Regeling vervallen per 01-01-2016

Marktverordening 2013 gemeente Amstelveen

Geldend van 29-03-2013 t/m 31-12-2015

Intitulé

Marktverordening 2013 gemeente Amstelveen

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      markt : de markt, die krachtens besluit van het college op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

    • b.

      jaarmarkt : een markt die jaarlijks op een vaste tijd wordt gehouden;

    • c.

      marktterrein : de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, die bij besluit van het college voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

    • d.

      standplaats : de op en voor de duur van een markt krachtens deze verordening aangewezen ruimte op de markt voor het uitoefenen van de markthandel;

    • e.

      vaste standplaats : een standplaats op de markt waarvoor een vergunning voor onbepaalde tijd wordt afgegeven;

    • f.

      dagplaats : een standplaats, die per marktdag beschikbaar wordt gesteld, indien een vaste standplaats niet wordt ingenomen, dan wel niet als vaste standplaats is toegekend;

    • g.

      standwerkerplaats : een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld door middel van loting, die bestemd is voor het uitoefenen van de markthandel als standwerker;

    • h.

      standwerker : de marktkoopman die publiek om zich heen verzamelt en met een aansprekende uiteenzetting over het door hem te verkopen artikel tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen;

    • i.

      standplaatshouder : de natuurlijke persoon, aan wie krachtens deze verordening is toegestaan om op een markt een standplaats te bezetten;

    • j.

      marktmeester : de als zodanig van gemeentewege aangewezen persoon;

    • k.

      branche-indeling : de indeling in artikelgroepen en het vastgestelde aantal vaste standplaatshouders per artikelgroep;

    • l.

      vergunninghouder : degene aan wie door het college vergunning is verleend tot het innemen van een standplaats op de markt of tot het houden van een jaarmarkt;

    • m.

      voertuig : elk object dat ten doel heeft om over enige afstand een of meer personen of goederen te vervoeren;

    • n.

      marktadviescommissie : de commissie op grond van het door het college vastgestelde Reglement marktadviescommissie.

  • 2. In deze verordening wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt, waar dat het geval is wordt de vrouwelijke persoonsvorm geacht er in te zijn begrepen.

Artikel 2 Plaats, dag en tijd van de markt(en)

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de door het college ingevolge artikel 160, eerste lid onder h. van de Gemeentewet ingestelde gewone marktdagen en jaarmarktdagen .

  • 2. Een markt kan op grond van dringende reden, dit ter beoordeling van het college, tijdelijk plaatsvinden op een andere dag, op een andere tijd, op een andere locatie dan wel geheel worden afgelast.

  • 3. In afwijking van hetgeen door het college is besloten ten aanzien van plaats, dag en tijd van de warenmarkt zoals in het eerste lid bedoeld, kan het college ten behoeve van evenementen, na overleg met de marktadviescommissie, besluiten de markt op vrijdag geheel of gedeeltelijk te verplaatsen dan wel op een andere dag en/ of andere tijd te doen laten plaatsvinden. De markt op Goede Vrijdag en op de vrijdag na Hemelvaartsdag zijn van verplaatsing uitgesloten.

  • 4. Het college kan van de bevoegdheid, op grond van het voorgaande lid, maximaal drie maal per jaar gebruik maken. Het college maakt zijn besluit tot verplaatsing ten minste vier weken van tevoren bekend.

Artikel 3 Marktindeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      de plaatsen op het marktterrein, die uitsluitend bestemd zijn voor standwerkers.

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen (branches);

    • b.

      het maximum aantal standplaatshouders per branche;

    • c.

      het aantal verkoopwagens.

  • 3. Het is verboden andere artikelen dan die vermeld in de in lid 2 bedoelde lijst op de markt aanwezig te houden, uit te stallen, ter verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 4. Het college kan in bijzondere omstandigheden, in afwijking van het bepaalde in dit artikel, tijdelijke maatregelen treffen in het belang van de goede gang van zaken op de markt en/of de volksgezondheid.

Artikel 4 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 5 Standplaatsvergunningen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het college op het marktterrein een standplaats in te nemen, kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens of ander mobiel materiaal.

  • 2. Het college kan vergunningen voor vaste standplaatsen, dagplaatsen en standwerkerplaatsen verlenen.

  • 3. Het college kan aan een vergunning als bedoeld in eerste lid voorwaarden verbinden.

  • 4. Het college kan, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere standplaats toewijzen.

  • 5. De vergunning dient op verzoek aan de marktmeester te worden getoond.

Artikel 6 Jaarmarktvergunning

  • 1. Het college kan een vergunning verlenen voor het organiseren van een jaarmarkt.

  • 2. Het college kan aan een vergunning als bedoeld in het eerste lid voorwaarden verbinden.

  • 3. Ten aanzien van jaarmarkten zijn alleen de artikelen 1 tot en met 4, 6 tot en met 10, 12 en 16 van toepassing.

Artikel 7 Wijziging, schorsing en intrekking vergunning en uitsluiting van vergunninghouders

  • 1. Het college kan een vergunning wijzigen, schorsen of intrekken:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      indien niet langer wordt voldaan aan de vereisten voor het verkrijgen van een vergunning;

    • c.

      bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het geval dat de vergunning na overlijden wordt overgeschreven;

    • d.

      indien de vergunninghouder wegens ziekte gedurende één jaar zijn standplaats niet heeft kunnen innemen;

    • e.

      indien de vergunninghouder, anders als bedoeld onder d, minder dan tien maal per kwartaal zijn standplaats heeft ingenomen;

    • f.

      indien de vergunninghouder blijft volharden in het overtreden van de vergunningvoorschriften en/of het bepaalde in de Marktverordening Amstelveen 2005;

    • g.

      indien niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldaan wordt, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 2. Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste acht marktdagen, gelegen binnen een periode van één jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting indien de vergunninghouder blijft volharden in het overtreden van de vergunningvoorschriften en/of het bepaalde bij of krachtens de Marktverordening Amstelveen 2005.

HOOFDSTUK 2 ORDEMAATREGELEN

Artikel 8 Tijdstip bezetten vaste standplaats

  • 1. Degene aan wie een vaste standplaats is toegewezen is geboden deze plaats uiterlijk bezet te hebben op de openingstijd die is vermeld in het in artikel 2 bedoelde besluit van het college.

  • 2. Wanneer niet aan het gestelde in lid 1 wordt voldaan kan de betreffende plaats als dagplaats worden aangemerkt.

  • 3. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing, indien de rechthebbende de marktmeester vóór dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 9 Aanvoeren, verkopen, afleveren en afvoeren van goederen

  • 1. Het aanvoeren, verkopen, afleveren en afvoeren van koopwaren op de markt op andere dagen en uren dan daartoe aangewezen door het college is verboden.

  • 2. De standplaatshouders dienen op het in artikel 2 bedoelde besluit van het college genoemd tijdstip de markt te hebben ontruimd.

  • 3. Het college kan van het aanvangstijdstip voor het oprijden en opbouwen van de markt ontheffing verlenen.

Artikel 10 Voertuigen

  • 1. Het is verboden zich op het marktterrein met een voertuig te bevinden of op het marktterrein een voertuig aanwezig te hebben dan wel het marktterrein zodanig te gebruiken en/of hierop zodanige handelingen te verrichten dat een ongestoorde voortgang van de markt wordt belemmerd.

  • 2. Het is verboden om vanaf het tijdstip dat wordt aangevangen met de opbouw van de markt een voertuig op het terrein waar markt zal worden gehouden te parkeren of geparkeerd te laten staan.

  • 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet ten aanzien van de standplaatshouders voor het aan en afvoeren van goederen of waren op de markt noch voor invalidenwagens en kinderwagens.

  • 4. Het college kan van het verbod als bedoeld in lid 1 ontheffing verlenen onder door hem gestelde voorwaarden.

Artikel 11 Kramen op de markt

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het college als kramenzetter en -verhuurder op de markt werkzaam te zijn.

  • 2. De vergunning kan worden geweigerd in het belang van het functioneren van de markt.

  • 3. Indien voor het plaatsen van kramen op de markt met de gemeente een overeenkomst is aangegaan, wordt degene die de overeenkomst is aangegaan geacht te beschikken over een vergunning.

  • 4. De standplaatshouder is verplicht kramen te gebruiken die beschikbaar worden gesteld door een persoon of bedrijf aan wie of waaraan een vergunning is verleend.

  • 5. Deze verplichting geldt niet indien het college aan de standplaatshouder vergunning verleent voor het plaatsen van een bepaalde kraam of verkoopinrichting in het kader van het “Warenbesluit Bereiding en Behandeling van Levensmiddelen”.

Artikel 12 Venten en propaganda

  • 1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen, diensten of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan door het college ontheffing worden verleend voor wat betreft de verkoop van alcoholvrije dranken, geringe eetwaren, diensten en overige artikelen ten behoeve van de standplaatshouders.

  • 3. Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren, anders dan op de daarvoor door het college aangewezen plaatsen.

Artikel 13 Elektriciteit en verwarmingstoestellen

  • 1. Het is verboden voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, alsmede elektriciteit te betrekken anders dan van degene die door het college voor het leveren hiervan is aangewezen, dan wel hierin zelf te voorzien.

  • 2. Het college kan van het verbod als bedoeld in lid 1 ontheffing verlenen onder door hem gestelde voorwaarden.

  • 3. Het is verboden energie te betrekken door kabels die niet voldoen aan de door een wettelijk voorschrift gestelde normen.

  • 4. Het is de standplaatshouder verboden verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 5. Het college kan ontheffing verlenen voor het onder lid 4 gestelde.

  • 6. Het bepaalde in lid 4 is niet van toepassing voor zover de wet Milieubeheer of de daarop gebaseerde besluiten van toepassing zijn.

Artikel 14 Uiterlijk aanzien van een standplaats

  • 1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats steeds een verzorgd aanzien biedt, zulks ter beoordeling aan de marktmeester.

  • 2. Tijdens de markt dient de vergunninghouder zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke zelf in te zamelen.

  • 3. Alvorens de vergunninghouder het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval zelf af te voeren.

Artikel 15 Legitimatie

Een ieder die een standplaats op de markt bezet of wenst te bezetten dient zich tegenover de marktmeester te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goed gelijkende foto voorzien legitimatiebewijs.

HOOFDSTUK 3 STRAFBEPALINGEN

Artikel 16 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 5, 6 en 9 tot en met 15 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Artikel 17 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, indien hij dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats.

Artikel 18 Handhaving en toezicht op de naleving

Met de handhaving en de zorg voor de naleving van deze verordening en de opsporing van de daarin omschreven strafbare feiten zijn belast - behalve de in artikel142 van het Wetboek van Strafvordering genoemde ambtenaren - de marktmeester en bij besluit van het college aangewezen personen.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 19 Overgangsbepalingen

  • 1. Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de Marktverordening 2005 blijven, indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft ook vervat is in deze verordening, van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of twee jaar na inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de Marktverordening 2005 blijven, indien en voorzover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd ook zijn vervat in deze verordening, van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd is verstreken of twee jaar na inwerkingtreding van deze verordening.

  • 3. Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening 2005 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 20 Citeertitel en Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Marktverordening 2013 gemeente Amstelveen”;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking;

  • 3.

    De “Marktverordening Amstelveen 2005” wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van deze verordening.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 maart 2013.

TOELICHTING TEN AANZIEN VAN DE MARKTVERORDENING 2013 GEMEENTE AMSTELVEEN

De marktverordening is ingedeeld in vier hoofdstukken, te weten

hoofdstuk 1: Algemene bepalingen;

hoofdstuk 2: Orde maatregelen;

hoofdstuk 3: Strafbepalingen;

hoofdstuk 4: Slotbepalingen.

Artikel 1 Definities

Toelichting.

In artikel 1 worden definities gegeven van termen die in de verordening voor komen.

Onder a. is “de raad” vervangen door “het college” omdat het hier gaat om de markt in de zin van artikel 160 van de Gemeentewet waarin sinds de Wet Dualisering Gemeentebestuur de bevoegdheid tot het instellen van markten aan het college is geattribueerd. Dit zelfde geldt voor sub c..

Onder b. wordt het begrip jaarmarkt geïntroduceerd. Voorbeelden van jaarmarkten zijn een paasmarkt, een kerstmarkt, een groenmarkt en een koopzondagmarkt. Jaarmarkten dienen te worden onderscheiden van braderieën, die kunnen worden omschreven als feestelijke, kermisachtige markt met straatverkoop door onder andere winkeliers. Jaarmarkten worden in Amstelveen nog niet gehouden, maar dat kan in de toekomst veranderen. De organisatie van een jaarmarkt zal in het algemeen niet door de gemeente plaatsvinden, maar door derden. De gemeente hoeft slechts een vergunning aan de organisator af te geven. Omdat jaarmarkten in veel opzichten op een gewone markt lijken, is het praktisch om deze in de marktverordening op te nemen. Voor deze jaarmarkten gelden dan dezelfde regels als voor de weekmarkten, behalve die inzake de vergunningverlening en de branchering. Op grond van de marktverordening kan het aantal jaarmarkten worden beperkt.

Onder h. en k. worden de begrippen vergunninghouder en standplaatshouders afzonderlijk gedefinieerd.

Onder j. is “branchepatroon” vervangen door “branche-indeling”. Dit is meer in overeenstemming met het gebruik in de verordening.

De begrippen verkoopwagen, kraam, branche, zijn uit de verordening gehaald omdat een nadere omschrijving niet nodig wordt geacht.

De begrippen sollicitantenlijst en wachtlijst zijn uit de verordening gehaald, omdat deze begrippen niet langer in de verordening voorkomen.

Artikel 2 Plaats, dag en tijd van de markt(en)

Deze verordening is van toepassing op de door het college ingevolge artikel 160, eerste lid onder h. van de Gemeentewet ingestelde gewone marktdagen en jaarmarktdagen.

Toelichting.

Ingevolge artikel 160, eerste lid onder h. van de Gemeentewet is het college bevoegd tot het instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten en gewone marktdagen. De raad hoeft deze bevoegdheid daardoor niet meer te delegeren aan het college. Het college geeft in een aanwijzingsbesluit de plaats, de dagen en de tijden van gewone markten en jaarmarkten aan.

Eerste lidZowel voor de markt op vrijdag als voor de biologische markt heeft het college een aanwijzingsbesluit genomen, respectievelijk het Aanwijzingsbesluit voor de vrijdagmarkt d.d. 3 januari 2006 en het Aanwijzingsbesluit Biologische Markt d.d. 18 maart 2008.

Tweede lid

In dit lid gaat het om vastlegging van bestaande jurisprudentie. De dringende redenen dienen het doorgaan laten vinden van de markt (op de vaste dag, tijd en/of plaats) praktisch onmogelijk te maken. Deze bevoegdheid van het college is ondergemandateerd aan de marktmeester. Dringende redenen kunnen zijn bijv. slechte weersomstandigheden (zoals storm of koude), calamiteiten, dreiging van gevaar of andere bijzondere of dringende omstandigheden. Het verrichten van onderhoud, zoals bestratings- en rioleringswerkzaamheden, valt ook hieronder.

Derde lid

Het betreft hier met name om evenementen, zoals Amstelveen festival, Diwali festival of andere evenementen met een bijzondere en kwalitatieve uitstraling voor Amstelveen.

Artikel 4 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Toelichting.

In de verordening worden slechts de hoofdlijnen geregeld. Op detailniveau dienen evenwel nog de nodige onderwerpen uitgewerkt te worden. Hierbij kan gedacht worden aan punten met betrekking tot het verstrekken van vergunningen en de dagelijkse praktijk op de markt. Met het onderhavige artikel wordt aan het college de mogelijkheid geboden hier de nodige beleidslijnen voor vast te stellen. Artikelen van de oude verordening zullen zoveel mogelijk in nadere regels worden vastgelegd. Grote delen van de titels II., III. en IV. zullen hierin worden geregeld, alsmede de regeling tot het aanwijzen van plaatsen op de markt.

Inmiddels heeft het college gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid om op grond van dit artikel nadere regels te stellen, te weten het “Uitvoeringsbesluit behorende bij de Marktverordening”.

Artikel 5 Standplaatsvergunningen (= artikel 7 en volgende van de oude verordening)

De artikelen 7 en volgende van de oude verordening geven voorschriften ten aanzien van vergunningen en standplaatsen. In de nieuwe verordening is in artikel 5 een kader aangegeven. De overige bepalingen zullen worden opgenomen in nadere regels van het college.

Toelichting.

Het is niet de bedoeling dat de markt(en) veelvuldig worden verplaatst. De ervaring leert dat marktverplaatsingen de kooplieden sterk in hun omzet benadelen. Een tijdelijke verplaatsing wordt alleen overwogen als er sprake is van dringende redenen waardoor verplaatsing noodzakelijk is. Te denken valt bijvoorbeeld aan het verrichten van bestratings- en rioleringswerkzaamheden op het marktterrein of de maximaal drie jaarlijkse evenementen.

Artikel 6 Jaarmarktvergunning

  • 1.

    Het college kan een vergunning verlenen voor het organiseren van een jaarmarkt.

  • 2.

    Het college kan aan een vergunning als bedoeld in het eerste lid voorwaarden verbinden.

  • 3.

    Ten aanzien van jaarmarkten zijn alleen de artikelen 1 tot en met 4, 6 tot en met 10 en 16 van toepassing.

Toelichting.

Artikel 6 is een nieuwe bepaling en geeft regels voor jaarmarkten. Gezien het feit dat er regelmatig een verzoek komt voor het houden van een jaarmarkt en de APV niet in nadere regelgeving voorziet, zijn hiervoor regels opgenomen in de Marktverordening.

Artikel 7 Wijziging, schorsing en intrekking vergunning en uitsluiting van vergunninghouders

Artikel 7 geeft bepalingen over wijziging, schorsing en intrekking van een vergunning en voegt de bepaling uitsluiting van vergunninghouders toe. In dit artikel zijn bepalingen opgenomen van het oude artikel 22 (intrekking en overschrijving van vergunning en intrekking van vergunning en inschrijving). De eventuele overschrijving van de vergunning wordt in nadere regelgeving vastgelegd.

Toelichting

In het artikel is een bepaling over schorsing van ondernemers en het (tijdelijk) uitsluiten van ondernemers opgenomen. Deze bepaling is van toepassing op ondernemers die niet elke week op de markt staan, zoals standwerkers en zogenaamde “meelopers”, ondernemers die een plaats op de markt krijgen toegewezen op het moment dat een vaste standplaatshouder is verhinderd. Er is voor deze bepalingen een lid ingevoegd (artikel 7, lid 2).

Artikel 8 Tijdstip bezetten vaste standplaats

Toelichting.

Door een gebod in te stellen op het op tijd aanwezig zijn kan op het niet nakomen daarvan een sanctie worden gesteld.

Artikel 9 Aanvoeren, verkopen, afleveren en afvoeren van goederen

Toelichting.

In dit artikel is opgenomen op welke tijden en wanneer de marktkooplieden de markten kunnen oprijden en verlaten moeten hebben. Het tijdstip van oprijden voor het Stadshart is van belang om de bewoners zo min mogelijk last te bezorgen. In incidentele gevallen kan het tijdstip van opbouwen te laat zijn om nog tijdig met de verkoop te kunnen aanvangen. Dit zou een belemmering kunnen inhouden voor het opbouwen van bepaalde kramen. Voor deze specifieke situaties bestaat de mogelijkheid een ontheffing te verlenen.

Artikel 16 Strafbepaling

Toelichting

De strafbepaling is ook van toepassing op de artikelen 6 (jaarmarktvergunning) en 15 (legitimatie). Met deze aanvulling is de strafbaarstelling van verboden gedragingen compleet. Op grond van dit artikel zijn de overtredingen strafrechtelijk vervolgbaar. Dit is een standaard bepaling in verordeningen. In de praktijk zullen de regels veelal bestuursrechtelijk worden gehandhaafd middels een dwangsom of schorsing.

Artikel 19 Overgangsbepalingen.

Toelichting

In de Marktverordening 1994, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 juli 2001, werd in artikel 45 verwezen naar de Marktverordening 1953, 1962 en 1968. In artikel 19 wordt nu verwezen naar de Marktverordening 1994.