• c.

  Vóór 15 september indien de betreffende activiteiten worden gehouden in de daarop volgende periode van november tot en met april.

2. Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van de verplichting om voor een bepaalde datum een subsidieaanvraag in te dienen.

1. De beschikking op een aanvraag voor een subsidie ten behoeve van de organisatie van activiteiten op het gebied van amateurkunst en podiumkunst wordt bekendgemaakt binnen een maand na het in artikel 4 door de betreffende commissie uitgebrachte advies.

2. Het college kan in bijzondere gevallen de beschikking op een aanvraag later bekend maken dan bedoeld in lid 1.

1. De aanvrager van een subsidie ten behoeve van de organisatie van activiteiten op het gebied van amateurkunst en podiumkunst legt binnen drie maanden na realisering van de activiteit of de voorziening waarvoor subsidie is toegekend, rekening en verantwoording af aan het college omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

2. Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van de verplichting om voor een bepaalde datum rekening en verantwoording af te leggen.

1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

2. De Beleidsregels subsidiëring incidentele activiteiten kunstensector zoals vastgesteld op 22 juni 2004 wordt ingetrokken.

1. De bepalingen van de beleidsregels bedoeld in artikel 12 lid 2 blijven van toepassing op de subsidies die op basis van die beleidsregels zijn verstrekt.

2. Indien voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling een aanvraag om een subsidie op grond van de beleidsregels bedoeld in artikel 12 lid 2 is ingediend en voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling nog niet op de aanvraag is beslist, worden daarop de overeenkomstige toepasselijke bepalingen van de onderhavige subsidieregelingtoegepast.

3. Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een subsidie, bedoeld in het eerste lid, dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 12 lid 1 is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de beleidsregels bedoeld in artikel 12 lid 2.

4. De intrekking van de beleidsregels bedoeld in artikel 12 lid 2 heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die beleidsregels genomen nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening/beleidsregel en voor zover niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.