SOCIAAL - Algemeen ondermandaatsbesluit en vervangingsregeling, rve Participatie

Geldend van 15-08-2017 t/m heden

Intitulé

SOCIAAL - Algemeen ondermandaatsbesluit en vervangingsregeling, rve Participatie

De directeur van de rve Participatie,

Gelet op:

- de Gemeentewet;

- het Burgerlijk wetboek;

- de Algemene wet bestuursrecht;

- het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie;

- de Budgethoudersregeling;

BESLUIT:

I Ondermandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

het afdelingshoofd Activering

het afdelingshoofd Beleid Werk en Inkomen

het afdelingshoofd Intake

de teamleider

de klantmanager

de administratief medewerker

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Inhoud

Artikel 1

Functionarissen oefenen een aan hun gemandateerde bevoegdheid niet uit indien sprake is van een politiek of bestuurlijk gevoelig onderwerp.

Hoofdstuk 2 Overdracht algemene bevoegdheden

Artikel 2

  • Overdracht algemene bevoegdheden, op grond van bijlage 1 van het Bevoegdhedenbesluit (zie bijlage).

  • 1. Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd en de teamleider worden de volgende bevoegdheden op grond van de Gemeentewet met betrekking tot een privaatrechtelijke overeenkomst:

    • a.

      Het nemen van besluiten over het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals bedoeld in bijlage 1, onder B van het Bevoegdhedenbesluit (zie bijlage bij dit ondermandaatbesluit).

    • b.

      De bevoegdheid als vermeld in het eerste lid, onder a., wordt slechts uitgeoefend met inachtneming van hetgeen daarover in de Budgethoudersregeling is vermeld en binnen de instructies van de mandaatgever.

    • c.

      De bevoegdheid als vermeld in het eerste lid, onder a., wordt voorts slechts uitgeoefend indien daarvoor een financiële dekking aanwezig is in de vorm van een daarvoor bestemde begrotingspost.

    • d.

      De gemandateerde bevoegd is tot het aangaan van een financiële verplichting overeenkomstig het bepaalde in de Budgethoudersregeling.

  • 2. Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd en de teamleider worden de volgende bevoegdheden op grond van de Gemeentewet, Wet financiering sociale verzekeringen, Faillissementswet, Wetboek van burgerlijke rechtsvordering:

    • a.

      Het afgeven van een verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn tot buitengerechtelijke schuldsanering, alsmede het aangeven welke aflossingsmogelijkheden er zijn (artikel 285, eerste lid 1, onder e en f , van de Faillissementswet).

    • b.

      Het nemen van besluiten over geleden schade als gevolg van feitelijk handelen en genomen beschikkingen zoals kosten rechtsbijstand, wettelijke rente en gevolgschade (artikel 160, eerste lid onder e van de Gemeentewet).

    • c.

      Het afgeven van een verklaring aan de werkgever, als bedoeld in artikel 47 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

    • d.

      Het geven van informatie dan wel een verklaring inzake het verrichten van periodieke betalingen (artikel 475g, derde en artikel 476a van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

  • 3. Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd , de teamleider en de klantmanager voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied, worden de bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht, zoals bedoeld in bijlage 1, onder C van het Bevoegdhedenbesluit (zie bijlage bij dit ondermandaatbesluit).

  • 4. Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd en de teamleider, worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob):

    • a.

      Het beslissen op verzoeken om verstrekking van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 6 Wob).

    • b.

      Het beslissen inzake het eigener beweging verstrekken van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 8 Wob).

  • 5. Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd worden de volgende bevoegdheden op grond van deWet bescherming persoonsgegevens:

    • a.

      Het doen van een melding van het voornemen een verwerking te starten (art. 27 Wbp).

    • c.

      Het doen van een kennisgeving/melding van een inbreuk op de beveiliging (art. 34a, eerste lid, Wbp).

    • d.

      Het in kennis stellen van de betrokkene, indien de inbreuk waarschijnlijk ongunstige gevolgen zal hebben voor diens persoonlijke levenssfeer (art. 34a, tweede lid, Wbp).

  • 6. Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd ,de teamleider en de klantmanager worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens:

    • a.

      Het meedelen aan een betrokkene of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt (art. 35 Wbp).

    • b.

      Het meedelen of aan een verzoek van een betrokkene om gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, zal worden voldaan (art. 36 Wbp).

    • c.

      Het inlichten van derden, indien aan een verzoek als bedoeld in artikel 36 wordt voldaan alsmede het desgevraagd inlichten van de betrokkene daarover (art. 38 Wbp).

    • d.

      Het beslissen omtrent de beëindiging van de verwerking van de in artikel 8, onder e en f, bedoelde gegevens (art. 40 Wbp).

    • e.

      Het beëindigen van de verwerking van gegevens in de in artikel 41 bedoelde situatie (art. 41 Wbp).

  • 7. Niet gemandateerd aan functionarissen worden besluiten op grond van bijlage 1 van het Bevoegdhedenbesluit (zie bijlage) ten aanzien van A. NRGA en WOR, F. Algemene Verordening Nadeelcompensatie en G. Archiefwet en aanverwanten.

Artikel 3

  • 1. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider en de administratief medewerker, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied, het nemen van besluiten tot het verstrekken van subsidies en voorzieningen op het gebied van inburgering en participatie aan in de gemeentebegroting vermelde subsidieontvangers alsmede het verstrekken van subsidies waartoe het college ten laste van een begrotingspost heeft besloten op grond van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, als bedoeld in bijlage 4 Bevoegdheden- besluit, onderdeel A. Subsidies en voorzieningen.

  • 2. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider en de klantmanager, ieder zijn eigen taakgebied, het nemen van besluiten als bedoeld in bijlage 4 Bevoegdhedenbesluit, onderdeel B, Participatiewet:

    • a. Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 6b, 7, 9, 9a, 10, 10b, 10c, 10d, 10f, 17, 18, 18a, 44a, 47c, 53a, 54, 55, 63, 66,67 en 78z, artikelen van de Participatiewet.

    • b. Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de:

    • 1. Re-integratieverordening Participatiewet Amsterdam met uitzondering van het vaststellen van nadere regels als bedoeld in de artikelen 1.5, 3.1, 3.4, 3.6, 3.7 en 4.5.

    • 2. Maatregelenverordening Participatiewet.

    • 3. Verordening inburgering Amsterdam 2013.

    • 4. Verordening WSW.

    • 6. Verordening Participatieraad Amsterdam.

    • 7. Amendement 2004/937 (motie Sargentini).

    • 8. Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet.

    • 9. Beleidsregels educatievoorziening volwassenen.

    • 10. Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ.

  • 3. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider en de klantmanager, ieder op zijn eigen taakgebied, het nemen van besluiten als bedoeld in bijlage 4 Bevoegdhedenbesluit, onderdeel C, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers:

  • Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 20, 34, 47 en andere relevante bepalingen van de IOAW en de daarbij behorende besluiten.

  • 4. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider en de klantmanager, ieder op zijn eigen taakgebied, het nemen van besluiten als bedoeld in bijlage 4 Bevoegdhedenbesluit, onderdeel D, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen:

  • Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 20 en 34, 47 en andere relevante bepalingen van de IOAZ en de daarbij behorende besluiten.

  • 5.Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider ende klantmanager , de volgende bevoegdheden op grond van de Wet kinderopvang:

  • Het uitoefenen van de bevoegdheden en het uitvoeren van de taken als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet Kinderopvang.

  • 6.Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider, de klantmanager en de administratief medewerker, ieder op zijn eigen taakgebied, de volgende bevoegdheden op grond van de Weteducatie en beroepsonderwijs:

  • Het uitoefenen van de bevoegdheden en het uitvoeren van de taken die in de Wet educatie en beroepsonderwijs aan het college zijn toegekend.

  • 7a. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider, de klantmanager en de administratief medewerker, ieder op zijn eigen taakgebied de volgende bevoegdheden op grond van de voormalige Wet inburgering 2007:

  • Het nemen van besluiten op aanvragen die vóór 1 januari 2013 zijn ingediend en waarop nog geen besluit is genomen alsmede het afhandelen van dossiers die op grond van Wet Inburgering (artikelen 5, 6, 19, 22 t/m 25 en 29 t/m 34) eerder zijn aangelegd.

  • 7b.Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider, de klantmanager, ieder op zijn eigen taakgebied de volgende bevoegdheden op grond van de Verordening Inburgering 2013: Het aangaan van een inburgeringovereenkomst.

  • Hoofdstuk 4 Plaatsvervangingsregeling

Artikel 4

Plaatsvervanging:

a. De rve-directeur Participatie wijst als vervanger aan de rve-directeur Inkomen en de rve-directeur Werk om zijn bevoegdheden ingevolge het Bevoegdhedenbesluit en de Budgethoudersregeling uit te voeren indien hij meer dan één werkdag afwezig is, bijvoorbeeld wegens ziekte, verlof of dienstreis.

b. De rve-directeur Participatie wordt vervangen door de rve-directeur Inkomen en bij afwezigheid van de rve-directeur Inkomen, door de de rve-directeur Werk .

c. De ondertekening als plaatsvervanger geschiedt op de volgende wijze:

Namens burgemeester en wethouders,

Plaatsvervangend rve -directeur Participatie,

II Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en in werking treedt op de dag nadat het besluit is gepubliceerd.

III Het ondermandaatbesluit RVE Participatie (Gemeenteblad 2015, 8617 / Gemeenteblad, afd. 3B, nr. 3), in te trekken.

Amsterdam, 8 augustus 2017

R.Venderbosch

rve-directeur Participatie

Bijlage