Regeling vervallen per 08-08-2013

Subsidieregeling voorzieningen karakteristieke gebouwen 2008

Geldend van 02-10-2008 t/m 07-08-2013

Intitulé

Subsidieregeling voorzieningen karakteristieke gebouwen 2008

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelezen de nota d.d. 23 april 2008, sector WSO/MD (reg. nr. 2746678);

overwegende dat het gewenst is aanvullende regels te geven voor de subsidieverstrekking ten behoeve van voorzieningen karakteristieke gebouwen;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort 2008;

besluiten vast te stellen de volgende subsidieregeling:

Subsidieregeling voorzieningen karakteristieke gebouwen 2008

Subsidieregeling

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    eigenaar: hieronder wordt mede verstaan:

    • -

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • -

      de houder van een recht van opstal;

    • -

      de eigenaar van een appartementsrecht;

  • b.

    monumentencommissie: de door het college ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, artikel 4,lid 3, van deze subsidieregeling en het monumentenbeleid;

Artikel 2 Doelgroepen/Activiteiten

Zowel rechtspersonen als natuurlijke personen kunnen in aanmerkingen komen voor een subsidie ten behoeve van voorzieningen karakteristieke gebouwen in de kosten van:

  • a.

    voorzieningen, anders dan normaal onderhoud, welke in het belang van de instandhouding of het herstel van een historisch stads- of landschapsbeeld worden getroffen aan een gebouwde onroerende zaak;

  • b.

    voorzieningen, anders dan normaal onderhoud, welke in het belang van de instandhouding of het herstel van de cultuurhistorische waarde van een gebouwde onroerende zaak worden getroffen aan historisch waardevolle gebouwde onroerende zaak.

Artikel 3 Subsidieplafond

De maximaal te verstrekken subsidie wordt jaarlijks in de gemeentebegroting vastgesteld.

Artikel 4 Toetsingscriteria

  • 1. Bij desubsidieverstrekking gelden de volgende toetsingscriteria:

    • -

      de subsidie in de kosten van voorzieningen als bedoeld in artikel 2, wordt alleen verleend in dat deel van de kosten dat redelijkerwijs moet worden gemaakt voor het in hetzelfde artikel genoemde belang en die de normale kosten van dezelfde voorzieningen waarvoor dit belang niet geldt, te boven gaan;

    • -

      de subsidie bedraagt maximaal 50% van de in artikel 2 bedoelde kosten van voorzieningen met een maximum van € 500,--

  • 3. Het college kan, gehoord de monumentencommissie, van het in het vorige lid genoemde maximum afwijken, indien het uitzonderlijke belang dat met de te treffen voorzieningen wordt gediend daartoe aanleiding geeft.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVERSTREKKING

Artikel 5 Vorm subsidieverstrekking

  • 1. Het college zal de subsidie voorzieningen karakteristieke gebouwen eerst verlenen en vervolgens vaststellen.

  • 2. In bijzondere gevallen kan het college besluiten om de subsidie ten behoeve van voorzieningen karakteristieke gebouwen direct vast te stellen.

Artikel 6 Indieningstermijn aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een subsidie ten behoeve van voorzieningen karakteristieke gebouwen dient voorafgaand aan het treffen van voorzieningen te worden ingediend.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van de verplichting om voor een bepaalde datum een subsidieaanvraag in te dienen.

Artikel 7 Eisen aan de aanvraag

Voor het indienen van een subsidieaanvraag dient gebruik gemaakt te worden van het daartoe door het college vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 8 Beschikking op de aanvraag

De beschikking op een aanvraag voor een subsidie ten behoeve van voorzieningen karakteristieke gebouwen wordt bekendgemaakt binnen drie maanden na het indienen van de subsidieaanvraag.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Subsidieverstrekking kan naast de weigeringsgronden in de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2008 tevens worden geweigerd indien:

  • a.

    de kosten van de voorzieningen minder bedragen dan € 250,--

  • b.

    met het treffen van de voorzieningen de belangen genoemd in artikel 2 niet of niet in voldoende mate worden gediend;

  • c.

    de kosten niet geacht kunnen worden te staan in een redelijke verhouding tot het verkregen resultaat;

  • d.

    met het treffen van de voorzieningen een aanvang is gemaakt, voordat op de subsidieaanvraag is beslist;

  • e.

    indien in dezelfde kosten reeds uit andere hoofde subsidie tot eenzelfde of een hoger bedrag kan worden toegekend.

Artikel 10 Verantwoording

  • 1. De aanvrager van een subsidie ten behoeve van voorzieningen karakteristieke gebouwen legt binnen twee maanden na het treffen van de voorzieningen waarvoor een subsidie is toegekend, rekening en verantwoording af aan het college omtrent de verrichten activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn. Hierbij wordt beoordeeld dat:

    • -

      binnen twaalf weken na het verlenen van de subsidie met het werk een aanvang wordt gemaakt;

    • -

      binnen twee en vijftig weken na het verlenen van het subsidie het werk is voltooid;

    • -

      aan de door het college met de controle belaste personen:

      1e inzage wordt verleend in de op het werk betrekking hebbende tekeningen;

      2e alle op het werk betrekking hebbende gegevens worden verstrekt, zoals nota’s, offertes e.d..

      3e de aanwijzingen en richtlijnen van de met controle belaste personen worden opgevolgd.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van de verplichting om voor een bepaalde datum rekening en verantwoording af te leggen.

Artikel 11 Afhandeling van de verantwoording

  • 1. Het college stelt de subsidie binnen negen maanden na indiening van de verantwoording zoals bedoeld in artikel 10 vast.

  • 2. Voordat een subsidie in het kader van lid 1 definitief wordt vastgesteld toetst het college hetgeen is bepaald in artikel 10.

HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan

  • 1.

    van de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken indien toepassing van de bepaling zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 2.

    in alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet of onduidelijk is beslissen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

1.Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

Artikel 14 Overgangsbepaling

  • 1. Indien voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling een aanvraag om een subsidie op grond van de Verordening bijdrageregeling karakteristieke gebouwen, zoals vastgesteld op 29 maart 1994, is ingediend en voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling nog niet op de aanvraag is beslist, worden daarop de overeenkomstige toepasselijke bepalingen van de onderhavige subsidieregelingtoegepast.

  • 2. Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een subsidie, bedoeld in het eerste lid, dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 13 is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld lid 1.

  • 3. De intrekking van de verordening bedoeld in lid 1 heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening/beleidsregel en voor zover niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 15 Citeertitel

Deze subsidieregeling heet: Subsidieregeling voorzieningen karakteristieke gebouwen 2008.

Vastgesteld in de vergadering van 20 mei 2008

De secretaris, De burgemeester,

PUBLICATIEDATUM: 1 oktober 2008