Verordening van de raad van Amsterdam houdende bepalingen over financiële en andere voorzieningen voor de leden van het college (Verordening voorzieningen leden college Amsterdam)

Geldend van 25-08-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening van de raad van Amsterdam houdende bepalingen over financiële en andere voorzieningen voor de leden van het college (Verordening voorzieningen leden college Amsterdam)

Hoofdstuk 1 Voorzieningen wethouders

Artikel 1. Vergoeding woon-werkverkeer en binnenlandse dienstreizen

  • 1. De wethouder kan voor het woon-werkverkeer, de reizen ten behoeve van de gemeente of de reizen ten behoeve van de nevenfuncties die hij uit hoofde van zijn ambt vervult gebruik maken van een dienstauto met chauffeur. Onder dienstauto wordt mede een door de gemeente ingehuurde auto met chauffeur verstaan.

  • 2. De wethouder kan aanspraak maken op een vergoeding voor de reiskosten indien geen gebruik is gemaakt van een dienstauto. De vergoeding bedraagt:

    • a.

      bij gebruik van het openbaar vervoer of een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto voor het woon-werkverkeer: de vergoeding als bedoeld in artikel 3, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c.

      bij gebruik van een eigen personenauto voor de reizen ten behoeve van de gemeente of de reizen ten behoeve van de nevenfuncties die een wethouder uit hoofde van zijn ambt vervult: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • 3. De wethouder kan voor de reizen ten behoeve van de gemeente of de reizen ten behoeve van nevenfuncties die hij uit hoofde van zijn ambt vervult ook aanspraak maken op een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte verblijfkosten.

  • 4. Indien de wethouder voor reizen ten behoeve van in het eerste lid bedoelde nevenfuncties een reiskostenvergoeding ontvangt terwijl gebruik is gemaakt van de dienstauto of een vergoeding op grond van het tweede lid is betaald, wordt de reiskostenvergoeding in de gemeentekas gestort.

  • 5. Het college kan voor het gebruik van de dienstauto en de vergoeding van de reis- en verblijfskosten voor reizen binnen Nederland nadere regels stellen.

Artikel 2. Buitenlandse dienstreizen

  • 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, kan de wethouder aanspraak maken op vergoeding van de in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland is vooraf toestemming van het college vereist. Dit met uitzondering van een reis naar Brussel, Straatsburg of een ééndaagse reis naar een andere bestemming binnen Europa.

  • 3. Het college kan voor reizen in het gemeentelijk belang buiten Nederland en de vergoeding van de in verband met die reis gemaakte kosten nadere regels stellen.

Artikel 3. Computer, tablet en mobiele telefoon

  • 1. Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een computer en tablet, bijbehorende apparatuur en software en een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. De wethouder ondertekent voor de bruikleen van de computer en tablet, bijbehorende apparatuur, software en de mobiele telefoon een bruikleenovereenkomst met de gemeente. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 3. In verband met het ter beschikking stellen van de mobiele telefoon wordt op de in artikel 1 genoemde maandelijkse onkostenvergoeding het bedrag in mindering gebracht dat een wethouder voor de component telefoonkosten ontvangt.

Artikel 4. Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

  • Indien de wethouder bij de benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt, kan de wethouder aanspraak maken op een vergoeding van:

  • a. de reis- en pensionkosten overeenkomstig artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders ;

  • b. de verhuiskosten overeenkomstig artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen burgemeester

Artikel 5. Schakelbepaling

De artikelen 2 en 3, eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6. Vergoeding woon-werkverkeer en binnenlandse dienstreizen

  • 1. Aan de burgemeester wordt een dienstauto met chauffeur ter beschikking gesteld. Onder dienstauto wordt mede een door de gemeente ingehuurde auto met chauffeur verstaan.

  • 2. De burgemeester kan aanspraak maken op een vergoeding voor de reiskosten indien geen gebruik is gemaakt van een dienstauto. De vergoeding bedraagt:

    • a.

      bij gebruik van het openbaar vervoer of een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto voor het woon-werkverkeer: de vergoeding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder b, van de Regeling rechtspositie burgemeester;

    • c.

      bij gebruik van een eigen personenauto voor de reizen ten behoeve van de gemeente of de reizen ten behoeve van de nevenfuncties die een burgemeester uit hoofde van zijn ambt vervult: de vergoeding als bedoeld in artikel 6, derde lid van de Regeling rechtspositie burgemeester voor zover het reizen binnen de gemeente betreft;

    • d.

      bij gebruik van een eigen personenauto voor de reizen ten behoeve van de gemeente of de reizen ten behoeve van de nevenfuncties die een burgemeester uit hoofde van zijn ambt vervult: de vergoeding als bedoeld in artikel 6, zesde lid van de Regeling rechtspositie burgemeester voor zover het reizen buiten de gemeente betreft;

  • 3. De burgemeester kan voor de reizen ten behoeve van de gemeente of de reizen ten behoeve van nevenfuncties die hij uit hoofde van zijn ambt vervult ook aanspraak maken op een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte verblijfkosten.

  • 4. Indien de burgemeester voor reizen ten behoeve van nevenfuncties een reiskostenvergoeding ontvangt terwijl gebruik is gemaakt van de dienstauto of een vergoeding op grond van het tweede lid is betaald, wordt de reiskostenvergoeding in de gemeentekas gestort.

  • 5. Indien de burgemeester in verband met het gebruik van de dienstauto loon- en inkomstenbelasting verschuldigd is, dan wordt deze belasting op grond van artikel 32a van het Rechtspositiebesluit burgemeesters door de gemeente aan de burgemeester vergoed.

  • 6. Het college kan voor het gebruik van de dienstauto en de vergoeding van de reis- en verblijfskosten voor reizen binnen Nederland nadere regels stellen.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 7. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de publicatie daarvan in het Gemeenteblad.

  • 2. De Verordening voorzieningen collegeleden blijft van toepassing op kosten die zijn gemaakt voor de dag van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen leden college Amsterdam.

Toelichting

Algemene toelichting

De rechtspositie van de leden van het college vindt zijn basis in de Gemeentewet. Daar is geregeld dat aanspraak bestaat op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld salaris en dat regels kunnen worden gesteld over andere vergoedingen. Aan deze bepaling is landelijk invulling gegeven met het Rechtspositiebesluit burgemeesters, de Regeling rechtspositie burgemeesters, het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders. Daarbij is de mogelijkheid geboden om bij gemeentelijke verordening aanvullende regels te stellen.

Met deze verordening wordt van die mogelijkheid gebruik gemaakt. Daarbij moet worden opgemerkt dat in het Rechtspositiebesluit burgemeesters en de Regeling rechtspositie burgemeesters de meeste aanspraken en vergoedingen voor de burgemeester al zijn vastgelegd. Dit omdat burgemeesters door de minister van Binnenlandse Zaken worden benoemd. De minister is dus formeel de werkgever van de burgemeesters en onderhandelt ook over hun rechtspositie. De gemaakte afspraken worden in het besluit en de regeling opgenomen. Wethouders worden benoemd door de gemeenteraad. Daar is er dus ook meer ruimte om voor de rechtspositie bij gemeentelijke verordening een regeling te treffen.

In deze verordening worden met name regelingen getroffen die specifiek zien op de situatie in Amsterdam. Daarbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de reeds bestaande praktijk, de modelverordening van de VNG en de Handreiking integriteit van politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen die door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is uitgegeven. In het eerste hoofdstuk van de verordening wordt op de rechtspositie van wethouders ingegaan. In het tweede hoofdstuk is een aantal aanvullende regelingen voor de burgemeester opgenomen. Het derde hoofdstuk bevat de slotbepalingen. Eerst wordt echter meer specifiek op de reikwijdte van de onkostenvergoeding voor burgemeester en wethouders ingegaan.

De leden van het college ontvangen op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders respectievelijk het Rechtspositiebesluit burgemeesters maandelijks een vaste onkostenvergoeding. Voor wat betreft de reikwijdte van de onkostenvergoeding is hoofdstuk 5 van de Handreiking integriteit van politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen leidend. Daarin staat een vergoedingenoverzicht waarin wordt aangegeven welke kosten onder de bedrijfsvoering van de gemeente vallen en welke kosten door de onkostenvergoeding worden gedekt of voor eigen rekening komen. In grote lijnen wordt bij dit overzicht aangesloten. Er wordt echter één uitzondering gemaakt. Voor partijpolitieke bijeenkomsten kan ook gebruik worden gemaakt van de dienstauto. Dit voor zover het geen campagnebijeenkomsten betreft. Gezien de omvang en de intensiteit van deze partijpolitieke bijeenkomsten voor wethouders in Amsterdam, heeft de belastingdienst erin toegestemd dat deze als ambtsgebonden worden aangemerkt. Dit in navolging van hetgeen door de belastingdienst in Rotterdam is beslist. Dit levert het volgende overzicht op:

Soort kosten

Kosten voor rekening Gemeente

Kosten voor eigen rekening of onkostenvergoeding

Representatiekosten I. Attenties en cadeaus

Zakelijke geschenken aan zakelijke relaties

Geschenken voor naaste medewerkers

Relatiegeschenken, geschenken ten behoeve van ambtsbezoeken bij jubilea, openingen, e.d. Geschenken worden namens de gemeente of het bestuur aangeboden (bijv. krans bij dodenherdenking, geschenk voor een 100-jarige, geschenken bij officiële bezoeken, maar ook kerstkaarten aan relaties).

Persoonlijke attenties, cadeautjes en bloemen voor bijv. secretaresse, politiek assistent, voorlichter, accounthouder, chauffeur en bode bij afscheid, ziekte, e.d.

Persoonlijke geschenken aan zakelijke relaties

Geschenken die het collegelid op eigen initiatief geeft op basis van persoonlijke afwegingen. Het collegelid vertegenwoordigt hierbij niet direct de gemeente. Het gaat om persoonlijke geschenken in de uitoefening van het ambt (bijv. bloemen als dank voor het organiseren van een bijeenkomst of evenement, attentie voor zakelijke relatie bij geboorte, ziekte e.d.).

II. Ontvangsten van delegaties, consumpties, lunches en diners

Functionele consumpties, lunches en diners (zowel in als buiten het stadhuis en de ambtswoning) en ontvangsten van delegaties (alleen in het stadhuis of de ambtswoning)

Individuele consumpties, lunches en diners, zowel in als buiten het stadhuis en de ambtswoning, en ontvangsten van zakelijke relaties thuis alsmede fooien in Nederland

Functionele consumpties, lunches en diners met zakelijke relaties (uitsluitend in buitenland inclusief de fooien). Verder catering, maaltijden op de werkplek bij werkbesprekingen of bijeenkomsten met internen en/of externen, pantryvoorziening (koffie/thee), werklunches en -diners en functionele borrels en vergaderingen van het college (ook op locatie). Tot slot ook consumpties die onder het normaal werkgeverschap vallen zoals bijvoorbeeld een afscheidsreceptie bij een aftredend collegelid of een uitje met naaste medewerkers en bijeenkomsten voor de strategieontwikkeling binnen de organisatie.

Maaltijden op de werkplek buiten werkbesprekingen en overwerk om. Ook kosten voor een etentje met collegeleden onderling, niet beroepsmatig bijeen, worden als privé-kosten aangemerkt.

III. Overig

Kosten om het collegelid in de uitoefening van het ambt representatief te laten verschijnen

Kleding (huur/aanschaf/reiniging), miniaturen van onderscheidingen inclusief bevestiging op het kostuum, en uitgaven voor persoonlijke verzorging.

Soort kosten

Kosten voor rekening Gemeente

Kosten voor eigen rekening of onkostenvergoeding

Abonnementen en vakliteratuur

Vakliteratuur op het werkadres en dagbladen

Vakliteratuur op het huisadres

Vakliteratuur die een functioneel belang dienen voor de uitoefening van het ambt op het werkadres. Hieronder worden ook digitale abonnementen verstaan. Daarnaast vallen hier ook dagbladen onder.

Vakliteratuur op het huisadres worden geacht uit de onkostenvergoeding te worden betaald.

Reis- en verblijfkosten binnen- en buitenland

Reis- en verblijfkosten binnen- en buitenland

Verkeersboetes

Ook eventueel benodigde vaccinaties, wisselkoersen buitenlandse valuta, reisverzekering, jaarlijkse bijdrage zakelijke creditcard (die uitsluitend is bestemd voor gebruik in het buitenland) en gebruik dienstauto met chauffeur.

Verkeersboetes bij gebruik eigen auto bij dienstreizen (inbegrepen woon-werkverkeer).

Lidmaatschappen en contributies

Lidmaatschap landelijke beroepsvereniging met professionaliseringsoogmerk

Contributies overige (beroeps-) verenigingen

Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en de Wethoudersvereniging.

Zoals de Industriële Groote Club en de Amsterdamsche Kring.

Werkplek

Werkplek op het stadhuis

Kamerinrichting, ICT-voorzieningen en beveiliging (ook buiten de organisatie). Verder ook aanpassingen werkplek in verband met arbeidsomstandigheden en ondersteunend personeel (politiek assistent, secretaresse, bode of chauffeur).

Werkplek op het huisadres

Werkplek op het huisadres

ICT-voorzieningen (aansluitingen, abonnement en hard- en software).Om hard- en software onbelast te kunnen verstrekken moet de gemeente dit noodzakelijk achten voor de uitoefening van de functie.

Inrichting werkkamer/ontvangst-ruimte thuis en representatieve aanpassingen aan de woning.

Kantoor-benodigdheden

Kantoorartikelen

Persoonlijke kantoorbenodigdheden

Alle gebruikelijke kantoorartikelen, maar ook kosten druk- en bindwerk, visitekaartjes en koffer voor vervoer van stukken.

Persoonlijke schrijfwaren en benodigdheden, zoals een vulpen en aktetas.

Mobiele telefonie (incl. smartphones)

Abonnements- en gesprekskosten en kosten dataverkeer

Om een mobiele telefoon onbelast te kunnen verstrekken moet de gemeente dit noodzakelijk achten voor de uitoefening van de functie.

In verband met het ter beschikking stellen van een mobiele telefoon, wordt bij de wethouders een bedrag ingehouden op de onkostenvergoeding.

Verzekeringen

Collectieve verzekeringen ivm de uitoefening van het ambt

Verzekeringen die als privépersoon worden afgesloten

Rechtsbijstandverzekering, wettelijke aansprakelijkheidsverzekering, ongevallenverzekering en andere verzekeringen die worden afgesloten ivm het ambt.

Bijv. wettelijke aansprakelijkheids-verzekering voor privé-aangelegenheden.

Overige

Deelname aan congressen, cursussen en opleidingen

Onderhouden politiek of beroepsgebonden netwerk

In het algemeen geldt dat de leden van het college verantwoord dienen om te gaan met publieke middelen. Er mag dus een zekere soberheid worden verwacht. Bovendien moeten kosten en voorzieningen voor de leden van het college kunnen worden verantwoord. Dit betekent dat voorzieningen nodig moeten zijn om het ambt te vervullen en dat kosten alleen worden vergoed als met de uitgave het belang van de gemeente is gediend. Tot slot is uitgangspunt dat kosten indien mogelijk direct door de gemeente wordt betaald, alleen bij uitzondering worden kosten door de leden van het college voorgeschoten.

Toelichting per artikel

HOOFDSTUK 1: VOORZIENINGEN WETHOUDERS

Artikel 1. Vergoeding woon-werkverkeer en binnenlandse dienstreizen

In het eerste lid is het uitgangspunt opgenomen dat de wethouder voor het woon-werkverkeer en binnenlandse dienstreizen gebruik maakt van de dienstauto. Indien geen gebruik wordt gemaakt van de dienstauto, bestaat aanspraak op een vergoeding. Dit gebeurt op declaratiebasis. Voor de hoogte van de vergoeding is aangesloten bij de Regeling rechtspositie wethouders. Op grond van het derde lid worden ook in redelijkheid gemaakte verblijfkosten vergoed. Te denken valt aan overnachtingen en maaltijden. Het vierde en het vijfde lid behoeven geen toelichting.

Artikel 2. Buitenlandse dienstreizen

De reis- en verblijfskosten die voor buitenlandse reizen worden gemaakt kunnen op grond van de verordening eveneens worden vergoed. Daarvoor is wel vereist dat de reis in het belang van de gemeente wordt gemaakt. Voor andere reizen dan een reis naar Brussel, Straatsburg of een ééndaagse reis binnen Europa, is op grond van het tweede lid bovendien de toestemming van het college vereist.

Tot slot is van belang dat in de verordening is bepaald dat de gemaakte kosten redelijk dienen te zijn. Om daar nader vorm en inhoud aan te geven, is op grond van het derde lid aan het college de bevoegdheid toegekend om nadere regels te stellen. Dit betreft regels over de ambtelijke ondersteuning tijdens de reis, het vervoer dat voor de reis wordt gebruikt, of gebruik wordt gemaakt van economy class of business class en de vergoedingen die worden betaald. Daarnaast gaat het echter ook om regels van meer procedurele aard zoals de vereisten waaraan een verzoek om toestemming en de verantwoording van een buitenlandse dienstreis moeten voldoen.

Artikel 3. Computer, tablet en telefoon

In het eerste lid is geregeld dat aan elke wethouder op aanvraag een computer, een tablet en een mobiele telefoon ter beschikking wordt gesteld indien de gemeente dit noodzakelijk acht voor de uitoefening van de functie. Hiervoor ondertekent de wethouder een bruikleenovereenkomst. In de bruikleenovereenkomst staat de eis opgenomen dat het apparatuur wordt teruggegeven of een restwaarde wordt vergoed als het gebruik niet meer noodzakelijk is bij het uitoefenen van de functie

In verband met het ter beschikking stellen van een mobiele telefoon wordt op grond van het derde lid een bedrag op de onkostenvergoeding van de wethouders in mindering gebracht. Dit omdat de onkostenvergoeding is vastgesteld vóór de tijd dat er mobiele telefoons ter beschikking werden gesteld en de onkostenvergoeding dus ook een telefoonkostenvergoeding bevat. Die vergoeding was bedoeld voor het zakelijk gebruik van de (mobiele) privé-telefoon. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt de vergoeding voor de telefoonkosten € 31,52 per maand, 9% van de onkostenvergoeding. Dit bedrag wordt volledig op de maandelijkse onkostenvergoeding in mindering gebracht. Met het ter beschikking stellen van een mobiele telefoon is van zakelijk gebruik van de privé-telefoon geen sprake meer. Onder mobiele telefoon wordt overigens ook een smartphone verstaan.

Artikel 4. Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

Op grond van de Gemeentewet moet een wethouder die buiten de gemeente woont zich in de gemeente vestigen. Op grond van de verordening kan een wethouder in dat verband aanspraak maken op een verhuiskostenvergoeding. Daarnaast kan, zolang er nog geen passende woning gevonden is, aanspraak worden gemaakt op vergoeding van reis- en pensionkosten. Voor wat betreft de hoogte van de vergoedingen wordt verwezen naar de Regeling rechtspositie wethouders.

HOOFDSTUK 2: VOORZIENINGEN BURGEMEESTER

Artikel 5. Schakelbepaling

Op grond van dit artikel zijn de bepalingen inzake buitenlandse dienstreizen (artikel 2) en computer en mobiele telefoon (artikel 3) ook op de burgemeester van toepassing.

Artikel 6. Vergoeding woon-werkverkeer en binnenlandse dienstreizen

De burgemeester heeft een dienstauto met chauffeur tot zijn beschikking. Daarvan kan hij zowel zakelijk als privé gebruik maken. De belasting over de bijtelling privégebruik dienstauto wordt door de gemeente op grond van artikel 32a van het Rechtspositiebesluit burgemeesters gecompenseerd. Indien geen gebruik wordt gemaakt van de dienstauto, bestaat aanspraak op een vergoeding. Dit gebeurt op declaratiebasis. Voor de hoogte van de vergoeding is aangesloten bij de Regeling rechtspositie burgemeesters. Verder worden ook in redelijkheid gemaakte verblijfkosten vergoed. Te denken valt aan overnachtingen en maaltijden.

HOOFDSTUK 3: SLOTBEPALINGEN

Artikel 7. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Voor de inwerkingtreding en de overgangsbepaling is gebruik gemaakt van de daarvoor gebruikelijke formuleringen.

Artikel 8. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.