Subsidieregeling Pilot Onze Nieuwe School 2016

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

a. Adviescommissie: De op grond van artikel 84 van de gemeentewet ingestelde adviescommissie die het college adviseert over het besluit tot toelating tot de kraamkamer

b. ASA 2013: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

c. Incubator: Tweede fase (september 2015 t/m december 2015) van de Pilot Onze Nieuwe School waarin de 15 initiatieven die door de jury zijn geselecteerd, begeleid worden bij het uitwerken van hun onderwijsconcept en het maken van hun startdocument

d. Kraamkamer: Derde en laatste fase van de Pilot Onze Nieuwe School waarin maximaal vier door het College op advies van de adviescommissie geselecteerde onderwijsinitiatieven op grond van deze regeling voor subsidie in aanmerking komen met als doel om het onderwijsinitiatief te ontwikkelen tot daadwerkelijke onderwijsplekken

e. Onderwijsinitiatief: Een uiterlijk op 14 augustus 2015 op www.onzenieuweschool.nl ingediend voorstel dat beoogt nieuwe onderwijsplekken aan het primair en/of voortgezet onderwijs toe te voegen door een door aanvrager geschetst nieuw onderwijsconcept.

f. Onderwijsplek: Plek voor een leerling op een school voor primair of voortgezet onderwijs

g. Pilot Onze Nieuwe School: Pilot bestaande uit drie fases, waarin in de eerste twee fases- de Challenge en de daaropvolgende Incubator - onderwijsinitiatieven worden geselecteerd, waarvan de (maximaal 4) initiatieven die door het college zijn geselecteerd, , toegelaten worden tot de Kraamkamer

h. RPO VO 2015-2020: Het regionaal plan onderwijsvoorzieningen Amsterdam 2015-2020, zoals bedoeld in artikel 72 WVO, dat is gesloten tussen schoolbesturen voortgezet onderwijs (VO), waarin onderwijsafspraken zijn gemaakt die bijdragen aan een goed afgestemd voorzieningenaanbod voor het gehele VO in de regio

i. Schoolmaker: Iedereen die een onderwijsinitiatief heeft ingediend en is toegelaten tot de incubator

j. Startdocument:  Het document waarin de initiatiefnemer beschrijft op welke wijze hij er voor gaat zorgen dat het desbetreffende onderwijsinitiatief uitgroeit tot uiterlijk met ingang van het schooljaar 2017-1018 realiseerbare onderwijsplekken en wat ten grondslag ligt aan het besluit van het college tot toelating tot de Kraamkamer

k. WPO: Wet op het primair onderwijs

l. WVO: Wet op het voortgezet onderwijs

1. Het college kan een eenmalig subsidie verlenen van maximaal € 100.000 voor de uitvoering van het startdocument in de fase waarin het onderwijsinitiatief wordt omgezet naar een uitvoerbaar onderwijsconcept, waarbij het in ieder geval kan gaan om de volgende activiteiten:

• a.

  verdere ontwikkeling van het onderwijsinitiatief met een aantoonbaar experimenteel karakter;

• b.

  ontwikkeling van leermiddelen behorende bij het specifieke onderwijsinitiatief;

• c.

  begeleiding en ondersteuning van een schoolbestuur met geen of weinig ervaring betreffende het geven van onderwijs;

• d.

  kosten voor public relations en communicatie.

2. Het college kan in aanvulling op de eerder verleende subsidie als bedoeld in het eerste lid een eenmalige subsidie van maximaal €90.000 verlenen, indien de subsidieontvanger aantoont dat de eerder verleende subsidie ontoereikend is gebleken

 voor het omzetten van het startdocument in een uitvoerbaar onderwijsconcept.

3. Indien de initiatiefnemer geheel of gedeeltelijk zelf zorg draagt voor de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, dan kan hij hiervoor maximaal €50.- bruto per uur als te subsidiëren kosten opvoeren.

4. Indien voor de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten gebruik wordt gemaakt van een externe deskundige, dan kan niet meer dan € 125,- bruto per uur ten laste van deze regeling gebracht worden.

5. Activiteiten die vallen onder de reikwijdte van het begrip onderwijs als bedoeld in artikel 140, eerste lid van de WPO of artikel 96g, eerste lid van de WVO zijn uitdrukkelijk niet subsidiabel in het kader van deze regeling.

1. Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die door het college is toegelaten tot de Kraamkamer en die zich het geven van onderwijs ten doel stelt zonder daarbij winst te beogen.

2. In aanvulling op het eerste lid kan tevens een aanvraag worden ingediend door een rechtspersoon die door een schoolmaker of een groep van schoolmakers die is toegelaten tot de Kraamkamer, is opgericht, dan wel een bestaand schoolbestuur dat aantoonbaar voor die schoolmaker of een groep van schoolmakers het initiatief gaat uitvoeren.

3. Subsidie als bedoeld in artikel 4 lid 2 kan slechts worden aangevraagd door de rechtspersonen die subsidie hebben ontvangen op grond van artikel 4 lid 1.

1. In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 verstrekt de aanvrager bij de aanvraag voor de subsidie genoemd in artikel 4, eerste lid de volgende gegevens:

• a.

  Het startdocument

• b.

  Een begroting voor de kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd op basis van onder artikel 4 eerste lid gedefinieerde subsidiabele activiteiten.

2. Bij het verzoek om een subsidie als bedoeld in artikel 4, tweede lid van deze subsidieregeling verstrekt de aanvrager:

• a.

  Een inhoudelijk verslag van de activiteiten die in het kader van het startdocument zijn uitgevoerd en een daarbij behorend financieel verslag over de periode voorafgaand aan de aanvraag;

• b.

  Een plan waaruit blijkt op welke wijze de aanvrager de resterende subsidieperiode uitvoering geeft aan het startdocument en een daarbij behorende begroting.

1. In afwijking van artikel 6 van de ASA 2013 wordt een aanvraag voor een subsidie als genoemd in artikel 4, eerste lid van deze subsidieregeling vóór 1 februari 2016 ingediend.

2. Een aanvraag om een eenmalige subsidie als bedoeld in artikel 4, tweede van deze subsidieregeling dient uiterlijk vóór  15 november 2016  te worden ingediend.

In aanvulling op artikel 9, eerste lid van de ASA 2013 weigert het college een subsidie geheel of gedeeltelijk aan de aanvrager te verlenen voor zover :

a. Het college het onderwijsinitiatief waarvoor de aanvrager subsidie aanvraagt, niet heeft toegelaten tot de kraamkamer;

b. Het initiatief niet beoogt (onderdeel van) een door het Rijk bekostigde school conform WPO of WVO te worden;

c. Het onderwijsinitiatief betreffende een school voor voortgezet onderwijs niet past in de afspraken zoals opgenomen in het RPO-VO 2015-2020.

d. Een of meerdere activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, vallen onder de begrippen uitgaven voor of bekostiging aan een school, zoals bedoeld in artikel 6 WPO en 77, tweede lid van de WVO.