Beleidsregel briefadres gemeente Amstelveen

Geldend van 22-03-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel briefadres gemeente Amstelveen

Tekstplaatsing

Deze regeling is op 21 maart 2018 gepubliceerd in het Gemeenteblad 2018 59206.

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregel wordt verstaan onder :

  • a.

    briefadres: het adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (art. 1.1, onder p Wet BRP) en waar, indien daartoe grond bestaat, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen betrokkene bereiken (art. 2.45 lid 3 Wet BRP);

  • b.

    briefadresgever: de ingezetene in de Basisregistratie Personen of rechtspersoon bij wie het briefadres wordt gehouden (art. 1.1, onder r Wet BRP);

  • c.

    briefadreshouder: de ingezetene in de Basisregistratie Personen die een briefadres houdt;

  • d.

    gezinshuishouden:

    • 1.

      twee personen die volgens de Basisregistratie Personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • 2.

      twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

    • 3.

      een alleenstaande ouder met kind(eren).

Artikel 2 Redenen voor een briefadres

Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn:

  • 1.

    het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      uitoefening van een ambulant beroep;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland gedurende een jaar,ten hoogste twee derden van de tijd;

    • e.

      korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

    • f.

      het behoren tot een kwetsbare groep, bijv. verwarde personen of langdurig vermiste personen.

  • 2.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwen opvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • 3.

    verblijf in aangewezen instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de wet BRP;

  • 4.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is.

Artikel 3 Voorwaarden voor een briefadres

  • 1. De aangifte wordt door de briefadreshouder– met uitzondering van de situaties genoemd in artikel 2, lid 2, 3 en 4 - in persoon gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

  • 2. De aangever is verplicht om bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken te overleggen.

  • 3. Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs van de briefadreshouder;

    • b.

      de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van degene bij wie het briefadres wordt gehouden;

    • d.

      een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1;

    • e.

      bewijsstukken waaruit de reden(en) voor aangifte blijkt(blijken);

    • f.

      indien de aangifte wordt gedaan op grond van artikel 2 lid 4, een schriftelijke verklaring van de burgemeester waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 4. De briefadresgever mag niet meer dan aan twee gezinshuishoudens, aan twee alleenstaanden of aan een gezinshuishouden en een alleenstaande toestemming geven om een briefadres te houden.

Artikel 4 Volledige aangifte

  • 1. De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 en 3, zijn ingeleverd.

  • 2. Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3. Indien de aangifte niet binnen de, in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan op verzoek van de aangever, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4. Indien de aangifte niet binnen veertien dagen na aangifte, aangevuld wordt of uitstel gevraagd wordt, wordt aan de aangifte geen gevolg gegeven.

Artikel 5 Termijn briefadres

  • 1. Het briefadres is een tijdelijk adres voor de duur van zes maanden en kan met maximaal zes maanden worden verlengd.

  • 2. Bij kort verblijf (korter dan 8 maanden) in het buitenland mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal de periode dat de aangever buiten Nederland zal verblijven (artikel 2 lid 1 onder d).

  • 3. Er wordt geen termijn vastgesteld voor het houden van een briefadres voor instellingen als bedoeld in artikel 2.40 van de Wet BRP.

  • 4. Bij korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft wordt gekozen voor de duur van verblijf buiten Nederland.

Artikel 6 Verlenging briefadres

  • 1. Als de briefadreshouder voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het 1e, 2e en 3e lid van artikel 5 geen woonadres heeft gekozen, wordt door de briefadreshouder een aangifte ingediend om het briefadres te verlengen.

  • 2. Voor een verzoek om verlenging van het briefadres dient de briefadreshouder samen met de briefadresgever in persoon aan de balie van de afdeling burgerzaken te verschijnen. In het verzoek wordt de reden voor verlenging van het briefadres gemotiveerd en dienen bewijsstukken te worden overlegd, waaruit blijkt dat de briefadreshouder actief op zoek is naar een woon-en/of verblijfplaats.

  • 3. De aangifte voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met in achtneming van de artikelen 2 t/m 7 van deze Beleidsregel.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het is niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres indien:

  • a.

    de aangever een woonadres heeft;

  • b.

    de aangever langer dan acht maanden gedurende een jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishave in Nederland heeft;

  • c.

    de aangever beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;

  • d.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • e.

    het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden, aan twee gezinshuishoudens of aan een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend;

  • f.

    het briefadres geen bestaand adres betreft;

  • g.

    Het briefadres wordt verleend op grond van artikel 2 lid 4 en de verklaring van de burgemeester zoals bedoeld in artikel 3 lid 4 ontbreekt;

Artikel 8 Vervallen briefadres

  • 1. Het briefadres vervalt als blijkt dat de briefadreshouder of aangifte vertrek buitenland doet.

  • 2. Als de briefadresgever niet meer op het betreffende adres staat ingeschreven of schriftelijk aangeeft zijn verklaring van instemming in te trekken, zal het college daaropvolgend een onderzoek instellen naar de rechtmatigheid van het briefadres.

  • 3. Indien uit het onderzoek genoemd in het vorige lid blijkt dat de briefadreshouder geen rechtmatig gebruik meer kan maken van het betreffende briefadres, dan zal het college van burgemeester en wethouders hem hiervan middels besluit op de hoogte stellen.

Artikel 9 Controlemaatregelen

  • 1. Er wordt periodiek gecontroleerd op de rechtmatigheid van het hebben van een briefadres.

  • 2. Controle kan plaatsvinden bijvoorbeeld middels een aanschrijving van de briefadreshouder en/of briefadresgever en/of door op verzoek van het college van burgemeester en wethouders in persoon te verschijnen om inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres.

  • 3. Indien geen gevolg is gegeven aan artikel 6 lid 1 en lid 2, zal het college van burgemeester en wethouders zowel briefadreshouder als briefadresgever oproepen zich persoonlijk te melden teneinde inlichtingen te verschaffen die noodzakelijk zijn voor de bijhouding van de Basisregistratie Personen.

  • 4. Aan degene die niet voldoet aan de verplichting als bedoeld in het 3e lid, kan een bestuurlijke boete worden opgelegd van ten hoogste 325 euro.

Artikel 10 Bijzondere bepalingen

  • 1. Vindt de aangifte en/of verzoek om een verlenging van het briefadres plaats om veiligheidsredenen, dan is de Circulaire ‘Registratie briefadres om veiligheidsredenen (waaronder ingeval van verblijf in Blijf-van-mijn-lijf-huizen)’ d.d. 6 december 2014 van toepassing.

  • 2. Het is mogelijk om personen die bewoners zijn van een opvanghuis een briefadres te laten kiezen aan het kantooradres van het opvanghuis of van een andere rechtspersoon. Instemming van de briefadresgever is noodzakelijk.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze beleidsregel zou leiden tot een onbillijkheid, kan van het bepaalde in deze beleidsregel worden afgeweken.

Artikel 12 Inwerkingtreding en overgangsregeling

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het gemeenteblad, waarin zij wordt gepubliceerd.

  • 2. Voor briefadressen die zijn toegekend voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt een overgangsperiode van maximaal zes maanden gehanteerd.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregel briefadres BRP gemeente Amstelveen 2017.