SUBSIDIEREGELING STEDENBAND AMERSFOORT-LIBEREC 2008

• 1.

  De organisatie dient een belangrijke eigen bijdrage te leveren aan de uitwisseling. De gemeente verstrekt een aanvullende bijdrage in de kosten van de uitwisseling;

• 2.

  Er kan een bijdrage worden gevraagd in de kosten van ontvangst en verblijf in Amersfoort voor instellingen uit Liberec:

• a.

  bij een hotel/logiesovernachting wordt een bijdrage van maximaal € 25,- verstrekt per persoon per nacht verstrekt, met een maximum van 3 nachten

• b.

  bij verblijf in een gastgezin, een bijdrage van maximaal € 10,- per persoon per nacht verstrekt, met een maximum van 3 nachten.

  • 3.

    Er kan een bijdrage worden verstrekt in de reiskosten naar Liberec voor Amersfoortse personen/groepen. Voor de kosten van vervoer naar Liberec van Amersfoortse groepen kan een bijdrage in de benzinekosten van eigen vervoer of een bijdrage in de kosten van bushuur worden verstrekt.

  • 4.

    Ook voor bijzondere kosten (speciaal materiaal, verzekering, inrichten tentoonstelling, vertaalkosten e.d.) kan een gemeentelijke bijdrage worden verstrekt.

  • 5.

    Een aanvrager kan maximaal een keer per kalenderjaar in aanmerking komen voor een bijdrage in de kosten voor de uitwisseling.

  • 6.

    Beoordeling van een subsidieaanvraag vindt plaats aan de hand van de doelstellingen van de stedenband, de prioriteiten die voor dat jaar in overleg met de gemeente Liberec zijn vastgesteld en het beschikbare budget.

1. Het college zal de subsidie voor de organisatie van een uitwisseling op het terrein van sport, cultuur, welzijn en educatie met de partnerstad Liberec eerst verlenen en vervolgens vaststellen.

2. In bijzondere gevallen kan het college besluiten om de in lid 1 bedoelde subsidie direct vast te stellen.

1. De aanvraag voor een subsidie voor de organisatie van een uitwisseling op het terrein van sport, cultuur, welzijn en educatie met de partnerstad Liberec wordt ingediend

• a.

  Voor 1 januari indien de betreffende activiteiten plaatsvinden in de daaropvolgende 12 maanden;

• b.

  Voor 1 juni indien de betreffende activiteiten plaatsvinden in de daaropvolgende 12 maanden.

2. Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van de verplichting om voor een bepaalde datum een subsidieaanvraag in te dienen.

1. bij een aanvraag voor een subsidie ten behoeve van de organisatie van een uitwisseling op het terrein van sport, cultuur, welzijn en educatie met de partnerstad Liberec wordt overgelegd:

• -

  het doel van de uitwisseling;

• -

  een programma en een omschrijving van de kosten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

• -

  een opgave van de naam van de instelling, het aantal deelnemers, de periode waarin de uitwisseling plaatsvindt en een begroting.

2. bij een eerste subsidieaanvraag van een subsidieaanvrager wordt overgelegd:

• a.

  de statuten of het reglement van de subsidieaanvrager;

• b.

  een opgaaf van de bestuurssamenstelling.

1. De aanvrager van een subsidie ten behoeve van de organisatie van een uitwisseling op het terrein van sport, cultuur, welzijn en educatie met de partnerstad Liberec legt binnen drie maanden na realisering van de uitwisseling waarvoor subsidie is toegekend, rekening en verantwoording af aan het college omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

2. Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van de verplichting om voor een bepaalde datum rekening en verantwoording af te leggen.

1. De bepalingen van de Subsidieverordening stedenband Amersfoort-Liberec 2005 blijven van toepassing op de subsidies die op basis van die verordening zijn verstrekt.

2. Indien voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling een aanvraag om een subsidie op grond van de verordening bedoeld in lid 1 is ingediend en voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling nog niet op de aanvraag is beslist, worden daarop de overeenkomstige toepasselijke bepalingen van de onderhavige subsidieregelingtoegepast.

3. Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een subsidie, bedoeld in het eerste lid, dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 12 is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in lid 1.

4. De intrekking van de verordening bedoeld in lid 1 heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.