Regeling vervallen per 01-01-2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent uitgifte parkeervergunningen (Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2020)

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent uitgifte parkeervergunningen (Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2020)

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelezen de nota ‘Parkeerverordeningen 2020 en Parkeerbesluiten 2020’ d.d. 12 november 2019 (zaaknr. 1202700);

overwegende dat het gewenst is voor het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen de volgende regels te stellen;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, en de artikelen 2 t/m 7 en 10 van de Parkeerverordening 2020;

besluit vast te stellen:

Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2020

PAR. 1 AANTAL UIT TE GEVEN BEWONERS EN BEDRIJFSVERGUNNINGEN

Artikel 1 Maximaal aantal uit te geven vergunningen.

  • 1. Gelet op het bepaalde in artikel 2 van de Parkeerverordening 2020 wordt het maximum aantal uit te geven bewoners en bedrijfsvergunningen per vergunninggebied jaarlijks voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar berekend. Deze berekening vindt plaats aan de hand van het aantal vergunningplaatsen en betaald parkeerplaatsen, waarvan wordt verwacht dat deze gedurende het kalenderjaar waarvoor de vergunningen zijn verleend, gehand-haafd blijven of zullen ontstaan.

  • 2. Als het aantal voor vergunninghouders beschikbare plaatsen in een vergunninggebied gedurende het kalenderjaar met meer dan 5 procent toe- of afneemt, kan door burgemeester en wethouders het maximum aantal uit te geven bewonersvergunningen opnieuw worden vastgesteld.

  • 3. Het maximaal aantal te verlenen bewonersvergunningen bedraagt per 1 januari 2020 in:

    • -

      Vergunninggebied A1 (Stadskern en Zonnehof) 1018

    • -

      Vergunninggebied A2 (Schimmelpennickstraat e.o.) 137

    • -

      Vergunninggebied A3 (Eemplein e.o.) 0

    • -

      Vergunninggebied B1 (Bergkwartier) 1614

    • -

      Vergunninggebied B2 (Bekenstein) 377

    • -

      Vergunninggebied B3 (Luiaard) 436

    • -

      Vergunninggebied B4 (Kruiskamp-zuid) 499

    • -

      Vergunninggebied B5 (Gildenkwartier) 260

    • -

      Vergunninggebied B6 (Blekerseiland/Willem III) 345

    • -

      Vergunninggebied B7 (Soesterkwartier) 1146

    • -

      Vergunninggebied B8 (Vermeerkwartier) 411

    • -

      Vergunninggebied B9 (Bergkwartier) 308

  • 4. Per deelautoplaats voor deelautoaanbieders als bedoeld in artikel 3 lid 4.2 van de Tarieventabel van de Verordening Parkeerbelastingen 2020, wordt maximaal één vergunning per kenteken en per vergunningplaats uitgegeven.

Artikel 2 Nadere bepalingen betreffende het aantal uit te geven vergunningen.

  • 1. Het daadwerkelijke aantal uit te geven bewonersvergunningen per 1 januari 2020 is vastgesteld op 90 procent van het in artikel 1, derde lid per vergunninggebied vastgestelde maximum.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, kan het daadwerkelijke aantal uit te geven vergunningen worden verhoogd tot het in artikel 1, derde lid bepaalde maximum. Dit is alleen mogelijk voor aanvragen voor vergunningen als bedoeld in artikel 3, tweede lid onderdeel a.

PAR. 2 UITGIFTECRITERIA BEWONERS EN DEELAUTOVERGUNNINGEN

Artikel 3 Uitgiftecriteria bewoners en deelautovergunningen

  • 1.

    De toetsing van de aanvraag van bewonersvergunningen vindt plaats aan de hand van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en het kentekenbewijs. De aanvrager dient zich bij de aanvraag van de vergunning te legitimeren. Bij een aanvraag voor een tweede en/of daaropvolgende vergunning dient de aanvrager ook het kentekenbewijs van de eerste auto te tonen.

  • 2.

    De vergunningen worden verleend in de navolgende rangorde:

    • a.

      De eerste vergunning: een vergunning op kenteken per zelfstandige woning;

    • b.

      De tweede vergunning: een vergunning op kenteken per zelfstandige woning.

    • c.

      De aanvragen voor een derde of volgende vergunning worden naar evenredigheid beoordeeld op basis van de beschikbare ruimte die overblijft, nadat de aanvragen als bedoeld onder a en b zijn beoordeeld.

  • 3.

    Op één vergunning kunnen maximaal drie kentekens worden opgenomen.

  • 4.

    In het vergunninggebied A1 en A3 wordt uitsluitend één eerste vergunning als genoemd onder lid 2, onderdeel a, op kenteken per zelfstandige woning verstrekt (eigenaar/houder van een motorvoertuig).

  • 5.

    Als twee of meer aanvragen worden ingediend die een gelijke plaats in de rangvolgorde hebben, worden de aanvragen in volgorde van binnenkomst beoordeeld. Bij gelijktijdige binnenkomst wordt de volgorde bepaald aan de hand van de gemeentelijke basisadmini-stratie persoonsgegevens, waarbij de aanvraag van degene die het langst staat ingeschreven op het betreffende adres, het eerst wordt beoordeeld.

  • 6.

    Als de aanvrager beschikt over een parkeerplaats op eigen terrein, als bedoeld in lid 7 onder a, b en c, dan wordt deze in mindering gebracht op het aantal te verlenen vergunningen. Hierbij geldt dat het totaal aantal beschikbare plaatsen op eigen terrein als één parkeerplaats op eigen terrein wordt beschouwd.

  • 7.

    Onder een parkeerplaats op eigen terrein wordt (conform de begripsbepaling van de Parkeer-verordening) verstaan:

    • a.

      een parkeerplaats – niet zijnde een parkeerplaats in een openbaar toegankelijke private parkeergarage die met een abonnement wordt afgenomen - waarover de aanvrager beschikt of kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins of;

    • b.

      een parkeerplaats waarop de aanvrager aanspraak kan maken (al dan niet via een wachtlijst) in een garage of op een perceel, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een omgevingsvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor de woning van de aanvrager bestemd is of;

    • c.

      een voormalige parkeerplaats op eigen terrein die door of vanwege de aanvrager een andere bestemming dan die van parkeerplaats heeft gekregen.

  • 8.

    Als de aanvrager een woning bewoont of in eigendom heeft die volgens de omgevingsvergunning is aangemerkt als ‘Woning/ruimte zonder parkeerplaats’, en als zodanig ook is opgenomen op de POET-lijst (conform de begripsbepaling van de Parkeerverordening), wordt/worden er geen parkeervergunning(en) verleend.

  • 9.

    De beoordelingsdatum en tijdstip als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Parkeerverordening 2020 is voor het jaar 2020 vastgesteld op maandag 2 maart 2020 vanaf 8.00 uur. Aanvragen kunnen worden ingediend per e-mail, briefpost, en de brievenbus ParkeerService.

  • 10.

    De vergunningen worden verleend in de vorm van een digitale regeling.

Deelautovergunningen particulieren

  • 11.

    Om voor een deelautovergunning in aanmerking te komen, dienen de aanvragers aangesloten te zijn bij de Vereniging voor Gedeeld Autogebruik (www.autodate.nl) en dient de aanvraag via ParkeerService én via deze vereniging te verlopen.

  • 12.

    Als één van de gebruikers woonachtig is in vergunninggebied A1, wordt er alleen een deelautovergunning afgegeven, als de deelauto op naam staat van die gebruiker.

  • 13.

    Als één van de gebruikers woonachtig is in vergunninggebied A1 en er op het adres van die gebruiker al een bewonersvergunning als bedoeld in artikel 3 lid 4 is afgegeven, wordt er géén deelautovergunning afgegeven.

Deelautovergunningen commerciële deelautoaanbieders

Verwezen wordt naar de Beleidsregel Uitgifte Deelautovergunningen.

Vergunningen elektrische oplaadpunten

  • 14.

    Voor het parkeren van een elektrische auto op de oplaadplaatsen in een vergunninggebied is een parkeervergunning als bedoeld in artikel 3 t/m 6 van de Parkeerverordening vereist. Voor het parkeren op deze locaties geldt tevens de voorwaarde dat de auto met een oplaadkabel verbonden is aan de laadpaal en er daadwerkelijk sprake is van het opladen van accu’s voor de geparkeerde auto.

Artikel 4 Wachtlijst bewonersvergunningen

Als het aantal aangevraagde vergunningen het maximum aantal te verlenen vergunningen overschrijdt, worden de aanvragen als bedoeld in artikel 3, tweede lid onderdeel a. op een wachtlijst geplaatst. Aanvragen als bedoeld in artikel 3, tweede lid onderdeel b worden afgewezen.

PAR. 4 UITGIFTECRITERIA BEDRIJFSVERGUNNINGEN

Artikel 5 Bedrijfsvergunningen

  • 1. Aan de aanvrager van een bedrijfsvergunning kan een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid van de Parkeerverordening 2020, worden verleend, die geldig is op maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 19.00 uur.

  • 2. Aan de aanvrager van een bedrijfsvergunning kan een vergunning als bedoeld in artikel 5, vierde en vijfde lid van de Parkeerverordening 2020, worden verleend, als wordt aangetoond dat een (bedrijfs)auto onmisbaar is voor het voeren van een efficiënte bedrijfsvoering en bovendien de noodzaak van de vergunning voor deze auto wordt aangetoond. Hieronder wordt verstaan:

    • a.

      het regelmatig verrichten van werkzaamheden met een spoedeisend karakter, zoals werkzaamheden aan nutsvoorzieningen en storingsdiensten voor bedrijfsmatige activiteiten in het vergunninggebied of;

    • b.

      de noodzaak tot het regelmatig bezoeken van bedrijven, instellingen of personen in het vergunninggebied.

  • 3. Op één vergunning kunnen maximaal drie kentekens worden opgenomen.

  • 4. Bij het aanvraagformulier dient de aanvrager een kopie van het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel in te dienen. Het uittreksel uit het handelsregister mag niet ouder zijn dan 3 maanden.

  • 5. Gebruik van een bedrijfsvergunning is alleen toegestaan op basis van de gronden waarop de vergunning is verleend. Hierbij geldt:

    • a.

      de aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gesteld op welke gronden hem een vergunning is verleend;

    • b.

      gebruik van een bedrijfsvergunning anders dan op basis van de gronden waarvoor de vergunning is verleend wordt als oneigenlijk gebruik aangemerkt;

    • c.

      bij constatering van herhaald oneigenlijk gebruik van een bedrijfsvergunning door houder en na een schriftelijke waarschuwing door de parkeercontroleur zijn burgemeester en wethouders gerechtigd de vergunning in te trekken.

  • 6. Als de aanvrager van een bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid van de Parkeerverordening 2020 beschikt over een parkeerplaats op eigen terrein, als bedoeld in lid 6 onder a, b en c, dan wordt deze in mindering gebracht op het aantal te verlenen vergunningen. Hierbij geldt dat het totaal aantal beschikbare plaatsen op eigen terrein als één parkeerplaats op eigen terrein wordt beschouwd.

  • 7. Onder een parkeerplaats op eigen terrein wordt (conform de begripsbepaling van de Parkeerverordening 2020) verstaan:

  • 1. een parkeerplaats – niet zijnde een parkeerplaats in een openbaar toegankelijke private parkeergarage die met een abonnement wordt afgenomen - waarover de aanvrager beschikt of kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins of;

  • 2. een parkeerplaats waarop de aanvrager aanspraak kan maken (al dan niet via een wachtlijst) in een garage of op een perceel, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een omgevingsvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor de woning van de aanvrager bestemd is of;

  • 3. een voormalige parkeerplaats op eigen terrein die door of vanwege de aanvrager een andere bestemming dan die van parkeerplaats heeft gekregen.

  • 8. Als de aanvrager van een bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid van de Parkeerverordening 2020 een ruimte ter beschikking of in eigendom heeft, die volgens de omgevingsvergunning aangemerkt is als ‘Woning/ruimte zonder parkeerplaats’, als zodanig is opgenomen op de POET-lijst, wordt er geen bedrijfsvergunning verleend.

  • 9. Voor de bedrijfsvergunningen als bedoeld in artikel 5, eerste tot en met vijfde lid van de Parkeerverordening 2020, wordt uitsluitend één vergunning per vestigingsadres uitgegeven. De vergunning wordt op kenteken van het voertuig gesteld.

  • 10. Voor de bedrijfsvergunningen als bedoeld in artikel 5, zevende lid van de Parkeerverordening 2020, wordt uitsluitend één vergunning per vestigingsadres uitgegeven. De vergunning wordt op kenteken van het voertuig gesteld. De bedrijfsgrootte kan een reden zijn om meer dan één vergunning te verstrekken; hiervoor dient het bedrijf een gemotiveerde aanvraag in te dienen.

  • 11. De aanvragen voor bedrijfsvergunningen, geldig in alle vergunninggebieden, worden beoordeeld op basis van het vestigingsadres.

  • 12. De beoordelingsdatum en tijdstip als bedoeld in artikel 5, achtste lid van de Parkeerverordening 2020 is voor het jaar 2020 vastgesteld op 2 maart 2020 vanaf 8.00 uur. Aanvragen kunnen worden ingediend per e-mail, briefpost, en de brievenbus ParkeerService.

PAR. 5 UITGIFTECRITERIA VERGUNNINGEN VOOR BEPERKTE DUUR

Artikel 6 Bezoekersvergunningen voor beperkte duur

  • 1. Voor bezoekers van bewoners als bedoeld in artikel 6 vijfde lid van de Parkeerverordening 2020 kan aan de aanvrager een dagvergunning voor bezoekers worden verleend.

  • 2. De dagvergunningen worden verleend in de vorm van een digitale regeling.

  • 3. Per kwartaal wordt maximaal 100 uur voor bezoekers per zelfstandige woning verstrekt. Deze 100 uur wordt aan slechts één bewoner van de betreffende woning uitgegeven.

  • 4. De digitale regeling zoals bedoeld in lid 2 kunnen niet worden gebruikt door bedrijven die voor bewoners werkzaamheden verrichten. Deze bedrijven dienen gebruik te maken van de bedrijfsvergunningen van beperkte duur als bedoeld in het eerste en tweede lid van artikel 8.

  • 5. De bepalingen van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op de dagvergunningen als bedoeld in artikel 6, vijfde lid van de Parkeerverordening 2020.

  • 6. Aan thuiszorgverleners kan, als bedoeld in artikel 6, lid 6 van de Parkeerverordening 2020, een thuiszorgvergunning worden verleend. De vergunning kan alleen verstrekt worden als extra vergunning naast de bewonersvergunning, als de aanvrager woonachtig is in een parkeervergun-ningzone. De aanvrager dient een werkgeversverklaring te overleggen dat hij/zij in de thuiszorg werkzaam is.

  • 7. Voor mantelzorgverleners kan aan een bewoner die mantelzorg behoeft, als bedoeld in artikel 6, lid 6 van de Parkeerverordening 2020, een mantelzorgvergunning worden verleend.

  • 8. Per zelfstandige woning kan een mantelzorgvergunning voor een onbeperkt aantal kentekens worden verleend, met dien verstande dat per keer één voertuig met deze vergunning kan parkeren. Aan een vergunningspas kunnen vier kentekens worden gekoppeld.

  • 9. Bij de aanvraag van een mantelzorgvergunning is een maximaal 2 maanden oude verklaring van een professionele instantie vereist, dan wel een indicatie voor verpleeghuis of thuiszorg.

  • 10. De mantelzorgvergunning is één jaar geldig en wordt niet automatisch verlengd.

  • 11. Aan toekomstige bewoners kan op grond van artikel 6, lid 6 van de Parkeerverordening 2020, een verhuisvergunning worden verleend. De parkeervergunning is 1 maand geldig en kan maximaal 1 keer per vergunningjaar aangevraagd worden.

  • 12. Bij de aanvraag van een verhuisvergunning moet een (voorlopige) koop- of huurovereenkomst getoond worden.

Artikel 7 Bedrijfsvergunningen voor beperkte duur

  • 1. Voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 6 eerste lid van de Parkeerverordening 2020 kan aan de aanvrager een dagvergunning voor bedrijven worden verleend, als wordt voldaan aan de voorwaarden, zoals vastgesteld in het genoemde lid.

  • 2. Voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 6 derde lid van de Parkeerverordening 2020 kan aan de aanvrager een maandvergunning voor bedrijven worden verleend, als wordt voldaan aan de voorwaarden, zoals vastgesteld in het genoemde lid.

  • 3. De dag- en maandvergunning zijn geldig op belanghebbenden- en parkeerapparatuurplaatsen met een maximale parkeerduur van meer dan 1 uur.

  • 4. De maandvergunning wordt uitgegeven voor een vooraf bepaalde locatie.

  • 5. De maandvergunning kan worden verstrekt aan bedrijven die zowel binnen als buiten Amersfoort zijn gelegen.

PAR. 6 PROCEDURE VERLENGING, UITGIFTE OF INTREKKING VAN VERGUNNINGEN

Artikel 8 Verlenging van vergunningen

  • 1. Alle eerste bewonersvergunningen, bedrijfsvergunningen, hulpverlenersvergunningen en deelautovergunningen worden automatisch verlengd, tenzij de criteria voor uitgifte van de vergunning gewijzigd zijn.

  • 2. De automatische verlenging van de vergunningen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel geschiedt onder de opschortende voorwaarde dat de betaling van het verschuldigde bedrag ontvangen is binnen de termijn, zoals aangegeven in het besluit tot verlenging.

Artikel 9 Uitgifte van vergunningen

  • 1. Als de aanvraag niet voldoet aan de gestelde eisen of regels, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld deze binnen een termijn van ten hoogste twee weken, nadat hem dit is meegedeeld, aan te vullen of te verbeteren.

  • 2. Als de aanvrager van de in het vorige lid bedoelde gelegenheid onvoldoende of geen gebruik maakt, verklaart het orgaan hem in zijn aanvraag niet ontvankelijk. Van deze beslissing doet het bevoegde orgaan zo spoedig mogelijk mededeling aan de aanvrager, onder terugzending van de ingediende bescheiden.

Artikel 10 Intrekking of vervanging van vergunningen

  • 1. Als een verleende vergunning oneigenlijk wordt gebruikt, kan deze vergunning worden ingetrokken. Wanneer een parkeervergunning is ingetrokken wordt een aanvraag voor een nieuwe parkeervergunning pas behandeld na afloop van het kalenderjaar waarvoor de ingetrokken vergunning was verleend.

  • 2. Als een verleende dag- of maandvergunning oneigenlijk wordt gebruikt, kan deze vergunning worden ingetrokken. Wanneer een dag- of maandvergunning is ingetrokken, worden aanvragen voor een nieuwe dag- of maandvergunning pas behandeld na afloop van het lopende kalenderjaar.

  • 3. Ingeval van diefstal of vermissing van de vergunning moet hiervan aangifte worden gedaan en kan een nieuwe vergunning worden verleend, tegen betaling van de vastgestelde legeskosten.

PAR. 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.

  • 2. Het ‘Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2019-II, vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders op 25 juni 2019, wordt op 1 januari 2020 ingetrokken, met dien verstande dat alle voor die datum verleende eerste bewonersvergunningen, bedrijfsvergunningen, hulpverleners-vergunningen, mantelzorgvergunningen en deelautovergunningen worden geacht krachtens dit besluit te zijn toegekend.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als ‘Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2020.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 12 november 2019.

De secretaris,

De burgemeester,