Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de raad van Amsterdam regelende de heffing en invordering van rioolheffing 2017 (Verordening Rioolheffing Amsterdam 2017)

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening van de raad van Amsterdam regelende de heffing en invordering van rioolheffing 2017 (Verordening Rioolheffing Amsterdam 2017)

Inhoud

  Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • Deze verordening verstaat onder:

  • a. Perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan.

  • b. Voor de toepassing van artikel 3 van deze verordening wordt onder onroerende zaak verstaan een gebouwd eigendom of ongebouwd eigendom.

  • c. Gemeentelijke riolering: een voorziening of een combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente.

  • d. Verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft.

  • e. Water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en afvalwater in de zin van de Wet milieubeheer en hemelwater en grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

  • Onder de naam rioolheffing wordt een belasting geheven als bedoeld in art. 228a van de Gemeentewet ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a. inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, evenals de zuivering van huishoudelijk afvalwater en

  • b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, evenals het treffen van maatregelen teneinde structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven:

    • a.

      van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel; en

    • b.

      van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel.

  • 2. Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degen die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3. Ingeval het perceel een roerende zaak is, wordt naar omstandigheden beoordeeld wie als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht moet worden beschouwd.

  • 4. Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel - niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 - voor gebruik is afgestaan; degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling zijn bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als een geheel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. Het eigenarendeel als bedoeld in artikel 3, lid 1, onderdeel a wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

  • 2. Het gebruikersdeel als bedoeld in artikel 3, lid 1, onderdeel b wordt geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd voor zover dit uitgaat boven 300 m³.

  • 3. Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in het belastingjaar naar het perceel is toegevoerd of is opgepompt.

  • 4. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:

    • a.

      watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of

    • b.

      bedrijfsuren-teller, waarvan het aantal uren dat dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen De eerste volzin is niet van toepassing op grond van enige andere wettelijke bepaling.

  • 5. De op de voet van het derde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die aantoonbaar niet is afgevoerd.

Artikel 6 Belastingtarieven

  • 1. Het tarief voor het eigenarendeel van de rioolheffing bedraagt € 125,83.

  • 2. Het tarief voor het gebruikersdeel van de rioolheffing bedraagt bij een hoeveelheid water zoals berekend conform artikel 5:

    • a.

      van 301 m³ tot en met 1.000 m³ € 368,79

    • b.

      van 1.001 m³ tot en met 5.000 m³ € 1.395,56

    • c.

      van 5.001 m³ tot en met 10.000 m³ € 4.618,62

    • d.

      van 10.001 m³ tot en met 50.000 m³ € 11.682,62

    • e.

      van 50.001 m³ tot en met 100.000 m³ € 47.959,98

    • f.

      van 100.001 m³ tot en met 500.000 m³ € 89.281,33

    • g.

      vanaf 500.001 m³ € 117.600,00

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De aanslagen voor het eigenaren deel kunnen met andere aanslagen op een zogenaamd combi-aanslagbiljet worden verenigd.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

Het eigenarendeel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen voor het eigenarendeel en het gebruikersdeel worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2. Indien op basis van artikel 8, lid 2, een machtiging tot automatische incasso werd afgegeven, moeten de aanslagen voor het eigenaren deel worden betaald respectievelijk worden de aanslagen voor het eigenarendeel geïncasseerd in acht gelijke termijnen, waarbij de eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn een maand later.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, is een voorlopige aanslag voor het gebruikersdeel invorderbaar in zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog maanden van het jaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijn telkens een maand later.      

  • 4. Met betrekking tot een ingevolge art. 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijk gestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de genoemde aanslagen.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in vorige leden gestelde termijnen. 

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van belastingen.

Artikel 12 Overgangsrecht

De Verordening rioolheffing 2008 vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2007, Gemeenteblad 2007, afd. 3A, nr. 236/694, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 19 december 2012, Gemeenteblad 2012, afd. 3A, nr. 204/1095, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking in het Gemeenteblad.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Rioolheffing Amsterdam 2017.