Verordening Bodemenergie gemeente Amstelveen 2014

Geldend van 23-10-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening Bodemenergie gemeente Amstelveen 2014

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gesloten bodemenergiesysteem: installatie waarmee, zonder grondwater te onttrekken en na gebruik in de bodem terug te brengen, gebruik wordt gemaakt van de bodem voor de levering van warmte of koude ten behoeve van de verwarming of koeling van ruimten in bouwwerken, door middel van een gesloten circuit van leidingen, met inbegrip van een bijbehorende warmtepomp, circulatiepomp en regeneratievoorziening, voor zover aanwezig;

  • b.

    open bodemenergiesysteem: installatie waarmee van de bodem gebruik wordt gemaakt voor de levering van warmte of koude ten behoeve van de verwarming of koeling van ruimten in bouwwerken, door grondwater te onttrekken en na gebruik in de bodem terug te brengen, met inbegrip van een bijbehorende warmtepomp, circulatiepomp en regeneratievoorziening;

  • c.

    interferentiegebied: een of meerdere gebieden binnen de gemeente Amstelveen waarin ordening van bodemenergiesystemen wenselijk is met het oog op het voorkomen van negatieve onderlinge beïnvloeding van meerdere bodemenergiesystemen of anderszins ter bevordering van het doelmatig gebruik van bodemenergie.

Artikel 2 Aanwijzing interferentiegebieden

Het op de bij deze verordening behorende kaart (zie bijlage 1) omkaderde gebied wordt aangewezen als interferentiegebied in de zin van artikel 2.2b van het Besluit omgevingsrecht.

Artikel 3 Vergunning

Een vergunning wordt niet verleend indien niet voldaan wordt aan de vereisten zoals opgenomen in de B eleidsregels bodemenergiesystemen Amstelveen. Deze beleidsregels zijn gebaseerd op hetBodemenergieplan Stadshart Amstelveen .De in de Beleidsregels genoemde zoekgebieden zijn ook weergegeven op de bij deze verordening horende kaart (bijlage 1).

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop deze is bekendgemaakt.

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Bodemenergie gemeente Amstelveen 2014”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 oktober 2014.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING VERORDENING BODEMENERGIE GEMEENTE AMSTELVEEN 2014

Algemeen

Op 1 juli 2013 is het Besluit van 25 maart 2013 tot wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met regels inzake bodemenergiesystemen en enkele technische verbeteringen (Stb. 112, 25 maart 2013) in werking getreden (hierna: Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen). Het besluit bevat regels over het installeren en in werking hebben van bodemenergiesystemen en heeft geleid tot wijzigingen in zeven bestaande Amvb's, namelijk het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Besluit bodemkwaliteit, het Besluit lozen buiten inrichtingen, het Besluit omgevingsrecht, het Besluit hernieuwbare energie, het Besluit lozing afvalwater huishoudens en het Waterbesluit. Met deze regelgeving wil de rijksoverheid de toepassing van bodemenergie stimuleren en een impuls geven aan duurzaamheidambities gericht op de besparing van fossiele brandstoffen en bereiken van C02-reductie. Daarnaast dient aantasting van de bodem door bodemenergiesystemen te worden voorkomen door de introductie van een aantal algemene regels die een bepaald beschermingsniveau waarborgen. Het besluit draagt bij aan de realisatie van de doelstellingen van de EG-richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare energiebronnen. De gemeente Amstelveen heeft als doelstelling dat in 2040 de AM regio energieneutraal is. Dat wil zeggen dat er evenveel energie duurzaam opgewekt wordt als er in de regio gebruikt wordt. Door middel van de toepassing van bodemenergie kan een bijdrage geleverd worden aan realisatie van die doelstelling. Toepassing van bodemenergie leidt tot een ondergrondse ruimteclaim. Omdat de druk op de beschikbare ruimte in bepaalde delen van Amstelveen groot is, wil de gemeente het gebruik sturen.

Artikel 1 Begripsbepaling

Bodemenergie maakt gebruik van de energie (temperatuur) van grondwater. Via een warmtewisselaar wordt energie aan het grondwater onttrokken of toegevoegd.

In de winter wordt warmte onttrokken om gebouwen te verwarmen. In de zomer kunnen gebouwen worden gekoeld. In de praktijk wordt onderscheid gemaakt tussen open bodemenergiesystemen en gesloten bodemenergiesystemen. Daarom is in artikel 1 een nadere omschrijving van die begrippen opgenomen, als ook van het begrip interferentiegebied.

a. gesloten bodemenergiesysteem

In een gesloten systeem wordt geen grondwater opgepompt. Er wordt een gesloten buis in de bodem aangebracht, waardoor koelvloeistof wordt verpompt. Deze systemen worden ook wel bodemwarmtewisselaars genoemd. De systemen zijn relatief compact, geschikt voor kleine vermogens en relatief eenvoudig te installeren. Ze zijn daarom geschikt voor eengezinswoningen. Bij grotere energievraag kunnen meerdere buizen aan elkaar worden gekoppeld.

Voor het plaatsen van gesloten bodemenergiesystemen in de gemeente Amstelveen is het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen het bevoegd gezag. Zodra het gesloten bodemenergiesysteem is geplaatst, is de vergunning uitgewerkt. Voor de werking en instandhouding van het gesloten bodemenergiesysteem gelden dan alleen nog de algemene regels uit het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen. Het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen bevat tevens, zowel voor open als gesloten bodemenergiesystemen en ongeacht of ze wel of niet vergunningplichtig zijn, uniforme voorschriften die gericht zijn op het voorkomen van aantasting van de bodemkwaliteit en voorschriften die het duurzaam gebruik van bodemenergie bevorderen. Er is gekozen voor zoveel mogelijk direct werkende algemene regels, waarmee is voorzien in een algemeen beschermingsniveau voor alle systemen.

b. open bodemenergiesystemen

Bij open bodemenergiesystemen wordt grondwater verpompt . Via een warmtewisselaar wordt energie aan het grondwater onttrokken in de vorm van warmte. De warmte wordt afgegeven aan een gebouw. Het afgekoelde grondwater wordt terug in de bodem gepompt.

In de zomer kan een gebouw met koude worden gekoeld. Het afgekoelde of opgewarmde grondwater wordt teruggepompt.

Er zijn verschillende systemen in omloop, waarvan de warmte-koude opslag (WKO) het meest bekend is. Hierbij wordt de opwarming in de zomer gebruikt om grondwater op te warmen, dat in de winter wordt gebruikt voor verwarming. Er is sprake van opslag bij twee bronnen, een warmte en koude bron. Dit kan naast elkaar, maar ook boven elkaar. De brondiepte kan tot 200 meter bedragen.

Open bodemenergiesystemen zijn niet geschikt voor kleine vermogens, vereisen meer vooronderzoek en zijn duurder. Daarom worden ze veelal toepast bij bedrijven/kantoren en collectieve woonvormen, zoals appartementcomplexen/woonwijken.

Voor open bodemenergiesystemen in Amstelveen is het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland het bevoegd gezag. Voor open bodemenergiesystemen is namelijk een vergunning vereist op grond van de Waterwet, omdat in een dergelijk systeem grondwater wordt onttrokken aan de bodem.

c. interferentiegebied

Bodemenergiesystemen hebben thermische invloedsgebieden, relatief koude en/of warme zones in de bodem doordat energie in de grond wordt gebracht dat een andere temperatuur heeft dan de natuurlijke bodemtemperatuur. Zijn bodemenergiesystemen te dicht op elkaar geplaatst, dan bestaat het risico dat thermische invloedsgebieden elkaar overlappen. Dit wordt interferentie genoemd. Het gevolg van interferentie is dat er minder energie beschikbaar is dan was verwacht. De systemen gaan harder pompen om toch aan de vraag te voldoen en gebruiken meer stroom. Het rendement loopt hierdoor terug en de energiekosten stijgen alsnog. Realisatie van een groot aantal bodemenergiesystemen in een beperkt gebied kan dus alleen wanneer de systemen 'slim' ten opzichte van elkaar gepositioneerd worden. In gebieden waar dergelijke druk op de (energieopslag)capaciteit van de bodem voorzien wordt, is het wenselijk dat regie wordt gevoerd om vraag naar en beschikbaarheid van ruimte voor bodemenergie op elkaar af te stemmen.

Artikel 2 Aanwijzing interferentiegebieden

Interferentiegebieden kunnen zowel bij gemeentelijke als provinciale verordening worden aangewezen. In het Besluit bodemenergiesystemen is ervoor gekozen dat interferentiegebieden in beginsel worden aangewezen bij gemeentelijke verordening. Dit is geregeld in artikel 2.2b van het Besluit omgevingsrecht. Een belangrijke reden waarom de gemeente in het Besluit

bodemenergiesystemen het initiatief krijgt bij de aanwijzing van interferentiegebieden, is dat de aanwijzing van een interferentiegebied vooral gevolgen voor de gemeente heeft. Hierdoor wordt namelijk voor de installatie van kleine gesloten bodemenergiesystemen met een vermogen van minder dan 70 kW een omgevingsvergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verplicht. Het college is hiervoor het bevoegd gezag. Daarnaast is de gemeente de lokale regisseur, zeker indien het gaat om de afstemming van lokaal gebruik van schaarse (onder)grond. De aanwijzing van een interferentiegebied leunt sterk aan tegen de taken van de gemeente in het kader van de ruimtelijke ordening, vooral het opstellen van een bestemmingsplan of een structuurvisie, en moet daarop worden afgestemd. Het rechtsgevolg van de aanwijzing van een interferentiegebied is dat voor het installeren van een klein gesloten bodemenergiesysteem toestemming is vereist. Dit is een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Buiten interferentiegebieden geldt voor de plaatsing van een klein gesloten bodemenergiesysteem als gezegd een meldingsplicht.

Grote bodemenergiesystemen (70 kW) hebben ook buiten interferentiegebieden een vergunningplicht.

Schematisch ziet de vergunningsplicht er als volgt uit:

Open systeem

Gesloten systeem

Buiten interferentiegebied

Vergunningplichtig (GS)

Kleiner dan 70 kW

meldingsplichtig.

Groter dan of gelijk

aan 70 kW wel

vergunningplichtig (B&W)

Binnen interferentiegebied

Vergunningplichtig (GS)

Vergunningplichtig

(B&W)

Artikel 3 Vergunning

Het Bodemenergieplan Stadshart Amstelveen is opgesteld om de regie op bodemenergie in het Stadshart Amstelveen nader vorm te geven. Het plan is zodanig ingericht dat zo goed mogelijk aan de bestaande en toekomstige ondergrondse belangen tegemoet wordt gekomen. Daarbij wordt de energetische capaciteit van de bodem optimaal benut. Het bodemenergieplan is met name ingericht op open systemen en bevat hiervoor beleidsregels. De beleidsregels voor gesloten systemen zijn uitgewerkt in de Beleidsregels gesloten bodemenergiesystemen Amstelveen. Deze beleidsregels sluiten aan bij het Wijzigingsbesluit Bodemenergie en kunnen derhalve een nader toetsingskader vormen voor vergunningverlening op grond van onderhavige verordening en vormen bovendien een nadere uitwerking van het begrip doelmatig bodemgebruik.

Artikel 4 Inwerkingtreding en Artikel 5 Citeertitel

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

Bijlage 1 Interferentiegebied met zoekgebieden

afbeelding binnen de regeling