Regeling vervallen per 28-11-2013

Supplement van wijziging op de terrassennota 2006

Geldend van 11-06-2008 t/m 27-11-2013

Intitulé

Supplement van wijziging op de terrassennota 2006

Supplement van wijziging, Terrassennota gemeente Amersfoort 2006

Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. B&W-Nota

Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Sector : SOB

Reg.nr.: 2548447

Opsteller : R.B.J. Wisselo

Telefoon : (033) 469 48 19

Datum : 24 april 2008

User-id : WISR

Onderwerp

Terrassennota gemeente Amersfoort 2008.

Voorstel:

De ‘Terrassennota gemeente Amersfoort 2006’ te wijzigen en deze als college c.q. burgemeester, ieder voorzover het hun bevoegdheden betreft, opnieuw vast te stellen als ‘Terrassennota gemeente Amersfoort 2008’.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;

Burgemeester van de gemeente Amersfoort;

gelezen de nota d.d. 24 april 2008

overwegende dat het gewenst is de nadere regels die in de Terrassennota gemeente Amersfoort 2006 zijn gesteld, ter uitwerking van de bepalingen die in de Algemene Plaatselijke Verordening zijn opgenomen ten aanzien van terrassen bij horecabedrijven, te wijzigen;

gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening en de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten, ieder voorzover het hun bevoegdheid betreft:

  • 1.

    vast te stellen het Supplement van wijziging, Terrassennota gemeente Amersfoort 2006;

  • 2.

    de, ingevolge het bepaalde sub 1., gewijzigde terrassennota opnieuw integraal vast te stellen en bekend te maken als Terrassennota gemeente Amersfoort 2008

Vastgesteld in de vergadering van 6 mei 2008

Namens het college van burgemeester en wethouders,

De secretaris, De burgemeester,

De burgemeester,

PUBLICATIEDATUM: 4 juni 2008

Bijlage I : nadere regels terrassen gemeente Amersfoort

Inhoudsopgave

1. Inleiding pag. 3

2. Juridisch kader pag. 3pag. 4

2.1 Algemene Plaatselijke Verordening pag. 3 pag. 4

  • 2.

    2 Aanverwante wetgeving pag. 5

  • 2.

    3 Reikwijdte pag. 6

  • 2.

    4 Terrassennota gemeente Amersfoort 1993 pag. 6

3. Uitgangspunten pag. 5pag. 7

3.1 Differentiatie meubilair pag. 5 pag. 7

  • 3.

    2 Opslag terrasmeubilair binnenstad pag. 8

  • 3.

    3 Vergunning onbepaalde tijd pag. 8

3.4 Zomer- /Winterterras pag. 5 pag. 9

4. Procedure vergunning aanvraag pag. 7 pag. 10

4.1 Aanvraag pag. 10

4.2 Toetsing pag. 7 pag. 10

  • 4.

    3 Termijn pag. 10

  • 4.

    4 Kosten vergunning pag. 10

5. Toezicht en handhaving pag. 11

  • 5.

    1 Preventief toezicht pag. 11

  • 5.

    2 Markeringen pag. 11

  • 5.

    3 Handhaving pag. 11

6. Hardheidsclausule pag. 13

Bijlage 1. Nadere regels terrassen gemeente Amersfoort

Financiele consequenties

Communicatie

2. Juridisch kader

Voor het realiseren van een terras is nagenoeg altijd de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van toepassing. Dit kan zowel betrekking hebben op het gebruik van de openbare weg als op aspecten van openbare orde en veiligheid in het kader van de exploitatie van een horecabedrijf. Aspecten met betrekking tot het gebruik van (een gedeelte van) de openbare weg zijn geregeld middels het opnemen van een vergunningplicht en het stellen van voorschriften. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen terrassen bij horecabedrijven en terrassen bij andere inrichtingen. In dit laatste geval gaat het om een terras welke ondergeschikt is aan de hoofdfunctie van de inrichting, zoals detailhandel. Aspecten met betrekking tot openbare orde en veiligheid in het kader van de exploitatie van een horecabedrijf zijn eveneens geregeld middels een vergunningplicht (exploitatievergunning) en het stellen van voorschriften. De onderhavige nota fungeert, voor zover betrekking hebbende op terrassen, als toetsingskader bij de volgende aanvragen:

-Aanvraag om vergunning op grond van artikel 2.1.5.1a lid 1 APV voor het op de openbare weg hebben van een terras bij een horecabedrijf (terrasvergunning)

In artikel 2.1.5.1 lid 1 van de APV is vastgelegd dat het verboden is om zonder een vergunning van burgemeester en wethouders de weg of een weggedeelte te gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan. Lid 2 onder g. van dit artikel bepaalt dat deze vergunningplicht niet geldt voor terrassen als bedoeld in artikel 2.1.5.1a APV (terrassen bij een ‘horecabedrijf’). Laatstgenoemd artikel bepaalt dat het verboden is zonder vergunning van burgemeester en wethouders bij een horecabedrijf een terras te hebben voor zover dit zich op of aan de weg bevindt. Een terrasvergunning wordt in elk geval geweigerd indien voor de betreffende inrichting geen exploitatievergunning horecabedrijf is verleend. Daarnaast kan een aanvraag om terrasvergunning, ingevolge het tweede lid van artikel 2.1.5.1a APV, geweigerd worden indien:

  • a.

    het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, danwel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

  • b.

    dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

Burgemeester en wethouders kunnen in de vergunning, op grond van het derde lid van datzelfde artikel, voorschriften geven over de afmetingen, het onderhoud en het uiterlijk aanzien van het terras.

Indien het een terras op of aan de weg betreft welke niet wordt gehouden bij een horecabedrijf (maar bijvoorbeeld bij een bakker, kiosk, visboer of een andere inrichting), moet vergunning worden verleend op grond van het eerste lid van artikel 2.1.5.1 APV. Voor een dergelijke inrichting is weliswaar geen horeca-exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.2 APV vereist, maar er vinden toch ‘horeca-achtige activiteiten’ plaats. Belangrijke voorwaarde om in aanmerking te komen voor een vergunning voor een terras op grond van artikel 2.1.5.1 APV is dat geen sprake mag zijn van een serveerfunctie. Het terras is uitsluitend ondersteunend aan de winkel/detailhandelsinrichting. De beleidsregels die in de onderhavige nota zijn opgenomen zijn niet van toepassing voor het verlenen van vergunning op grond van artikel 2.1.5.1 APV.

-Aanvraag om vergunning op grond van artikel 2.3.1.2 lid 1 APV voor zover het hebben van een terras onderdeel uitmaakt van het horecabedrijf (exploitatievergunning horecabedrijf)

Ingevolge het vijfde lid van artikel 2.3.1.2 APV kan de burgemeester, in het kader van de exploitatie van een horecabedrijf, in de exploitatievergunning voorwaarden verbinden aan het terras. Deze voorwaarden hebben betrekking op aspecten van openbare orde, zoals de sluitingstijden van het terras.

In het kader van de toetsing van voornoemde aanvragen is de volgende regelgeving relevant:

2.1 Algemene Plaatselijke Verordening

A.Definitie terras

In de APV wordt in artikel 2.3.1.1 een begripsomschrijving van een terras weergegeven: “een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid en/of verstrekt”.

B.Definitie horecabedrijf

In de APV wordt in artikel 2.3.1.1 een horecabedrijf omschreven als: “De voor het publiek

toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was

logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe

consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf worden in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis”.

C.Definitie weg

In de APV wordt in artikel 1.1 onder A de weg o.a. omschreven als: “De -al dan niet met enige

beperking en al dan niet afsluitbare- voor het publiek toegankelijke pleinen en plaatsen; Onder “voor het publiek toegankelijke plaatsen” worden alle plaatsen verstaan welke in feite voor het

publiek toegankelijk zijn, al dan niet juridisch openbaar. Bij deze categorie moet gedacht worden aan (afsluitbare) winkelcentra, winkelpassages, parkeerterreinen, erven, pleinen, parken e.d.

D.Bevoegdheid verlenen vergunning

Ingevolge artikel 160 van de Gemeentewet berust het dagelijks bestuur van de gemeente bij het

college voor zover niet bij of krachtens de wet de burgemeester hiermee is belast.

Indien het regels betreft die in het kader van de exploitatie van een horecabedrijf (openbare orde) aan het terras worden gesteld (artikel 2.3.1.2 APV lid 5 APV), is de burgemeester bevoegd orgaan. Met betrekking tot de overige aspecten is het college van burgemeester en wethouders bevoegd orgaan. Dit heeft zowel betrekking op de vergunningverlening als op de handhaving.

3. Uitgangspunten

3.1 Differentiatie meubilair

De gemeente streeft naar goed ingerichte, gezellige terrassen met een hoge ruimtelijke kwaliteit. Deze terrassen moeten zijn afgestemd op de architectuur van het pand en de stedenbouwkundige aspecten.

In de terrassennota uit 1993 was vastgelegd dat enkel meubilair van naturelkleurige rotan en rotanlook was toegestaan. In deze nota wordt dit beleid versoepeld waarbij de ondernemer de mogelijkheid krijgt zich te onderscheiden. Er wordt nu ook ruimte geboden voor andere typen meubilair. Hieraan worden buiten de binnenstad geen welstandseisen gesteld.

In de binnenstad moet het gebruikte terrasmeubilair recht doen aan het historische karakter daarvan. Het terrasmeubilair in de binnenstad moet stijlvol en passend zijn in de omgeving. Daarom zijn voor de binnenstad aanvullende voorwaarden vastgelegd in het hierna weergegeven toetsingskader.

Aanvullende voorwaarden voor de historische binnenstad

De binnenstad is aangewezen als beschermd stadgezicht. Dit brengt vanzelfsprekend met zich mee dat bij de formulering van het nieuwe terrassenbeleid rekening is gehouden met deze beschermende werking voor de binnenstad. Aan de andere kant bestaat bij de individuele ondernemer de wens zich te onderscheiden van zijn concurrenten door meubilairkeuze. In het overleg met de afdeling Amersfoort van Koninklijke Horeca Nederland is een toetsingskader opgesteld voor meubilair in de binnenstad, waarbij een zorgvuldige afweging van beide aspecten heeft plaatsgevonden.

Geen toetsing

Toetsing door de welstands- en monumentencommissie is niet nodig indien wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • ·

    Ongekleurd hout, riet of rotan;

  • ·

    Rotanlook;

Frame mag bestaan uit rotan, onbehandeld hout, dan wel metaal. Dit metaal dient te zijn uitgevoerd in een donkere matte kleur (niet in blank, chroom o.i.d.).

Het terrasmeubilair wordt dan zonder meer toegestaan. Indien ook voldaan wordt aan de andere eisen voor het verkrijgen van een terrasvergunning kan deze vervolgens verleend worden. Toetsing blijft in dit kader eveneeens achterwege indien en voorzover het bouwvergunningplichtige bouwwerken betreft.

Wel toetsing

Voor overige aanvragen welke niet direct voldoen aan de bovengenoemde criteria geldt dat deze getoetst worden door de welstands- en monumentencommissie.

  • 1.

    Het voorgestelde meubilair moet allereerst goed gedocumenteerd worden (folder en foto’s);

  • 2.

    Meubilair van blank metaal is niet toegestaan tenzij het gepatineerd is zodat het oppervlak een matte donkere grijstint heeft die donkerder en minder reflecterend moet zijn dan RAL 9007 (bijvoorbeeld: geoxideerd lood). Blank en mat geanodiseerd aluminium zijn ook niet toegestaan, evenals messing en koper.

  • 3.

    Meubilair waarvan het frame bestaat uit kunststof is niet toegestaan.

  • 4.

    Het meubilair mag op last van de brandweer en politie niet voor de gevel opgestapeld/bewaard worden. Dit neemt niet weg dat meubilair op de pleinen stapelbaar moet zijn. Dit geldt als extra eis vanwege praktische uitvoerbaarheid (transport) om het meubilair elders op te slaan.

Zoals eerder vermeld geldt deze procedure (het voorleggen aan de welstands- en monumentencommissie) alleen voor de historische binnenstad. Voor de rest van Amersfoort gelden geen welstandseisen.

3.4 Zomer-/Winterterras

In de terrassennota uit 1993 was opgenomen dat een terrasvergunning voor 1 jaar (seizoen) wordt verleend. In de vergunning staat de periode 1 maart tot 1 november vermeld. Over de mogelijkheid van het aanvragen van een winterterrasvergunning wordt in de terrassennota uit 1993 niets vermeld.

Met deze nota wordt het mogelijk gemaakt om voor zowel de zomerperiode (1 maart tot 1 november) als de winterperiode (1 november – 1 maart), een vergunning te verkrijgen voor het uitzetten van een terras. De mogelijkheid om gedurende de winterperiode een vergunning te verkrijgen wordt vooralsnog beperkt tot een periode van 5 jaar. Omdat het wenselijk is om aan zomerterrassen andere eisen te stellen dan aan winterterrassen, wordt in de beleidsregels (bijlage 1. Nadere regels Terrassen gemeente Amersfoort 2006) expliciet onderscheid gemaakt tussen zomerterrassen en winterterrassen.

4. Procedure Vergunningaanvraag

4.2 Toetsing

De aanvraag voor een terrasvergunning wordt getoetst aan ‘Nadere regels Terrassen gemeente

Amersfoort 2006’. Indien de aanvraag voldoet aan de daarin genoemde richtlijnen en eisen kan een terrasvergunning worden verleend. In de volgende gevallen wordt de aanvraag in ieder geval

voorgelegd aan de welstands-/monumentencommissie:

  • -

    indien het een aanvraag betreft voor een terras in de binnenstad en;

  • -

    indien de aanvraag op enige wijze afwijkt van de criteria genoemd in § 3.1 Differentiatie meubilair, onder het kopje ‘géén toetsing’.

Bovendien kan de aanvraag bij afwijkingen of andere bijzonderheden ter advisering worden

voorgelegd aan de betreffende diensten.

Bijlage I. Nadere regels terrassen gemeente Amersfoort

Deze beleidsregels zijn vastgesteld ter uitwerking van artikel 2.1.5.1a APV (terrasvergunning) en artikel 2.3.1.2 APV (exploitatievergunning, voor zover het hebben van een terras onderdeel uitmaakt van het horecabedrijf). In deze beleidsregels zijn criteria opgenomen die worden gehanteerd bij de beoordeling van aanvragen om terrasvergunning of exploitatievergunning.

1.1 Begripsomschrijving

  • 1.

    Inrichting: een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 2.3.1.1 lid 1 en 2 van de APV.

  • 2.

    Terras: een terras, als bedoeld in artikel 2.3.1.1 lid 3 van de APV.

  • 3.

    Terrasmeubilair: stoelen, banken, tafels, parasols, terrasschermen, andere objecten; waaronder reclameborden, plantenbakken en alle overige objecten die op het terras geplaatst zijn ten dienste van het terras en/of het overige deel van de inrichting.

  • 4.

    Terrasscherm: een schot dat gebruikt wordt ter fysieke afbakening van het terras.

  • 5.

    Ongehinderde doorgang: het gedeelte van de straat of trottoir (openbare weg) waarvan voetgangers en/of hulpdiensten gebruik kunnen maken zonder gehinderd te worden door objecten.

  • 6.

    Historische binnenstad: in het noorden en oosten begrensd door het Plantsoen Noord en de Flierbeeksingel, in het zuiden en westen door de Stadsring en het Smallepad.

  • 7.

    Pleinen in de binnenstad: De Hof, Onze Lieve Vrouwekerkhof, Appelmarkt, Groenmarkt, Varkensmarkt.

2.1 Vergunning en duur

  • 1.

    Een vergunning is zowel persoons- als inrichtingsgebonden.

  • 2.

    Een vergunning wordt gekoppeld aan een horeca-exploitatievergunning. Voor het verkrijgen van een terrasvergunning is een horeca-exploitatievergunning vereist.

  • 3.

    Een nieuwe terrasvergunning moet worden aangevraagd indien een wijziging in meubilair in de binnenstad, wijziging in terrasinrichting/ afmeting plaatsvindt of een nieuwe horeca-exploitatievergunning nodig is.

  • 4.

    Een vergunning voor het zomerseizoen wordt verleend voor onbepaalde tijd. Een vergunning voor het winterseizoen wordt verleend voor een periode van 5 jaar (zie ook artikel 2.2).

  • 5.

    De vergunning geldt niet, indien van toepassing, op vrijdag en zaterdag tijdens de uren waarop de wekelijkse markt wordt gehouden en tijdens evenementen.

  • 6.

    De vergunning geldt niet ten tijde van festiviteiten indien het voeren van het terras de festiviteit hindert, belemmert, danwel onmogelijk maakt.

2.2 Zomer- en Winterterras

A. Zomerterras

1.Het zomerterrasseizoen loopt van 1 maart tot 1 november.

B. Winterterras

1.Het winterterrasseizoen loopt van 1 november tot 1 maart.

Algemene bepalingen

3.1 Terrastijden

  • 1.

    Het terras mag geopend zijn van 09.00 uur tot 23.00 uur, tenzij in de vergunning een andere tijd wordt aangegeven. Hierbij wordt het recht voorbehouden de terrastijden in de vergunning te wijzigen (bijvoorbeeld indien sprake is van nadelige beïnvloeding van de openbare orde (geluidsoverlast e.d.).

  • 2.

    In uitzondering op hetgeen in lid 1 is bepaald, mogen zomerterrassen in de binnenstad (zoals omschreven in artikel 1.6) geopend zijn tot 01.00 uur, tenzij in de vergunning een andere tijd wordt aangegeven.

3.2 Opslag van het terrasmeubilair

3.2.1 Buiten de openingstijden/ weekend

  • 1.

    Indien terrasmeubilair niet inpandig kan worden opgeslagen mag het terrasmeubilair blijven staan met een geplastificeerde stalen kabel (of een soortgelijke beveiliging) eromheen, in dezelfde opstelling als tijdens openingstijden.

  • 2.

    Terrasmeubilair dat blijft staan, moet op een afdoende wijze worden beveiligd. Daarbij wordt benadrukt dat indien voor deze mogelijkheid wordt gekozen de horeca-ondernemer zelf verantwoordelijk is voor het schoonhouden van het terras, ook al ligt deze in het openbaar gebied.

  • 3.

    Terrasmeubilair mag in de binnenstad niet voor de gevel worden opgestapeld/bewaard.

  • 4.

    De opslag van het meubilair na gebruik (van toepassing bij inpandig opslaan) dient zodanig plaats te vinden dat geen gevaar danwel overlast/hinder voor derden ontstaat.

3.2.2 Winteropslag

  • 1.

    Indien de terrasvergunning niet ziet op het winterseizoen, dient het terrasmeubilair gedurende dit seizoen geheel verwijderd te worden.

  • 2.

    Indien de terrasvergunning eveneens geldt voor de winterperiode, maar het terras slechts deels wordt uitgezet, dient het niet in gebruik zijnde terrasmeubilair eveneens te worden verwijderd.

3.3 Terrassenafmeting en feitelijke markering

  • 1.

    De Brandweer en de afdeling Bouw- en Gebruikskwaliteit toetst op basis van veiligheid en bestemmingsplan de voorgestelde terrasafmeting.

  • 2.

    Terrasafmeting is in beginsel niet breder dan het pand waarbij het terras wordt aangevraagd.

  • 3.

    Voor de pleinen in de binnenstad is het terrassenplan leidend. Dit is in onderling overleg met de horeca-ondernemers vastgesteld. Hierbij wordt het recht voorbehouden de afmeting te wijzigen indien sprake is van gewijzigde omstandigheden, bijvoorbeeld een nieuwe onderneming.

  • 4.

    De vergunninghouder moet ervoor zorg dragen dat niet wordt afgeweken van de bij (de vergunning) gevoegde situatietekening (fragment terrassenplan).

  • 5.

    Door de gemeente worden in de bestrating markeringen aangebracht. Het is de vergunninghouder niet toegestaan pennen in het gemeentelijk trottoir te slaan, danwel andere beschadigingen aan te brengen.

Inrichting van het terras en redelijke eisen van welstand

4.1 Terrasmeubilair

A. Algemeen

  • 1.

    Buiten de binnenstad worden geen welstandseisen gesteld aan het terrasmeubilair.

  • 2.

    In de binnenstad moet het meubilair recht doen aan het historische karakter van de binnenstad. Het meubilair moet stijlvol zijn en passend in de omgeving.

  • 3.

    Statafels zijn toegestaan.

B. Binnenstad

  • 1.

    Alle ongekleurde hout-, riet- en rotansoorten zijn toegestaan.

  • 2.

    Rotan “look” is toegestaan.

  • 3.

    Meubilair van blank metaal is niet toegestaan tenzij het gepatineerd is zodat het oppervlak een matte donkere grijstint heeft die donkerder en minder reflecterend moet zijn dan RAL 9007 (bijvoorbeeld: geoxideerd lood). Blank en mat geanodiseerd aluminium zijn ook niet toegestaan, evenals messing en koper.

  • 4.

    Meubilair waarvan het frame bestaat uit kunststof is niet toegestaan.

C. Stapelbaar (pleinen in de binnenstad)

1.Voor de pleinen in de binnenstad geldt als extra eis dat het meubilair stapelbaar moet zijn. Dit in verband met transportmogelijkheden tijdens de wekelijkse markt.

D. Terrasschermen

  • 1.

    Een terrasscherm is maximaal 1,5 meter hoog, waarvan maximaal 1 meter boven maaiveld ondoorzichtig is;

  • 2.

    De diepte van deze haaks op de gevel te plaatsen schermen is overeenkomstig de op het terrassenplan aangegeven maat (diepte gevelterras).

  • 3.

    Reclame op terrasschermen is toegestaan met een maximale afmeting van 20 cm x 40 cm per scherm.

E. Markiezen/zonneschermen e.d.

  • 1.

    Het aanbrengen van een markies/zonnescherm is bouwvergunningsplichtig. De bouwaanvraag zal voor advies aan de welstandscommissie worden voorgelegd.

  • 2.

    Reclame is alleen toegestaan op de volant of op het onderste segment van een markies/zonnescherm.

F. Parasols

  • 1.

    Parasols moeten inklapbaar zijn en de individuele doeken mogen een maximale afmeting hebben van 4 x 4 meter.

  • 2.

    Het is toegestaan een verankering voor parasols verzonken in de bestrating op te nemen, mits daarvoor een bouwvergunning is verleend.

  • 3.

    Het is toegestaan parasols die geheel bouwvergunningplichtig zijn te plaatsen, mits hiervoor bouwvergunning en zonodig vrijstelling van het bestemmingsplan is verleend.

  • 4.

    Parasols moeten worden uitgevoerd in stof/zeildoek van brandvertragend materiaal.

  • 5.

    Reclame mag alleen op de volant van de parasol worden aangebracht. Deze reclame mag alleen betrekking hebben op produkten die in de inrichting worden verkocht of de naam van de horeca-inrichting vermelden.

G. Objecten op het terras

  • 1.

    Losse elementen (schotten, bloembakken en dergelijke) zijn toegestaan mits gemakkelijk verplaatsbaar en met een maximale hoogte van 1,0 meter boven het maaiveld. Plaatsing dient plaats te vinden overeenkomstig het terrassenplan. Hierop is geen reclame toegestaan.

  • 2.

    Per terras zijn meerdere menuborden toegestaan met een maximale hoogte van 1,0 meter. Deze menuborden moeten binnen de grenzen van het terras worden geplaatst (ivm garanderen doorgang hulpdiensten etc).

H. Losse heaters/verwarmingselementen

1.Losse heaters/verwarmingselementen moeten na sluiting van het terras inpandig worden opgeslagen.

Openbare orde en veiligheid

5.1 Ongehinderde doorgang

  • 1.

    Een vrije doorgang moet gegarandeerd zijn voor hulpverleningsdiensten zoals Brandweer en Ambulance.

  • 2.

    De vrije doorgang dient 3,5 meter breed en 4,20 meter hoog te zijn. Bij bochten zal de doorgang breder moeten zijn.

  • 3.

    Een ongehinderde doorgang moet zijn gewaarborgd voor voetgangers van tenminste 1,5 meter op trottoirs en 2,5 meter op pleinen en verruimingen, tenzij anders is aangegeven op de terrassenplannen.

  • 4.

    Brandkranen en andere waterwinplaatsen moeten vrij toegankelijk zijn. In een straal van 75 cm (d=1,5 meter) mag er niets geplaatst worden.

5.2 Alcoholverstrekking

  • 1.

    Op terrassen waar alcoholhoudende dranken worden verstrekt is de Drank-en Horecawet van toepassing.

  • 2.

    Het terras moet gelegen zijn in de onmiddellijke omgeving van het horecabedrijf (aansluitend aan, voor of opzij van het pand), tenzij anders is aangegeven op het terrassenplan.

  • 3.

    Er mogen uitsluitend tappunten op het terras aanwezig zijn, indien dit wordt toegestaan in het kader van de horeca-exploitatievergunning, danwel evenementenvergunning (artikel 35 Drank-en Horecawet). Hiervoor moet een aparte aanvraag worden ingediend welke beoordeeld wordt door de afdeling Openbare Orde en Veiligheid.

Voorschriften en beperkingen verbonden aan een vergunning

  • 1.

    Het gebruik van het terras mag niet leiden tot ontoelaatbare overlast voor de directe woonomgeving.

  • 2.

    Op het terras mag geen muziek ten gehore worden gebracht.

  • 3.

    De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat het terras en de naaste omgeving daarvan schoon worden gehouden.

  • 4.

    Tijdens het gebruik moet het terras zodanig verlicht zijn, dat de gemiddelde verlichtingssterkte, gemeten op de bestrating, over de gehele oppervlakte tenminste 10 lux bedraagt.

  • 5.

    De aanwijzingen die door of namens de Chef van het politiedistrict Eemland- Zuid en/of de directeur van de sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer in verband met de aanwezigheid van het terras worden gegeven dienen stipt en direct te worden opgevolgd.

  • 6.

    De vergunninghouder vrijwaart de gemeente voor alle vorderingen welke hij of derden mochten kunnen doen gelden tot vergoeding van de schade welke met het plaatsen, hebben, gebruiken, onderhouden of verwijderen van de op de weg geplaatste voorwerpen in verband staan.

  • 7.

    Terstond na het verstrijken van de vergunningstermijn en de gebruiksperiode is de vergunninghouder verplicht alle meubilair, schotten en andere voorwerpen, voorzover afkomstig van het terras, te verwijderen.

    • Financiële consequenties

Aan het onderhavige voorstel zijn geen financiële consequenties verbonden.

Communicatie

Het onderhavige voorstel betreft een aanvulling op de Terrassennota 2006 op het onderdeel winterterrassen. Dit onderdeel zou, zo werd bij de vaststelling van deze terrassennota, worden ingevuld na afloop van een proef met het toestaan van winterterrassen. Communicatie is reeds verbonden geweest aan het voorstel tot vaststelling van de Terrassennota 2006.