Regeling vervallen per 25-09-2020

Nadere regels subsidiëring Peuterarrangementen en Voorschoolse educatie Amstelveen 2019

Geldend van 25-10-2019 t/m 24-09-2020

Intitulé

Nadere regels subsidiëring Peuterarrangementen en Voorschoolse educatie Amstelveen 2019

Zaaknummer Z19-051750

Burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

overwegende dat het gewenst is dat alle kinderen in de gemeente Amstelveen deel kunnen nemen aan voorschoolse opvang en dat kinderen voorschoolse educatie krijgen als dat nodig is;

overwegende dat het gewenst is om de kwaliteit van de Peuterarrangementen en Voorschoolse educatie in de gemeente Amstelveen te waarborgen;

gelet op de Notitie ‘Voorschoolse voorzieningen in Amstelveen’ (vastgesteld door de Gemeenteraad op 19 juli 2017), die het inhoudelijk kader vormt voor het beleid ter zake, en het ‘Uitvoeringskader voorschoolse educatie Amstelveen, september 2017’ (vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders op 19 september 2017);

gelet op het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening gemeente Amstelveen 2016;

besluiten vast te stellen de:

Nadere regels subsidiëring Peuterarrangementen en Voorschoolse educatie Amstelveen 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanbieder: een in het Landelijk Register Kinderopvang geregistreerde houder van een kinderopvangorganisatie die in Amstelveen peuteropvang verzorgt.

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen.

  • c.

    kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang, in de zin van de Wet Kinderopvang en is ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang.

  • d.

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van de opvang van kinderen, zoals bedoeld in de wet kinderopvang.

  • e.

    kinderopvangtoeslag (KOT): een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene Wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang.

  • f.

    kinderopvangtoeslagtabel: een tabel waarin terug te vinden is welk percentage van de kosten ouders terugkrijgen van het Rijk voor de kinderopvang via de belastingdienst. Dit is inkomensafhankelijk.

  • g.

    kindplaats: plaats in een kindercentrum met een aanbod voorschoolse educatie of Peuterarrangementen.

  • h.

    Landelijk Register Kinderopvang (LRK): het landelijk register waarin alle gastouderbureaus, gastouders, kinderdagverblijven, organisaties voor buitenschoolse opvang zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen.

  • i.

    ouder: de juridische ouder of wettelijk verzorger van een peuter.

  • j.

    ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang.

  • k.

    ouderverklaring: een door de ouder(s) ondertekende verklaring, voorzien van bewijsstukken waaruit blijkt dat geen aanspraak kan worden gemaakt op kinderopvangtoeslag.

  • l.

    peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar die is ingeschreven in de gemeente.

  • m.

    peuterarrangement (PA): educatief aanbod voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar van wie ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en voor wie geen sprake is van een VE-indicatie.

  • n.

    peutergroep: een groep exclusief voor 2,5- en 3-jarige kinderen, gesitueerd in een separate ruimte, waar de kinderen een (al dan niet geïndiceerd) peuterprogramma volgen.

  • o.

    peuteropvang: het aanbod in een kindercentrum, gericht op kinderen van 2,5 en 3 jaar, waarin met een peuterprogramma de ontwikkeling gestimuleerd wordt.

  • p.

    peuterprogramma: een educatie-programma, waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen van 2,5 en 3 jaar op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling.

  • q.

    subsidieverordening: de geldende Algemene subsidieverordening Amstelveen.

  • r.

    voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE): educatie verdeelt in een voorschoolse periode (2,5- en 3-jarigen) doorlopend in de eerste jaren van het basisonderwijs (4- en 5-jarigen), de vroegschoolse periode.

  • s.

    voorschoolse educatie (VE): educatief aanbod voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar, waarbij gebruik wordt gemaakt van een VVE-programma voor kinderen met een VE-indicatie.

  • t.

    VE-indicatie: een indicatie afgegeven door de GGD- Jeugdgezondheidszorg Amstelland die recht geeft op voorschoolse educatie.

  • u.

    VVE-programma: Een VVE-programma dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.

  • v.

    VVE-werkgroep: overleggroep van alle bij de indicering en uitvoering van VVE betrokken partijen in de gemeente.

  • w.

    wet OKE: de wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie. Dit betreft een combinatie van wetswijzigingen van (met name) de Wet Kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht en de Wet op het Primair Onderwijs.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden aangevraagd door een kindercentrum dat peuteropvang in de gemeente aanbiedt, dat staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) en dat voldoet aan de vereisten en kwaliteitseisen uit de Wet Kinderopvang, de hier uit voortvloeiende regelgeving en de nadere regels. Het kindercentrum dient tevens aantoonbaar pedagogische relaties te (gaan) onderhouden met minimaal een van de in de gemeente opererende basisscholen.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Peuterarrangement:

  • a.

    Aanbieden van een Peuterarrangement (PA) voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar van wie ouders geen beroep kunnen doen op kinderopvangtoeslag en bij wie geen sprake is van een VE-indicatie.

  • b.

    Een Peuterarrangement is minimaal 280 uur en maximaal 400 uur per jaar, verdeeld over:

  • Twee dagdelen per week

  • Minimaal 3,5 uur en maximaal 5 uur per dag

  • Maximaal 43 weken per jaar

  • c.

    Indien er wel recht is op kinderopvangtoeslag, maar geen recht op het totaal aantal uur PA aanbod per week, dan kan er volledig gebruik worden gemaakt van een gesubsidieerde peuterplaats.

  • 2.

    Voorschoolse educatie:

  • a.

    Aanbieden van Voorschoolse educatie (VE) aan VE geïndiceerde kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar.

  • b.

    Voorschoolse educatie is minimaal 640 uur en maximaal 660 uur per jaar, verdeeld over:

  • Drie of vier dagdelen per week

  • Minimaal 4 uur en maximaal 5,5 uur per dag

  • Maximaal 43 weken per jaar

  • c.

    Indien er wel recht is op kinderopvangtoeslag, maar geen recht op het totaal aantal uur VE aanbod per week, dan kan er volledig gebruik worden gemaakt van een gesubsidieerde peuterplaats.

  • 3.

    Een peuter kan aan één subsidiabele activiteit tegelijkertijd binnen de gemeente deelnemen.

  • 4.

    Bij de uitvoering van het Peuterarrangement en Voorschoolse educatie binnen eenzelfde peutergroep dient het aanbod in uren per dag gelijk te zijn met een marge van 30 minuten.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De gemeente subsidieert het uitvoeren van peuterprogramma’s t.b.v. Peuterarrangementen en VE-aanbod op basis van kindgebonden subsidie (bijlage 2).

  • 2.

    Het definitieve subsidiebedrag voor Peuterarrangement (PA) wordt berekend per kindplaats per jaar en is gebaseerd op

  • de landelijk vastgestelde maximum uurprijs dagopvang voor de kinderopvangtoeslag zoals vastgesteld door het Rijk.

  • een door het college vastgestelde toeslag van € 200,- naar rato van de geplaatste periode wegens de administratieve lasten.

  • het aantal kindplaatsen per jaar dat daadwerkelijk is bezet door peuters.

  • het uurtarief dat in het betreffende kalenderjaar door de gemeente gehanteerd wordt, onder aftrek van de ontvangen ouderbijdrage (zie bijlage 2).

Zie bijlage 3 van deze regeling voor een overzicht van de wijze waarop de subsidie wordt berekend.

  • 3.

    Het definitieve subsidiebedrag voor Voorschoolse Educatie (VE) wordt berekend per kindplaats per jaar en is gebaseerd op

  • de landelijk vastgestelde maximum uurprijs dagopvang voor de kinderopvangtoeslag zoals vastgesteld door het Rijk.

  • een jaarlijks door het college vastgestelde opslag van € 1,00 per uur wegens de kwaliteitseisen voorschoolse educatie.

  • het aantal kindplaatsen per jaar dat daadwerkelijk is bezet door peuters.

  • het uurtarief dat in het betreffende kalenderjaar door de gemeente gehanteerd wordt, onder aftrek van de ontvangen ouderbijdrage (zie bijlage 2).

  • het gegeven of ouders al dan niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

Zie bijlage 3 van deze regeling voor een overzicht van de wijze waarop de subsidie wordt berekend.

  • 4.

    De gemeente hanteert voor het uitvoeren van Peuterarrangementen en Voorschoolse educatie een all-in subsidieprijs. Hiervoor voorziet de aanbieder van peuteropvang onder andere in de betaling van loonkosten van al het uitvoerend en coördinerend personeel, inclusief directie, bij- en nascholing, vervangings- en verletkosten bij ziekte, verkrijgen ouderverklaring, afhandeling ouderbijdrage, uitvoeren van afspraken rond controleren van recht op subsidie individuele peuter, zelfevaluatie, huisvesting en overhead. Voor VE-geïndiceerde peuterprogramma’s komen hier nog bij: intake, warme overdracht, observaties, (cito-)toetsen, oudergesprekken, differentiatie, begeleiding, voorbereidings- en tutor-/mentortijd, organisatie van ouderactiviteiten ten behoeve van ouderparticipatie, lokaal VVE- en koppeloverleg en delen gegevens in het kader van resultaatafspraken VVE.

  • 5.

    Indien bij bepaling van de overheid nieuwe taken aan het peuterprogramma worden toegevoegd kan dit leiden tot bijstelling van het tarief.

Artikel 5 Subsidie als overgangsmaatregel voor PA en VE peuters met een lopend contract

  • 1.

    Alle nieuwe PA en VE peuters moeten aanbod krijgen zoals omschreven in artikel 3.

  • 2.

    Waar mogelijk krijgen reeds geplaatste PA-peuters een wijziging van de uren zoals omschreven in artikel 3 lid 1. In dat geval wordt tussen aanbieder en ouder(s) een nieuw contract overeengekomen.

  • 3.

    Waar mogelijk krijgen reeds geplaatste VE-peuters een uitbreiding van de uren zoals omschreven in artikel 3 lid 2. In dat geval wordt tussen aanbieder en ouder(s) een nieuw contract overeengekomen.

  • 4.

    Subsidieplaatsen van reeds geplaatste peuters waarmee een nieuw contract tussen ouder(s) en aanbieder wordt overeengekomen, vallen onder de ‘Nadere regels subsidiëring Peuterarrangementen en Voorschoolse educatie Amstelveen 2019’.

  • 5.

    Subsidieplaatsen van reeds geplaatste peuters waarmee geen nieuw contract wordt overeengekomen tussen ouder(s) en aanbieder, vallen onder de regels zoals omschreven in bijlage 1. De subsidie wordt daarbij verstrekt voor het aantal uren dat tussen ouder en aanbieder contractueel is overeengekomen. Voor deze subsidieplekken vervallen de artikelen 3, 4 en 6 uit deze nadere regels.

Artikel 6 Ouderbijdrage

  • 1.

    Voor PA peuters wordt door ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag een inkomensafhankelijke bijdrage betaald over alle uren PA (280 tot 400 uur per jaar). Zie bijlage 2.

  • 2.

    Voor VE peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag wordt een inkomensafhankelijke bijdrage betaald over 520 uur van het totaal aantal uur aanbod VE.

  • 3.

    Voor reeds geplaatste VE peuters met een nieuw contract (artikel 5 lid 4), waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, wordt een inkomensafhankelijke bijdrage betaald over 520 uur van het totaal aantal uur aanbod VE. Voor deze ouders is de Tabel ouderbijdrage 2020 (zie bijlage 2) van toepassing tot een maximum van schaal 3, gezinsinkomen tussen € 30.582 tot € 42.082.

  • 4.

    Voor reeds geplaatste VE peuters waarmee geen nieuw contract is overeengekomen (artikel 5 lid 5) en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, wordt een inkomensafhankelijke bijdrage betaald volgens de Tabel ouderbijdrage 2019 (zie bijlage 1)

Artikel 7 Voorwaarden voor het ontvangen van subsidie

  • 1.

    De aanbieder komt uitsluitend in aanmerking voor subsidiëring van Voorschoolse educatie (als omschreven in artikel 3 lid 2) wanneer deze in de peutergroep tevens Peuterarrangementen (als omschreven in artikel 3 lid 1) aanbiedt.

  • 2.

    De aanbieder neemt deel aan de werkgroep VVE en conformeert zich aan de afspraken die in de werkgroep worden gemaakt.

  • 3.

    De aanbieder van Voorschoolse educatie voldoet, bovenop de eisen Wet Kinderopvang, aan de door de gemeente Amstelveen vastgestelde kwaliteitskader ‘Uitvoeringskader voorschoolse educatie Amstelveen 2017’.

  • 4.

    De aanbieder van Peuterarrangementen voldoet, bovenop de eisen Wet Kinderopvang, aan de door de gemeente Amstelveen vastgestelde kwaliteitskader ‘Uitvoeringskader voorschoolse educatie Amstelveen 2017’ domeinen 4, 5, 7 en 8.

  • 5.

    Bij de uitvoering van het Peuterarrangement en het VE-geïndiceerde aanbod binnen eenzelfde peutergroep wordt inhoudelijk hetzelfde peuterprogramma ingezet, zodat gemengd aanbod (VE- en niet-VE peuters in één peutergroep) mogelijk is.

  • 6.

    De aanbieder is verplicht om bij aanmelding van een voor VE geïndiceerde peuter aan dit kind voorschoolse educatie te bieden wanneer er gesubsidieerde kindplaatsen VE beschikbaar zijn. Is dit niet het geval dan neemt de aanbieder hierover contact op met de uitvoeringscoördinator VVE van de gemeente.

  • 7.

    De aanbieder geeft in voorkomende gevallen voorrang aan het plaatsen van een peuter met VE-indicatie boven het plaatsen van een niet-VE-peuter.

  • 8.

    Aanbieders nemen -waar nodig in onderling overleg en/of met facilitering vanuit de gemeente- aantoonbaar maatregelen om dubbele subsidiering per peuter uit te sluiten.

  • 9.

    De aanbieder verplicht zich tot het aanleveren van kwartaalrapportages aan de gemeente volgens de door de gemeente voorgeschreven format.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    Naast de stukken vermeld in de Subsidieverordening, bevat de aanvraag minimaal de naam en het adres van de aanbieder, de locatie waar de opvang plaatsvindt, de wijze waarop de opvang is vermeld in het LRK met het bijbehorende registratienummer en bewijsstukken waaruit blijkt dat wordt voldaan aan artikel 2, 3 en 4 van deze regeling.

  • 2.

    Ter completering van de subsidieaanvraag wordt in overleg met de gemeente een uitvoeringsplan opgesteld. Dit uitvoeringsplan sluit aan op de uitgangspunten in de Notitie ‘Voorschoolse voorzieningen in Amstelveen’ (vastgesteld door de Gemeenteraad op 19 juli 2017). Het uitvoeringsplan omvat:

  • de te verwachten aantallen peuterarrangementen, inclusief op recente realisatiecijfers gebaseerde of aan de inschrijvingen gerelateerde onderbouwing;

  • de te verwachten aantallen peuters met VVE-indicatie, en daarvan het aantal ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag, inclusief op recente realisatiecijfers en/of aanvragen gerelateerde onderbouwing;

  • de afspraken rond de te hanteren ouderbijdrage en het toetsen van het recht op subsidie per peuter.

  • 3.

    Het pedagogisch beleidsplan.

  • 4.

    In aanvulling op lid 1, 2 en 3 van onderhavig artikel kan het college overige gegevens opvragen die zij nodig acht om een beslissing te nemen op de aanvraag.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

De uiterste datum voor indienen van een subsidieaanvraag voor het jaar 2020 is 15 november 2019.

Artikel 10 Beslistermijn

Het college beslist op een tijdig en volledig ingediende met een uitvoeringsplan gecompleteerde subsidieaanvraag, uiterlijk 13 weken na indiening van de subsidieaanvraag.

Artikel 11 Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste het in de gemeentebegroting opgenomen subsidieplafond.

  • 2.

    Als er meer dan één aanvrager recht heeft op subsidie en het subsidieplafond wordt overschreden, dan wordt de subsidie verdeeld over de aanvragers. Dit gebeurt naar rato van de subsidiebedragen die per aanvrager aan de orde zijn en rekening houdend met het aantal gerealiseerde kindplaatsen in voorgaande jaren.

Artikel 12 Verantwoording en vaststelling subsidie

In afwijking van het gestelde in de Subsidieverordening, geldt het volgende met betrekking tot de verantwoording en vaststelling van de subsidie:

  • 1.

    De aanvrager dient uiterlijk op 1 juni van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in. Deze aanvraag gaat vergezeld van een inhoudelijke en financiële eindrapportage.

  • 2.

    De eindrapportage bevat:

Algemeen:

  • een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten conform de gestelde voorwaarden zijn verricht;

  • een financieel verslag volgens de door de gemeente voorgeschreven format. Hierin is opgenomen het gehanteerde uurtarief, de aantallen gerealiseerde kindplaatsen Peuterarrangement en Voorschoolse educatie en de inkomsten uit ouderbijdragen. Uit het overzicht dient tevens te blijken of de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag en of de peuter een VE- indicatie heeft.

Per locatie:

  • het aantal peuters dat gebruik heeft gemaakt van gesubsidieerde kindplaatsen, onderverdeeld naar soort subsidieplaats PA en VE.

  • 3.

    De subsidie kan lager worden vastgesteld indien de eindrapportage hiertoe aanleiding geeft.

  • 4.

    De gemeente is bevoegd steekproefsgewijs de juistheid van de aangeleverde gegevens als bedoeld in artikel 10 lid 2 te controleren in de administratie van de aanvrager. De aanvrager verleent hieraan volledige medewerking.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na die waarop deze bekend is gemaakt en geldt voor alle subsidieaanvragen Peuterarrangementen en Voorschoolse educatie vanaf 1 januari 2020 en verder.

  • 2.

    Op de dag waarop deze regeling in werking treedt worden de Nadere regels subsidiëring Peuterarrangementen en Voorschoolse educatie Amstelveen 2018 ingetrokken. Met uitzondering van subsidieplaatsen van reeds geplaatste peuters waarvan de ouder(s) en aanbieder geen nieuw contract zijn overeengekomen.

  • 3.

    Voor zover de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken van de bepalingen in de vigerende Algemene Subsidieverordening, geldt deze regeling.

  • 4.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college. Het college kan van de bepalingen in deze regeling afwijken, als toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 5.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels subsidiëring Peuterarrangementen en Voorschoolse educatie Amstelveen 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 17 september 2019.

De secretaris,

Bert Winthorst

De burgemeester,

Tjapko Poppens

Bijlage 1 Aanvullende subsidieregeling voor reeds geplaatste peuters wiens ouders geen nieuw contract overeenkomen

Artikel 1 Activiteiten

De subsidiabele activiteiten zijn:

  • 1.

    Het gedurende een kalenderjaar (waarbij 40 of 48 weken per jaar het uitgangspunt is) aanbieden van een peuterprogramma (gedurende 7 tot 10 uur per week, verdeeld over twee dagen per week) aan peuters die in aanmerking komen voor een Peuterarrangement.

  • 2.

    Het gedurende een kalenderjaar (waarbij 40 weken of 48 weken per jaar het uitgangspunt is) aanbieden van een peuterprogramma (gedurende 10 uur per week, verdeeld over twee dagen per week) aan voor VE geïndiceerde peuters.

  • 3.

    Een peuter kan slechts 1 gesubsidieerd peuterprogramma tegelijkertijd binnen de gemeente bezetten.

Artikel 2 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De gemeente subsidieert het uitvoeren van peuterprogramma’s t.b.v. Peuterarrangmenten en VVE-aanbod op basis van kindplaats gebonden subsidie (zie ‘Subsidiebedragen peuterarrangementen en voorschoolse educatie 2019’).

  • 2.

    Het definitieve subsidiebedrag wordt berekend per kindplaats per jaar en is gebaseerd op

  • de landelijk vastgestelde maximale uurprijs dagopvang zoals vastgesteld door het Rijk. Daarbij een jaarlijks door het college vastgestelde opslag per uur wegens de kwaliteitseisen voorschoolse educatie. Deze wordt jaarlijks voor 1 oktober vastgesteld door het college;

  • Het aantal kindplaatsen waarvan jaarlijks, gedurende 40 of 48 weken, daadwerkelijk is afgenomen door ouders.

  • Het uurtarief dat in het betreffende kalenderjaar door de gemeente gehanteerd wordt, onder aftrek van de ontvangen ouderbijdrage (zie ‘Tabel ouderbijdrage 2019’).

  • het gegeven of ouders al dan niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag,

  • 3.

    De gemeente hanteert voor het uitvoeren van voorschoolse educatie en Peuterarrangementen een all-in subsidieprijs. Deze prijs wordt, voor 1 oktober, jaarlijks vastgesteld door het college Hiervoor voorziet de aanbieder van peuteropvang onder andere in de betaling van loonkosten van al het uitvoerend en coördinerend personeel, inclusief directie, bij- en nascholing, vervangings- en verletkosten bij ziekte, verkrijgen ouderverklaring, afhandeling ouderbijdrage, uitvoeren van afspraken rond controleren van recht op subsidie individuele peuter, zelfevaluatie, huisvesting en overhead. Voor VE-geïndiceerde peuterprogramma’s komen hier nog bij: intake, warme overdracht, observaties, (cito-)toetsen, oudergesprekken, differentiatie, begeleiding, voorbereidings- en tutor-/mentortijd, organisatie van ouderactiviteiten ten behoeve van ouderparticipatie, lokaal VVE- en koppeloverleg en delen gegevens in het kader van resultaatafspraken VVE.

  • 4.

    Indien bij bepaling van de overheid nieuwe taken aan het peuterprogramma worden toegevoegd kan dit leiden tot bijstelling van het tarief.

Tabel ouderbijdrage 2019

  • 1.

    Peuterarrangementen

De ouderbijdragen voor de peuterarrangementen (ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag) dient conform onderstaande tabel te worden berekend over een aanbod van 7 uur per week en 40 of 48 weken per jaar:

Gezinsinkomen 2019

bij uurtarief

bij uurtarief

≤ € 8,02

> € 8,02

€ 0

€ 24.699

4,0%

= € 0,32 + (deel uurprijs boven € 8,02)

€ 24.700

€ 29.879

5,0 %

= € 0,40 + (deel uurprijs boven € 8,02)

€ 29.880

€ 41.116

10,7%

= € 0,86 + (deel uurprijs boven € 8,02)

€ 41.117

€ 55.924

16,7%

= € 1,34 + (deel uurprijs boven € 8,02)

€ 55.925

€ 80.387

28,9 %

= € 2,32 + (deel uurprijs boven € 8,02)

€ 80.388

€ 111.393

49,2 %

= € 3,94 + (deel uurprijs boven € 8,02)

€ 111.394

en hoger

66,7%

= € 5,31 + (deel uurprijs boven € 8,02)

Naast bovenstaande ouderbijdrage, betalen ouders de resterende uren (maximaal drie uur per week) volledig zelf tegen het tarief zoals vastgesteld door de kinderopvangorganisatie.

  • 2.

    Voorschoolse educatie

Voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag wordt voor peuters met een VE-indicatie de volgende ouderbijdrage in rekening gebracht:

Gezinsinkomen 2019

per uur

per jaar

40 weken

per jaar

48 weken

40 weken

per maand

(10x)

48 weken

per maand

(12x)

€ 0

€ 24.699

€ 0,32

€ 128

€ 154

€ 13

€ 13

€ 24.700

€ 29.879

€ 0,40

€ 160

€ 192

€ 16

€ 16

€ 29.880*

en hoger

€ 0,86

€ 342

€ 410

€ 34

€ 34

Bovenstaande ouderbijdrage wordt betaald voor het aanbod van 10 uur per week (2 dagdelen) gedurende 40 of 48 weken per jaar.

Subsidiebedragen peuterarrangementen en voorschoolse educatie 2019

  • Peuterarrangementen:

Voor niet-VVE peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag is voor het volgende aanbod en voorwaarden subsidie beschikbaar:

  • aanbod minimaal 7 tot maximaal 10 uur per week, verdeeld over twee dagen per week;

  • aanbod 40 of 48 weken per jaar;

  • subsidie maximaal € 8,02 per uur;

  • aanvullende subsidie van € 0,50 per uur over 7 uur per week.

  • Dit komt bij een aanbod van 48 weken overeen met € 168,00 per jaar per peuter.

  • Dit komt bij een aanbod van 40 weken overeen met € 140,00 per jaar per peuter.

  • De organisatie kan deze aanvullende subsidie inzetten ten behoeve van het uurtarief dat aan ouders wordt berekend.

Het subsidiebedrag per kindplaats wordt als volgt berekend:

Bij een aanbod van 48 weken per jaar:

  • 7 x 48 x € 8,02 (of lager als uurtarief kinderopvangorganisatie lager is) minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage (conform eerste tabel ouderbijdrage 2019);

  • plus € 168,00 per jaar (naar rato van de bezette kindplaats).

Bij een aanbod van 40 weken per jaar:

  • 7 x 40 x € 8,02 (of lager als uurtarief kinderopvangorganisatie lager is) minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage (conform eerste tabel ouderbijdrage 2019);

  • plus € 140,00 per jaar (naar rato van de bezette kindplaats).

Voorschoolse educatie: oudersZONDERrecht op kinderopvangtoeslag

Voor VVE peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag is voor het volgende aanbod en voorwaarden subsidie beschikbaar:

  • aanbod 10 uur per week, verdeeld over 2 dagdelen per week;

  • aanbod 40 of 48 weken per jaar;

  • subsidie maximaal € 8,02 per uur;

  • aanvullende subsidie van € 1,00 per uur over 10 uur per week;

  • Dit komt bij een aanbod van 48 weken overeen met € 480,00 per jaar per peuter.

  • Dit komt bij een aanbod van 40 weken overeen met € 400,00 per jaar per peuter.

  • ouderbijdrage conform tweede tabel ouderbijdrage 2019).

Het subsidiebedrag per kindplaats wordt als volgt berekend:

Bij een aanbod van 48 weken per jaar:

  • 10 x 48 x € 8,02 (of lager als uurtarief kinderopvangorganisatie lager is) minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage (conform tweede tabel ouderbijdrage 2019);

  • plus € 480,00 per jaar per peuter (naar rato van de bezette kindplaats).

Bij een aanbod van 40 weken per jaar:

  • 10 x 40 x € 8,02 (of lager als uurtarief kinderopvangorganisatie lager is) minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage (conform tweede tabel ouderbijdrage 2019);

  • plus € 400,00 per jaar per peuter (naar rato van de bezette kindplaats).

Voorschoolse educatie:ouders METrecht op kinderopvangtoeslag

Voor VVE peuters van ouders met recht op kinderopvangtoeslag is voor het volgende aanbod en voorwaarden subsidie beschikbaar:

  • aanbod 10 uur per week;

  • aanbod 40 of 48 weken per jaar;

  • ouders vragen over 10 uur kinderopvangtoeslag aan;

  • aanvullende subsidie van € 1,00 per uur over 10 uur per week.

  • Dit komt bij een aanbod van 48 weken overeen met € 480,00 per jaar per peuter.

  • Dit komt bij een aanbod van 40 weken overeen met € 400,00 per jaar per peuter.

Het subsidiebedrag is:

  • bij een aanbod van 48 weken: € 480,00 per jaar per kindplaats (naar rato van de bezette kindplaats);

  • bij een aanbod van 40 weken: € 400,00 per jaar per kindplaats (naar rato van de bezette kindplaats).

Bijlage 2 Tabel ouderbijdrage 2020

  • 1.

    Peuterarrangementen

De ouderbijdragen voor de peuterarrangementen (ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag) dient conform onderstaande tabel te worden berekend over een aanbod van 280 uur tot 400 uur per jaar.

Gezinsinkomen 2020

bij uurtarief

bij uurtarief

≤ € 8,17

> € 8,17

€ 0

€ 19.890

4,0%

= € 0,33 + (deel uurprijs boven € 8,17)

€ 19.891

€ 30.581

5,0 %

= € 0,41 + (deel uurprijs boven € 8,17)

€ 30.582

€ 42.082

10,7%

= € 0,87 + (deel uurprijs boven € 8,17)

€ 42.083

€ 57.238

16,7%

= € 1,36 + (deel uurprijs boven € 8,17)

€ 57.239

€ 82.276

28,9 %

= € 2,36 + (deel uurprijs boven € 8,17)

€ 82.277

€ 114.011

49,2 %

= € 4,02 + (deel uurprijs boven € 8,17)

€ 114.012

en hoger

66,2%

= € 5,41 + (deel uurprijs boven € 8,17)

*Deze ouderbijdrage tabel geldt voor nieuw geplaatste peuters en voor reeds geplaatste peuters wiens ouders een nieuw contract overeenkomen met de aanbieder.

  • 2.

    Voorschoolse educatie

Voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag wordt voor peuters met een VE-indicatie, op een kindplaats voorschoolse educatie, de volgende ouderbijdrage in rekening gebracht:

Gezinsinkomen 2020

per uur

per jaar

per maand

(10 maanden)

per maand

(11 maanden)

per maand

(12 maanden)

€ 0

€ 19.890

€ 0,33

€ 170

€ 17

€ 15

€ 14

€ 19.891

€ 30.581

€ 0,41

€ 211

€ 21

€ 19

€ 18

€ 30.582

€ 42.082

€ 0,87

€ 453

€ 45

€ 41

€ 38

€ 42.083

€ 57.238

€ 1,36

€ 708

€ 71

€ 64

€ 59

€ 57.239

€ 82.276

€ 2,36

€ 1.229

€ 123

€ 112

€ 102

€ 82.277

€ 114.011

€ 4,02

€ 2.089

€ 209

€ 190

€ 174

€ 114.012

en hoger

€ 5,41

€ 2.811

€ 281

€ 256

€ 234

*Deze ouderbijdrage tabel geldt voor nieuw geplaatste peuters.

**Voor reeds geplaatste peuters wiens ouders een nieuw contract overeenkomen met de aanbieder geldt deze ouderbijdrage tabel tot een maximum van schaal 3 (gezinsinkomen tussen € 30.582 tot € 42.082).

Bijlage 3 Subsidiebedragen peuterarrangementen en voorschoolse educatie 2020

Peuterarrangementen

Voor niet-VVE peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag is voor het volgende aanbod en voorwaarden subsidie beschikbaar:

  • aanbod minimaal 7 tot maximaal 10 uur per week, verdeeld over twee dagen per week;

  • aanbod van maximaal 43 weken per jaar;

  • subsidie maximaal € 8,17 per uur;

  • aanvullende toeslag van € 200,- per kind per jaar naar rato van de geplaatste periode.

  • ouderbijdrage conform eerste tabel uit bijlage 2.

Het subsidiebedrag per kindplaats voor een volledig jaar wordt als volgt berekend:

  • Aantal uur per week x aantal weken per jaar x € 8,17 (of lager als uurtarief kinderopvangorganisatie lager is) minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage (conform eerste tabel in bijlage 2);

  • Plus € 200,00.

Voorschoolse educatie: ouders ZONDER recht op kinderopvangtoeslag

Voor VE peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag is voor het volgende aanbod en voorwaarden subsidie beschikbaar:

  • aanbod 15 tot 16,5 uur per week, verdeeld over 3 of 4 dagdelen per week;

  • aanbod van maximaal 43 weken per jaar;

  • subsidie maximaal € 8,17 per uur;

  • aanvullende subsidie van € 1,00 per uur, per kind;

  • ouderbijdrage conform tweede tabel uit bijlage 2.

Het subsidiebedrag per kindplaats wordt als volgt berekend:

  • Aantal uur per week x aantal weken per jaar x € 8,17 (of lager als uurtarief kinderopvangorganisatie lager is) minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage (conform tweede tabel in bijlage 2);

  • Plus € 1,00 per uur.

Voorschoolse educatie: ouders MET recht op kinderopvangtoeslag

Ouders met recht op kinderopvangtoeslag vragen over het totale aantal uur kinderopvangtoeslag aan. Deze kindplaatsen ontvangen wel een toeslag van € 1,00 per uur wegens de kwaliteitseisen voorschoolse educatie.