Verordening winkeltijden Amstelveen 2016

Geldend van 25-11-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening winkeltijden Amstelveen 2016

De raad van de gemeente Amstelveen,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2016;

gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening winkeltijden Amstelveen 2016.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet.

Artikel 2. (Algemene) vrijstelling

  • 1. Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt een algemene vrijstelling van 06.00 tot 22.00 uur.

  • 2. Voor de in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt een algemene vrijstelling van 06.00 tot 22.00 uur.

  • 3. De in lid 1 en 2 genoemde vrijstelling geldt niet voor 4 mei na 19.00 uur.

  • 4. Voor (fastfood)restaurants, cafetaria's, snackbars, shoarmazaken en (eet)cafés geldt in afwijking van de in artikel 2 van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, de sluitingstijd zoals die opgenomen is in de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Amstelveen.

Artikel 3. Individuele ontheffingen

  • 1. Het is een winkel toegestaan maximaal 2 keer per jaar langer open te zijn dan de in artikel 2 van de Winkeltijdenwet vervatte verboden voor een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard, mits de eigenaar van de winkel dit ten minste twee weken voor de aanvang van de langere openstelling aan burgemeester en wethouders meldt.

  • 2. De in lid 1 genoemde openstelling geldt tot maximaal 02.00 uur.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen naar aanleiding van een melding voorschriften en beperkingen stellen of een verbod geven.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de Winkeltijdenwet vervatte verboden voor avondwinkels.

  • 5. De ontheffing is persoonlijk.

  • 6. De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel op basis van de ontheffing.

Artikel 4. Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om ontheffing binnen 8 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • 3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel 5. Intrekken of wijzigen ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt;

  • f.

    de houder dit verzoekt.

Artikel 6. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezentoezichthouders.

Artikel 7. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Verordening inzake de winkeltijden 2013 wordt ingetrokken.

  • 2. Een krachtens de Verordening inzake de winkeltijden 2013 verleende ontheffing vervalt als deze verordening in werking treedt.

  • 3. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Verordening inzake de winkeltijden 2013 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Amstelveen 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2016.
De griffier,
mevrouw drs. P. Georgopoulou
De voorzitter,
Mevrouw drs. M.M. van 't Veld

Nota van toelichting

Artikelsgewijze toelichting Verordening winkeltijden Amstelveen 2016

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 2 (Algemene) vrijstelling

Op basis van de nieuwe Verordening winkeltijden worden de belemmeringen die gelden voor de sluitingstijden van winkels op zon- en feestdagen weggenomen. In Amstelveen zijn er daarom geen verschillen meer tussen de sluitingstijden voor winkels tussen zon-/feest- en werkdagen. In artikel 2, lid 1 aanhef en onder b van de Winkeltijdenwet is opgenomen dat tijdens dodenherdenking (4 mei) de winkels gesloten moeten zijn na 19.00 uur. Dit verbod blijft van kracht, aangezien dodenherdenking geen feestdag is en een openstelling van winkels na 19.00 uur op 4 mei dodenherdenking kan verstoren.

 

Lid 4

In den lande is onduidelijk welke sluitingstijden van toepassing zijn als afhalen in dezelfde ruimte plaatsvindt als het eetgedeelte. Zowel de Winkeltijdenwet als de Algemene Plaatselijke Verordening stellen namelijk andere sluitingstijden. In lid 3 wordt daarom een algehele vrijstelling geregeld voor (fastfood)restaurants, cafetaria's, snackbars, shoarmazaken en (eet)cafés. Op deze wijze is formeel geregeld dat voor deze horecagelgeenheden, die een combinatie bieden van een afhaal- en een eetgedeelte, altijd de sluitingstijden van de Algemene Plaatselijke Verordening van toepassing zijn. Deze uitzondering geldt niet voor gesloten ruimten waar drank- en etenswaren kunnen worden afgehaald, waarbij de hoofdactiviteit een winkel is. Hierbij valt te denken aan ondergeschikte horeca, zoals een bakker, een toko en traiteur. Ook voor een restaurant waar alleen kan worden afgehaald is de hoofdactiviteit een winkel en dienen deze "afhaalrestaurants" zich te houden aan de sluitingstijden voor winkels.

 

Artikel 3. Individuele ontheffingen

Lid 1

Lid 1 biedt individuele winkels de mogelijkheid om maximaal 2 keer per jaar in het kader van een bijzondere gelegenheid om na 22.00 uur open te zijn. Voorwaarde is dat er sprake moet zijn van een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard. Deze gelegenheid moet ook overeenkomen met de reguliere uitoefening van een winkel. Hierbij valt te denken aan een boekwinkel die een boek pas vanaf een bepaalde datum mag verkopen en daardoor het boek al wil verkopen vanaf 24.00 uur. Dit lid biedt nadrukkelijk geen ruimte voor feestelijkheden, zoals een opening waarbij geluidsoverlast kan worden verwacht.

 

Lid 2

In dit lid wordt de openstelling van de bijzondere gelegenheid beperkt tot 02.00 uur. Hierbij wordt aangesloten bij de reguliere openstelling van horecagelegenheden in Amstelveen.

 

Lid 3

De openstelling in lid 1 is niet bedoeld voor festiviteiten die tot overlast kunnen leiden bij omwonenden. Dit lid biedt burgemeester en wethouders mogelijkheden om eventuele overlast te beperken als naar aanleiding van de melding ontoelaatbare overlast voor omwonenden wordt verwacht.

 

Lid 4

Dit lid biedt de mogelijkheid om ontheffing te verlenen voor een reguliere avondwinkel, waarin

hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht.

 

Lid 5

Een ontheffing wordt persoonlijk genoemd, als die alleen of vooral is verleend vanwege de persoon van de vergunningaanvrager (diens persoonlijke kwaliteiten, zoals het bezit van een diploma of een bewijs van onbesproken levensgedrag). Doordat een ontheffing een uitzondering is voor een individueel geval en bij een aanvraag voor een ontheffing moet worden beoordeeld waarom van een verbod moet worden afgeweken is er voor gekozen om de ontheffing persoonsgebonden te maken. Deze is daarom niet overdraagbaar.

 

Lid 6

Dit lid regelt de weigeringsgronden voor een ontheffing.

 

Artikel 4. Beslistermijn

Het uitgangspunt van artikel 4:13 van de Awb is dat in het wettelijk voorschrift de termijn aangegeven wordt waarbinnen de beschikking gegeven dient te worden. Zo kan worden nagegaan wat voor iedere situatie een goede beslistermijn is. In deze verordening is de beslistermijn vastgesteld op acht weken (eerste lid). Dit is gelijk aan de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Awb, wordt gesteld. Tijdig beslissen is een rechtsplicht voor elk bestuursorgaan. Het merendeel van de aanvragen zal binnen acht weken kunnen worden afgehandeld. Meer ingewikkelde aanvragen, zeker die waarvoor meerdere adviezen moeten worden ingewonnen, vergen soms meer tijd. De verlenging van de beslistermijn biedt dan uitkomst. Ook deze termijn is in deze verordening op acht weken gesteld (tweede lid). Artikel 4:14 Awb verplicht tot kennisgeving aan de aanvrager van dit verlengingsbesluit. Indien de aanvrager meent dat de verlenging niet redelijk is, kan hij daartegen in bezwaar en beroep gaan. Artikel 4:14 schort de termijn niet op, het is alleen een 'beleefdheidsvoorschrift' om te laten weten dat de termijn niet gehaald wordt. Het is dus geen besluit.

 

Artikel 5. Intrekken of wijzigen ontheffing

De genoemde intrekkings- en wijzigingsgronden hebben een facultatief karakter ("kan"). Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of wijziging wordt overgegaan. Zo zal niet iedere niet-nakoming van de voorschriften leiden tot intrekking van de ontheffing. Met name het rechtzekerheids- en het vertrouwensbeginsel beperken nogal eens de bevoegdheid tot wijziging en intrekking.

 

Artikel 6. Toezicht

In dit artikel worden de toezichthouders aangewezen overeenkomstig aanbeveling 60 van de "100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever" (VNG, 2011). De basis voor deze bevoegdheid wordt gevonden in hoofdstuk 5 van de Awb. In dit hoofdstuk zijn algemene regels gegeven voor de bestuursrechtelijke handhaving van algemeen geldende rechtsregels en individueel geldende voorschriften. Afdeling 1 van dit hoofdstuk geeft regels voor het toezicht. Aangezien buitengewone opsporingsambtenaren hun aanwijzing aan het Wetboek van Strafvordering ontlenen is een nadere regeling in deze verordening niet (meer) nodig. De aanwijzing als toezichthouder in deze verordening is de grondslag voor het hebben van opsporingsbevoegdheid.

 

Artikel 7. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

In artikel 7 wordt geen datum en tijdstip vermeld waarop de oude verordening wordt ingetrokken. Dat is ook niet nodig. De datum waarop de nieuwe verordening in werking treedt, is de datum waarop de oude verordening vervalt.

Er zijn een aantal ontheffingen verleend op basis van de vorige verordening. Dit betreft de zogenaamde levensmiddelenwinkelregeling, waarbij voor 5 levensmiddelenwinkels een ontheffing kon worden verleend om op zondag geopend te zijn tot 22.00 uur. Met de nieuwe verordening mogen alle winkels open zijn tot 22.00 uur op zondag, waardoor de noodzaak voor deze ontheffingen vervalt. Deze ontheffingen vervallen daardoor ook als de nieuwe verordening in werking treedt.

 

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

In afwijking van artikel 142 van de Gemeentewet, treedt deze verordening in werking op de dag nadat deze bekend is gemaakt.