Regeling vervallen per 19-12-2018

Beleid inzake verklaringen van geen bedenkingen door de gemeenteraad van Amstelveen

Geldend van 07-05-2015 t/m 18-12-2018

Intitulé

Beleid inzake verklaringen van geen bedenkingen door de gemeenteraad van Amstelveen

De raad van de gemeente Amstelveen;

gelet op het Besluit omgevingsrecht (artikel 6.5, derde lid);

gezien het advies van 10 maart 2015 met kenmerk Z-2015/016879 en D-2015/080947;

overwegende dat de gemeenteraad bevoegd is een lijst met planologische afwijkingen vast te stellen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen vereist is;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleid inzake verklaringen van geen bedenkingen door de gemeenteraad van Amstelveen.

Paragraaf 1. Binnenstedelijk gebied.

  • 1.

    Een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad (vvgb) is niet noodzakelijk bij een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), mits voldaan is aan alle hierna ge- noemde kenmerken:

    • a.

      de aangevraagde activiteit past binnen een (voor)ontwerpbestemmingsplan, waar- op reeds inspraak is verleend, en/ of een door de raad vastgestelde Startnotitie;

    • b.

      eventueel in de aanvraag opgenomen woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;

    • c.

      de aangevraagde activiteiten geen ingrijpende gevolgen hebben voor de gemeente.

  • 2.

    Een vvgb is niet noodzakelijk bij een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo die betrekking heeft op een functiewijziging.

  • 3.

    Een vvgb is niet noodzakelijk bij een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo, mits de planologische afwijking betrekking heeft op de toepassing van een groendak op een gebouw en niet past binnen de beleidsre- gels voor planologische afwijkingen, maar na een deugdelijke belangenafweging posi- tief wordt beoordeeld.

Paragraaf 2. Buitengebied.

  • 4.

    Een vvgb is niet noodzakelijk bij een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo, die betrekking heeft op:

    • a.

      een functiewijziging binnen bestaande bebouwing;

    • b.

      woningbouw conform de provinciale ruimte voor ruimte regeling;

    • c.

      een activiteit die past binnen een (voor)ontwerpbestemmingsplan, waarop reeds inspraak is verleend, en/ of een door de raad vastgestelde Startnotitie en die voorts voldoet aan het provinciaal ruimtelijk beleid;

    • d.

      woningbouw conform de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie binnen bestaand bebouwd gebied;

    • e.

      de toepassing van een groendak op een gebouw en de aanvraag niet past binnen de beleidsregels voor planologische afwijkingen, maar na een deugdelijke belangenafweging positief beoordeeld wordt;

    • f.

      bijbehorende bouwwerken.

Paragraaf 3. Algemeen.

  • 5.

    Een vvgb is niet noodzakelijk bij een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo die niet in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan en het gemeentelijk planologisch beleid en derhalve wordt afgewezen.

  • 6.

    Een vvgb is niet noodzakelijk bij een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo die voldoet aan de bouw- en gebruiksmogelijkhe- den uit de primaire bestemmingsplanbepalingen, maar door strijd met een dubbelbestemming, algemene aanduidingsregel of gelijk te stellen beperking uit het bestemmingsplan die niet conform Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) zijn vastgesteld vvgb-plichtig zijn, mits het daartoe bevoegde gezag een positief advies, danwel een ontheffing of verklaring van geen bezwaar heeft verleend.

Paragraaf 4. Inwerkingtreding.

Deze regeling treedt in werking op de dag na die waarop deze bekend is gemaakt.

Paragraaf 5. Citeertitel.

Deze regeling wordt aangehaald als Beleid inzake verklaringen van geen bedenkingen door de gemeenteraad van Amstelveen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 april 2015.
de griffier,
drs. P. Georgopoulou
de voorzitter,
drs. M.M. van 't Veld