Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent bekostiging gymnastiekruimte Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2018

Geldend van 05-01-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent bekostiging gymnastiekruimte Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2018

Het college van de gemeente Amersfoort;

gelet op de artikelen 91, 117 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 89, 115 en 130 van de Wet op de expertisecentra;

gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden en de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

gezien het raadsbesluit van 21 november 2017 tot doordecentralisatie en daarmee de noodzaak tot het vaststellen van een nieuwe beleidsregel;

gezien het op overeenstemming gericht overleg dat is gevoerd op 30 november 2017 met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen met scholen in de gemeente;

besluit vast te stellen de:

Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2018

Artikel 1. Omvang en bekostiging gebruik

  • 1. De omvang van het door de gemeente bekostigde gebruik van een gymnastiekruimte door een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs is gebaseerd op het aantal klokuren per week waarin volgens het activiteitenplan door de school de gymnastiekruimte wordt gebruikt.

  • 2. Voor een basisschool wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het overeenkomstig artikel 14 van het Besluit bekostiging WPO vastgestelde aantal groepen en de splitsingstabel zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregel. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder en, als de school voor basisonderwijs niet beschikt over een speellokaal, ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar.

  • 3. Voor een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het overeenkomstig artikel 136, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs, respectievelijk artikel 14 van het besluit bekostiging WEC vastgestelde aantal groepen. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 2,25 klokuur per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder en, als de genoemde scholen niet beschikken over een speellokaal, ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar.

  • 4. Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs, school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs dat eigenaar is van een gymruimte ontvangt jaarlijks bekostiging. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling, op basis van het op grond van het eerste lid verstrekte gegevens. Het maximaal aantal voor bekostiging in aanmerking komende klokuren wordt op grond van het eerste lid vastgesteld. Wanneer er sprake is van medegebruik van de gymnastiekruimte door een of meer andere scholen voor basisonderwijs, speciale scholen voor basisonderwijs, scholen voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs wordt voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd.

  • 5. Het college keert de ingevolge het vierde lid vastgestelde jaarlijkse vergoeding in twee halfjaarlijkse termijnen uit aan het bevoegd gezag als bedoeld in het tweede lid, waarbij de eerste termijn aanvangt aan het begin van het schooljaar.

Artikel 2. Beslissing college in gevallen waarin de beleidsregel niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze beleidsregel betreffende, waarin deze beleidsregel niet voorziet, beslist het college.

Artikel 3. Indexering

Het college stelt jaarlijks de in het kader van deze beleidsregel gehanteerde normbedragen voor de klokuurvergoeding bij op basis van het jaarlijks door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het bekostigingsstelsel basisonderwijs opgenomen prijsindexcijfer.

Artikel 4. Intrekken oude beleidsregel

De Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2016 wordt ingetrokken.

Artikel 4a. Het niet van toepassing zijn van de beleidsregel op het basis-, speciaal basis-, speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs

  • 1. Deze beleidsregel is niet van toepassing op het basis-, speciaal basis-, speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs van de bevoegde gezagsorganen waarmee een overeenkomst tot doordecentralisatie is gesloten op grond van respectievelijk artikel 111 van de Wet op het Primair Onderwijs en artikel 109 van de Wet op de Expertisecentra.

  • 2. In plaats van toepasselijkheid van de beleidsregel wordt aan de in het eerste lid bedoelde bevoegde gezagsorganen jaarlijks een overeengekomen bedrag voor klokuurvergoeding beschikbaar gesteld. Betaling van het overeengekomen bedrag vindt plaats aan het bevoegd gezag dan wel aan de door het bevoegd gezag aangewezen rechtspersoon die bevoegd is krachtens volmacht het overeengekomen bedrag namens het bevoegd gezag in ontvangst te nemen.

Artikel 5. Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2018.

  • 2. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 5 december 2017.

De secretaris, De burgemeester,

Bijlage - Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

Algemeen

Het college is op grond van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra verantwoordelijk voor het vaststellen van het aantal klokuren waarop de school voor basisonderwijs, de speciale school voor basisonderwijs, de school voor speciaal onderwijs, de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en de school voor voortgezet speciaal onderwijs aanspraak maakt. De uitgangspunten voor het berekenen van het aantal klokuren zijn onderstaand nader uitgewerkt.

Basisschool

Het aantal gymgroepen, zoals bedoeld in artikel 1, wordt vastgesteld op het aantal formatieplaatsen dat wordt berekend met de volgende formule G = (A + B + C + D):

A =

0,05 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 4 tot en met 7 jaar op de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO.

B =

0,0343 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 8 jaar en ouder dat op de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO.

C =

1,5642 – (het aantal leerlingen op de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO, x 0,0115), met dien verstande dat C niet kleiner is dan nul.

D =

0,0179 x het schoolgewicht, bedoeld in artikel 27 van het Besluit bekostiging WPO, waarbij als teldatum wordt aangemerkt de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO.

Afronding: De factoren A, B, C en D worden onafgerond gebruikt in de berekening en de factor G wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

De uitkomst van de berekening geeft het totaal aantal formatieplaatsen weer. Om het aantal gymgroepen 6-12 jarigen te bepalen moet tabel 1 worden gehanteerd. In deze tabel is opgenomen de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen voor het bewegingsonderwijs.

Tabel 1. Splitsingstabel aantal groepen leerlingen

Aantal gymgroepen per school (G)

Aantal gymgroepen 4/5-jarigen

Aantal gymgroepen 6/12-jarigen

2

1

1

3

1

2

4

2

2

5

2

3

6

2

4

7

3

4

8

3

5

9

3

6

10

3

7

11

4

7

12

4

8

13

4

9

14

5

9

15

5

10

16

5

11

17

6

11

18

6

12

19

6

13

20

6

14

21

7

14

22

7

15

23

7

16

24

8

16

25

8

17

26

8

18

27

9

18

28

9

19

29

9

20

30

9

21

31

10

21

32

10

22

33

10

23

34

11

23

35

11

24

36

11

25

37

11

26

38

12

26

39

12

27

40

12

28

41

13

28

42

13

29

43

13

30

44

14

30

45

14

31

46

14

32

47

14

33

48

15

33

49

15

34

50

15

35

Speciale school voor basisonderwijs

In bijlage III, deel B, onder B.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Amersfoort 2015 is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een speciale school voor basisonderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor (bepalend voor de groepsgrootte) die voor een speciale school voor basisonderwijs is vastgesteld op 15. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.

School voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs

In bijlage III, deel B, onder B.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Amersfoort 2015 is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een school voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor, die afhankelijk is van de onderwijssoort, zie tabel 2. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.

Tabel 2. N-factor per onderwijssoort

Cluster

Onderwijssoort

N-factor

so

N-factor

vso

1

Visueel gehandicapte leerlingen (VISG)

12

7

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) die ook visueel gehandicapt zijn

7

7

2

Dove kinderen (DO)Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

6

6

Slechthorende kinderen (SH)

12

7

Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden (ESM)

12

7

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

7 1

7 1

3

Lichamelijk gehandicapte kinderen (LG)Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

12

7

Langdurig zieke kinderen (LZ) met een lichamelijke handicap

13

7

Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK)

12

12

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

7 1

7 1

4

Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen (ZMOK)

12

7

Langdurig zieke kinderen (LZ) anders dan met een lichamelijke handicap

13

7

Kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten (PI)

10

7

Bekostiging gebruik gymnastiekruimten

De bekostigingsbedragen, bedoeld in de artikel 117, derde lid, en 136, eerste en tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 115, derde lid, en 130, eerste en tweede lid, van de Wet op de expertisecentra worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in tabel 3.

De vergoeding bestaat uit een vast bedrag, een aanvullend vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur.

Tabel 3. Bekostigingsbedragen gebruik gymnastiekruimten

Stichtingsjaar

enomvang

Vast Basis bedrag

Aanvullend

Vast bedrag

Variabel bedrag

Netto vloer

Bijkomende

ruimte

Totaal

Tot 1987

-< 90 m2

€ 2.943,50

€ 4.721,64

€ 357,65

89 m2

203 m2

292m2

-90-130 m2

€ 3.777,00

€ 5.368,44

€ 452,57

129 m2

203 m2

332m2

-130-170 m2

€ 4.129,85

€ 6.015,24

€ 488,39

169 m2

203 m2

372m2

-170-190 m2

€ 3.941,19

€ 6.338,64

€ 534,35

189 m2

203 m2

392m2

-190-230 m2

€ 3.774,62

€ 6.985,44

€ 588,71

229 m2

203 m2

432m2

->230 m2

€ 4.271,98

€ 7.357,35

€ 658,56

252 m2

203 m2

455m2

Vanaf 1987

->=252 m2

€ 3.391,89

€ 7.357,35

€ 598,87

252 m2

203 m2

455m2

Standaard oppervlakte gymlokaal = 455 m2, overige ruimte is dan 455 m2 – 252 m2 oefenvloer = 203 m2.; 455 m2 x € 16,17 (prijspijl 2018) is basis voor bedragen in tabel.

De bovenstaande normbedragen zijn prijspeil 1 juli 2017 en worden vanaf 2018 jaarlijks op basis van het door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het bekostigingsstelsel basisonderwijs opgenomen prijsindexcijfer bijgesteld.

Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs of voor speciaal basisonderwijs of voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs dat eigenaar is van een gymnastiekruimte ontvangt het aanvullend vast bedrag voor onderhoud en aanpassingen. Het vast basis bedrag en variabel bedrag is voor beheer en exploitatie.

Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening

Naast gymnastiek in een eigen lokaal van de school is er tevens gymnastiek mogelijk in een bestaande gymaccommodatie door middel van medegebruik of huur (van een andere school, de gemeente of een commerciële exploitant). Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:

  • Indien de gymnastiekruimte van een andere school voor primair onderwijs wordt gebruikt, wordt het variabele deel van het klokuurbedrag aan de eigenaar vergoed.

  • Indien de gymnastiekruimte van een school voor voortgezet onderwijs wordt gebruikt, wordt het vast basis bedrag en het variabel bedrag van het klokuurbedrag vergoed.

  • Indien een gymnastiekaccommodatie van de gemeente wordt gebruikt, volstaat ingebruikgeving van de accommodatie voor het vastgesteld aantal klokuren.

  • Indien een gymnastiekaccommodatie van een commerciële exploitant wordt gebruikt, zal de huurprijs (stichtingskosten + materiële instandhouding) worden vergoed. De huurprijs wordt door de gemeente aan de exploitant voldaan.

Toelichting

In deze beleidsregel is de vergoeding voor lokalen bewegingsonderwijs nader geregeld. De verlegging per 1 januari 1997 van de geldstroom 'materiële instandhouding gymnastiek' voor het primair onderwijs naar de gemeenten via het Gemeentefonds leidt tot de opdracht aan het college om na overleg met de schoolbesturen voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding het aantal klokuren vast te stellen dat ten hoogste per groep leerlingen voor vergoeding in aanmerking komt (artikel 117 en artikel 136 WPO en artikel 115 en artikel 130 WEC).

Deze wettelijke opdracht is nader uitgewerkt in deze beleidsregel.

Als gevolg van de wetswijziging per 1 januari 2015 vervalt de zorgplicht voor de gemeente voor het bekostigen van onderhoud en aanpassingen van gymnastiekruimten die in eigendom zijn bij schoolbesturen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. Ondanks het vervallen van de zorgplicht blijft de gemeente verantwoordelijk voor het vaststellen van de vergoeding voor onderhoud en aanpassingen van gymnastiekruimten die in eigendom zijn bij deze schoolbesturen, maar nu als onderdeel van de vergoeding materiële instandhouding (artikel 136 WPO en artikel 130 WEC).

Ook deze wettelijke opdracht is nader uitgewerkt in deze beleidsregel.

Artikel 1. Omvang en bekostiging gebruik

Lid 1

De capaciteit en het gebruik van gymnastiekruimte wordt uitgedrukt in een aantal klokuren onderwijsgebruik. De formulering 'ten hoogste' betekent dat het college ook minder klokuren kan bekostigen wanneer op basis van het activiteitenplan van de school het gebruik van gymnastiekruimte onder dit niveau ligt. De formulering sluit tevens uit dat het gebruik boven deze norm voor bekostiging van gemeentewege in aanmerking komt.

Leden 2 en 3

Hier wordt de hoogte en wijze van vergoeding geregeld voor het gebruik door het primair onderwijs van gymnastiekruimten die in eigendom zijn van een schoolbestuur van een niet door de gemeente in stand gehouden school. Anders dan voor gymnastiekruimten die door of vanwege de gemeente beschikbaar zijn voor het onderwijsgebruik, moet in dit geval een vergoeding aan het schoolbestuur worden verstrekt.

Een school voor primair onderwijs welke een gemeentelijke gymaccommodatie gebruikt  krijgt hiervoor geen vergoeding. De gemeente bekostigt immers tot aan het genoemde maximum in het eerste lid zelf de exploitatie van dit gebruik. Wanneer een schoolbestuur, niet zijnde de gemeente, eigenaar is van de accommodatie dan dient dit wel een vergoeding te ontvangen teneinde de kosten van het onderwijsgebruik te kunnen dekken.


Noot
1

Tenzij de N-factor door de minister anders is vastgesteld.

Noot
1

Tenzij de N-factor door de minister anders is vastgesteld.

Noot
1

Tenzij de N-factor door de minister anders is vastgesteld.

Noot
1

Tenzij de N-factor door de minister anders is vastgesteld.