Regeling vervallen per 23-02-2017

Subsidieregeling Projectvoorbereiding collectieve duurzame initiatieven in Amsterdam

Geldend van 12-05-2016 t/m 22-02-2017

Intitulé

Subsidieregeling Projectvoorbereiding collectieve duurzame initiatieven in Amsterdam

Inhoud

Artikel 1           Begripsomschrijvingen

  • In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a. Agenda Duurzaam Amsterdam: kader stellend beleidsstuk waarin de duurzaamheidsdoelstellingen van Amsterdam staan verwoord ;

  • b. Collectief: een samenwerkingsverband van natuurlijke- en/of rechtspersonen;

  • c. Collectief duurzaam initiatief: een project- uitgevoerd door een samenwerkingsverband van natuurlijke - en/of rechtspersonen- waarin uitvoering wordt gegeven aan de doelstellingen van de Agenda Duurzaam Amsterdam,

  • d. Materialen: hulpmiddelen en/of materialen die nodig zijn om het project te realiseren;

  • e. Project: activiteiten die vooraf gaan aan de realisatie van een collectief duurzaam initiatief.

Artikel 2           Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De ASA 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3           Doel subsidieregeling

Het college wil met deze subsidieregeling activiteiten van collectieve duurzame initiatieven in Amsterdam stimuleren die passen binnen het kader van de Agenda Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam.

Artikel 4           Subsidiabele activiteiten

Het college kan eenmalige subsidie verstrekken voor de uitvoering van een project. Het college maakt een onderscheid tussen grote en kleine projecten. Kleine projecten zijn projecten waarvoor het gevraagde bedrag tussen de €500 en €5000 ligt. Grote projecten zijn projecten waarvoor het bedrag tussen de €5000 en €15.000 ligt.

Artikel 5           Subsidieplafond

Het college stelt voor de projecten die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen jaarlijks het subsidieplafond vast.

Artikel 6           De aanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon namens een collectief. De aanvrager draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de beschikking.

Artikel 7           Toekenningscriteria

  • 1. Een project dient ten minste aan de volgende criteria te voldoen:

    • a.

      het draagt bij aan de realisering van het doel van deze subsidieregeling;

    • b.

      niet meer dan 20% van het aangevraagde bedrag wordt bestemd voor de aanschaf van materialen;

    • c.

      de aanvrager is één van de uitvoerders van het project

    • d.

      het project is binnen een jaar na de datum van verstrekking van de subsidie uitgevoerd;

    • e.

      er is melding gemaakt bij het gebiedsteam van het gebied waar de activiteit is gepland;

    • f.

      De subsidieaanvrager draagt zorg voor eventueel benodigde vergunningen en/of toestemmingen;

    • g.

      Bij grote projecten is er sprake van cofinanciering voor tenminste 30 % van de totale projectbegroting.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid dient een klein project minimaal te voldoen aan één van de onderstaande criteria; een groot project dient aan alle onderstaande criteria te voldoen:

    • a.

      een plan voor kennisdeling;

    • b.

      een nieuwe of innovatieve aanpak of de uitvoering leidt tot meetbare duurzaamheidswinst;

    • c.

      een participatieplan voor derden;

    • d.

      bij de uitvoering van het projectplan participeren tenminste drie organisaties.

Artikel 8           Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • a. Een projectplan dat aantoont hoe de activiteiten voldoen aan de criteria zoals bedoeld in artikel 7;

  • b. Bij grote projecten: een brief namens de co financierende partij(en) waarin de cofinancieringsbijdrage wordt bevestigd.

Artikel 9           Weigeringsgronden

  • In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college een subsidie te verlenen als:

  • a. De aanvrager niet voldoet aan de criteria als bedoeld in artikel 7.

  • b. Voor hetzelfde project subsidie aangevraagd kan worden op basis van een andere Amsterdamse regeling.

  • c. Subsidie wordt aangevraagd voor vergoeding van uren van de aanvragers.

  • d. De hoogte van het aangevraagde bedrag niet voldoet aan de genoemde bedragen als bedoeld in artikel 4.

Artikel 10            Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling ‘Projectvoorbereiding collectieve duurzame initiatieven in Amsterdam'

Toelichting

Inleiding

De subsidieregeling ‘Projectvoorbereiding collectieve duurzame initiatieven in Amsterdam' is bedoeld om Amsterdammers te ondersteunen bij de projectvoorbereiding van  collectieve duurzame initiatieven. Deze projecten brengen de stad in beweging, en leveren daarmee  een bijdrage aan de opschaling die noodzakelijk is om de doelstellingen uit de Agenda Duurzaam Amsterdam te bereiken.

De subsidieregeling faciliteert initiatieven ‘van onderop', dus van bewoners, ondernemers en organisaties die zelf probleemeigenaar zijn.

De Agenda Duurzaam Amsterdam

De  kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen van de Agenda Duurzaam gaan over  vijf transitiepaden: duurzame energie, slim en schoon vervoer, circulaire economie, klimaatbestendige stad en de eigen gemeentelijke organisatie.

In de Agenda Duurzaam Amsterdam is de circulaire economie een nieuw thema. Realisering van deze doelstellingen is gebaat bij nieuwe kennis en praktijkervaring, onder meer door collectieve duurzame initiatieven.

In een Circulaire Economie wordt slim omgegaan met energie, water, grondstoffen en voedsel. Het is een economie waar ‘afval' een grondstof is en waar energie komt van duurzame bronnen. Het heet circulair, want schaarse grondstoffen worden teruggewonnen én ingezet om nieuwe (financiële of andere vormen van) waarde te genereren. Om zo de beweging van ‘bezit' naar ‘gebruik' en het ‘delen' van producten te versnellen. Een circulaire economie vraagt om een  nieuwe aanpak  van productie, consumptie, (regionale) distributie en logistiek .

Projectvoorbereiding  collectieve duurzame initiatieven

Bij projectvoorbereiding gaat het om de inspanning die nodig is om te komen tot een  collectief duurzaam initiatief . Het kan bestaan uit het vergroten van kennis over de inhoud, het verwerven van voldoende draagvlak, het organiseren van de samenwerking, de aanschaf van hulpmiddelen die voor het project nodig zijn en/of het testen van een proefinstallatie. Vaak is er behoefte aan juridische, technisch en/of financieel advies. In de fase van projectvoorbereiding kan veel worden geleerd. Het verkrijgen van kennis is geen einddoel, maar middel om daadwerkelijk een project te kunnen realiseren.

Toelichting artikelen subsidieregeling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Onderdeel a. Agenda Duurzaam Amsterdam: vigerend beleidsstuk dat de doelstellingen bevat voor het  gemeentelijke duurzaamheidsbeleid

Onderdeel b. Een collectief is een samenwerkingsverband tussen verschillende partijen, zoals bewoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, woningcorporaties, universiteiten, overheden.

Onderdeel c. Een collectief duurzaam initiatief is een samenwerkingsverband dat zich richt  op  duurzame energie, slim en schoon vervoer, circulaire economie (inclusief afvalscheiding en afvalpreventie), klimaatbestendige stad, of een combinatie van deze onderwerpen.

Onderdeel d. Voorbeelden zijn  gereedschap, meetapparatuur en/of constructiemateriaal dat ingezet wordt op de projectlocatie. Kantoorartikelen maken hier geen onderdeel vanuit.

Onderdeel e. In het project opgedane geactualiseerde of nieuwe kennis, inzichten, methoden, werkwijzen, technieken, business modellen etc. worden (pro)actief opengesteld. 

Onderdeel f. Het betreft activiteiten met een voorbereidend karakter . De fase van het daadwerkelijk realiseren van het initiatief volgt na het uitvoeren van deze activiteiten.   

De inspanning richt zich bijvoorbeeld op het vergroten van kennis over de inhoud, het verkrijgen van voldoende draagvlak of het verkrijgen van  juridische, technisch en/of financieel advies.

Een proef(installatie) kan onderdeel uitmaken van deze projectvoorbereiding. Een proef(installatie) is gericht op proefnemingen en of proeven bij een onderzoek, waarvan parameters en grenzen duidelijk afgebakend zijn.

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

Dit artikel behoeft geen toelichting

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Amsterdam wil een inhaalslag maken op het gebied van duurzaamheid. Door deze  regeling worden  collectieve duurzame initiatieven ondersteund in hun bijdrage aan deze inhaalslag.

De resultaten van de projecten die met deze regeling mogelijk worden mogelijk worden gemaakt moeten merkbaar zijn binnen de grenzen van de gemeente Amsterdam.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Eenzelfde project wordt niet meerdere keren gesubsidieerd.

Wanneer de hoogte van het aangevraagde bedrag voor het project groter is dan €500,- en maximaal €5.000,- is dan wordt een project als klein project beschouwd. Deze subsidie wordt direct door het college vastgesteld; er is geen nadere plicht tot verantwoording.

 Wanneer de hoogte van het aangevraagde bedrag voor het project groter is dan €5000.- en maximaal €15.0000.- dan wordt een project als groot beschouwd.

Artikel 5 Subsidieplafond

Zie hoofdstuk 2 artikel 4 van de ASA.

Artikel 6 De aanvrager

Een beschrijving van collectief is te vinden in artikel 1  lid b.

Artikel 7 Toekenningscriteria

Lid 1)

De onderdelen a, d en f van dit artikel behoeven geen toelichting

Onderdeel b: omdat de middelen zijn bedoeld voor  activiteiten die vooraf gaan aan de realisatie van een collectief duurzaam initiatief (zie artikel 1, lid f) . is het percentage van het bedrag dat voor de proef(installatie) mag worden ingezet gemaximeerd op 20% van de projectbegroting.

Onderdeel c:  een uitvoerende rol van aanvrager is vereist omdat hierdoor het project niet overwegend kan worden uitgevoerd door een commerciële partij. Zo blijft de betrokkenheid van ‘onderop' gegarandeerd.

onderdeel e:  een collectief dat een duurzaam initiatief informeert de gebiedsmakelaar van het stadsdeel, de eerste contactpersoon van het gebiedsteam. Hierdoor kan een check plaatsvonden of er andere initiatieven of bewonersgroepen bekend zijn die wellicht kunnen aanhaken of versterken.

Contactgegevens van alle gebiedsteams kunt u vinden op: https://www.amsterdam.nl/gemeente/volg-beleid/gebiedsgericht/

Onderdeel g:  De gemeente daagt partijen uit om zoveel mogelijk zelf bij te dragen aan maatschappelijke initiatieven. Bi j grote projecten wordt daarom 40 % cofinanciering gevraagd. Om te kunnen beoordelen of een project een aan het percentage van 40% of meer aan cofinanciering komt is een totale projectbegroting noodzakelijk. De cofinancieringsbijdrage kan van financiële, materiële o f van personele aard zijn

Lid 2)

Onderdeel a:

Het project moet  een aanpak bevatten om de in het project opgedane kennis, inzichten en methoden actief kennis te delen met tenminste andere initiatiefnemers buiten het eigen project en andere geïnteresseerden.  Het delen van de kennis maakt dat andere initiatieven sneller en krachtiger aan de slag kunnen.

Onderdeel b:

  • het project leidt tot het actualiseren van kennis en/of nieuwe kennis

  • het project leidt tot actualisering van de aanpak en/of een nieuwe aanpak

die relevant is voor het betreffende project (en andere projecten)

of

de uitvoering van het projectplan levert prognoses op over de te verwachten kosten en de duurzaamheidseffecten. Dit cijfermateriaal kan eventueel gebruikt worden voor een aanvraag voor het Duurzaamheidsfonds.. Het projectplan moet overtuigend beschrijven hoe deze cijfers worden verkregen .

Onderdeel d: een kan  project meer impact realiseren als derden (bewoners en/of bedrijven) zich aansluiten bij het collectief. Het projectplan moet een heldere aanpak bevatten, die ambitie en realiteitszin combineert.

Lid 2)

Onderdeel e: doordat tenminste drie organisaties participeren (bedrijven en /of maatschappelijke organisaties) krijgen grote projecten ook een grotere reikwijdte  qua draagvlak en qua uitvoeringskracht.

Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

a) In aanvulling op hoofdstuk 3 artikel 5 van de ASA wordt in het projectplan, aangetoond hoe de activiteiten voldoen aan de criteria van artikel 7.

b) De cofinancieringsbijdrage moet in een brief bij de aanvraag bevestigd worden door de partij(en) die als medefinancier optreden.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Onderdeel  a: De subsidie wordt geweigerd als niet aan de criteria als bedoeld in artikel 7 wordt voldaan. Een aanvraag moet ten minste voldoen aan de criteria als bedoeld in het eerste lid. Daarbij komt dat een klein project minimaal 1 punt  dient te scoren op de criteria als bedoeld in artikel 7, tweede lid. Een groot project dient, naast de criteria gesteld in het eerste lid, te voldoen aan alle criteria gesteld in het tweede lid.

Onderdeel b:Wanneer de activiteiten uit het project ook gedekt kan worden door een andere  Amsterdamse regeling valt, zal de aanvraag bij deze regeling geweigerd worden.

Onderdeel c: De uren die de projectaanvragers in het project steken komen niet in aanmerking voor een financiële vergoeding. Deze uren kunnen ook niet als cofinanciering worden opgevoerd.

Onderdeel d:als een bedrag wordt aangevraagd niet past binnen het gestelde minimum en maximum dat wordt de aanvraag direct afgewezen. Een inhoudelijke beoordeling van de aanvraag vind dan niet plaats.

Artikel 10

Dit artikel behoeft geen toelichting