Regeling vervallen per 23-06-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent sociale basisinfrastructuur Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2019

Geldend van 29-11-2018 t/m 22-06-2020

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent sociale basisinfrastructuur Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2019

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort,

gelezen de nota subsidieregeling Projecten#InDeBuurt d.d. 15 november 2016 nr. 5365999;

gelezen de raadsinformatiebrief eerste ronde subsidieaanvragen Projecten#InDeBuurt d.d. 14

februari 2017 nr. 5443481;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, 4, 5 en 21 van de Algemene

subsidieverordening 2015;

overwegende dat aan de subsidieontvanger van de Subsidieregeling #InDeBuurt de uitvoering

van de Subsidieregeling Projecten #InDeBuurt 2019 binnen het hierin vastgelegde kader zal

worden gemandateerd;

overwegende dat het gewenst is dat de Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2019 richting

geeft aan de flexibele inzet in wijken en op stedelijk niveau;

overwegende dat het gewenst is de Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt aan te passen om nog

beter aan te sluiten bij de rol van de Buurtbestuurt en bij de doelstelling om initiatieven uit de

stad of wijken te stimuleren en benutten om doelstellingen binnen de sociale basis infrastructuur

te realiseren;

overwegende dat inwonersinitiatieven belangrijk zijn en ondersteund worden, maar toekenning

van subsidies altijd worden gedaan vanuit het belang van de inhoudelijke doelen;

overwegende dat de subsidieontvanger van de Subsidieregeling #InDeBuurt de

inwonersinitiatieven waar gewenst ondersteunt bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten;

overwegende dat wij met deze regeling invulling geven aan het concept van Right to Challenge;

overwegende dat alle relevante partijen in de wijk of stad gezamenlijk en in goed overleg vorm

hebben gegeven aan de analyse van de wijk of stad en dit hebben vertaald naar een jaarlijks wijkplan of stedelijk plan;

overwegende dat binnen het kader van Projecten#InDeBuurt alle partijen in de wijk of stad

samenwerken op basis van respect, gelijkwaardigheid, vertrouwen en persoonlijk contact;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

SUBSIDIEREGELING PROJECTEN#INDEBUURT 2019

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop rustende bepalingen wordt (mede) verstaan onder:

  • Aanvraag: de subsidieaanvraag die de aanvrager indient en uit meerdere activiteiten kan bestaan;

  • Aanvrager: de aanvrager is een natuurlijk persoon of een rechtspersoon of een samenwerkingsverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen;

  • activiteit: een verrichting of bezigheid die past binnen een in het wijkplan of stedelijk plan vastgesteld doel;

  • Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening 2015 van gemeente Amersfoort;

  • BuurtBestuur: adviesorgaan bestaand uit onafhankelijke Amersfoortse inwoners en professionals die in opdracht van de partij advies over aanvragen aan de partij verstrekt. Ook het stedelijke advies orgaan, de stedelijk meedenkgroep, valt onder dit begrip;

  • college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

  • formele initiatieven: aanvrager die activiteiten uitvoert met grotendeels personen die hiervoor een betaling, vergoeding of anderszins ontvangen;

  • inwonersinitiatieven: aanvrager die activiteiten uitvoert met grotendeels personen die zich onbetaald of vrijwillig inzetten;

  • partij: de subsidieontvanger van en de organisatie verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen geformuleerd in de Subsidieregeling #InDeBuurt;

  • partijen in de wijk of stad: dit betreft inwoners, burgerinitiatieven, ondernemers en organisaties die samenwerken met sociale partners, zoals wijkteams, politie, onderwijs en sportverenigingen;

  • raad: de gemeenteraad van Amersfoort;

  • stedelijk plan: het door het college vastgestelde document waarin de op basis van een analyse benodigde ondersteuning op stedelijk niveau op het terrein van de sociale basisinfrastructuur wordt beschreven;

  • wijkplan: het door het college vastgestelde document waarin de op basis van een analyse benodigde ondersteuning op wijk niveau op het terrein van de sociale basisinfrastructuur wordt beschreven.

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft als doel om:

  • het netwerk van formele en informele voorzieningen en verbanden in de wijk en buurt (de sociale basisinfrastructuur) te versterken;

  • laagdrempelige voorzieningen voor inwoners van Amersfoort te ontplooien die ze de mogelijkheid bieden tot advies (persoonlijk of digitaal), ontmoeting en lichte ondersteuning en toerusting;

  • vrijwilligers en mantelzorgers te ondersteunen bij hun waardevolle inzet;

  • te zorgen voor een stevig sociaal fundament met een preventieve en vroeg signalerende functie middels een combinatie van voorzieningen en functies;

  • Het verstrekken van de subsidie heeft tot doel het uitvoeren van activiteiten in de wijken en op stedelijk niveau, zoals beschreven in het wijkplan of stedelijk plan, die zijn gericht op bevordering van het algemeen belang en een meerwaarde hebben voor Amersfoort.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor een of meer activiteiten die passen binnen het door het college vastgestelde wijkplan of stedelijk plan en de daarin omschreven doelen. De activiteit wordt uitgevoerd op Amersfoorts wijkniveau of stedelijk niveau. De activiteit komt geheel ten goede aan de Amersfoortse inwoners. In een aanvraag kan subsidie voor een of meer activiteiten worden aangevraagd.

Artikel 4. Vereisten aanvrager

  • 1. Een natuurlijk persoon kan een aanvraag om een subsidiebedrag tot € 5.000 indienen.

  • 2. Een rechtspersoon of een samenwerkingsverband van rechtspersonen kan een aanvraag tot het maximaal beschikbare budget indienen.

  • 3. De aanvrager moet aantoonbaar aan de volgende vereisten voldoen:

    • a.

      De aanvrager heeft, of in het geval van een samenwerkingsverband alle leden hebben, geen winstoogmerk met de uitvoering van de activiteiten of met de besteding van de subsidie anderszins;

    • b.

      De aanvrager is, of in het geval van een samenwerkingsverband alle leden zijn, niet gelieerd met de partij;

    • c.

      De rechtspersoon, of in het geval van een samenwerkingsverband alle rechtspersonen van het samenwerkingsverband, die vanuit de subsidiabele activiteit(en) werkt c.q. werken met personen in de leeftijd tot 18 jaar beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen (https://www.justis.nl/producten/vog/vog-aanvragen/vog-rpaanvragen/).

    • d.

      De natuurlijke personen die vanuit de subsidiabele activiteit(en) werken met personen in de leeftijd tot 18 jaar beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag.

Artikel 5. Indiening aanvraag

  • 1. De beoordeling van de aanvragen vindt vier maal per jaar plaats.

  • 2. De beoordelingsrondes betreffen de periode vanaf 1 januari, vanaf 1 april, vanaf 1 juli en vanaf 1 oktober.

  • 3. Om met de desbetreffende beoordelingsronde meegenomen te worden, geldt de laatste dag vóór de in het tweede lid genoemde periode als uiterste datum van indiening.

  • 4. In het geval van een onvolledige aanvraag, dat wil zeggen bij ontbreken van gegevens genoemd in artikel 6, krijgt de aanvrager een redelijke hersteltermijn van maximaal 14 dagen. Aanvragen die op de uiterste datum van indiening niet volledig zijn, worden afgewezen.  

Artikel 6. Vereisten aanvraag en procedure aanvraag

  • 1. In aanvulling op artikel 9 van de Algemene subsidieverordening legt de aanvrager bij de indiening van de aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier, te vinden op de website van de partij;

    • b.

      een overzicht per activiteit met benoeming doel, wijk, functie, thema en benodigd budget met toelichting.

  • 2. De activiteit moet voldoen aan een van de in het wijkplan of stedelijk plan aangegeven doelen.

  • 3. De activiteit moet uitvoerbaar en realistisch zijn en het budget dient in redelijke verhouding te staan tot het bereik van de activiteit.

  • 4. In het geval de activiteit in enig geval vergunning plichtig is, dient bij de aanvraag de verkregen vergunning te worden overlegd.

  • 5. Het wijkplan of stedelijk plan kan door het college voorafgaand aan de eerstvolgende beoordelingsronde worden aangepast en zal worden gepubliceerd op de website van de partij.

  • 6. De partij kan de aanvraag geheel, gedeeltelijk of in de vorm van een samenvatting openbaar maken, dit met inachtneming van de wet- en regelgeving op het gebied van privacy en openbaarheid.

Artikel 7. Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    Er sprake is van een situatie beschreven in artikelen 4:25 of 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht of in artikelen 10 of 13 van de Algemene subsidieverordening.

  • b.

    Het bedrag waarvoor subsidie voor een subsidiabele activiteit wordt aangevraagd het deelsubsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 8, overschrijdt.

  • c.

    Er geen sprake is van subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3.

  • d.

    De benodigde ondersteuning in een wijk zoals beschreven in het wijkplan of stedelijk plan reeds is ingevuld en aldus het vastgestelde doel voor die wijk of op stedelijk niveau volgens het college is bereikt, dit ongeacht de eventuele plaatsing in de rangschikking.

  • e.

    De aanvrager niet heeft onderbouwd dat sprake is van aantoonbare verbondenheid met en/of draagvlak in de wijk of (in het geval van subsidieaanvraag op stedelijk niveau) de stad.

  • f.

    Er niet wordt voldaan aan de vereisten, zoals bedoeld in artikel 4 en 6 lid 1 tot en met 4.

  • g.

    De aanvraag aan geen van de genoemde aspecten, zoals bedoeld in artikel 11 sub a tot en met f, voldoet.

  • h.

    De activiteit niet of niet geheel gericht is op de Amersfoortse inwoners.

  • i.

    Er voor dezelfde subsidiabele activiteit voor het gehele aangevraagde bedrag vanuit een andere regeling of voorziening al een subsidie of budget in welke vorm dan ook aan de aanvrager beschikbaar is gesteld en toekenning van de aanvraag tot een dubbeling zou leiden. Er kan voor eenzelfde activiteit geen dubbele subsidie worden aangevraagd.

Artikel 8. Subsidieplafond en deelsubsidieplafonds

  • 1. De raad stelt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting een subsidieplafond in voor deze regeling. Het college stelt jaarlijks binnen vier weken na vaststelling van de begroting per afzonderlijk besluit deelsubsidieplafonds vast. Een deelsubsidieplafond wordt per wijk of op stedelijk niveau vastgesteld.

  • 2. Budget wat in het voorgaande kwartaal niet wordt benut, wordt in dat jaar als restant budget doorgeschoven naar het budget voor de volgende periodes voor deze wijk. Met als gevolg dat het deelsubsidiebudget voor die wijk met het restant budget wordt verhoogd.

Artikel 9. Beoordeling

  • 1. Namens het college beoordeelt de partij de aanvragen met een subsidiebedrag van maximaal € 100.000 met kennisneming van het advies van de BuurtBesturen, zoals bedoeld in artikel 10;

  • 2. Namens het college kan de partij gemotiveerd afwijken van het advies van de BuurtBesturen;

  • 3. Het college beoordeelt de, door de partij positief geadviseerde, aanvragen met een subsidiebedrag van meer dan € 100.000, en doet dit met kennisneming van het advies van de partij;

  • 4. Het college kan gemotiveerd afwijken van het advies van de partij;

  • 5. In het geval er een rangschikking wordt opgesteld, zoals bedoeld in artikel 11, dan worden alle aanvragen hierin meegenomen;

  • 6. Met de in dit artikel genoemde bedragen worden bedoeld de bedragen waarvoor een subsidie kan worden verstrekt. Niet subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3, worden buiten beschouwing gelaten. Het aangevraagde bedrag kan aldus (veel) hoger zijn dan het bedrag, zoals bedoeld in dit artikel, en het bedrag dat wordt meegenomen in de rangschikking, zoals bedoeld in artikel 11.

Artikel 10. Buurtbestuur

De partij wordt geadviseerd door de Buurtbesturen. In het geval een lid van een Buurtbestuur een persoonlijke of zakelijke relatie heeft met betrekking tot de aanvraag of de aanvrager of anderszins een belang heeft bij de aanvraag of de aanvrager dan onthoudt dit lid zich van het advies van die aanvraag. Onder aanvrager wordt in dit artikel ook bedoeld een lid van het samenwerkingsverband.

Artikel 11. Rangschikking

  • 1. In het geval de subsidieaanvragen voor een wijk of op stedelijk niveau een deelsubsidieplafond overstijgen dan worden de subsidieaanvragen per wijk of op stedelijk niveau gerangschikt. In het geval van een subsidieaanvraag van meer dan één subsidiabele activiteit, zoals bedoeld in artikel 3, worden de activiteiten afzonderlijk gerangschikt. De rangschikking is als volgt, in volgorde van hoog naar laag:

    • a.

      Subsidieaanvragen die middels een inhoudelijk samenwerkingsverband van twee of meer aanvragers worden ingediend waaronder tenminste één bestaande partij in de wijk of (in het geval van subsidieaanvraag op stedelijk niveau) stad;

    • b.

      Subsidieaanvragen van Amersfoortse inwonersinitiatieven, waarbij onbetaalde krachten en/of vrijwilligers worden ingezet;

    • c.

      Subsidieaanvragen met een co-financiering en/of financiering vanuit eigen middelen, waarbij rechtspersonen over tenminste 25% co-financiering beschikken en natuurlijke personen over tenminste 10%;

    • d.

      De activiteit sluit aan bij bestaande faciliteiten, zoals infrastructuur, gebouwen, systemen, websites of bij een bestaande activiteit;

    • e.

      De activiteit is duurzaam, dat wil zeggen de activiteit kan in de toekomst zelfstandig zonder of met minder subsidie doorgaan of de activiteit leidt tot een lange termijn bijdrage aan het doel;

    • f.

      De activiteit heeft het potentieel om binnen de periode (vanaf datum inwerkingtreding tot en met 31 december 2021) van deze regeling een groter bereik te krijgen in inwoners dan de aanvrager nu beoogt of in meer wijken ook een bijdrage te leveren aan de gestelde doelen.

  • 2. In het geval een activiteit aan meer dan een van de aspecten zoals genoemd in lid 1 sub a tot en met f voldoet (bijvoorbeeld b en e) dan is dit een cumulatie en komt deze activiteit hoger in de rangschikking dan de activiteit die scoort op één gelijkwaardig aspect (bijvoorbeeld b).

  • 3. Indien honorering van een of meer activiteiten die gelijk zijn gerangschikt, ertoe zou leiden dat het beschikbare deelsubsidieplafond zou worden overschreden, dan wordt tussen deze aanvragen geloot.

  • 4. Indien honorering van een activiteit ertoe zou leiden dat het beschikbare deelsubsidieplafond zou worden overschreden, dan wordt deze activiteit afgewezen.

Artikel 12. Procedure aanvraag

  • 1. De partij stelt het totale overzicht vast van de subsidieontvangers. Dit overzicht bestaat uit in totaal tien overzichten, zijnde negen overzichten op wijkniveau en een overzicht op stedelijk niveau. Het college besluit over de subsidieaanvragen van meer dan € 100.000 die positief door de partij beoordeeld zijn. Om tot een besluit te komen neemt de partij deze subsidieaanvragen dus mee in de rangschikking, zoals bedoeld in artikel 11.

  • 2. Uiterlijk binnen zes weken na de start van de beoordelingsronde stelt de partij namens het college of het college zelf (in geval van artikel 12.1) de aanvragers schriftelijk in kennis van zijn besluit.

  • 3. .Indien de beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening niet uiterlijk binnen de genoemde termijn zoals bedoeld in lid 2 kan worden gegeven, stelt de partij namens het college of het college zelf de aanvrager daarvan in kennis en noemt daarbij de termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

  • 4. Tijdens de behandeling van een aanvraag wordt geen inhoudelijke informatie verstrekt.

Artikel 13. Subsidieverlening

  • 1. Subsidie wordt voor de duur van de activiteit verleend. De activiteit vindt plaats of vangt aan binnen 12 maanden nadat de aanvraag is gedaan.

  • 2. De betaling vindt grotendeels plaats bij wijze van voorschot. De verdeling van de verleende gelden is als volgt:

    • a.

      80% binnen 6 weken na de beschikking, bij wijze van voorschot;

    • b.

      maximaal 20% na het einde van de looptijd van de activiteit, bij vaststelling van de subsidie.

Artikel 14. Subsidievaststelling

In afwijking van het bepaalde in artikel 13 wordt een subsidie met een bedrag van maximaal € 5.000 direct vastgesteld en uitbetaald.

Artikel 15. Verplichtingen

  • 1. In aanvulling op de verplichtingen die op grond van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening zijn opgelegd, is de subsidieontvanger verplicht om kenbaar te maken tijdens de uitvoering van de activiteit dat de activiteit wordt uitgevoerd (mede) met subsidie van de gemeente Amersfoort.

  • 2. De subsidieontvanger is verplicht de in het kader van de uitvoering van de activiteiten gevoerde administratie te bewaren.

  • 3. Voor een natuurlijk persoon geldt de verplichting bedoeld in het tweede lid tot twee jaar na de datum van de subsidievaststelling. Voor een rechtspersoon geldt de verplichting bedoeld in het tweede lid tot zeven jaar na de datum van de subsidievaststelling.

Artikel 16. Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze regeling afwijken indien toepassing van de bepalingen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 17. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31 december 2021.

  • 2. De Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2017 wordt ingetrokken.

Artikel 18. Overgangsbepaling

  • 1. De bepalingen van deze regeling blijven na intrekking van toepassing op aanvragen die op basis van de regeling zijn ingediend.

  • 2. De subsidieregeling als bedoeld in artikel 17, tweede lid, blijft van toepassing op subsidies die op basis van die subsidieregeling zijn verleend.

Artikel 19. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2019.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 13 november.

Namens het college van burgemeester en wethouders,

De secretaris,

De burgemeester,