Rioolaansluitverordening 2015 gemeente Amstelveen

Geldend van 25-12-2014 t/m heden

Intitulé

Rioolaansluitverordening 2015 gemeente Amstelveen

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    Aansluitleiding : het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding tezamen.

  • b.

    Aansluitpunt : de overgang van particulier riool op gemeentelijk riool.

    • I.

      Bij een pand binnen de private perceelgrenzen is dit de perceelgrens.

    • II.

      Bij een pand met de gevel op de perceelgrens, is dit een halve meter uit de perceelgrens.

    • III.

      Bij gemeentelijk vrij verval riool gelegen op privaat terrein, is dit de opzetter op het riool.

    • IV.

      Bij drukriolering is dit de aansluiting op de pompput van het drukrioleringsgemaal.

  • c.

    Aanvrager : de persoon of organisatie die een huisaansluiting aanvraagt, of een andere persoon of organisatie gemachtigd heeft om de huisaansluiting aan te vragen.

  • d.

    Bedrijfsmatig afvalwater : verzamelnaam voor afvalwater dat geproduceerd wordt tijdens bedrijfsmatige processen.

  • e.

    Besturingskast : een kast met elektronische componenten, waarmee de rioolpomp in een pompput aangestuurd wordt.

  • f.

    Bronneringswater : grondwater onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand.

  • g.

    College : college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen.

  • h.

    Doorspuitstuk : een tussenstuk in een rioolleiding dat dient voor de controle en eventueel het ontstoppen van een rioolleiding.

  • i.

    Drainagewater : grondwater ingezameld door een ingegraven doorlatend buizensysteem.

  • j.

    Droogweerafvoer : afvalwater tijdens droogweersituatie, dus zonder neerslagwater.

  • k.

    Drukriool : openbaar riool waarbij door middel van pompinstallaties afvalwater wordt verpompt via een persleiding.

  • l.

    Gebruiker : de perceeleigenaar, de zakelijk gerechtigde van het perceel of de huurder van het perceel die gebruik maakt van de aansluiting op het openbaar riool.

  • m.

    Gemengd stelsel : het openbaar riool waarbij afvalwater en hemelwater door middel van hetzelfde buizenstelsel afgevoerd worden. In uitzonderlijke gevallen kan er ook grondwater op geloosd worden.

  • n.

    Gescheiden stelsel : het openbaar riool met buizenstelsel voor de afvoer van hemel- of drainagewater en een buizenstelsel voor de afvoer van het huishoudelijk- of bedrijfsmatig afvalwater

  • o.

    Grondwater : al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met bodem of ondergrond staat.

  • p.

    Hemelwaterriool : riool exclusief voor inzameling en transport van neerslag en overtollig grondwater.

  • q.

    Huisaansluiting : de aansluiting tussen de woning en het gemeentelijk hoofdriool.

  • r.

    Huishoudelijk afvalwater : afvalwater afkomstig van particuliere huishoudens bestaande uit fecaliën, WC-papier en afvalwater dat vrijkomt uit huishoudelijke processen.

  • s.

    IBA (-systeem) : systeem voor Individuele Behandeling van huishoudelijk of bedrijfsmatig Afvalwater.

  • t.

    Keerklep : een klep die voorkomt dat (afval)water naar de oorsprong (zoals de pompput) kan terugstromen.

  • u.

    Minigemaal : een pompinstallatie om huishoudelijk afvalwater weg te pompen over een persleiding. Een minigemaal bestaat uit een pompput en besturingskast.

  • v.

    Openbaar riool : riolering die bij de gemeente in eigendom en beheer is. Onder het openbaar riool vallen alle objecten die gericht zijn op de gemeentelijke watertaken en door de gemeente aangebracht zijn op openbaar terrein. Objecten die gericht zijn op de gemeentelijke watertaken op privaat terrein, waar een zakelijk recht op gevestigd is, vallen ook onder het openbaar riool.

  • w.

    Particulier riool : de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen gelegen binnen, buiten- of terreinrioolleidingen tot aan het aansluitpunt.

  • x.

    Perceelaansluitleiding : het riool en bijbehorende voorzieningen die zich tussen het openbaar riool en het aansluitpunt (ontstoppingsvoorziening of erfgrens) bevinden en die in beheer zijn bij de gemeente.

  • y.

    Pompput : Een betonnen put als buffer van afvalwater en behuizing van een pomp.

  • z.

    Rechthebbende :

    • I.

      de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden.

    • II.

      de rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder I. bedoelde personen.

    • III.

      de vereniging van eigenaren in geval een appartementencomplex een of meerdere gedeelde aansluitleidingen heeft. De vereniging van eigenaren wordt in dit geval de melder.

  • aa.

    RWZI : rioolwaterzuiveringsinstallatie, de inrichting waar afvalwater wordt gezuiverd.

  • bb.

    Spiegelpeil : niveau van het afvalwater in de rioolbuis, gelegen tussen het hoogste en laagste punt in de rioolbuis;

  • cc.

    Verhang : Een relatief hoogteverschil.

  • dd.

    Vrij verval : Riolering dat afvalwater afvloeit door stroming welke ontstaat door de riolering onder verhang aan te brengen.

  • ee.

    Vuilwaterriool : een buizenstelsel exclusief voor inzameling en transport van droogweerafvoer en verontreinigd neerslagwater.

HOOFDSTUK 2 DE MELDING

Artikel 2 Meldingsplicht

  • 1. Het is niet toegestaan wijzigingen aan te brengen aan het openbaar riool zonder toestemming van of namens het college.

  • 2. Het is verboden zonder een melding een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 3. Het college vereist een melding voor het tot stand brengen, houden en wijzigen van een aansluiting tussen het particulier riool en het openbare riool:

    • a.

      voor de afvoer van afvalwater, zonder hemel- en/of drainagewater, naar het vuilwaterriool;

    • b.

      voor de afvoer van hemel- en/of drainagewater naar het hemelwaterstelsel;

    • c.

      voor de afvoer van afvalwater, zonder hemel- en/of drainagewater, naar een minigemaal;

    • d.

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemel- en/of drainagewater, indien ter plaatse dient te worden voorzien in een systeem voor individuele behandeling van afvalwater (IBA).

  • 4. In de melding kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    • a.

      het tot stand brengen van de aansluiting;

    • b.

      de technische eisen aan de aansluiting;

    • c.

      het aantal aansluitingen en de locaties van de aansluitingen;

    • d.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding;

    • e.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

    • f.

      de periode waarvoor de melding wordt geaccepteerd indien de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater of indien het een tijdelijke aansluiting betreft.

    • g.

      de maximale pompcapaciteit van de pomp in het gemaal als voor het aansluitpunt een gemaal is opgenomen om het afvalwater te kunnen lozen in de openbare riolering.

Artikel 3 De melding

  • 1. De melding wordt schriftelijk met behulp van een daartoe bestemd formulier, door middel van een brief ingediend bij de gemeente Amstelveen, ter attentie van afdeling CBT-R.

  • 2. Bij het doen van een melding dienen de volgende gegevens in ieder geval door de rechthebbende te worden verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de ligging van de aan te sluiten woning aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel aangegeven op een situatieschets 1:500 of grotere schaal.

    • d.

      voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, dient de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen te worden vermeld. Hierbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water (zoals regen- of koelwater) en/of verontreinigd water (zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater) zal worden afgevoerd;

    • e.

      voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of er huishoudelijk afvalwater of hemel- en/of drainagewater zal worden afgevoerd;

    • f.

      een tekening op schaal 1:200 van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool met ten minste de volgende gegevens:

      • I.

        het leidingverloop;

      • II.

        maatvoering in meters ten opzichte van een hoek van de voorgevel van de woning

      • III.

        te gebruiken materialen en dimensionering

      • IV.

        de hoogteligging;

      • V.

        duidelijk verschil in aanduiding tussen de droogweer- en hemelwaterafvoerleidingen;

      • VI.

        een legenda.

    • g.

      als afvalwater via een gemaal wordt geloosd op het gemeentelijk stelsel tenminste de volgende gegevens:

      • I.

        de capaciteit van de pomp(en) in het gemaal dat op het gemeentelijk stelsel loost;

      • II.

        indien naast afvalwater ook hemelwater wordt geloosd, de hoeveelheid verhard oppervlak dat loost via het gemaal;

      • III.

        als het een tijdelijke lozing betreft van een bronnering het debiet van de lozing in m3/h en de start- en einddatum van de lozing;

  • 3. Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven omgevingsvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan bij doen van de melding voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van deze vergunning.

  • 4. De melding wordt slechts geaccepteerd nadat bij de melding alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen twee weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.

  • 5. Indien op het formulier aangegevens, kan de melding gebruikt worden als aanvraag voor een perceelaansluitleiding.

  • 6. De melding dient uiterlijk 6 weken voor uitvoering gedaan te worden.

Artikel 4 Afwijzing van de melding

  • 1. Een melding wordt in ieder geval afgewezen indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2. Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool, vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding;

    • b.

      de bovenzijde van een lozingtoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van terugslagklep wordt aangesloten;

    • c.

      de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening voor zowel hemel- als afvalwater betreft;

    • d.

      de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning of een ontheffing benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;

    • e.

      het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • f.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of door middel van retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • g.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor bronneringswater betreft die in nabijheid van een overstort moet worden aangesloten;

    • h.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd hemel- en/of drainagewater betreft, terwijl er een openbaar hemelwaterriool aanwezig is of die zonder bezwaar op aanwezig oppervlaktewater kan worden aangesloten;

    • i.

      een omgevingsvergunning voor het aan te sluiten perceel is geweigerd;

    • j.

      de lozing van het afvalwater de doelmatige werking van de openbare riolering en de RWZI belemmert;

    • k.

      bij nieuwbouw de gevraagde aansluiting een gecombineerde aansluiting is van meer dan één woning of bedrijf, tenzij het pand dezelfde gebruiksfunctie heeft en zich recht boven elkaar bevindt.

  • 3. Een afwijzing van een melding is met redenen omkleed, waarbij het college de nadere eisen aangeeft waaraan het particulier riool dient te voldoen om voor acceptatie in aanmerking te komen.

Artikel 5 Acceptatie van de melding

  • 1. Het college besluit binnen 4 weken na ontvangst van de melding.

  • 2. In afwijking van het eerste lid houdt het college de beslissing omtrent een melding aan indien er geen reden is de melding af te wijzen:

    • a.

      terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een omgevingsvergunning;

    • b.

      terwijl er voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer of een ontheffing krachtens artikel 10.63 lid 1 Wet milieubeheer.

    • c.

      De aanvraag niet volledig is zoals bedoeld in art. 3 lid 4.

  • 3. Rechthebbende wordt zo spoedig mogelijk van de aanhouding op de hoogte gesteld.

  • 4. Na verlening van de in lid 2 onder sub a en b bedoelde vergunningen en ontheffing, neemt het college alsnog binnen 6 weken een besluit op de melding.

Artikel 6 Intrekken, wijzigen of vervallen van de melding

  • 1. De melding kan door het college worden ingetrokken of gewijzigd, indien:

    • a.

      ter verkrijging de melding onjuiste en/of onvolledige gegevens zijn verstrekt, dan wel blijkt dat het gebruik van de aansluiting door rechthebbende niet overeenkomstig de bij de melding verstrekte gegevens is;

    • b.

      na het doen van de melding, op grond van een wijziging van de omstandigheden of inzichten, door het college wordt aangenomen dat een intrekking of wijziging noodzakelijk is geworden voor de bescherming van de kwaliteit van het milieu, van de riolering, en de goede werking daarvan;

    • c.

      de bepalingen van deze verordening en/of de aan de meldingsplicht verbonden nadere voorwaarden niet zijn of worden nagekomen;

    • d.

      rechthebbende dit verzoekt.

  • 2. Indien de rechthebbende binnen 26 weken na het doen van een melding geen uitvoering heeft gegeven aan de melding, vervalt de melding van rechtswege.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in paragraaf 2 afwijken voor zover toepassing zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

HOOFDSTUK 3 DE AANSLUITING

Artikel 8 Kosten van de aansluiting

  • 1. Het college brengt geen kosten in rekening voor de behandeling van een melding.

  • 2. De aanvrager draagt de kosten voor het realiseren van een aansluiting op het hoofdriool.

  • 3. De aanvrager draagt de kosten voor het realiseren van een perceelaansluitleiding of het aanbrengen en installeren van een minigemaal. Het college maakt de kosten vooraf inzichtelijk en realiseert de perceelaansluitleiding pas nadat de geoffreerde kosten zijn voldaan.

  • 4. Mocht het hoofdriool aangepast moeten worden om de aansluiting te kunnen realiseren, zijn de kosten van de aanpassingen aan het hoofdriool voor rekening van de aanvrager.

  • 5. Het doen van een melding geeft geen ontheffing van het aanvragen van andere vergunningen, benodigd voor het realiseren van een rioolaansluiting.

  • 6. Het doen van een melding geeft geen ontheffing voor de kosten van andere vergunningen, benodigd voor het realiseren van een rioolaansluiting.

  • 7. De kosten voor aanleg, wijziging of verwijdering van het particulier riool zijn altijd voor rekening van rechthebbende. Het college voert geen werkzaamheden uit aan het particulier riool.

Artikel 9 Uitvoering

  • 1. De door het college aan te geven (druk)hoogte moet worden bereikt, hetzij door middel van een vrijverval-leiding, hetzij door middel van een pompput met keerklep.

  • 2. Op maximaal 50 cm binnen de erfgrens van het aan te sluiten perceel moet een ontstoppingsstuk c.q. controleput aanwezig zijn, tenzij dit niet mogelijk is doordat de gevel van het gebouw op de eigendomsgrens staat. In dat geval, is lid 3 van dit artikel van toepassing.

  • 3. Indien de gevel op de eigendomsgrens staat, dient het ontstoppingsstuk c.q. controleput direct buiten de gevel op openbaar terrein geplaatst te worden. De kosten voor de plaatsing zijn voor rekening van de aanvrager.

  • 4. Het ontstoppingsstuk c.q. controleput aan de koppelingszijde van het aansluitriool moet geschikt zijn voor de aansluiting van een buis met een inwendige diameter van 125 mm, tenzij de capaciteit van het hoofdriool een grotere diameter toelaat en de af te voeren hoeveelheid afvalwater dit noodzakelijk maakt.

  • 5. Bij vrij verval riolering dient voor de afvalwaterafvoer een bruine leiding gebruikt te worden en voor de regenwaterafvoer een grijze leiding.

  • 6. Indien gebruik wordt gemaakt van drukriolering, dient gebruik gemaakt te worden van een bruine aansluitleiding.

  • 7. Hemelwater en afvalwater dienen apart aangeboden te worden bij het hoofdriool. Indien bij het perceel alleen een gemengd hoofdriool aanwezig is, dienen evengoed aparte hemelwater- en afvalwaterleidingen gebruikt te worden. Als aangrenzend aan het perceel oppervlaktewater aanwezig is, dient het hemelwater direct afgekoppeld te worden op het oppervlaktewater.

HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD

Artikel 10 Beheer, Onderhoud, Renovatie en Vervanging

  • 1. Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding tot het aansluitpunt wordt uitgevoerd door of namens het college en zijn voor rekening van het college, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- dan wel herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van een particulier riool, in welke de kosten voor rekening van de rechthebbende zijn.

  • 2. Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van drukriolering (zowel de persleiding als het minigemaal op privaat terrein) worden uitgevoerd door of namens het college en is voor rekening van het college, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds dan wel herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van een particulier riool, in welke de kosten voor rekening van de rechthebbende zijn.

  • 3. Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      Het via deze aansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de aansluitleiding en/of de openbare riolering veroorzaken.

    • b.

      Het via deze aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie de constructie van de aansluitleiding en/of de openbare riolering aantasten.

    • c.

      Onjuiste lozingen op een niet daarvoor bedoeld stelsel.

    • d.

      Het lozen van grondwater en/of hemelwater op een minigemaal.

  • 4. de kosten voor het onderhoud van het particulier riool komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij het aannemelijk is dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door het niet goed functioneren van de openbare riolering. Bij aansluitingen die beneden het zogenoemde spiegelpeil liggen, zijn kosten genoemd in dit lid voor rekening van de rechthebbende.

  • 5. Onder renovatie wordt tevens begrepen het aanpassen van de private riolering ten gevolge van een wijziging van de openbare riolering..

Artikel 11 Calamiteiten

  • 1. Bij een verstopping of een andere storing in het particulier riool onderzoekt de rechthebbende of gebruiker, dan wel laat hij onderzoeken, of het een verstopping of een storing betreft in het particulier riool of in de perceelaansluitleiding.

  • 2. Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of storing in de perceelaansluitleiding, van een verstopping of storing als gevolg van inspoeling vanuit het openbaar riool, of een verstopping of storing aan de bij het college in beheer zijnde installaties, neemt de rechthebbende of gebruiker contact op met de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden. De rechthebbende of gebruiker dient er zorg voor te dragen dat de ontstoppingsvoorziening zonder graafwerk toegankelijk is voor het college.

  • 3. Indien door of namens de rechthebbende of gebruiker zonder expliciete voorafgaande toestemming van de gemeente werkzaamheden worden verricht, zijn de kosten daarvan voor rekening van de rechthebbende of gebruiker.

  • 4. Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het particulier riool dient de rechthebbende deze verstopping of storing voor eigen rekening zelf te (laten) verhelpen.

  • 5. Indien de door het college te verrichten werkzaamheden als gevolg van de in lid 2 bedoelde oorzaken te wijten zijn aan een onjuist gebruik of verzakking van het particulier riool kunnen de kosten alsnog voor rekening komen van de rechthebbende.

  • 6. Indien een storing aan de huisaansluiting gelegen is in de perceelaansluitleiding en niet veroorzaakt wordt door foutief gebruik van de rechthebbende, worden onderzoekskosten als bedoeld in lid 1 vergoed door het college.

HOOFDSTUK 5 VERWIJDERING AANSLUITING, SLOOP

Artikel 12 Zorgplicht

  • 1. Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op de openbare riolering aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particulier riool worden getroffen dat verzanding van de openbare riolering en de aansluitleiding wordt voorkomen.

  • 2. Indien de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden niet voldoet aan de in het eerste lid omschreven zorgplicht, heeft de gemeente de bevoegdheid de aansluiting op het openbaar riool af te sluiten en de hieraan verbonden kosten te verhalen op de rechthebbende.

  • 3. Indien het gebruik van een perceelaansluitleiding en/of voorziening definitief wordt beëindigd is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan in kennis te stellen.

  • 4. In het geval van sloop en herbouw is de melding niet overdraagbaar indien bij herbouw het pand van rechthebbende of van functie verandert.

HOOFDSTUK 6 STRAFBEPALINGEN

Artikel 13 Sancties

  • 1. Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt, voor zover daarin niet is voorzien bij het Wetboek van Strafrecht of de Wet op de economische delicten, gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Het niet doen van een melding heeft daarnaast als gevolg dat de rechthebbende verantwoordelijk blijft voor de aansluiting. Dit betekent dat de rechthebbende ook verantwoordelijk is voor de gevolgen die de aansluiting kan hebben op het gemeentelijk rioleringsstelsel.

  • 3. Als het college geen gelegenheid krijgt om een revisie van de rioolaansluiting te maken, blijft de rechthebbende ook verantwoordelijk voor de aansluiting.

  • 4. Indien de aansluiting niet conform ontwerp of van onvoldoende kwaliteit is, krijgt de rechthebbende de gelegenheid dit te corrigeren. Mocht hier geen overstemming bereikt worden met het college, kan het college besluiten geen revisie op te maken van de aansluiting. In dit geval blijft de rechthebbende verantwoordelijk voor de aansluiting.

Artikel 14 Handhaving

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep personen.

HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Overgangsrecht

  • 1. De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting, die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend en waarop op dat moment nog niet is besloten, vallen onder de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van paragraaf 4 en paragraaf 5 van deze verordening rechtstreeks van toepassing.

  • 3. Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen het college en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking een dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Rioolaansluitverordening gemeente Amstelveen 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2014.
De griffier,
drs. P. Georgopoulou
De voorzitter,
drs. M.M. van 't Veld