Regeling vervallen per 31-12-2018

Subsidieregeling Taal en Ouderbetrokkenheid

Geldend van 25-05-2017 t/m 30-12-2018

Intitulé

Subsidieregeling Taal en Ouderbetrokkenheid

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 16 mei 2017 hebben besloten:

1. De Subsidieregeling Taal en Ouderbetrokkenheid vast te stellen.

2. Mandaat te verlenen aan de directeur RVE Participatie om besluiten te nemen op basis van de Subsidieregeling Taal en Ouderbetrokkenheid

3. Te bepalen dat deze besluiten in werking treden op de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

Subsidieregeling Taal en Ouderbetrokkenheid

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a. Cursus: de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid die 11 weken duurt en minimaal 55 uur beslaat, 5 uur per week en wekelijks een portfolio opdracht omvat. De inhoud wordt in overleg met de schooldirectie vastgesteld en is mede afhankelijk van de leervraag van de deelnemers. Aan een cursus kunnen minimaal 8 en maximaal 20 ouders deelnemen.

  • b. Deelnemers: ouder(s) met een taalbehoefte en met kinderen in de leeftijd van 2 tot 12 jaar.

  • c. Taalaanbieder: organisatie of zelfstandig ondernemer die cursussen Nederlands als tweede taal (NT2) aanbiedt.

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing tenzij hiervan in de subsidieregeling wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

  • Het doel van de subsidieregeling is het:

  • a. Verbeteren van de taalvaardigheid van ouders zodat zij beter in staat zijn hun kind(eren) te ondersteunen in hun ontwikkeling.

  • b. Voorbereiden van ouders op een vervolg richting participatie, vrijwilligerswerk of scholing.

  • c. Vergroten van de ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college kan eenmalig subsidie verlenen voor het uitvoeren van de door taalaanbieder aangeboden cursussen Taal en Ouderbetrokkenheid op een school.

  • 2. Het college kan maximaal € 37.600,- subsidie voor vier cursussen van 11 weken per school verlenen.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 5 Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 1.450.000,-.

Artikel 6 Maximaal aantal aanvragen per aanvrager

Elke taalaanbieder kan voor maximaal acht scholen subsidie ontvangen.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 7 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een taalaanbieder.

Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • In aanvulling op artikel 5 tweede lid van de ASA , dient de aanvrager de volgende stukken te overleggen:

  • a. een bewijs van de NT2 certificering van de docent die de Taal en Ouderbetrokkenheid cursus gaat uitvoeren;

  • b. een getekende intentieverklaring van de schooldirectie waaruit de schoolbetrokkenheid bij de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid blijkt.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 9 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 9, lid 2 onder a de ASA 2013 kan het college de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren als de aanpak en inhoud van de cursussen Taal en Ouderbetrokkenheid niet of onvoldoende bijdraagt aan het realiseren van het doel van de subsidieregeling.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 10 Aanvullende verplichtingen

  • Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a. De subsidieontvanger beschrijft in maximaal twee A4:

    • -

      hoe de samenwerking met de school wordt vormgegeven;

    • -

      op welke wijze de subsidieontvanger omgaat met de verschillende taalniveaus en achtergronden van de deelnemers;

    • -

      hoe de deelnemers handvatten krijgen aangeboden om de leerontwikkeling van hun kind(eren) te ondersteunen;

    • -

      en geeft drie voorbeelden van portfolio opdrachten.

  • b. Uiterlijk drie weken voor de start van iedere cursus Taal en Ouderbetrokkenheid moet de deelnemerslijst van de betreffende cursus bij het college zijn ingeleverd. Voor elke cursus wordt een deelnemerslijst opgesteld. De deelnemerslijst kan per cursus verschillen. Instroom van nieuwe deelnemers tijdens de cursus is niet mogelijk.

  • c. Als er minder deelnemers starten dan minimaal vereist voor een groep, wordt voor elke deelnemer minder dan acht, € 660,- in mindering gebracht.

  • d. De presentie van de deelnemers wordt bijgehouden door bij elke bijeenkomst voor presentie te laten tekenen op de deelnemerslijst. De presentielijsten worden gearchiveerd.

  • e. Deelnemers die voor de eerste keer aan een cursus Taal en Ouderbetrokkenheid deelnemen, tekenen een startdocument waarin ze aangeven geen bezwaar te maken tegen het uitwisselen van gegevens over presentie en voortgang van de cursus tussen de gemeente Amsterdam en de school.

  • f. De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan bezoek(en) van een taalcontroleur van het team Volwasseneneducatie.

  • g. Uiterlijk zes weken voor het einde van de cursus TOB maakt de subsidieontvanger een rapportage met een vervolgadvies voor iedere deelnemer die niet doorstroomt naar de volgende cursus Taal en Ouderbetrokkenheid.

Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 11 Verantwoording subsidies vanaf € 5.000

  • In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling:

  • a. Een evaluatie waarin een algemeen beeld wordt geschetst van het verloop van de cursussen op de school en wordt aangegeven wat er goed en wat minder goed ging.

  • b. [gewijzigd van a naar b ivm dubbeling] Een verzamelstaat waarin per cursus het aantal deelnemers wordt aangegeven.

Artikel 12 Looptijd regeling

De looptijd van de subsidieregeling Taal en Ouderbetrokkenheid is 17 mei 2017 tot en met 31 december 2018.

De subsidieregeling vervalt op 31 december 2018.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Taal en Ouderbetrokkenheid.

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1b

De gemeente controleert of de deelnemers kinderen hebben in de leeftijd van 2 tot en met 12 jaar. In het geval zij geen kinderen in genoemde leeftijd hebben dan kunnen zij niet deelnemen aan de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid.

Artikel 2

Voor alle subsidieregelingen in Amsterdam is de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA 2013) van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken. Dit wordt dan expliciet genoemd. Aanvragers wordt geadviseerd de ASA goed te lezen. Zie voor de tekst van de ASA 2013: http://www.regelgeving.amsterdam.nl/algemene_subsidieverordening_amsterdam_2013.

Artikel 3

De kern van het collegeakkoord 2014-2018 is dat alle Amsterdammers mee kunnen doen. Dat geldt zeker voor ouders en verzorgers met een opvoedingstaak. Het gemeentebestuur van Amsterdam en in het bijzonder de wethouder van Onderwijs, Jeugd en Diversiteit wil Taal en Ouderbetrokkenheid ook in de jaren 2017 en 2018 continueren.

In 2016 hebben ruim 900 ouders en/of verzorgers met succes deelgenomen aan een cursus Taal en Ouderbetrokkenheid. Naast het verbeteren van de Nederlandse taalvaardigheden, is het contact met de school verbeterd en hebben zij een beter contact met hun kinderen door bijvoorbeeld met ze te praten om dingen te leren en uit te leggen.

De doelstellingen van de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid zijn:

  • verbeteren van de taalvaardigheid van ouders zodat zij beter in staat zijn hun kind(eren) te ondersteunen in hun ontwikkeling;

  • vergroten van de ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie;

  • voorbereiden van ouders op een vervolg richting participatie, vrijwilligerswerk of scholing.

.

De inhoud van de cursus wordt in nauw overleg met de schooldirectie vastgesteld en is aanvullend op andere activiteiten van de school. In de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid gaat het om een geïntegreerd aanbod waarbij de onderwerpen, bijvoorbeeld gezondheidsvaardigheden, aansluiten bij de onderwerpen en thema's van de school en bij de leervraag van de ouders. De school en de ouders werken samen aan de leerontwikkeling van het kind. In de cursus wordt veel aandacht besteed aan de rol die de ouder kan spelen bij de leerontwikkeling van het kind. Door het maken van een portfolio worden ouders gestimuleerd om met hun kind(eren) te praten, te spelen, samen te koken, samen te lezen, et cetera.

Artikel 4

De cursussen Taal en Ouderbetrokkenheid worden gesubsidieerd op basis van lesgroepen. Een cursus duurt 11 weken en bedraagt minimaal 55 uur. Aan een cursus kunnen minimaal acht en maximaal twintig cursisten deelnemen.

Er zijn kleine en grote groepen, waarvoor de gemeente vaste groepsprijzen hanteert:

  • voor een kleine groep van acht tot veertien deelnemers: € 6.600,-

  • voor een grote groep van veertien tot en met twintig deelnemers: € 9.400,-

De groepsprijs is gebaseerd op een cursus van 55 contacturen, inclusief de kosten voor Stad en Taal en de eventuele kosten voor kinderopvang.

De subsidie bestaat uit vier achtereenvolgende cursussen. In 2017 moeten twee cursussen starten (september en december) en in 2018 nog twee cursussen voor dezelfde school. In de aanvraag geeft de subsidieaanvrager aan hoeveel grote en hoeveel kleine groepen worden aangevraagd.

Artikel 5

De beschikking wordt in principe toegekend voor de start van twee cursussen in het najaar van 2017 en twee cursussen in 2018. Voor 2018 is het subsidiebedrag onder voorbehoud van de definitieve vaststelling van de begroting 2018 door de Gemeenteraad.

Artikel 8 a:

Docenten dienen tenminste één van onderstaande relevante afgeronde opleiding of certificaat te bezitten of binnen een half jaar na de beschikking te verkrijgen:

- Certificaat competent docent Nederlands als tweede taal (BVNT2);

- Post-hoger beroepsonderwijs Nederlands als tweede taal (Fontys, HvA, HvU, HRenO);

- Docent NT2 in de volwasseneneducatie (Vrije universiteit Amsterdam / Windesheim);

- Toegepaste taalwetenschap met specialisatie Nederlands als tweede taal;

- Algemene taalwetenschap met specialisatie Nederlands als tweede taal;

- Opleiding Nederlands als tweede taalexpert (KUB);

- Duale masteropleiding Nederlands als tweede taal;

- en hebben daarnaast tenminste één jaar aantoonbare ervaring als docent NT2 of worden in hun eerste jaar begeleid door een ervaren (=minimaal één jaar aantoonbaar) collega.

Artikel 8b

De betrokkenheid van de school bij de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid is van groot belang voor het slagen van de cursus. Het is de bedoeling dat directie en leraren betrokken zijn bij de cursus zodat het rendement maximaal is.

Artikel 10c

Welke deelnemers komen in aanmerking voor deelname?

Deelnemers aan een cursus Taal en Ouderbetrokkenheid zijn ouders die een taal en/of participatiebehoefte hebben. Voorwaarden voor deelname zijn:

- een of meerdere kinderen van de deelnemer zitten in de groep(en) 1 t/m 8 van de basisschool;

- de deelnemer volgt geen andere gemeentelijke taalcursus;

- de deelnemer die een bijstandsuitkering ontvangt moet toestemming vragen aan zijn of haar klantmanager voordat hij/zij kan deelnemen aan de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid.

.Aanvullende subsidievoorwaarden zijn:

- de cursussen Taal en Ouderbetrokkenheid worden op de school gegeven in bijvoorbeeld de ouderkamer;

- er wordt gewerkt met buitenschoolse huiswerk- en portfolio opdrachten;

- in minimaal twee bijeenkomsten per Taal en Ouderbetrokkenheid cursus organiseert de subsidieontvanger activiteiten die bijdragen aan participatie, waarvan één buiten de school;

- in 2018 wordt minimaal één keer gebruik gemaakt van het programma Stad en Taal. Een alternatief voor het Stad en Taal museumbezoek is mogelijk na overleg met en goedkeuring door de gemeente.

Deelnemerslijst

Uiterlijk drie weken voor de start van iedere cursus Taal en Ouderbetrokkenheid moet de deelnemerslijst van de betreffende cursus binnen zijn bij de rve Participatie, team Volwasseneneducatie. Uiterlijk twaalf werkdagen voor de start van de cursus laat de projectmedewerker team volwasseneneducatie weten welke deelnemers tot de doelgroep behoren en in aanmerking komen voor de subsidie.

Startdocument

Alle deelnemers die voor de eerste keer aan een Taal en Ouderbetrokkenheid cursus deelnemen, tekenen een startdocument waarin ze aangeven geen bezwaar te maken tegen het uitwisselen van gegevens tussen de gemeente Amsterdam en de school in het kader van volwasseneneducatie. De subsidieontvanger voegt de startdocumenten toe bij de eindverantwoording.

Presentielijst

Om de aanwezigheid van de deelnemers, steekproefsgewijs, vast te stellen, worden presentielijsten bijgehouden en gearchiveerd. Bij iedere bijeenkomst plaatsen de aanwezige deelnemers en de docent hun handtekening. De originele presentielijsten worden gearchiveerd en op verzoek getoond aan de taalcontroleur.

Rapportage en advies per deelnemer

Uiterlijk vier weken voor het einde van de cursus TOB maakt de subsidieontvanger een rapportage met een vervolgadvies voor iedere deelnemer die uitstroomt. In de rapportage wordt aangegeven wat het taalniveau van de deelnemer is, wat de motivatie van de deelnemer is, hoe de presentie in de afgelopen periode is geweest, wat de beschikbaarheid is, of de deelnemer bereid is te reizen.

Controlebezoek

Een taalcontroleur van het team Volwasseneneducatie komt na de start van de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid op bezoek. Het doel van dit bezoek is om vroegtijdig knelpunten te signaleren en deze te ondervangen. Tijdens dit bezoek wordt de administratie met de subsidieontvanger doorgenomen en worden presentielijsten en portfolio's bekeken . De taalcontroleur informeert de docent en de deelnemers over de mogelijkheden van een vervolgaanbod.

Artikel 11

In de evaluatie wordt een algemeen beeld geschetst van het verloop van de cursussen op de school.

Wat ging goed en wat ging minder goed. In de evaluatie komt minimaal aan de orde:

  • samenwerking met de school (directie, docenten en oudercontactpersoon);

  • participatie- en buurtactiviteiten;

  • wat heeft de cursus de ouders opgeleverd als het gaat om taalverbetering, participatie, partnerschap met de school, ondersteuning kind bij de ontwikkeling, vervolg, etc.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders voornoemd,

E.E. van der Laan, burgemeester A.H.P. Van Gils, secretaris