Regeling vervallen per 01-12-2016

Nadere regels voor subsidiering duurzame energiemaatregelen bestaande bouw voor particulieren gemeente Amstelveen 2013-2016.

Geldend van 15-06-2013 t/m 30-11-2016

Intitulé

Nadere regels voor subsidiering duurzame energiemaatregelen bestaande bouw voor particulieren gemeente Amstelveen 2013-2016.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanschaf: eigendomsverkrijging krachtens een met een leverancier gesloten koopovereenkomst;

  • b.

    Aanvraag: schriftelijk verzoek conform het aanvraagformulier (bijlage 2), aan de gemeente Amstelveen om verlening van subsidie op grond van onderhavige nadere regels;

  • c.

    Aanvrager: natuurlijk persoon die als eigenaar-bewoner van een woning, waaraan energie wordt geleverd een aanvraag heeft ingediend;

  • d.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening Amstelveen 2016;

  • e.

    Bestaande bouw of woning: een bewoonbare woning die is opgeleverd aan de eigenaar- bewoner vóór een aanvraag is ingediend in het kader van onderhavige nadere regels;

  • f.

    Bijlage 1: overzicht duurzame energiemaatregelen bestaande bouw voor particulieren gemeente Amstelveen 2013-2016 en de daaraan gekoppelde maximale subsidie per activiteit;

  • g.

    Bijlage 2: het door het college vastgestelde aanvraagformulier subsidie duurzame energiemaatregelen bestaande bouw voor particulieren Amstelveen 2013 – 2016;

  • h.

    Bijlage 3: het door het college vastgestelde vaststellingsformulier subsidie duurzame energiemaatregelen bestaande bouw voor particulieren Amstelveen 2013 - 2016;

  • i.

    Bijlage 4: aannemers- of installateursverklaring voor subsidie duurzame energiemaatregelen bestaande bouw voor particulieren Amstelveen 2013 – 2016;

  • j.

    Bijlage 5: toelichting op de Nadere regels voor subsidiëring duurzame energiemaatregelen bestaande bouw voor particulieren Amstelveen 2013 – 2016;

  • k.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

  • l.

    Recreatiewoning: een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat naar de aard en inrichting is bestemd voor recreatieve bewoning;

  • m.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende de looptijd in totaal beschikbaar is voor toekenning van subsidies op grond van onderhavige nadere regels;

  • n.

    Voorzieningen / maatregelen: installaties die energie opwekken uit hernieuwbare bronnen zoals zonwarmte, bodemwarmte of maatregelen die de energievraag reduceren zoals isolatie, lage temperatuurverwarming en HR++-glas; alle subsidiabele maatregelen staan vermeld in bijlage 1 behorende bij deze nadere regels.

Artikel 2. Doelgroep.

Subsidie op grond van deze nadere regels wordt uitsluitend verstrekt, indien wordt voldaan aan alle hierna genoemde voorwaarden:

  • a.

    het moet gaan om de eigenaar-bewoner van een woning, te weten één of meer natuurlijke personen die particulier eigenaar zijn van die woning en deze zelf bewonen;

  • b.

    de woning dient zich te bevinden in de gemeente Amstelveen;

  • c.

    het dient te gaan om een woning die is opgeleverd;

  • d.

    de uitvoering van de energiebesparende maatregelen mag niet zijn gestart voordat de subsidie is verleend.

Artikel 3. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen.

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de daadwerkelijk gemaakte kosten, inclusief BTW, voor het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van de subsidiabele voorziening, zoals bedoeld in bijlage 1 van deze nadere regels.

Artikel 4. Berekening van de subsidie.

  • 1. Het subsidiebedrag per subsidiabele voorziening is een vast bedrag per maatregel tot maximaal 15% van de subsidiabele kosten, zoals genoemd in artikel 3 van deze nadere regels.

  • 2. Per adres waarvoor op grond van deze nadere regels een aanvraag voor subsidie wordt ingediend, wordt maximaal € 1.000,- aan subsidie toegekend.

Artikel 5. Aanvraag van de subsidie.

  • 1. Aanvragen moeten worden ingediend voorafgaand aan het plaatsen c.q. treffen van de voorzieningen, door middel van het door het college vastgestelde aanvraagformulier, zoals opgenomen in bijlage 2 van deze nadere regels. Dit aanvraagformulier moet vergezeld zijn van een (kopie)offerte of koopovereenkomst, die als ontbindende voorwaarde mag kennen het niet verkrijgen van de onderhavige subsidie. Om in aanmerking voor de subsidie te komen, dient de aanvrager pas na verlening van de subsidie over te gaan tot uitvoering van de energiebesparende maatregelen.

  • 2. Alleen volledig ingevulde, gedagtekende en ondertekende aanvragen met (kopie)offerte of koopovereenkomst worden in behandeling genomen.

  • 3. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 4. Het door het college vastgestelde vaststellingsformulier, zoals genoemd in bijlage 3 van deze nadere regels, dient uiterlijk binnen 5 maanden na de datum van de verlening van de subsidie door het college te zijn ontvangen.

  • 5. Aanvragen voor subsidie dienen uiterlijk op 31 maart 2016 door de gemeente Amstelveen te zijn ontvangen, daarna ontvangen aanvragen worden afgewezen.

Artikel 6. (Nadere) verplichtingen aan de subsidie.

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag voor subsidie te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      subsidie wordt alleen verstrekt voor de aanschaf van maatregelen na het in werking treden van de onderhavige nadere regels;

    • b.

      de aanvrager is een particuliere woningeigenaar dan wel een of meerdere natuurlijke personen die particulier eigenaar zijn van een woning en deze bewonen;

    • c.

      de aanvrager heeft een compleet ingevuld aanvraagformulier, zoals bedoeld in bijlage 2 van deze nadere regels ingediend, inclusief vereiste bijlagen;

    • d.

      de maatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zoals bedoeld in bijlage 1 van deze nadere regels;

    • e.

      de maatregelen dienen binnen 5 maanden na de datum van de verlening van de subsidie te zijn uitgevoerd respectievelijk te zijn toegepast en betaald plus dat het vaststellingsformulier, zoals bedoeld in bijlage 3 van deze nadere regels, binnen 5 maanden na de datum van de verlening van de subsidie door de gemeente is ontvangen;

    • f.

      de voorzieningen dienen te zijn uitgevoerd respectievelijk dienen te zijn toegepast in of op bestaande woningen binnen het grondgebied van de gemeente Amstelveen;

    • g.

      bij het vaststellingsformulier, zoals bedoeld in bijlage 3 van deze nadere regels, dienen de facturen en betaalbewijzen te zijn bijgevoegd, zodat wordt aangetoond dat de voorzieningen daadwerkelijk binnen 5 maanden na de datum van de verlening van de subsidie zijn uitgevoerd respectievelijk zijn toegepast en betaald;

    • h.

      aangetoond dient te worden dat de voorziening aan de isolerende waarde (criterium) van de maatregel, zoals genoemd in bijlage 1 voldoet. Dit geldt voor de bouwkundige maatregelen genoemd onder de nummers 2.1 t/m 2.6 van bijlage 1;

    • i.

      aangetoond dient te worden dat de maatregelen daadwerkelijk zijn geïnstalleerd en voldoen aan de in bijlage 1 genoemde criteria. De aannemer- of installateur dient daartoe de verklaring, zoals bedoeld in bijlage 4 van deze nadere regels, in te vullen;

    • j.

      de aanvrager dient, voordat de subsidie in het kader van de onderhavige nadere regels wordt vastgesteld, in het bezit te zijn van alle eventueel noodzakelijke vergunningen met betrekking tot de plaatsing van de maatregelen.

  • 2. Het college kan bij de verlening van een subsidie (nadere) verplichtingen opleggen.

Artikel 7. Subsidieplafond.

  • 1. Het subsidieplafond bestaat uitsluitend uit het door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan het college eenmalig beschikbaar gestelde en toegekende bedrag op grond van de Uitvoeringsregeling subsidie duurzame energie maatregelen bestaande bouw Noord-Holland 2012 (GS-besluit nr. 2012-28394), vermeerderd met het door de gemeenteraad hiervoor eenmalig beschikbaar gestelde bedrag. Het gaat hierbij om een totaalbedrag van € 169.665,- als subsidieplafond.

  • 2. Indien het in het eerste lid genoemde subsidieplafond is bereikt, wordt geen subsidie meer verstrekt.

Artikel 8.Verdeling van het subsidieplafond. (Vervallen)

Artikel 9. Weigeringsgronden.

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd, indien:

  • a.

    de maatregelen genoemd onder de nummers 2.1 t/m 2.6 van de Duurzame Energiemaatregelenlijst, zoals genoemd in bijlage 1 van deze nadere regels, worden toegepast op of in een uitbreiding van een bestaande woning;

  • b.

    de aanvraag voor subsidie na 31 maart 2016 door de gemeente Amstelveen is ontvangen;

  • c.

    uit de aanvraag voor subsidie blijkt dat het toe te kennen subsidiebedrag lager is dan € 100,-;

  • d.

    er voor de - door de aanvrager in de aanvraag voor subsidie - genoemde voorzieningen vanuit een andere subsidieregeling en/of verordening van andere overheden of instellingen al subsidie is toegekend respectievelijk dit redelijkerwijs te verwachten is. Het staat de gemeente Amstelveen vrij hiervoor bij derden (nadere) informatie in te winnen;

  • e.

    het subsidieplafond is bereikt;

  • f.

    er sprake is van een recreatiewoning.

Artikel 10. Onvoorziene gevallen.

In alle gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.

Artikel 11. Hardheidsclausule.

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de nadere regels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 12. Inwerkingtreding.

Deze nadere regels zijn in werking getreden op 15 juni 2013 en eindigen per 1 december 2016.

Artikel 13. Citeertitel.

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels voor subsidiëring duurzame energiemaatregelen bestaande bouw voor particulieren gemeente Amstelveen 2013 - 2016.

Deze versie van de nadere regels vervangt de in de vergadering van 11 juni 2013 vastgestelde versie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 18 augustus 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen,
De secretaris,
R.J.T. Schurink
De burgemeester,
Drs. M.M. van ‘t Veld

Bijlage 1. Overzicht duurzame energiemaatregelen bestaande bouw voor particulieren gemeente Amstelveen 2013-2016

Bij de “Uitvoeringsregeling subsidie duurzame energie maatregelen bestaande bouw Noord-Holland 2012” van de Provincie Noord-Holland is als bijlage een overzicht van subsidiabele energiemaatregelen opgenomen. Onderstaand volgt de tabel van de betreffende duurzame energiemaatregelen waarvoor de gemeente Amstelveen subsidie aan haar inwoners verleent onder de voorwaarden zoals opgenomen in de nadere regels voor subsidiëring duurzame energiemaatregelen bestaande bouw voor particulieren gemeente Amstelveen 2013-2016.

Tabel 1 Overzicht duurzame energie maatregelen gemeente Amstelveen 2013-2016

Nummer

Duurzame energiemaatregel

Criterium

Subsidiebedrag (maximaal 15% van de gemaakte kosten incl. BTW en in ieder geval niet meer dan genoemde bedrag per eenheid voorziening) in €

 

Installatietechnisch

 

 

1.1

Zonneboiler

 

150,- per m2 paneeloppervlak

1.2

LT-verwarming

 

450,- per woning

1.3

(Combi)warmtepomp

 

230,- per kW

1.4

Douchewater-wtw

 

125,- per stuk

 

Bouwkundig

 

 

2.1

Dakisolatie

Rc ≥ 2,5 m2 K/W

7,- per m2

2.2

Vloerisolatie

Rc ≥ 2,5 m2 K/W

5,- per m2

2.3

Spouwmuurisolatie

Rc ≥ 1,3 m2 K/W

4,- per m2

2.4

Paneelisolatie

Rc ≥ 2,5 m2 K/W

9,- per m2

2.5

Isolatie massieve muur

Rc ≥ 2,5 m2 K/W

22,- per m2

2.6

HR++-glas

U-glas ≤ 1,2 W /m2K of spouw ≥ 15 mm

22,- per m2

Toelichting nadere regels voor subsidiering duurzame energiemaat- regelen bestaande bouw voor particulieren gemeente Amstelveen 2013-2016

Hoofdstuk 1. Begrippen en definities

  • 1.

    Toelichting duurzame energiemaatregelen - Installatietechnisch

  • 1.

    1 Zonneboiler

Een zonneboiler levert warm water op voor gebruik in de keuken en de badkamer. Een zonnecollector op het dak haalt warmte uit zonlicht en warmt daarmee kraanwater op in de zonneboiler. Die is meestal gekoppeld aan een combiketel of andere installatie. Als er te weinig zon is, verwarmt de installatie (of een verwarmingselement) het water na. De systemen zijn in principe overal toepasbaar.

Meestal is geen vergunning nodig voor het plaatsen van een zonnecollector; uitzonderingen gelden voor monumenten en beschermde stads- of dorpsgezichten. Een vergunningsvrije plaatsing moet wel aan enkele voorwaarden voldoen. Kunt u hieraan niet voldoen dient u alsnog een vergunning aan te vragen. Doe altijd navraag bij uw gemeente. Met een zonneboiler bespaart u aanzienlijk op uw energierekening. De besparing van een zonneboiler met een collectoroppervlak van 2,7 m2 kan oplopen tot ongeveer 50% van de energie die nodig is voor het gebruik van warm water. Dat is circa 150 tot 200 m³ aardgas per jaar. Of een zonneboiler voor uw huishouden een verstandige keuze is, hangt af van het aantal personen in huis (meer is gunstiger), hoeveel warm water u dagelijks gebruikt en de beschikbare ruimte voor een voorraadvat. Natuurlijk moet ook het dak van de woning geschikt zijn voor een zonnecollector en op het zuiden gericht zijn. De prijs van een zonneboiler ligt tus- sen de € 2.000,- en € 4.000,-, afhankelijk van het type en het gewenste comfort, zoals het aantal plaatsen in huis waar u gelijktijdig (veel) warm water wilt kunnen tappen.

1.2 Laagtemperatuurverwarming (LTV)

Laagtemperatuurverwarming gebruikt cv-water van 40 à 55°C voor vloerverwarming, wandverwarming of laagtemperatuurradiatoren. Bij gewone radiatoren met een cv-ketel is dat 70 à 90°C. Het gebruik van LTV resulteert in een beter rendement van de HR-ketel en maakt het gebruik van een warmtepomp mogelijk.

LTV biedt aangename stralingswarmte (comfort) en betere luchtkwaliteit, omdat er minder zwevend stof is. In het geval van vloerverwarming krijgt bovendien huisstofmijt op vloeren geen kans, want de vloer wordt drooggestookt (gezondheid).

1.3 (Combi)Warmtepomp

Een warmtepomp gebruikt bronwarmte uit de bodem of lucht om energiezuinige warmte te leveren. De inzet van LTV (andere DE-lijst-maatregel) is een voorwaarde voor het energiezuinig functioneren van de warmtepomp. Een warmtepomp bespaart ongeveer 25% energie ten opzichte van een cv-ketel. Voor extra comfort kan het systeem ook aangepast worden om te koelen in de zomer.

Toepassing

Warmtepompen zijn momenteel inpasbaar in de volgende systeemvarianten.

Warmtepomp met bodem als warmtebron: vrijwel altijd combi voor ruimteverwar- ming en tapwater.

  • -

    Warmtepomp met lucht als warmtebron:

  • -

    ingezet voor ruimteverwarming;

  • -

    ingezet voor de levering van tapwater.

Voorwaarden voor subsidie

Voorwaarde voor toepassing als combiwarmtepomp:

  • -

    bodem als warmtebron, of

  • -

    buitenlucht als warmtebron in combinatie met cv-ketel, nageschakeld op de warmtepomp voor warmtelevering bij lage buitentemperaturen.

Toepassing als warmtepompboiler zonder voorwaarden toegestaan.

Bodem als warmtebron

Bij gebruik van bronwarmte uit de bodem wordt een bodemwarmtewisselaar gebruikt om warmte aan de bodem onder de woning te onttrekken. Dit systeem heeft een hoger energetisch rendement dan wanneer buitenlucht wordt gebruikt en een betere beschikbaarheid bij lage buitentemperaturen.

Kleine gesloten bodemwarmtewisselaars voor individuele woningen kunt u nog zonder ver- gunning plaatsen, tenzij uw woning in een zogenaamd interferentiegebied ligt. Deze interferentiegebieden worden door de gemeente aangewezen. Of uw woning in een interferentiegebied ligt, kunt u dan ook bij uw gemeente opvragen. Vanaf 1 juli 2013 is voor gesloten bodemsystemen een meldingsplicht, en is de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit bodemenergie een feit.

Lucht als warmtebron

Bij gebruik van bronwarmte uit de lucht is ventilatieretourlucht een logische energiebron. Door het beperkte volume van ventilatielucht wordt vaak ook buitenlucht gebruikt. De lage temperatuur van de buitenlucht in het stookseizoen heeft een negatieve invloed op het energetisch rendement. Daarom wordt bij inzet van ventilatielucht of buitenlucht een com- binatie met gasgestookte cv-ketel voor additionele warmtelevering vereist. Als het rende- ment of beschikbaar vermogen van de warmtepomp te laag wordt, zal de cv-ketel de warmte leveren. Het omslagpunt waarbij de warmtepomp uitgeschakeld wordt, ligt indicatief tussen de -2°C en 2°C en is ook afhankelijk van de energieprijzen.

Tegenwoordig zijn vrijwel alle gangbare woningketels voorzien van het label naverwarming zonneboiler (NZ) en dus geschikt voor naschakeling op de luchtwarmtepomp. Hierdoor kan het energetisch rendement van het totaalsysteem aanzienlijk toenemen. Voor deze rendementsverbetering is een correcte afstemming tussen de besturingssoftware en apparaatinstellingen van ketel en warmtepomp vereist.

Een eenvoudige warmtepompuitvoering voor ruimteverwarming op basis van ventilatiere- tourlucht en buitenlucht betreft bijvoorbeeld de UHR-ketel. Dit betreft feitelijk een gangbare combiketel, die wordt aangevuld met een warmtepompdeel. Het extra hoge rendement van deze ketel wordt gehaald door de inzet van het warmtepompdeel. De warmtepomp gebruikt de warmte uit afgezogen ventilatielucht en buitenlucht voor LTV van de woning. De woning moet daarom wel een mechanisch afzuigventilatiesysteem hebben, maar mag niet voorzien zijn van balansventilatie met warmteterugwinning.

Een andere toepassing van een warmtepomp met lucht als warmtebron is de warmte- pompboiler. Warmtepompboilers gebruiken (net als de UHR-ketel) de afgevoerde ventilatielucht uit een woning als warmtebron om tapwater te verwarmen. Bij inzet van ventilatie- retourlucht ligt het rendement van een warmtepompboiler ongeveer 15 tot 20% boven de beste HR-ketels. Het rendement van een zonneboiler (andere DE-lijst-maatregel) met na- verwarming op gas ligt aanzienlijk hoger. Een warmtepompboiler is dus vooral interessant wanneer geen zonneboiler aangebracht kan worden. In vergelijking met een warmtepomp voor ruimteverwarming scoort de warmtepompboiler energetisch minder goed. Dit houdt direct verband met de benodigde temperatuur voor de bereiding van warm tapwater (60°C) versus ruimteverwarming (40°C voor LTV).

1.4 Douchewaterwarmteterugwinning

Douchewaterwarmteterugwinning (douchwater-wtw) gebruikt warmte van wegstromend douchewater om koud water voor te verwarmen. Hierdoor hoeft het warmwatertoestel minder warmte toe te voeren en is dus zuiniger. Het vergt een kleine verbouwing en is dus vooral een optie als u de badkamer gaat renoveren.

De meeste moderne boilers, combiketels en badgeisers hebben een vlamhoogte die auto- matisch aangepast wordt aan de gevraagde hoeveelheid warm water en zijn daarmee geschikt om te combineren met douche-wtw. Om te zorgen dat het water op constante temperatuur blijft, is een thermostatische douchemengkraan noodzakelijk. Omdat de douche- wtw koud water opwarmt, is steeds minder bijmenging van warm water nodig.

De douchepijp-wtw voor de eerste verdieping of hoger kost circa € 500,-, de douchebak-wtw voor de begane grond of een benedenappartement kost ongeveer het dubbele. In een gemiddeld huishouden scheelt douche-wtw circa 40% op de energierekening voor warm water. Met het oog op kwesties als de tapdrempel en het voorkomen van legionella doet u er goed aan een installateur te raadplegen.

2.Toelichting duurzame energiemaatregelen - Bouwkundig

Isolatie algemeen

Bij de berekening van de warmteweerstand(en) worden de volgende symbolen gebruikt. R, Rd, Rm: warmteweerstand van een materiaal.

Rc: warmteweerstand van de scheidingsconstructie die is samengesteld uit meerdere lagen of onderdelen, bijvoorbeeld door een gevelopbouw van baksteen, luchtspouw, isolatie en kalkzandsteen.

U: totale warmtedoorgangscoëfficiënt van een constructie, inclusief de overgangsweerstanden van lucht naar de constructie en van de constructie naar lucht.

De warmteweerstand van een isolatielaag wordt in het algemeen berekend op basis van de dikte van deze laag (d) en de materiaalspecifieke isolatiewaarde (λ) volgens de volgende

formule: R = d / λ.

2.1 Dakisolatie

Dakisolatie is een goede manier om het wooncomfort te verhogen en de energierekening te verlagen. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit gold tot eind 2011 voor de warmteweerstand de eis van Rc ≥ 2,5 m²K/W. Inmiddels is deze eis aangescherpt naar Rc ≥ 3,5 m²K/W, deze eis is voor de bestaande bouw echter niet redelijk. De eis blijft dan ook Rc ≥ 2,5 m²K/W.

2.2 Vloerisolatie

Het isoleren van een vloer van steen of beton verhoogt het wooncomfort en zorgt voor een grote besparing op uw stookkosten. Wanneer zich onder de vloer voldoende kruipruimte bevindt, kunt u aan de onderkant van de vloer isolatiemateriaal (laten) aanbrengen. Is de kruipruimte te laag of ontbreekt deze geheel, dan kan de vloer alleen aan de bovenkant geïsoleerd worden. Dit is een meer bewerkelijke en duurdere optie. Zo moeten bijvoorbeeld de deuren ingekort worden. U kunt dan kiezen voor een zwevende dekvloer die zich uitstekend laat combineren met laagtemperatuurverwarming (een andere DE-lijst-maatregel). Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad van Rc ≥ 2,5 m²K/W. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat deze minimumeis betrekking heeft op de thermische isolatiegraad van de scheidingsconstructie van de woning, dus op de thermische gebouwschil. Deze scheidingsconstructie betreft de beganegrondvloer. De kruipruimte tussen deze vloer en de bodem wordt geventileerd en maakt geen deel uit van de scheidingsconstructie. Het toepassen van bodemisolatie is derhalve niet subsidiabel.

2.3 Spouwmuurisolatie

Wanneer men zowel aan de buitengevel als aan de binnengevel niets wil veranderen en een ruime/open luchtspouw aanwezig is, kan de muur geïsoleerd worden door het inblazen van rotswol of papiervlokken of door de spouw van bovenuit te vullen met korrels. Een snelle en relatief goedkope methode. Vanwege het risico op condensatieproblemen is het raadzaam de klus te laten uitvoeren door een gecertificeerd bedrijf. Vooraf dient goed onderzocht te worden of de spouw geschikt is voor spouwmuurisolatie.

Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Hierbij geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 1,3 m²K/W. Deze ondergrens voor de isolatiewaarde is voor vrijwel alle

voorkomende spouwdiktes van de bestaande woningbouw haalbaar. Afhankelijk van de beschikbare spouwruimte kan een hogere warmteweerstand gerealiseerd worden.

2.4 Paneelisolatie

Materiaal voor het isoleren van niet-steenachtige en niet-glasachtige geveldelen. Denk hierbij aan dakkapellen, borstweringen en de panelen tussen de raampartij van de begane grond en

bovenverdieping. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldteen minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad van Rc ≥ 2,5 m²K/W.

2.5 Isolatie massieve muur

Aan de buitenkant door middel van isolatie tegen de gevel met een afwerking van gevelsteen,plaatmateriaal of pleisterwerk. Dit levert de meeste energiebesparing op, maar is ook hetduurst. Deze optie is ook niet altijd mogelijk, omdat dit het aanzien van de woning wijzigt en een vergunning van de gemeente vereist is. De voordelen zijn dat eventuele koude- bruggen gemakkelijk kunnen worden opgelost, de grootte van de binnenruimte niet verandert en de warmteaccumulerende en vochtregelende functie van de muren behouden wordt.

Deze werkzaamheden worden altijd uitbesteed. Aan de binnenkant met behulp van een voorzetwand. Met het oog op koudebruggen bij dwarsmuren, vloeren en plafonds is deskundig advies gewenst. Daarnaast gaat het warmteaccumulerend en vochtregelend effect van de muur verloren en wordt de binnenruimte kleiner. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad van Rc ≥ 2,5 m²K/W.

2.6 HR++-glas

Bij HR++-glas is in de spouw, naast de vulling met edelgas, een flinterdun laagje (coating)

met metaaloxide op de ruiten aangebracht. Deze coatings weerkaatsen de warmte, maar laten het zonlicht grotendeels door. HR++ verdient zichzelf voornamelijk terug in regelmatig verwarmde vertrekken, zoals de huiskamer. De terugverdientijd bedraagt dan circa negen jaar. Overigens heeft dubbelglas behalve een energiebesparend ook een inbraakwerend effect.

Links internet

Meer informatie over energiebesparende technieken en een indicatie van de kosten, besparingen en terugverdientijden kunt u bijvoorbeeld vinden op www.milieucentraal.nl, www.energiezuinig.nl, www.klusidee.nl, www.energysaver.nl, www.energielastenverlager.nl, www.servicepuntduurzameenergie.nl/bespaardaar

Hoofdstuk 3. Veelgestelde vragen

3.1 Hoe kan ik subsidie aanvragen?

U kunt een aanvraagformulier, overzicht duurzame energiemaatregelen, installateursverklaring en de nadere regels downloaden van de website www.amstelveen.nl Indien u niet over internet beschikt, kunt u deze formulieren ophalen aan de balie van het gemeentehuis en/of de nadere regels inzien.Het ingevulde aanvraagformulier voorzien van de benodigde bijlagen, verstuurt u aan de gemeente Amstelveen.

Voor welke maatregelen kan ik subsidie krijgen?

De subsidiabele maatregelen zijn weergegeven op het aanvraagformulier en op het over- zicht duurzame energiemaatregelen welke is opgenomen in de nadere regels. Hierbij gaat het om zowel installatietechnische maatregelen voor bijvoorbeeld het opwekken van duur- zame energie als bouwkundige energiemaatregelen bijvoorbeeld isolatie. Let u alstublieft goed op de vermelde criteria om teleurstelling te voorkomen.

Kan ik al subsidie aanvragen voordat ik maatregelen heb getroffen?

Subsidie dient vooraf aangevraagd te worden, dus voor het treffen van maatregelen. U mag pas starten met uitvoeren of aanbrengen van de maatregelen waarvoor u subsidie aanvraagt nadat u subsidie is verleend.

Hoeveel subsidie kan ik krijgen?

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de getroffen maatregel. Op het aanvraag formulier staat het maximale subsidiebedrag per maatregel weergegeven.

Het subsidiebedrag zal echter niet meer dan 15% van de van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het aanschaffen, installeren en in bedrijfstellen van de maatregel of voorziening bedragen met een minimum van €100 en een maximum van €1000. Aanvragen voor subsidie lager dan 100 euro worden geweigerd. Per adres wordt maximaal 1000 euro subsidie toegekend.

Wanneer krijg ik het subsidiebedrag uitbetaald?

Nadat u het vaststellingsformulier heeft ingediend, samen met de benodigde bijlagen (factuur(en), geldig betaalbewijs en indien nodig de installateursverklaring) krijgt u bericht over de vaststelling van uw subsidie. Na deze vaststelling volgt binnen enkele dagen uitbetaling van het subsidiebedrag.

Hoe voorkom ik dat ik subsidie misloop door het leegraken van de subsidiepot?

Door de gemeente Amstelveen is een subsidieplafond vastgesteld, het maximaal uit te keren bedrag aan subsidies. De gemeente Amstelveen zal via haar website en de lokale media regelmatig berichten over de beschikbaarheid van subsidiemiddelen en tijdig aankondigen wanneer het subsidieplafond bereikt dreigt te worden.

Wie kan subsidie aanvragen?

Natuurlijke personen kunnen subsidie aanvragen indien zij eigenaar-bewoner zijn van een woning. Bedrijven of andere instellingen kunnen geen subsidie aanvragen.

U komt alleen in aanmerking voor subsidie indien de maatregelen getroffen worden op het grondgebied van de gemeente Amstelveen en in of op een bestaande woning.

Waar kan ik met specifieke vragen terecht?

Specifieke vragen kunt u stellen door een e-mail te sturen aan energiebesparing@amstelveen.nl of door te bellen met 020-5404911

De inhoud van deze toelichting is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid opgesteld en gebaseerd op de door de Provincie Noord-Holland vastgestelde uitvoeringsregeling subsidie duurzame energiemaatregelen 2012 met daarbij behoren- de toelichting.

Genoemde investeringsbedragen en terugverdientijden zijn indicatief en dient u altijd bij installateur, aannemer of leverancier zelf te verifiëren.