Regeling vervallen per 01-01-2011

regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2010

Intitulé

regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2008

Het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort;

Gelet op:

De artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14, eerste lid van de Algemene wet

inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding

met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet en de

betreffende bepalingen van de belastingverordeningen;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

REGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN INVORDERING VAN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

Artikel 1

Reikwijdte van de regeling

De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing en invordering van de

gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen voor zover deze regels in artikel 5 voor de betreffende belastingen van toepassing zijn verklaard.

Artikel 2

Aangifte

1. De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen

van aangifte.

Artikel 3

Voorlopige aanslag

Na aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan een belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag of het gevorderde bedrag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 4

Rente

  • 1.

    Het percentage van de invorderingsrente volgt het percentage dat op grond van artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2.

    Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 23,- niet te boven gaat.

Artikel 5 Gelding voor de gemeentelijke belastingen

Met betrekking tot de belastingverordening:

  • a.

    de onroerendezaakbelastingen vinden de artikelen 2, eerste lid, en 3toepassing;

  • b.

    de parkeerbelastingen vindt artikel 4 toepassing;

  • c.

    de hondenbelasting vinden de artikelen 2 en 3 toepassing

  • d.

    de afvalstoffenheffing vindt artikel 3 toepassing;

  • e.

    de rioolrechten vindt artikel 4 toepassing;

  • f.

    de begraafrechten vindt artikel 4 toepassing;

  • g.

    het staangeld vindt artikel 4toepassing;

  • h.

    de leges vindt artikel 4toepassing;

  • i.

    de haven- en kadegelden vinden de artikelen 2, 3 en 4 toepassing;

j . de precariobelasting vindt artikel 4 toepassing;

k.de marktgelden vindt artikel 6 toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking;

  • 2.

    De datum van ingang van deze regeling is 1 januari 2008;

  • 3.

    De “Regeling gemeentelijke belastingen 1998” wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2008;

  • 4.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling met betrekking tot de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen 2008”

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van:

18 december 2007

De secretaris, De burgemeester,