Regeling vervallen per 15-03-2017

Beleidsregels aanvragen en afgifte parkeervergunningen gemeente Amstelveen 2016.

Geldend van 01-06-2016 t/m 14-03-2017

Intitulé

Beleidsregels aanvragen en afgifte parkeervergunningen gemeente Amstelveen 2016.

Hoofdstuk 1. Algemene regels met betrekking tot de aanvraag.

Artikel 1.1. De aanvraag.

  • 1. Een aanvraag langs elektronische weg wordt gedaan met gebruikmaking van het elektronisch formulier dat op datum van indiening van de aanvraag beschikbaar is gesteld door het college van Burgemeester en Wethouders.

  • 2. Een onvolledige aanvraag wordt afgewezen.

  • 3. De aanvrager wordt alsdan in de gelegenheid gesteld om een nieuwe volledige aanvraag te doen.

  • 4. In afwijking hiervan geldt dat een autodatevergunning schriftelijk wordt aangevraagd.

Artikel 1.2. Gelijkstelling met eigenaar/houder.

  • 1. Met de eigenaar of houder van een motorvoertuig als bedoeld in de Parkeerverordening Amstelveen 2013 wordt gelijkgesteld degene die op grond van een huur overeenkomst of een leasecontract kan aantonen dat hij het exclusieve gebruik heeft van dat motorvoertuig, met dien verstande dat een dergelijke overeenkomst nog ten minste drie maanden geldig is;

  • 2. De vergunning wordt verleend voor de duur van de overeenkomst, maar niet langer dan voor één jaar.

  • 3. Indien de overeenkomst afloopt binnen een jaar nadat de vergunning is verleend en een nieuwe overeenkomst wordt aangegaan wordt de duur van de vergunning op aanvraag gewijzigd tot ten hoogste één jaar te rekenen vanaf de datum van verlening van de vergunning. Het voorgaande lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 1.3. Wijziging kenteken/verhuizing binnen vergunninggebied of naar vergunninggebied met hetzelfde vergunningenregime.

In het geval van een kentekenwijziging wordt op aanvraag van de vergunninghouder de vergunning gewijzigd waarbij het nieuwe kenteken in de plaats komt van het oude kente- ken. De geldigheidsduur van de vergunning wijzigt hierdoor niet.

Artikel 1.4. Tijdelijke vergunning voor vervangend voertuig bij reparatie.

  • 1. Indien in verband met reparatie tijdelijk niet over het motorvoertuig, waarvoor de vergunning op kenteken is afgegeven, kan worden beschikt en de vergunninghouder voor die periode tijdelijk een leenauto ter beschikking staat, kan voor de periode dat dit motorvoertuig wordt geleend de vergunning op aanvraag worden gewijzigd, in die zin dat het kenteken van het voertuig in reparatie wordt vervangen door het kenteken van de leenauto.

  • 2. Het kenteken wordt slechts gewijzigd tegen overlegging van een kopie van de gebruikovereenkomst van de garage. De wijziging geldt voor ten hoogste twee maanden.

Artikel 1.5. Verhuizing.

Wanneer de vergunninghouder verhuist binnen het gebied waarvoor de vergunning is verleend of naar een gebied met hetzelfde parkeervergunningenregime en de geldigheidsduur van de vergunning nog niet is verstreken, kan de vergunning op aanvraag worden gewijzigd. De geldigheidsduur van de vergunning verandert hierdoor niet.

Hoofdstuk 2. Adressen vergunninggebieden.

Artikel 2.1.

  • 1. Deze beleidsregels verstaan onder vergunninggebieden de in het Aanwijzingsbesluit parkeerbelastingen Amstelveen aangewezen gebieden 1-west, 1-oost, 2, 3, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 20, 21, 30, 33 en 40.

  • 2. Op de bij dit besluit behorende tekeningen is aangegeven welke adressen er voor de toepassing van deze beleidsregels tot welke vergunninghoudergebieden worden gerekend.

Hoofdstuk 3. Voorschriften met betrekking tot de bewonersvergunning.

Artikel 3.1. Geldigheid gebied.

  • 1. De bewonersvergunning wordt verleend voor het vergunninggebied waarin de eigenaar of houder van het motorvoertuig woont.

  • 2. In afwijking hiervan wordt de bewonersvergunning voor de eigenaar of houder die in gebied 1-west of 1-oost woont zowel voor gebied 1-west als gebied 1-oost verleend.

  • 3. Voor de vergunninggebieden 15, 20, 21, 30, 33 en 40 wordt ten hoogste één bewonersvergunning per adres verleend.

  • 4. Een bewonersvergunning vermeldt ten hoogste twee kentekens, waarvan er ten hoogste één kenteken op hetzelfde moment actief kan zijn.

Artikel 3.2. Activeren kenteken/mantelzorg.

  • 1. De bewonersvergunning is slechts geldig voor het motorvoertuig met het kenteken dat actief is.

  • 2. In afwijking hiervan geldt dat een ten behoeve van mantelzorg verleende bewonersvergunning als bedoeld in artikel 4, lid 1 onder 3. van de Parkeerverordening Amstelveen 2013 maximaal vijf kentekens kan vermelden waarvan er ten hoogste twee op hetzelfde moment actief kunnen zijn.

  • 3. De bewonersvergunning ten behoeve van mantelzorg als bedoeld in artikel 4, lid 1 onder 3 van de Parkeerverordening Amstelveen 2013 wordt door de bewoner of zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger aangevraagd.

Artikel 3.3. Aantal vergunningen/wachtlijsten.

  • 1. De eerste bewonersvergunning wordt altijd verleend.

  • 2. Een voor de aanvrager gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij de woning telt mee als eerste bewonersvergunning voor het vergunninggebied waarin de bewoner woonachtig is.

  • 3. De tweede bewonersvergunning wordt slechts verleend indien het aantal uitgegeven eerste bewonersvergunningen het aantal van 110% van de openbare parkeer- plaatsen in het betreffende vergunninggebied verminderd met het aantal woon- adressen in dit vergunninggebied niet overschrijdt.

  • 4. Bij een overschrijding als bedoeld in het voorgaande lid worden aanvragen voor een tweede bewonersvergunning op volgorde van binnenkomst op een wachtlijst geplaatst, met dien verstande dat aanvragen van bewoners die niet beschikken over eigen parkeergelegenheid bij hun woning boven de aanvragen van bewoners met eigen parkeergelegenheid worden geplaatst.

  • 5. Onder eigen parkeergelegenheid wordt dan verstaan:

    • -

      een garage of carport behorende bij de woning;

    • -

      een oprit behorende bij de woning, al dan niet ingericht als parkeerplaats;

    • -

      een parkeerplaats op eigen terrein behorende bij de woning;

    • -

      een garagebox (gehuurd of in eigendom) binnen een straal van 100 meter van de hoofdingang van de woning of flat waarin betrokkene woont.

    • -

      een bij het appartement behorende garageplaats in de parkeergarage behorende bij het appartementencomplex waarin betrokkene woont.

    Voor de vraag of er sprake is van een garage bij de woning is de bestemmings- plankaart bepalend. Het gestelde lijdt uitzondering wanneer de garage in overeen- stemming met het bestemmingsplan voor andere doeleinden wordt gebruikt en de aanvrager dat gebruik kan aantonen.

Artikel 3.4. Expats.

  • 1. Met een bewoner als bedoeld in de Parkeerverordening Amstelveen 2013 wordt gelijkgesteld degene met een zelfstandige woning, niet zijnde een hotelkamer, met een adres in een vergunninggebied, die daar woont en zich niet op dat adres in het bevolkingsregister kan laten inschrijven, terwijl er geen andere bewoners op dat adres staan ingeschreven. De huurovereenkomst dient ten minste voor een periode van drie maanden te zijn aangegaan.

  • 2. De parkeervergunning wordt verleend voor ten hoogste de duur van de aangegane huurovereenkomst, maar niet langer dan voor vier maanden.

Artikel 3.5. Bedrijf aan huis.

Een bewoner die op een adres in een vergunninggebied woont en daar tevens een bedrijf aan huis heeft wordt aangemerkt als een bewoner. Het hebben van een bedrijf aan huis geeft daarnaast geen recht op een ondernemersvergunning.

Hoofdstuk 4. Voorschriften met betrekking tot de ondernemersvergunning.

Artikel 4.1. Inschrijving Kamer van Koophandel/BIG-register.

De onderneming dient te zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of voor medische beroepen in het BIG-register.

Artikel 4.2.

  • 1. De ondernemersvergunning wordt verleend voor het vergunninggebied waarin de onderneming is gevestigd.

  • 2. In afwijking hiervan wordt de ondernemersvergunning voor een onderneming gevestigd in het vergunninggebied 1-west, 1-oost, 2, 3, 11, 12, 13 en 14 verleend voor zowel de gebieden 1-west, 2, 11, 12, 13 en 14.

  • 3. Voor de vergunninggebieden 1-oost, 3, 33 en 40 worden geen ondernemersvergunningen verleend.

Artikel 4.3. Aantal vergunningen.

  • 1. Het aantal te verstrekken ondernemersvergunningen wordt bepaald door de onder- grens van het werknemersdeel van het parkeerkencijfer voor het soort bedrijf in het vergunninggebied waarin het bedrijf is gevestigd, zoals opgenomen in bijlage 1 van deze beleidsregels, verminderd met het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.

  • 2. Voor de eerste vergunning wordt dit kencijfer naar boven afgerond.

  • 3. Voor alle volgende vergunningen wordt dit kencijfer naar beneden afgerond.

  • 4. Bij gemengde functies is de hoofdfunctie bepalend.

  • 5. In afwijking hiervan geldt dat iedere onderneming die is gevestigd in vergunning- gebied 1-west, 1–oost , 2, 3, 11, 12, 13 of 14 en als zodanig is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en voor medische beroepen in het BIG-register ten minste recht heeft op één ondernemersvergunning;

Artikel 4.4 Activeren kenteken.

  • 1. Een ondernemersvergunning vermeldt ten hoogste vijftig kentekens, waarvan er per keer ten hoogste één kenteken actief kan zijn.

  • 2. De ondernemersvergunning is slechts geldig voor het motorvoertuig met het kenteken dat actief is.

Hoofdstuk 5. voorschriften met betrekking tot de dienstverleningsvergunning.

Artikel 5.1. Wie komen in aanmerking?

  • 1. De dienstverleningsvergunning kan worden verleend:

    • -

      wanneer de aanvrager aantoont dat met het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt gevraagd zware materialen worden vervoerd die nodig zijn bij de uitvoering van het werk in het vergunninggebied of vergunning- gebieden waarvoor de vergunning wordt gevraagd en die in de directe na- bijheid van het werk aanwezig dienen te zijn.dan wel

    • -

      wanneer de aanvrager een medische dienstverlener is en aantoont dat beroepsmatig met het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt gevraagd bezoeken dienen te worden afgelegd in het vergunninggebied of vergunninggebieden waarvoor de vergunning wordt gevraagd.

  • 2. De dienstverlener dient te zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of voor medische beroepen in het BIG-register.

  • 3. Van loodgietersbedrijven, installatiebedrijven, bouwbedrijven, stoffeerders en schoonmaak- en onderhoudsbedrijven, overheidsinstanties, nutsbedrijven, make- laars, deurwaarders en vaste standhouders op de markt wordt aangenomen dat aan het voorschrift in artikel 1, lid 1, wordt voldaan.

  • 4. Als medische dienstverleners worden in het kader van deze beleidsregels uitsluitend zorgverleners verstaan die in het BIG-register zijn ingeschreven.

  • 5. De dienstverleningsvergunning wordt op naam van het bedrijf, de instantie, de in- stelling of zelfstandig werkend arts of andere zorgverlener gesteld.

Artikel 5.2. Duur vergunning.

  • 1. Er kan een jaarvergunning worden verleend wanneer de werkzaamheden, waarvoor de vergunning wordt gevraagd, zich regelmatig voordoen. De vergunning is in dat geval geldig in alle vergunninggebieden.

  • 2. Bij werkzaamheden met een tijdelijk karakter die korter dan een jaar duren kan een vergunning worden afgegeven voor een dag, een week of een maand, afhankelijk van de duur van de werkzaamheden. De vergunning is alleen geldig voor het vergunninggebied waarin de werkzaamheden plaatsvinden en geldt niet voor het vergunninggebied waarin de onderneming is gevestigd.

  • 3. Bij tijdelijke werkzaamheden die korter duren dan een jaar dient de aanvrager bewijsstukken te overleggen waaruit de opdracht voor en de duur van de werkzaam- heden blijkt.

Artikel 5.3. Activeren kenteken.

  • 1. Een dienstverleningsvergunning vermeldt ten hoogste vijftig kentekens, waarvan er per keer ten hoogste één kenteken actief kan zijn.

  • 2. De dienstverleningsvergunning is slechts geldig voor het motorvoertuig met het kenteken dat actief is.

Hoofdstuk 6. voorschriften met betrekking tot de bezoekersvergunning.

Artikel 6.1.

  • 1. Er wordt alleen voor de vergunninggebieden 1-west, 1-oost, 2, 3, 11, 12, 13, 14 en 16 een bezoekersvergunning verleend.

  • 2. De bezoekersvergunning wordt verleend voor het vergunninggebied waarin de bewoner als zodanig staat ingeschreven.

  • 3. In afwijking van lid 2 kan aan de bewoner die in vergunninggebied 1-oost woont op aanvraag een bezoekersvergunning worden verleend die zowel geldig is voor ver- gunninggebied 1-oost als voor vergunninggebied 1-west en vergunninggebied 2.

  • 4. Bij de bezoekersvergunning horen parkeerpassen.

  • 5. Onder een parkeerpas als bedoeld in het vierde lid wordt verstaan het tegoed aan parkeeruren dat bij de bezoekersvergunning staat geregistreerd in de centrale computer. Gebruikmaking van het tegoed geschiedt door aanmelding met een fysieke pas bij een parkeerautomaat en/of via het internet door middel van een computer, tablet of telefoon en het intoetsen van het kenteken van het voertuig waar- mee wordt geparkeerd.

  • 6. Bij de bezoekersvergunning voor vergunninggebied 1-west, 2, 3, 11,12, 13, 14 of 16 horen maximaal tien parkeerpassen die recht geven op 200 uur parkeren per parkeerpas per jaar. De parkeerpassen zijn alleen geldig voor het vergunninggebied waarvoor de bezoekersvergunning is verleend.

  • 7. Bij de bezoekersvergunning voor vergunninggebied 1-oost horen twee parkeerpas- sen die gezamenlijk recht geven op in totaal 1.022 uur parkeren per jaar in dat vergunninghoudergebied. De uren worden gelijkelijk over beide parkeerpassen verdeeld. Deze parkeerpassen zijn alleen geldig voor het vergunninggebied 1-oost.

  • 8. Bij de bezoekersvergunning voor vergunninggebied 1-oost kunnen daarnaast op aanvraag ten hoogste vijf parkeerpassen worden verleend die geldig zijn voor het vergunninggebied 1-west en het vergunninggebied 2. Deze passen geven recht op 200 uur parkeren per parkeerpas per jaar.

  • 9. De geldigheidsduur van de parkeerpassen loopt gelijktijdig af met de geldigheids- duur van de bezoekersvergunning. De op dat moment nog niet verbruikte uren vervallen. In afwijking hiervan en onverminderd het bepaalde in het zesde lid kunnen bij verlenging van de bezoekersvergunning voor vergunninggebied 1-west, 2, 3, 11,12, 13, 14 en 16 van de nog niet verbruikte uren ten hoogste 200 uur worden toegevoegd aan de verlengde bezoekersvergunning.

Hoofdstuk 7. Voorschriften met betrekking tot de autodatevergunning.

Artikel 7.1.

  • 1. Een autodatevergunning wordt schriftelijk en ondertekend aangevraagd door de directie, het bestuur of bij overlegging van een machtiging de gemachtigde.

  • 2. De autodatevergunning wordt op bedrijfsnaam gesteld.

  • 3. Een autodatevergunning kan alleen worden aangevraagd voor een voor autodate aangewezen vergunninghouderplaats.

  • 4. Indien de vergunning wordt aangevraagd voor een plaats die niet als vergunning- houderplaats voor autodate is ingericht en aangewezen nemen burgemeester en wethouders deze aanvraag niet eerder in behandeling dan nadat de plaats als vergunninghouderplaats voor autodate is aangewezen.

  • 5. Voor een voor autodate aangewezen vergunninghouderplaats wordt ten hoogste één parkeervergunning verstrekt.

  • 6. De parkeervergunning vermeldt de autodateplaats waarvoor de vergunning is verleend.

  • 7. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van de verplichting dat de vergunning tijdens het parkeren in het motorvoertuig aanwezig dient te zijn indien het motorvoertuig voor autodate als zodanig voldoende herkenbaar is.

Hoofdstuk 8. Voorschriften met betrekking tot de parkeervergunning gehandicapten.

Artikel 8.1.

  • 1. Een parkeervergunning gehandicapten kan worden verleend aan de aanvrager die beschikt over een geldige aan hem persoonlijk toegekende gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder w. van de Parkeerverordening Amstelveen 2013.

  • 2. De vergunning wordt voor ten hoogste één motorvoertuig verleend, vermeldt het kenteken van dat motorvoertuig en is alleen geldig indien de in het eerste lid genoemde gehandicaptenparkeerkaart tijdens het parkeren van buitenaf met verloopdatum duidelijk zicht- en leesbaar in het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend aanwezig is.

  • 3. De parkeervergunning gehandicapten is strikt persoonlijk en niet overdraagbaar.

  • 4. Indien aan de aanvrager een gehandicaptenparkeerkaart met de hoofdletter B is toegekend vermeldt de parkeervergunning gehandicapten het kenteken van het motorvoertuig dat de aanvrager bestuurt.

  • 5. Indien aan de aanvrager een gehandicaptenparkeerkaart met de hoofdletter P is toegekend vermeldt de parkeervergunning gehandicapten het kenteken van het motorvoertuig waarmee de aanvrager wordt vervoerd.

  • 6. De parkeervergunning gehandicapten wordt voor ten hoogste één jaar verleend of, wanneer de geldigheidsduur van de gehandicaptenparkeerkaart binnen dat jaar verstrijkt, tot het einde van deze geldigheidsduur.

  • 7. Indien aan de aanvrager binnen een jaar nadat de vergunning is verleend een nieuwe gehandicaptenparkeerkaart wordt verstrekt, kan de geldigheidsduur van de vergunning op aanvraag worden verlengd tot ten hoogste één jaar na afgifte van de vergunning.

  • 8. Bij de aanvraag dienen een kopie van de volledige gehandicaptenparkeerkaart, een kopie van het kentekenbewijs van het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt gevraagd en een legitimatie te worden overgelegd.

  • 9. De parkeervergunning gehandicapten is geldig voor alle parkeerapparatuurplaatsen en belanghebbendenplaatsen in de gemeente.

hoofdstuk 9. Voorschriften met betrekking tot de patientenvergunning

Artikel 9.1.

  • 1. Een patiëntenvergunning kan worden verleend aan een medische praktijk met behandelkamers gevestigd in het vergunninggebied 1-west, 2, 3, 11, 12, 13, 14 en 16.

  • 2. De zorgverlener van de medische praktijk die de patiëntenvergunning aanvraagt dient te zijn ingeschreven in het BIG-register.

  • 3. De vergunning wordt verleend voor het vergunninggebied waarin de praktijk is gevestigd.

  • 4. Bij de patiëntenvergunning horen parkeerpassen die kunnen worden geactiveerd door aanmelding met een fysieke pas bij een parkeerautomaat en/of via het internet door middel van een computer, tablet of telefoon en het intoetsen van het kenteken van het voertuig waarmee wordt geparkeerd.

  • 5. De parkeerpassen geven recht geven op het parkeren met een motorvoertuig in het vergunninggebied waarvoor de parkeervergunning geldt voor 1.000 uur per parkeerpas per jaar.

  • 6. Per behandelkamer worden ten hoogste twee parkeerpassen verleend. De aanwezigheid van één behandelkamer wordt verondersteld. De aanwezigheid van meer behandelkamers dient door de aanvrager te worden aangetoond

  • 7. In afwijking van lid 1 en lid 6 geldt voor tandartspraktijken dat de passen gekoppeld zijn aan behandelstoelen. Per behandelstoel worden ten hoogste twee parkeerpassen verleend. De aanwezigheid van één behandelstoel wordt verondersteld. De aanwezigheid van meer behandelstoelen dient door de aanvrager te worden aangetoond.

  • 8. De geldigheidsduur van de parkeerpassen loopt gelijktijdig af met de geldigheidsduur van de patiëntenvergunning. De op dat moment nog niet verbruikte uren vervallen.

Hoofdstuk 10. voorschriften met betrekking tot de kerkdienstvergunning

Artikel 10.1.

  • 1. Een kerkdienstvergunning wordt verleend voor het vergunninggebied waarin een kerkgenootschap kerkdiensten houdt en wordt alleen verleend voor de vergunninggebieden 11 tot en met 14.

  • 2. Bij de kerkdienstvergunning horen parkeerpassen die kunnen worden geactiveerd door aanmelding met een fysieke pas bij een parkeerautomaat en/of via het internet door middel van een computer, tablet of telefoon en het intoetsen van het ken- teken van het voertuig waarmee wordt geparkeerd.

  • 3. De kerkdienstvergunning en de bijbehorende passen zijn uitsluitend geldig op zondagen, niet zijnde erkende feestdagen, van 12.00 uur tot 18.00 uur in het vergunninggebied waarvoor de kerkdienstvergunning is verleend.

  • 4. Er worden aan het bestuur van een kerkgenootschap ten hoogste 45 parkeerpassen verleend.

  • 5. De geldigheidsduur van de parkeerpassen loopt gelijktijdig af met de geldigheidsduur van de kerkdienstvergunning. De op dat moment nog niet verbruikte uren vervallen.

  • 6. Per vergunninggebied worden ten hoogste 100 parkeerpassen verleend. Bij overschrijding van dit aantal worden aanvragen op volgorde van binnenkomst op een wachtlijst geplaatst.

Hoofdstuk 11. Verlies/diefstal/beschadiging

Artikel 11.1.

  • 1. Bij verlies, diefstal of beschadiging van een parkeerpas kan op aanvraag éénmaal per vergunningperiode kosteloos een vervangende pas beschikbaar worden gesteld.

  • 2. De oorspronkelijke parkeerpas wordt ongeldig gemaakt.

Hoofdstuk 12. inwerkingtreding, overgangs- en slotbepalingen.

Artikel 12.1. Inwerkingtreding.

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 juni 2016.

  • 2. Op dat tijdstip worden de Beleidsregels afgifte parkeervergunningen Amstelveen 2013, vastgesteld bij besluit d.d. 1 oktober 2013 en bekendgemaakt op 30 oktober 2013 en sindsdien gewijzigd ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op vergunningen die voor 1 juni 2016 zijn verleend en nog niet zijn verstreken.

Artikel 12.2. Citeertitel.

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald onder de titel “Beleidsregels aanvragen en afgifte parkeervergunningen van de gemeente Amstelveen 2016”.

Ondertekening

Amstelveen, 10 mei 2016
Burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen,
De secretaris,
Drs. H.H. Winthorst
De burgemeester,
Drs. M.M. van ‘t Veld
Deze beleidsregels zijn ter openbare kennis gebracht op 25 mei 2016

Bijlage 1 behorende bij de beleidsregels aanvragen en afgifte parkeervergunningen van de gemeente Amstelveen 2016.

Voor het bepalen van het maximum aantal af te geven ondernemersvergunningen gelden de volgende kencijfers.

Winkel/kiosk (met inbegrip van reiswinkel, apotheek/drogist):

Voor alle gebieden: 0,375 x 100 m2 bvo

Grootschalige detailhandel/bouwmarkt/tuincentrum:

gebieden 1 tot en met 3: niet aanwezig

gebieden 11 tot en met 14: 0,675 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 0,825 x 100 m2 bvo

Showroom (auto's, keukens, meubels, caravans):

gebieden 1 tot en 3 : 0,39 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 0,52 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 0,78 x 100 m2 bvo

kantoren met een baliefunctie:

gebieden 1 tot en met 3: 1,2 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 1,6 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 2 x 100 m2 bvo

Kantoren zonder baliefunctie:

gebieden 1 tot en met 3: 0,76 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 0,95 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 1,14 x 100 m2 bvo

Arbeidsextensieve/bezoekersintensieve bedrijven (loods, opslag:

gebieden 1 tot en met 3: 0,38 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 0,475 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 0,665 x 100 m2 bvo

Arbeidsintensieve/bezoekersextensieve bedrijven:

gebieden 1 tot en met 3: 0,95 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 1,425 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 1,9 x 100 m2 bvo

Café/bar/discotheek/cafetaria/internetcafé:

gebieden 1 tot en met 3: 0,4 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 0,4 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 0,5 x 100 m2 bvo

Restaurant:

gebieden 1 tot en met 3: 1,6 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 1,6 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 2,4 x 100 m2 bvo

Hotel:

gebieden 1 tot en met 3: 0,025 per kamer

gebieden 11 tot en met 14: 0,025 per kamer

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 0,025 per kamer

Museum/bibliotheek/kunstuitleen:

gebieden 1 tot en met 3: 0,015 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 0,025 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30:0 0,035 x 100 m2 bvo

Bioscoop/theater/schouwburg:

gebieden 1 tot en met 3: 0,005 x zitplaats

gebieden 11 tot en met 14: 0,005 x zitplaats

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 0,01 x zitplaats

Sociaal cultureel centrum/wijk- c.q. verenigingsgebouw:

gebieden 1 tot en met 3: 0,1 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 0,1 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 0,1 x 100 m2 bvo

Sporthal:

gebieden 1 tot en met 3: 0,075 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 0,085 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 0,01 x 100 m2 bvo

Dansstudio/sportschool/beautycenter/zonnestudio:

gebieden 1 tot en met 3: 0,1 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 0,1 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 0,15 x 100 m2 bvo

Squashhal:

Voor alle gebieden 0,1 x baan

Tennisbaan:

Voor alle gebieden 0,2 x baan

Bowlingcentrum/biljartzaal:

Voor alle gebieden: 0,075 x baan/tafel

Stadion:

Alle gebieden: 0,0004 x zitplaats

Zwembad:

gebieden 1 tot en met 3: 0,7 x 100 m2 oppervlakte bassin

gebieden 11 tot en met 14: 0,8 x 100 m2 oppervlakte bassin

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 0,9 x 100 m2 oppervlakte bassin

Ziekenhuis:

Voor alle gebieden: 0,6 x ziekenhuisbed

Verpleeg-/verzorgingstehuis:

Voor alle gebieden: 0,2 x wooneenheid

Arts/maatschap/kruisgebouw/therapeut/medisch centrum:

Voor alle gebieden: 0,525 x behandelkamer

Onderwijs:

Voor alle gebieden: 0,5 x leslokaal

Crèche/peuterspeelzaal/kinderdagverblijf:

Voor alle gebieden: 0,6 x arbeidsplaats

Evenementenhal/beursgebouw/congresgebouw:

gebieden 1 tot en met 3: 0,03 x 100 m2 bvo

gebieden 11 tot en met 14: 0,04 x 100 m2 bvo

gebieden 15, 16, 20, 21 en 30: 0,05 x 100 m2 bvo

Themapark/pretpark:

Voor alle gebieden: 0,04 x ha terrein

Overdekte speeltuin/hal:

Voor alle gebieden: 0,3 x 100 m2 bvo

Religiegebouw:

Voor alle gebieden: 0,001 x zitplaats

bvo = brutovloeroppervlak

Onder brutovloeroppervlak wordt verstaan: het totale oppervlak binnen de buitenmuren in- clusief alle verdiepingen.